Ooit was Nederland vrij en democratisch. Ooit had Nederland een toekomst. Tot de zee het halve land onder water zette en een dictator de macht greep. Tot het dodelijke Vikingvirus miljoenen levens kostte. Jaren later is bijna iedereen vergeten wat vrijheid is. Toch gloort er hoop. Het regime wankelt nu steeds meer mensen in verzet komen.
Met haar kleine leger van deserteurs en gevluchte dwangarbeiders wil rebellenleidster Senna de dictatuur verslaan. Als ze in het ondergelopen Amsterdam de aanval voorbereidt, slaan de sluipmoordenaars van het regime toe. Ondertussen werkt Eva, de dochter van de uitvinder van het Vikingvirus, aan een manier om haar vaders misdaden uit te wissen. Lukt het de rebellen om het regime te verslaan? Of staat het land een nieuwe ramp te wachten?
In dit laatste deel van de dystopische Leegland-trilogie neemt Marjan Brouwers haar lezers nog één keer mee naar toekomstig Nederland.
Ik ben Marjan Brouwers, woon en werk in de stad Groningen. Van beroep ben ik schrijver van interviews, columns, brochures en andere teksten voor allerlei opdrachtgevers. Dat doe ik sinds september 2000 als zzp'er onder de naam Bureau Brouwers.
Ik ben geboren in 1963 in het Groningse dorp Midwolde, zat op de middelbare school in Leek en ging op mijn 18de Engels studeren aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na mijn studie deed ik van alles en nog wat: lesgeven, vertalen, redigeren en administratief werk totdat ik eind 1992 aan de slag kon als redacteur en bladenmaker. Niet in Groningen, maar in Den Haag, waar onze dochters zijn geboren. Ik werkte er bij Nationale-Nederlanden en een paar jaar later verkaste ik naar ING Bank in Amsterdam. In 2000 besloten we terug te gaan naar Groningen.
Leegland is de eerste roman die verschijnt met alleen mijn naam erop. Het is dan ook niet mijn eerste boek. Samen met Jeannette van Ditzhuijzen schreef ik in 2007 Zicht op Kastelen, een boek over kastelen in Nederland. In mei 2016 verscheen onze roman Ren, Janina, ren!, een verhaal dat zich in Polen afspeelt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hoofdpersoon in Janina Katz, een Joods meisje van tien jaar dat op de vlucht slaat voor de nazi's en er alleen voor komt te staan. Geen verzonnen verhaal, maar gebaseerd op de herinneringen van Janina zelf.
Volledige recensie binnenkort te vinden op Fantasywereld.nl
Anderland vormt het meeslepende sluitstuk van Marjan Brouwers’ trilogie, en brengt haar verhaal tot een kalm maar aangrijpend einde.
De biologische oorlog die wat overblijft van Nederland ooit dacht te kunnen winnen, blijkt een gif dat doorheen de hele maatschappij gesijpeld is. De zogenoemde viruskinderen zijn tegelijk hoop en dreiging: levende bewijzen van menselijke overmoed, maar ook de enige kans om het virus te overleven. Eva's werk als laborante is dan ook een race tegen de klok doorheen het boek.
De kern van de roman blijft de psychologische en morele strijd. Kapitein Senna groeit uit tot een echte leider, en de idealistische rebellenleider Kosse Lester draagt de littekens van verlies en vermoeidheid. Als dochter van de grote uitvinder van het virus worstelt Eva ook met haar eigen identiteit als wetenschapper, slachtoffer en haar aangeboren schuld. Zij drie blijven de motor van het verzet. Hun confrontaties met Martens' regime zijn geen spektakel, maar geladen botsingen van principes, twijfel en menselijkheid.
Het boek vraagt geduld. Het begint is rustig, zelfs traag, maar die verandering komt redelijk snel. De steeds korter wordende hoofstukken, telkens vanuit iemand anders zijn of haar oogpunt, brengen het verhaal stilaan op kruissnelheid, om naar het einde toe dan volledig te ontpoppen in een chaotische orde.
Brouwers’ stijl blijft helder en beheerst, met een sobere eenvoud. Die eenvoud wordt gebruikt als lens om de angst voor besmetting, het verdriet om verlies en de schroom om opnieuw te beginnen extra in de kijker te zetten. Ze toont hoe machtssystemen uiteenvallen en tegelijk een andere orde aankondigen.
Anderland is daarmee een goeie afsluiter van de trilogie, als reflectie op de prijs van vooruitgang. Geen spectaculair dystopisch slotstuk, maar een genuanceerde en menselijke afronding - de laatste confrontatie met Martens is zelfs een beetje een anticlimax met een onverwachte wending- die laat zien hoe uit de resten van vernietiging iets kwetsbaar nieuws kan ontstaan, met hoop en verzoening als pijlers van een nieuwe maatschappij.
Dit derde en laatste deel van deze dystopische romancyclus is het beste. In het eerste boek leek de auteur nog wat zoekende om deze apocalyptische wereld (wat lukraak) te beschrijven, het tweede en zeker het laatste deel zijn veel evenwichtiger en vooral leuk om te lezen, als je van het genre houdt tenminste. Verwacht geen diepgaande inzichten en boodschappen, maar lees het gewoon effe lekker weg.