Schelvis groeit op onder de rook van de staalfabriek in een dorp aan de kust. De fabriek of het dat zijn de keuzes voor later. Het is werk op plekken zonder ramen, gedicteerd door de klok. Maar Schelvis droomt van een ander niet langer een dienaar zijn, maar een meester.
Lukt het Schelvis om los te breken? Hoe radicaal moet je daarvoor zijn? Overgave op commando gaat over het verschil tussen mensen die hun lot mogen kiezen en mensen die hun lot moeten ondergaan. Over dorpelingen en dagjesmensen. Over hoe geweld zo terloops gepleegd wordt – als het de ander raakt. En over meeuwen. Een carnavaleske, satirische, heftige, grote, kleine roman over klasse en lotsbestemming.
'We kwamen allemaal uit gezinnen die bestierd werden door broze mensen, en het merendeel van onze opvoeding was aan toeval onderhevig. We groeiden op met episodes van banaal geweld. Dan vloog er weer een vaas tegen de wand, of veranderde een vuist een meubelstuk in schroothout. Wanneer iets onherstelbaar stuk was, tekenden we het na.'
Bovenstaand fragment staat op pagina 1. Ik dacht meteen: hier ben ik in goede handen. Al had ik dat gevoel eigenlijk bij de titel en omslag al, alles komt hier heel goed samen.
Dit boek is vlijmscherp, hilarisch, slim op een afstandelijke manier en soms zo eigenaardig dat mijn buik ervan omdraaide. Er is iets onmenselijks aan, waarmee ik niet bedoel dat het niet doorvoelt is.
Ik vind het in ieder geval heerlijk dat deze literatuur bestaat.
Haast in één adem uitgelezen. Eerst vevreemdend, dan meesleepend, soms gruwelijk, vaker ontroerend en op het eind hoopgevend. Ik heb nog nooit zoiets gelezen en ik wil alleen maar meer nu. Echt een juweel, deze kleine en tegelijkertijd grootse roman!
Dit boek moest even bezinken bij me, omdat alles tussen de regels lijkt te gebeuren. Maar hoe meer ik erover sprak, hoe beter ik het boek vond. Dus ja, 4⭐️
Persoonlijke herinnering aan de blauwe schatkistjes gevuld met roomijs (en een plaktattoo onderin). Het taalgebruik in dit boek blies mij werkelijk omver! Verder deed het me qua verhaal heel hard denken aan De Vegetariër van Han Kang. Even absurd, luguber, satirisch, en prangende thema’s tussen de regels door. Goed boekje om even uit een reading slump te komen.
Verfijnde naïviteit wordt het handelsmerk van De Vries. Dat kan soms behoorlijk irriteren, maar toch slaagt ze er op een of andere manier in je telkens haar verhaal in te sleuren. Deze korte roman had wel nog een stevige redactiebeurt mogen krijgen: er staan hier en daar behoorlijk kromme zinnen die het daglicht echt niet verdienen, ene Bert heet een paar pagina’s verder plots Bart en een ‘aalmoezenier’ wordt gebruikt als synoniem voor een bedelaar. Voor de rest: graag gelezen, hop Nadia!
De setting voelde vertrouwd: In mijn jeugd ben ik vaak op het strand bij Tata Steel geweest, dus ik ken de plek, de sfeer, de rook. Maar waar ik die wereld als buitenstaander bezocht en weer verliet, groeit de hoofdpersoon erin op. Dat verschil is allesbepalend: Haar omgeving is niet decor, maar vormend. Wie opgroeit onder de rook van de fabriek ademt niet alleen de lucht in, maar ook het harde leven dat erbij hoort.
Dat besef vond ik confronterend. De schrijfster houdt je een spiegel voor: hoe veel van wie je bent eigenlijk al bepaald wordt door waar je begint. Maar gaandeweg raakte ik dat gevoel kwijt. De ene gebeurtenis na de andere werd zo overdreven, dat het echte verhaal eronder verdween. Ik snap dat het satirisch bedoeld is, maar de overdrijving haalde voor mij de kracht uit de boodschap.
Zeer leesbaar, ik denk intentioneel een beetje onmenselijk. De stadspersonages kwamen voor mij wel wat minder tot leven dan de dorpsvrienden waardoor ik in de tweede helft van het boek wel sterk terugverlangde naar de eerste helft. Maar ook dat was misschien wel de bedoeling! Hoe dan ook: goed omslag!
De tweede roman van Nadia De Vries vertelt het verhaal van Schelvis - jawel - , een jong meisje dat opgroeit in een grauw zeedorp waar alles in de schaduw staat van de plaatselijke fabriek. Na een bijzonder traumatiserende ervaring met haar ‘vrienden’ komt ze uiteindelijk terecht in de ‘Grote Stad’ waar, tja, ook vanalles voorvalt. Geen spoilers enzo. Het volstaat te zeggen dat Schelvis’ ervaringen hard binnenkomen.
De kracht van het boek schuilt volgens mij in de doodeerlijke, frisse, met momenten hilarische en haast naïeve vertelstem die de gebeurtenissen -met momenten bijzonder traumatiserend en gewelddadig - op een manier weergeeft die het gebeurde banaal doet klinken, terwijl het dat allesbehalve is (?). Het zorgt voor een effect dat wonderwel werkt: straf gedaan. Ik zou nog vele pagina’s de woorden van Schelvis hebben willen lezen.
Wat een moeilijk boek om te reviewen. Heftig. Absurd. Grappig. Bizar.
Ik was initieel aangesproken door de fantastische cover. En was sowieso benieuwd naar het werk van Nadia De Vries. Ik ben heel blij dat ik dit gelezen heb en benieuwd naar maar.
Dit boek gaat over Schelvis, een tiener die aan de kust opgroeit en struggled met typische en iets minder typische tienerdingen. Verliefd worden op je beste vriend? Makes sense. Meegaan in de moordfantasieën van je beste vriend? Uhm sure?
Schelvis wil niets anders dan ontsnappen aan hun afkomst en hun eigen baas zijn. Onderweg wordt Schelvis geconfronteerd met de ruwheid van de wereld.
De bevreemdende blik van de verteller duwt je met je neus op de feiten wat van het boek een absurde en soms confronterende leeservaring maakt.
Dit boek raast vanaf het eerste hoofdstuk voorbij waardoor ik soms een zin opnieuw moest lezen: ‘stond dit er nu echt?’ Om dan te grinniken of 😮 te denken.
Nadia de Vries, koningin van de cynische vervreemding, wilde ik schrijven. Maar zo cynisch is Overgave op commando dan ook weer niet: zien we niet juist ook een begrip en een mededogen en een open blik, overal waar hoofdpersoon Schelvis op geweld en afwijzing stuit? Dit is een hard zacht boek, voor een op het eerste gezicht harde wereld die tegelijkertijd ook zachter is als je wel oplet. Een speels boek dat zich buiten de grens van het spel waagt en soms daardoor verliest, maar ik waardeer die uitdaging van de kaders.
zoveel gedachten over dit boek dat ik er een essay over zou kunnen schrijven. om jullie dat te besparen graag alleen een applausje voor "De lijkvliegen die zich aan zijn lichaam te buiten hadden gedaan, hadden zich snel vermenigvuldigd. De hele woonkamer zat onder deze trage, half slapende beesten, die nog te laconiek waren om te zweven: ze kropen meer dan ze vlogen. Ik wilde ze verdelgen, zodat Ruud in de privacy van zijn eigen lichaam dood kon zijn." daar ga ik nu aan denken elke keer als ik maden van een lijk trek.
This entire review has been hidden because of spoilers.
Poh, beetje buikpijn. Het mooiste vond ik de beschrijvingen van anderen. Haar oude vrienden en de ‘gewone mensen’, ‘neutrale mensen’, ‘geen dienende mensen’ - Schelvis heeft me een nieuwe lens gegeven om hen door te bekijken.
Ook erg geraakt door ‘kleine’ momenten zoals de biologieles waarbij een docent sneert ‘godzijdank wordt jij geen arts’. Tijdens de heftige momenten (en dat waren er flink wat) raakte de Vries me soms kwijt maar ik denk dat dat aan mij ligt, aan een soort weg willen kijken en de lens op mezelf ontduiken.
Bovenal gun ik Schelvis een jaar zonder kwaadaardigheid.
Holy wat een boek. Totaal onverwachtse wendingen, heerlijke schrijfstijl bizar heftige gebeurtenissen en tering scherpe grappige beschrijvingen van mensen plekken en dingen. Ik begon er aan en was meteen erin getrokken, dacht dat ik een soort licht coming of age boek ging lezen, dacht ergens aan 22 Banen en de Geschiedenis van mijn seksualiteit. Maar niks is minder waar - het boek schiet een totaal andere hoek in van vreselijke gebeurtenissen en dingen waar ik niet teveel over kan zeggen want spoiler. Ik kan het ook nog niet goed beschrijven merk ik want beetje overdonderd. Aanrader, echt grappig ook, maar ook echt bizar. Benieuwd naar ander werk van Nadia de Vries.
Supermooi boek over een dom meisje aan de rafelranden van de samenleving. Geïnspireerd door Oliver Twist van Charles Dickens en Die Blechtrommel van Günter Grass, top! Mooie typerende zinnen, zoals: ‘Ik probeerde dood te gaan. Maar het lukte niet. De wind blies me steeds weer naar de kust, de golven moesten me niet hebben.’ ‘Sommige van de auto’s hadden een nummerbord uit het buitenland. Het gaf het straatbeeld een kosmopolitische allure.’ ‘Ja, ik had hun gezichten ook kunnen verminken met frituurvet, zodat we in de boeken van het lot weer quitte stonden.’