What do you think?
Rate this book


246 pages, Paperback
Published June 17, 2024

'Hun vertalingen zijn van de nieuwe school, de Karel van het Reve-school, met de leus 'vertalen wat er staat'. Inderdaad vertalen zij - welhaast machinaal - wat er staat, maar ze vergeten daarbij ook te vertalen wat er níét staat. Want juist wat er niet staat, staat er ook: de toon en de sfeer.' p.40
'Dovlatov schrijft misschien wel het helderste proza van de afgelopen honderdduizend jaar.
Je merkt het niet, maar hij heeft een contrainte. Hij wil geen twee woorden met dezelfde letter beginnen in een zin. Hij is dus altijd aldoor alleszins algeheel absoluut apert allejezus anti-alliteratief.' p.42
'Het is de toon die de muziek maakt en het is de toon die je zal moeten vertalen.' p.72 (Zo hebben Robbert-Jan Henkes & Erik Bindervoet 'O hell, says I.' uit Ulysses vertaald naar 'Godgloeiendekankertering, zegt ik.', p.71)
‘Soms is iets anders ervan maken de enige oplossing om tot hetzelfde te komen.’ p.101
'Maar wat er uiteindelijk gebeurde [...] is gruwel - dat die schrijftaal door de toenemende invloed van de standaardtaal (vanaf 1900 verplicht op alle scholen onderwezen) allengs spreektaal werd. Er zijn nu werkelijk pannenkoeken die de tussen-n uitspreken! En spellingswijs al te geüpdatete figuren die 'geüpdatet' ook nog zo uitspreken zoals ze het volgens de absurde spellingregel moeten schrijven, met een t op het eind.
De standaardtaal heeft gewonnen. De schoolmeesters, de droogstoppels, de moeizieke bemoeieneurs hebben gewonnen. De niet-standaardtaal is dood. En Vlaams hier kan helemaal wel inpakken.' p.167
'En dat blijkt voor mij dan toch overal en altijd het doorslaggevende argument: hoe spreek je het uit, hoe klinkt het. Luidt het wel of niet. En niet: klopt alles grammaticaal.' p.178
'Echter, nu ik mijn gedachten hierover zo netjes aan het toetsenbord aan het formuleren ben, merk ik dat ik het toch niet helemaal met mezelf eens ben.' p.185
'Dialectwoorden en -uitdrukkingen moeten nodig uit de taboesfeer gehaald worden. We blijven dieven van onze eigen taalportemonnee met onze ozo beperkte toegestane standaardwoordenschat.' p.224
'Er wordt wat afhertaald. Eline Veere, Woutertje Pieter-Saartje Burgerhart. Julia. En neen, dat zijn niet de namen der hertalers. Dat zijn de namen der boekwerken. De pieken, de klassieken der Nederlandsche literatuur. Die niet meer geleezen worden, zo is de vreesch. Aengesien se curieus ghespelt syn, en non-usansueel woortgebruyk besighen. Geen koortjen, met of zonder een carillon van bellekens, meder aan vast te knoopen. Segtmen.' p.229
'De eerste tip is om het vreemde en afwijkende vooral vreemd en afwijkend te laten. Zeg het niet normaal. Ga niet koste wat kost op zoek naar de saaiste, gewoonste, doorsneeste manier waarop je iets in het Nederlands zegt, want waarop kom je dan uit? Op hoogstwaarschijnlijk precies die clichés die de oorspronkelijke auteur juist wil vermijden.' p.235
'Dan zijn er ook nog dingen die je niet moet doen. En dat is luisteren naar persklaarversmurfers, redacteuren, groene boekjes, schrijfwijzers en alle algemene regelgeving die met het particuliere geen rekening houdt. Laat de uitspraak altijd prevaleren. Laat je vervloeken maar hou je poot stijf. Vertaal zonder angst of vrees. Laat je niet inpakken door de machine. Word übercreatief. Eet van alle walletjes. Schep het origineel naar zijn evenbeeld. Grijp boven je macht. Durf. Moed. Lef. En verwonder.' p.237