In een door kloosterlingen geleid jongenspensionaat vindt in de jaren vijftig van de vorige eeuw seksueel misbruik, sadisme en vernedering plaats. Broeder Bonaventura is er getuige van en zwijgt zoals iedereen. Maakt dit hem medeplichtig? 'Het hout' geeft een indringend beeld van de misdaden en de hypocrisie in de roomse kerk, die heden nog de verontwaardiging en frustratie oproepen van wie er het slachtoffer van zijn geweest.
Jeroen Brouwers was a Dutch journalist and writer.
From 1964 to 1976 Brouwers worked as an editor at Manteau publishers in Brussels. In 1964 he made his literary debut with Het mes op de keel (The Knife to the Throat).
He won the Ferdinand Bordewijk Prijs in 1989 for De zondvloed, and in 1995 the Prix Femina for International works for his book Bezonken rood (Sunken Red). In 2007 he refused the Dutch Literature Prize (Prijs der Nederlandse Letteren) - the highest literary accolade in the Dutch-speaking world - because he considered the prize money of €16,000 too low for all his work.
Moest dit boek niet gekozen zijn om te lezen voor de leesclub, dan had ik het zelf nooit vast gepakt, om eerlijk te zijn. Het leek me net iets te veel Literatuur met de grote L en dat is nooit echt mijn ding geweest. De eerste twintig à dertig pagina's had ik dan ook ontzettend veel moeite om in dit boek te komen. Ik legde het terug opzij, maar zag de leesclub deadline naderen. Deadline lezen blijkt iets waar ik bijzonder goed in ben.
En tijdens dat deadline lezen ontdekte ik een boek vol prachtige zinnen en een verhaal waarvan ik ongemakkelijk werd, om het nog zachtjes uit te drukken. Er waren momenten dat ik het boek terug even opzij wilde leggen of wilde inruilen voor wat lichtere lectuur, want oh boy, de vieze, oude meneren bezorgden me de nodige kriebels en neigingen om hen in elkaar te rammen of zo. Maar ik heb doorgebeten en ik ben uiteindelijk ontzettend blij dat ik dit boek heb gelezen. Het is er eentje dat me zal bijblijven.
Every institution has a strong tendency to protect itself, even at all costs, and that is certainly the case for a primal institute such as the Catholic Church that can boast an (apparent) continuity of almost 2,000 years. I have the impression that this gigantic institute still hasn’t understood the consequences of the child abuse scandal to its moral authority. And also how much this abuse is the result of structural causes, such as the celibacy and a hierarchical organisation that is exclusively governed by (old) men. The top of the Vatican gives the impression that it takes the crisis seriously, gives apologies and expresses solidarity with the victims. But real sanctions against the perpetrators of child abuse have hardly been taken, and an in-depth self-analysis hasn’t been made.
In 'Het hout'/’The Wood’ the renowned Dutch author Jeroen Brouwers puts the abuse in the spotlight once again with the use of all his impressive literary skills. He sketches the horrifying conditions in a Franciscan monastery annex school, in the 1950s in the southeast of the Netherlands. And he does so in his inimitable bombastic style. Through the eyes of a young Franciscan brother, we are presented with a succession of abuse scenes that are absolutely stifling and oppressive. The abuse is accompanied by and related to a direct terror regime under the brethren themselves and a culture of internal denouncing and external covering up. Brouwers lets loose all his devils (pun intended) and puts up a merciless and savage image of the oppressive atmosphere in the monastery (especially the schoolmaster Mansuetus, 'the boar', is one of the most vicious characters in Dutch literature). And as a reader you almost constantly have to swallow, digesting the graphic scenes.
Exaggeration and enlargement are exemplary literary formats, and - in this case - also a justified expression of indignation. But it is my impression that Brouwer's raunchy and unrelenting bombardment detracts from the vicious subtlety that accompanied the abuse in reality, at least in most cases. When you read the official reports about the real scandals, it’s clear that in fact it is the villain subtlety - both in its implementation and in its covering up - which was so characteristic for the practices within the church, a form of abuse of power with velvet gloves. That fact does not diminish the traumatic contenance of the crimes, but it explains better why the victims, the people around them, and the society in general have been silent about these practices for decades. And also why it is not only a phenomenon in churches, but also in sports, youth movements, schools, the music- and film industry and so on.
This villain subtlety is completely lost in the ink-black and raunchy literary violence of Brouwers, and that is regrettable, because it diminishes the veracity of the story. Also the love story with which he offers the young Franciscan story teller a way out, is rather incredible, and weakens the strength of the book. As a matter of fact, as in my previous Brouwers’ reviews, I must once again point to the disturbing image Brouwers seems to have of women: in this case he presents the classical image of the staunch seductress, and with that he - unwillingly - confirms the traditional religious image of women as instruments of the devil. Jeroen Brouwers is the author of one of the most beautiful books in the Dutch language area, De Zondvloed(‘The Deluge’), and this book 'The Wood' certainly contains many stylistic highlights, but unfortunately he has never been able to equal the level of his earlier stories.
Zopas de nieuwe Jeroen Brouwers achter de kiezen. Een fascinerende leeservaring, twee dagen van de wereld geweest.
Brouwers beschrijft hierin de gitzwarte kantjes van het Rijke Roomsche Leven, anno 1953. Plaats van de handeling is een jongenspensionaat van de paters Franciskanen aan de rand van een ingedommeld Limburgs mijndorpje. Het klooster wordt zeer geacht door de buitenwereld, maar lijkt binnenin veeleer op een na de oorlog achtergebleven nazikamp. De pubers worden er geterroriseerd, vernederd, bespied en misbruikt, ook seksueel (Brouwers heeft het met sardonische opzet over sexueel met een x).
Dat Brouwers kan schrijven, hoeft geen betoog. Het hele boek is een aaneenrijging van prachtige zinnen, zinnige beelden, beeldende metaforen. Alleen al de aandacht die hij besteedt aan de spreektaal van de afzonderlijke karakters. Vooral het hakkel- en kwakkeltaaltje van broeder overste Benedictus is een meesterwerk op zich. De met zichzelf in de knoop liggende pater weet geen gedachte helder te formuleren, rijgt zinsdelen aan elkaar, duikt van de ene halve zin in de andere. Eén voorbeeld slechts van hoe hij Bonaventura een niet toegelaten uitstapje verwijt: 'Hier in het dorp en in Rodakerken flierefluitend rondgezwalkt en in boekenwinkels nietwaar al die boeken die je las voor wij in onze gemeenschap je opnamen in liefde die zedeloze rommel en in winkels waar ze van die muziekschijven hebben van jes en liedjes ik bedoel.' (p 225) Zulke zinnen dus. Ik vermoed dat Brouwers er met gemak een hele dag aan besteedt.
Ik kan alleen maar enthousiast zijn over dit boek, veel beter dan zijn Bittere bloemen in elk geval, maar van het niveau van Geheime Kamers en Datumloze dagen en zijn vroegere romans. De meester kan het nog.
Drie sterren voor de stijl en het exuberante taalgebruik, maar meer heb ik er niet over voor wat door velen als het beste boek van het voorbije jaar wordt bestempeld. De auteur is ongenuanceerd in zijn beeld dat hij ophangt van een college. Elke broeder is een perverse pedofiel die geen kans onbenut laat om aan de knapen te zitten. En niets wordt overigens aan de verbeelding overgelaten want we krijgen tot in den treure toe beschrijvingen van wie wat met wie doet en hoe dat allemaal precies in zijn werk gaat. De enige goede broeder is (uiteraard) een atheïst die er door de slinkse wijzen van die vervloekte paters is in geluisd om toe te treden tot de orde. Dat hij om de haverklap de hand aan zichzelf slaat en zelf zijn zaad op geheiligde plekken binnen het klooster plengt schijnt geen bezwaar te zijn. Mocht dit overigens een boek zijn over een andere religie dan de Rooms-Katholieke, dan zat Brouwers wellicht nu al ergens ondergedoken. Het einde is voorspelbaar en heeft een net iets te hoog 'Dead Poets Society'-gehalte om hoge toppen te scheren.
De reden waarom velen dit boek, naar mijn bescheiden mening, de literaire (want God verhoede dat het de andere zou zijn... ;-) ) hemel in prijzen is omdat ze op dezelfde rancuneuze antireligieuze stelling zitten waarop Brouwers staat te schreeuwen.
En pas op: uiteraard is wat er gebeurd is verfoeilijk en dat de daders voor eeuwig mogen branden maar nu is het tijd voor hetzelfde boek over al die sportverenigingen waar de trainers niet met hun fikken van hun pupillen konden blijven, of de leerkrachten in staatsscholen die hun boekje te buiten zijn gegaan, of de mannen en vrouwen van de jeugdbeweging, of waarom scheren we niet alle vaders en nonkels over dezelfde pedofiele kam zoals dat hier gebeurd met elke kloosterling.
Een weer ongelooflijk "stomp in je maag"-boek van deze schrijver. Het boek gaat, voor mij althans, naast over het kinder- en ander misbruik in de kerk, ook over de lange moeilijke weg naar de verlossing van Eldert. Het is er heet in het klooster, heet als in de hel. Biij de mooie momenten die het hoofdpersonage beleeft was het buiten wit en rein en koel en is de hitte/passie enkel in hem. Aanrader, er is in het genre geen vergelijk.
"Jij bent dood en ik leef. Hoewel? Levend ben ik in feite precies zo dood, mijn leven als een papierprop vertrappeld onder de sandalen van kloosterreglementen,onderdrukking, verklikking, verblinding".
Zelden las ik zo'n weerzinwekkend goed boek als "Het hout" van Jeroen Brouwers. Dat Brouwers kan schrijven, dat wisten we al. Dat de katholieke kerk en de smerige patertjes nog het meest van alle mensen zondigen tegen de zoveel geboden, is evenmin een groot geheim. Maar desalniettemin is dit werk van Brouwers een echte verrassing, een pareltje dat in al zijn weerzinwekkendheid steeds meer schittert naarmate je erin leest.
"Het hout" vertelt het kloosterleven in een jongenspensionaat in het post-WOII tijdperk, niet ver van de Duitse grens. De jonge Eldert Haman wordt als leraar Duits in het pensionaat aangeworven maar wordt beetje bij beetje "opgenomen" ("vastgestrikt" zou een betere term zijn) in de kloostergemeenschap. Voor hij het goed en wel beseft heeft hij burgerkledij geruild voor een jeukende, stinkende pij; eigen gedachten voor opgelegde kloosterregeltjes; een eigen leven voor dat van de gemeenschap. Exit Eldert Haman, welkom broeder "Bonavontura".
"Geven jullie alles namen alsof het naaste familie is, vroeg Patricia. Zuster maan, moeder kerk, heilige vader. Wat zeg je tegen dit boterhambordje. Neef? Oom wasteil, broer pindakaas, tante asbak, nichtje autoped?" (p. 208)
Het bewind wordt gevoerd door broeder Mansuetus, een "mof" die de dictatoriale Hitler-praktijken blijkbaar nog niet is afgeleerd ("Hitler was ook katholiek" - p. 106) en die de leerlingen terroriseert met het hout - een plankje waarmee hij slaat alsof zijn leven ervan afhangt - of nog erger, met zijn eigen lichaam. De ondeugdelijke handelingen, betastingen en ja, zelfs ronduit verkrachtingen van de leerlingen worden door Brouwers realistisch en geloofwaardig verteld, doch op een gepaste manier zonder de lezer te traumatiseren. Het boek is zo weerzinwekkend dat het goed is. Zo walgelijk dat je blijft doorlezen, ergens vanbinnen hopend dat toch één van die laffe broeders zijn mond zou opendoen. Maar horen, zien en zwijgen lijkt het motto…
"Het hout" is een boek dat niet alleen inhoudelijk indruk maakt. Ook de manier waarop de personages worden beschreven, elke broeder met zijn eigen karakter, sommige met een hakkelende zinsstructuur wegens Duitse invloeden, het stotteren van de jongens na een moeilijke ervaring… Brouwers weeft het schijnbaar moeiteloos in zijn zinnen en neemt de lezer zo in het verhaal mee dat je bijna zelf de pij voelt jeuken. Bijna.
Ik heb getwijfeld tussen vier sterren en vijf, omdat ik Brouwers een onwaarschijnlijk goede schrijver vind en ik de zinnen die ik wilde onderlijnen niet kon bijhouden. Aan het einde moest ik evenwel steeds meer moeite doen om geboeid te blijven, vandaar de vier. Wel erg van genoten, voor de rest. Staalhard, maar zo mooi verwoord.
Een hard boek over het katholicisme. Broeder Bonaventura valt van zijn geloof af en vindt uiteindelijk de liefde. In die zin toch een optimistisch boek.
Ontluisterend! Koude rillingen door de intensiteit van het beschrevene. Subliem geschreven. Als luisterboek magistraal voorgelezen door Gijs van Scholten van Aschat.
Citaat : In de kloostergemeenschap heerst niet de liefde die de ordestichter in een lied bezong als de Heilige Liefde, die alle duivelse en lichamelijke aanvechtingen en lichaamsgebonden verdrijft. Review : Brouwers schrijft gedragen en in een gepolijste kunsttaal, doortrokken van religieuze terminologie en vol litanieën, een aanklacht tegen het misbruik in de rooms-katholieke kerk. In zijn debuut Het mes op de keel spookte het kostschoolthema al door het verhaal 'Orpheus'. In De zondvloed was het nog veel uitdrukkelijker aanwezig, en in Satans potlood staat zelfs een verslag van een visite aan een oude school. "Ik heb geen kampsyndroom. Ik heb een kostschoolsyndroom", vatte JeroenBrouwers het ooit samen en dat syndroom deel ik met hem, want ook ik was, door eigen domme keuze, gedurende enkele jaren een bewoner van een dure kostschool met echter gratis dictatuur.
Brouwers dompelt ons onder in het beklemmende universum van een jongenspensionaat, gedirigeerd door een strenge franciscaner kloosterorde. De immer zwetende broeder Bonaventura ondergaat de rituelen én is gedegradeerd tot surveillant, manusje-van-alles en halve voetveeg. De sacristie-atmosfeer, de wijwatergeur én de klokvaste rituelen zweven door het boek. Maar Bonaventura's geest denkt zeer aards en onder zijn pij priemt geregeld een erectie wanneer hij aan zijn geliefde Patricia denkt, die ook zijn buitenkloosterse klankbord is. Slechts langzaam komen we erachter op welke manier broeder Bonaventura in het kloosternet is ingesponnen. Eerst is hij er werkzaam als lekenleraar Duits, onder zijn echte naam Eldert Haman. Maar, meegaand van karakter, amper tegenstribbelend, wordt hij slinks ingelijfd in de kloosterorde. Met de komst van broeder Mansuetus, bijgenaamd de ever, wordt de sfeer er niet beter op. Hij is namelijk de grootste bedrijver van seksueel misbruik en de gruwelijke gebruiker van 'het hout', waarmee vooral de blonde jongens afgeranseld worden.
In deze roman, die bol staat van misbruik door kloosterlingen, niet zelden vergezeld van een ongekend sadisme, wordt duidelijk gemaakt wat de gevolgen zijn van het celibaat, van de ontkenning van het bestaan van het gedeelte van het lichaam onder de navel. De tot grote hoogte opgebouwde seksuele frustratie vindt een uitlaatklep in de ‘tuchtiging’ en misbruiken van aan hun zorg toevertrouwde jongelingen. De uitzichtloosheid van de jongens is schrijnend. Nergens vinden ze in de verzwijgcultuur gehoor voor hun klachten. Als ze al over het misbruik en de lijfstraffen durven vertellen aan hun ouders wordt dit afgedaan als puberfantasieën. Bonaventura is een uitzondering. Hij blijft van de jongens af, leeft mee met hen, maar opent helaas zijn mond niet wanneer hij het misbruik in alle mogelijke vormen onder zijn ogen ziet gebeuren. Hij is geïndoctrineerd door de omgeving en ook door de katholieke moraal van de verstikkende jaren vijftig. Maar toch zoekt hij verlossing voor zowel de jonge bewoners als voor zichzelf.
Brouwers onderzoekt op indringende wijze de schuldvraag van een uizondering mét een geweten en van een samenleving die het geloof een verregaand mandaat gaf en nog steeds geeft. Een sterke maar iets te drammerige roman, niet zijn grootste trouwens, mag bijgezet worden in de Jeroens Brouwersgalerij.
‘Het Hout’ is Brouwers’ afrekening met zijn jeugdjaren in een katholiek jongenspensionaat. En al lees ik overal zeer lovende recensies en staat het boek in vele lijstjes op de eerste plaats, zelf ben ik minder enthousiast. Het beeld van het pensionaat bij een franciscaner kloosterorde is - voor mij- té ongenuanceerd, te zwart-wit. Het boek is vooral een pamflet en een aanklacht tegen het misbruik en de mishandelingen binnen de katholieke kerk, eerder dan dat het een literaire roman is… Ik besef dat andere lezers dergelijke kritiek bijna als ‘heiligschennis’ zouden kunnen ervaren ☺ Maar ik had voortdurend het gevoel alsof Jeroen Brouwers nog een laatste keer al zijn toorn, afkeer en woede over wat hem ooit is aangedaan van zich af moest schreeuwen. Ik kies hier zeer bewust voor het woord ‘schreeuwen’ omdat die drukke, barokke, drammerige stijl van het boek mij – in tegenstelling tot veel andere lezers – niet kon overtuigen. Ik vrees dat ik nu definitief ophoud met mijn pogingen om Brouwers te leren appreciëren…
Ik begon. "Wat is dit?" Ik las "Gadver". En eigenlijk bleef dat gevoel van "gadver" hangen. Jeroen Brouwers schrijf een uitermate ranzig boek, maar dat is goed. Het geeft een beeld van een samenleving die geen vragen stelt. Zie je vreemde dingen? Dan zullen 'zij' het wel beter weten. Zie hier het resultaat: Gadver.
Kijk, het is helemaal niet origineel: kindermisbruik en de Katholieke kerk (zie slechtere voorbeelden zoals Verhulst bv). Daarom is dit boek zo goed. We denken "Och, nu weten we het wel". Maar we weten het helemaal niet. We weten helemaal niets. Hoe verschrikkelijk smerig die praktijken waren en dat veel van 'ons' gewoon wegkeken. Bovendien probeert Jeroen Brouwers niet simpel te scoren, maar zijn de verschrikkelijke taferelen functioneel. Functioneel om te laten zien hoe verknipt het leven als leerlingen op een kloosterschool geweest moet zijn.
Jeroen Brouwers schrijft een boek en hij weet hoe dat moet.... ik heb dit waarschijlijk al 150 keer staan meezingen ergens op een festivalweide:-)..en ja hij kan het echt. Dit is wel eentje waar je moeite moet voor doen...Het duurde pakweg 150 pagina's voor ik echt mee was maar vanaf dan was het echt enorm spannend..Sommige scenes zijn echt om nooit te vergeten. Het is ook een aanklacht tegen het celibaat en dat soort onzinnig en ongezond middeleeuws gedoe..dat het nu anno 2019 en alle schandalen ten spijt nog steeds zo gaat in de kerk..wanneer komt er eens een paus of iets dergelijks. die gewoon toegeeft dat ze ook maar mensen zijn en ergens met een knappe vrouw gaat samenleven of een lelijke of een man maakt toch allemaal niet uit zeg...Leve de liefde!
Wat kan de man schrijven, hè! Brouwers trekt alle registers open - letterlijk. Mooi hoe ieder personage een compleet eigen manier van spreken krijgt, met het irritante gehakkel van broeder Benedictus als hoogtepunt. Je krijgt er wel de rillingen van, want wat een verschrikkingen worden er beschreven. Geen lichte kost, dit.
Brouwers weet als geen ander de verstikkende hypocriete sfeer in een klooster slash jongensinternaat te beschrijven. Combineer een bende paters met ziekelijk autoriaire trekjes, of gewoon slap en zielig, met de verwrongen seksuele moraal van de katholieke kerk en je krijgt een verhaal als dit. Helaas op zoveel plaatsen ook waargebeurd en nog zo vaak doodgezwegen.
Beklemmend boek. Al ben ik niet altijd fan van de schrijfstijl. Ik snap de bedoeling erachter wel maar vaak is het simpelweg te warrig geschreven.
Wauw. Wat een schrijver, die Brouwers. En wat een verwerpelijk boek. Kindermisbruik in het klooster. Iedereen in het klooster weet het, niemand doet iets. Kies je voor volgen of voor opstaan? Zwijgen of handelen?
Zeker lezen, nu paus Franciscus op bezoek komt. Brouwers beschrijft de gruwel van kindermisbruik in een franciscaner pensionaat en de hypocrisie van de kerk. Daarbij maakt hij weer gebruik van zijn duizelingwekkende woordenschat en taalbeheersing.
“Jeroen Brouwers schrijft een boek en hij weet hoe dat moet” zong Frank Vander Linden met De Mens al begin jaren negentig. Ik zong het luidkeels mee, maar buiten de heerlijke “Knetterende Letteren” en het indrukwekkende maar toch wat obligate “dunnetje” Bezonken Rood, was dit de eerste echte kennismaking.
Wat een broeierige roman. Gedeeltelijk gelezen in de broeierige juli-avonden. En soms is een confronterende, expliciete, als een muilpeer binnenkomende roman nodig om een traumatische gebeurtenis goed te verwoorden. Brouwers fulmineert naar de misstanden in de katholieke kerk, kleedt haar uit, legt de hypocrisie pijnlijk bloot. En vergeet niet om het in een prachtige roman te gieten met een hoofdpersoon die twijfelt, zich als een lulletje rozenwater door het leven beweegt met net op tijd een helder moment!
Het “oh captain my captain”-einde was wat mij betreft niet nodig geweest.
Het hout, dat is de strijkstok waarmee het schoolhoofd, broeder Mansuetus, de jongens van zijn school straft. Zwaar straft. En niet alleen met het hout. En niet alleen hij - de broeders houden er zo hun eigen ideeën op na wat goed is voor die kleine kinderen onder hun hoede.
In die tijd, de jaren vijftig van vorige eeuw, geloofden de volwassenen buiten het klooster hun misbruikte kinderen overigens niet: in die tijd was de Kerk nog heilig en onaantastbaar, het kon écht niet dat de monniken zich zo zouden bezondigen.
In reviews over dit boek las ik vaak dat de lezer het ‘overdreven’ vond: toch niet overal, toch niet alle geestelijken? En ja, het blijft moeilijk te geloven dat een heel pensionaat beeft onder de tirannie van een bende pedofielen die zich verschuilen achter God en hun geloof om hun gang te kunnen gaan. Hoe moeten die kinderen daaruit gekomen zijn? En toch, en toch is het zo. Onder bescherming van hun pijen en de eerbied van de maatschappij voor de kerk heeft het jaren geduurd voor het respect is beginnen afbrokkelen. Het is ook goed voor te stellen dat in elk klooster er hier en daar een non of broeder was die niet meedeed met de rest, maar zijn mond moest houden, voor zijn eigen bestwil in het gareel moest blijven lopen. In het boek wordt het klooster in kwestie afgeschilderd als een sekte die nietsvermoedende, misschien een beetje naïeve mannen naar binnen lokken om hen vervolgens op te sluiten, hun spullen te confisqueren, en hen tot knechten te maken in het dagdagelijkse reilen en zeilen van het klooster. Liep hij uit de pas, dan kon hem eenzame opsluiting boven het hoofd hangen, of erger, op ‘missie’ gestuurd worden naar Afrika.
Ons hoofdpersonage, broeder Bonaventura, is zo’n medeplichtige. Zelf heeft hij nooit een vinger uitgestoken naar de jongens, probeert hij hen zelfs op zijn manier te beschermen. Eens was hij een goede leerkracht, maar de broeders hebben hem alles afgepakt, een pij aangetrokken en gedwongen de vloer te schrobben. Je reinste indoctrinatie. Als hij omwille van een vrouw de twijfel voelt branden, de besluiteloosheid die je het hele boek lang vergezelt, denk je als lezer: wat een lamzak. Waarom doet hij niks? Waarom laat hij zijn medebroeders maar begaan? Heeft hij dan géén ruggengraat? Ik had niet verwacht dat hij zou ontsnappen, maar dat hij op het schip naar Afrika zou stappen en dat dat zijn einde zou zijn.
Het einde is echter heel anders dan de rest van het boek: lichter, minder duister, ja, een ‘happy end’ blijkbaar, ook al voelt het onecht aan en moet je als lezer maar al te goed beseffen dat in real life, zoiets niet had kunnen voorvallen en dat in het echt, de miserie van die jongens gewoon is blijven doorgaan.
Een aangrijpend, doordringend verhaal, soms iets te hoogdravend geschreven - als Jeroen Brouwers op dreef is, stromen de weldoordachte zinnen over de pagina’s, zo lijkt het - maar een onderdompeling in een afschuwelijke wereld die we allemaal zouden moeten leren kennen, om eruit te leren en te hopen dat zoiets nooit meer kan gebeuren.
"Jeroen Brouwers, zou dat wel wat voor mij zijn?" Dat moet toch één van de eerste vragen geweest zijn die mij te binnen schoot toen ik de shortlist voor De Gouden Boekenuil een goede week geleden vernam.
's Avonds, op de bijeenkomst van de lezersjury, gaf Thomas Vanderveken - de coach van die jury - een aantal tips mee, waaronder: het kan motiverend zijn om de "5 opgelegde boeken" te lezen in crescendo, door te starten met het boek waar je het meest over twijfelt en het boek waar je meest naar uitkijkt uit te stellen tot het einde. En zo geschiedde. Ik startte met Jeroen Brouwers. "Het hout" is zelfs het eerste boek dat ik ooit van de grootmeester las.
Jeroen Brouwers is een bijzonder begenadigd verteller; in Het Hout vertelt hij - aan de hand van drie naadloos verweven verhaallijnen - het verhaal van Broeder Bonaventura. Enerzijds een naïeveling die zich in de luren liet leggen en liet opslorpen door het kloosterleven, anderzijds een hypocriet die zwijgt over het kindermisbruik dat in het kloosterinternaat plaatsvindt, maar ten derde ook een man die nog niet helemaal verloren lijkt, niet aan de schunnigheden van zijn medebroeders deelneemt en op één of andere manier gewoon een duwtje nodigheeft om zijn pij af te werpen.
Maar ondanks het aantrekkelijke verhaal, heb ik de voorbije week een paar keer verveeld dit boek aan de kant gelegd. Die schrijfstijl van Jeroen Brouwers, je houdt ervan of niet, maar ik toch niet. Jeroen Brouwers doet mij denken aan die schrijvers die je soms verplicht werd te lezen in het middelbaar: ongetwijfeld is hij een meester in de Nederlandse taal, een aantal zinnen en passages in Het Hout waren om vingers en duimen bij af te likken, maar het stopte niet.
Ik lees graag boeken van pakweg Paolo Coelho: een soortement van sprookjes die dan plotseling een fantastisch geschreven zin boordevol wijsheid bevat, waardoor ik letterlijk dieper ga in- en uitademen en diezelfde zin opnieuw ga herhalen. De verrassingen in het verhaal. Bij Jeroen Brouwers heb ik echter een gevoel van overdaad, te veel belerendheid en een soort van archaïsche betweterigheid op dit vlak. "Kijk eens welke mooie zinnen ik geschreven heb!", i.p.v. een mooi, consistent en aangrijpend verhaal te willen vertellen. Meer nog: op momenten leek deze vertelling echt neergeschreven te zijn door iemand die bij koortstemperaturen een verhaal bij elkaar heeft geijld, waar soms kop noch staart aan te krijgen was. Koortsachtige zinnen waarin elke vorm van werkwoord leek te ontbreken, ellenlange zinnen - met een hele resem substructuren - waarin dure woorden het gebrek aan inhoud of gevoel probeerden te maskeren.
Voor verhaal krijgt Jeroen Brouwers 4 sterren van mij, voor aangrijpendheid en stijl slechts 2. En een gemiddelde van 3/5 zal voor mij waarschijnlijk onvoldoende zijn om mijn Stem voor de Gouden Boekenuil aan Brouwers te geven.
Die taal van Jeroen Brouwers is uniek! Hoewel de vunzigheid van de meeste paters en het alomaanwezige rondvliegende sperma zeker overdreven waren en de laatste hoofdstukken wat lang, kan ik toch niet anders dan minstens 4 sterren geven, omxille van de taal van de auteur en omwille van zijn bintende humor.
4,5. Eerste keer dat ik iets lees van Jeroen Brouwers, zeker niet de laatste keer. Dit boek voelde regelmatig als een hellegang, ik kon, toen ik halverwege was, maar één hoofdstuk per sessie lezen. Al die vreselijke (vleselijke) gedetailleerde beschrijvingen, de manier waarop verteller Bonaventura zo gevangen zit. Beklemmend, maar ook werkelijk prachtig geschreven, met zo'n precisie en toch zo'n vaart.
1,5 denk ik. Ik vind het lastig om het een cijfer te geven, want ik kreeg vaak een heel naar gevoel en werd misselijk terwijl ik het aan het lezen was, maar het was niet slecht geschreven? Meer moet ik niet vertellen, want dit is wederom voor de boekenclub aaaaaaaa
"Ik maakte er deel van uit. Zonder het te beseffen. Zonder het meteen te beseffen. Ik bleef wel ik, zoals meel meel blijft maar zonder notie dat het al deel uitmaakt van een klomp deeg."
Boek over ontucht in de katholieke kerk. Vreselijk boek, waarin Brouwers in geurende en kleurende beelden beschrijft wat er zoal misging. Uitgebreid wordt beschreven hoe de kloosterlingen hun seksuele verlangens toch niet uit kunnen sluiten. Brouwers lijkt ons te willen leren dat kuisheid een leugen is, en ingaat tegen hetgeen de mens verlangt. Lust, seks en liefde zijn onlosmakelijk met het mens-zijn verbonden. Tevens staat het zwijgen centraal: broeder Bonaventura ziet alles, maar in de gesloten internaat is iedereen bang voor de Goddelijke straf, zo eveneens Bonaventura.
Centrale vraag: is dit boek waar? Brouwers lijkt satire te schrijven, en alles aan te dikken. Maar het blijft staan: Brouwers rekent af met de hypocrisie in de katholieke kerk. Ook wordt duidelijk dat Brouwers eigen verblijf in een jongensinternaat hem gevormd heeft als mens, en dat het ook écht afschuwelijk was. In Bezonken rood schreef hij het al: hij is op gruwelijke wijze verraad door zijn moeder, omdat ze 'altijd bij elkaar zouden blijven'. Daaraan hield zijn moeder zich niet, een moeder die zich door de afgrijselijke situatie in het Tjappenkamp, blijvend liet beïnvloeden.
Een prachtig boek, die de lezer raakt, en de lezer doet nadenken over de functie van literatuur. Brouwers, die nogal eens betwist wordt van leugens, reageerde daarop. 'Ik lieg niet, ik schrijf een roman'. Het lijken, zo blijkt uit het oeuvre van Brouwers, twee verschillende dingen te zijn.
A puzzling read, this was! Why? Because I think this is such a good novel but find it thoroughly difficult to explain why I think it is so good. Obviously, the theme is very topical, given the turmoil the Catholic Church is going through as a consequence of numerous priest and other clergymen having been accused of abuse recently. Add to that the fact that I regard myself as a critical catholic and you have one explanation why this book appealed to me. Furthermore, there is the main character, whom I could relate to from the start. I think that enormously important as I always find it extremely difficult to get into a story, if I cannot identify with any of the characters. The writing and style are, I guess, typical of Brouwers. A boiling stream of consciousness, full of funny, sarcastic, and painfully realistic thoughts and finds. And those few words that sometimes suggest so much more... The story may have been somewhat predictable, but the climax certainly was not. I do not know whether I should add anything more, but let me repeat: I utterly loved this book.
Wat een boek. Meermaals ermee op willen houden. Het onderwerp stak me enorm tegen en zoals vaker bij boeken van Jeroen Brouwers spat om de andere bladzijde het zaad in het rond. Ik meen mij nog te herinneren van lang geleden dat ik dit zelfde gevoel had bij 'Geheime kamers' waar ook nog eens de kak en de kots van de partij zijn. Ook het ongenuanceerde was voor mij een afknapper. Het kan niet zijn dat álle kloosterlingen seksueel gefrustreerden of sadistische perverselingen zijn. En niet alle pensionaatsjongetjes friemelden constant aan elkaar of masturbeerden meermaals op een etmaal. En toch, die magistrale taal. Zo bedwelmend. Wat zou een niet getraumatiseerde Jeroen Brouwers toch een fantastisch boek kunnen afleveren. Maar ook dit boek met zijn trauma's en afrekeningen verdient door de formidabele taal niets anders dan 5 sterren.