We leven in zwaar gepolariseerde tijden – althans, dat denken we. Overal worden kloven tussen stad en platteland, hoog- en laagopgeleid, rijk en arm, mannen en vrouwen, religieuzen en seculieren. Maar hoe groot zijn die verschillen werkelijk? In dit scherpe en verhelderende essay laat Jan Willem Duyvendak zien dat veel van die tegenstellingen overdreven en overschat worden – ze zijn zelfs grotendeels fictief. Emoties domineren het politieke debat, terwijl de feitelijke ongelijkheid vaak kleiner is dan gedacht. In Spookkloven onderzoekt Duyvendak hoe emoties de feiten verdringen in het politieke debat, hoe affectieve polarisatie ons zicht vertroebelt en hoe zowel links als rechts in de ban is van dramatisering. Een urgent pleidooi voor feitelijkheid, nuchterheid, historisch besef en vertrouwen in het vermogen samen te leven – mét verschillen, maar zonder onnodige paniek.
Mega belangrijk boekje! Met een licht pedant toontje legt de hoogleraar uit waarom het eigenlijk best goed gaat met de polarisatie, want wat blijkt? We zijn allemaal beter gaan verdienen, hoger opgeleid, wonen beter, minder racisme, minder homofobie etc. Maar de gepercipieerde kloof is des te groter geworden. De kloven zie nog over zijn worden, terecht vindt duyvendak, steeds minder getolereerd. Die strijd moet gevoerd blijven worden, maar we moeten ook reeel en trots zijn op waar we reeds zijn aanbeland!
Frappant; de kloof die wel enorm is toegenomen is de vermogensongelijkheid, en laat dat nu precies de kloof zijn die mensen 1) zwaar onderschatten, en 2) niets aan willen doen. Met grootse verbazing en gepaste ergernis zitten lezen.
Aanrader voor een kritische herijking van de stand van je idealen!!
In het essay worden best een hoop armoedige argumenten gegeven waarom het wel mee zou vallen met de opleidingskloof. Zo wordt erkend dat de segregatie onder hoogopgeleiden weliswaar toeneemt, maar dat zou juist juist komen doordat de kloof met de lageropgeleiden kleiner is geworden. Vroeger was de kloof bijvoorbeeld zo groot dat in de kerk alle laagopgeleiden naar een hoogopgeleide moesten luisteren. Als in datzelfde voorbeeld hoog- en laagopgeleiden nu in verschillende kerken zouden zitten, zou dat ons dus alleen maar gerust hoeven stellen.
Daarnaast zouden allerlei initiatieven van hoogopgeleiden om eufemismes, zoals praktisch opgeleiden, te introduceren voor laagopgeleiden duidelijk laten zien dat er vooral sprake is van perceptie van een kloof. Verder wordt er nog kort genoemd dat de inkomensverschillen naar opleiding stabiel zijn gebleven (in vergelijking met vroeger toen de kloof nog veel erger was?) en het in het buitenland ook nog erger is. Tenslotte worden de opvattingen weliswaar soms sterk bepaald door opleiding, maar vroeger waren er andere factoren die de opvatting nog sterker bepaalden (dan opleiding, terwijl die kloof toen al zo groot was).
Het boekje is breder dan alleen de opleidingskloof, maar voor een essay dat de feitelijkheid claimt wordt er wel erg weinig gebruik van gemaakt om de nadelen van de meritocratie weg te relativeren. Helaas geldt voor het hele essay dat er meer observaties dan bronverwijzingen in staan, dus als je nog eens na wilt lezen waar hij zijn feiten vandaan haalt heb je pech.
Ja het boek verwijst veel naar eerder onderzoek van de auteur en ja over bepaalde stukken bestaan betere boeken (Lees bijvoorbeeld 'Trots' van Martha Claeys), maar al met al is dit essay, want dat is het 'een essay', een prima overzicht over spookkloven en het hoe en waarom hiervan