Hoofdpersoon Albert Egberts wil de doorknagende tijd zijn tanden ontnemen. Maar door te 'leven in de breedte' dreigt zijn leven tot stilstand te komen. Amsterdam moet zijn leven weer in beweging brengen en hem van zijn seksuele onvermogen verlossen. Toch zakt Egberts steeds verder af naar het Zuiden, het domein van zijn jeugd, om naar wortels van zijn impotentie te zoeken. Hij stuit op verdachte data, vallende ouders, dronkenschap, een besmette geboorte... Onder de naam A.F.Th. is Van der Heijden aan een groots opgezette tweede cyclus Homo duplex. Deel 0 werd unaniem lovend door de pers ontvangen. Vallende ouders verscheen oorspronkelijk als deel 1 van de cyclus De tandeloze tijd en verschijnt nu voor het eerst los van die cyclus, voor iedereen die na De Movo Tapes verder wil lezen en zich nog niet aan De tandeloze tijd heeft gewaagd.
Adrianus Franciscus Theodorus (Adri) van der Heijden is een Nederlandse schrijver. Hij heeft ook gepubliceerd als Patrizio Canaponi en als A.F.Th. In 2003 ontving hij de Schrijversprijs der Brabantse Letteren en in 2011 de Constantijn Huygensprijs, telkens voor zijn hele oeuvre.
Adrianus Franciscus Theodorus (Adri) van der Heijden is a Dutch writer. He also published as Patrizio Canaponi and as A.F.Th. In 2003 he received the Schrijversprijs der Brabantse Letteren and in 2011 the Constantijn Huygensprijs, both prizes for his entire work.
Man, man, man… wat een gezeik. Korter dan dat kan ik de indruk die dit boek nalaat niet samenvatten. De Proloog van de Tandeloze Tijd kon nog bekoren door de ingenieuze constructie waardoor het een echte smaakmaker is. Maar dit eerste deel valt als een plof in een weke brij van zielig menszijn. Van der Heijden presenteert ons een opeenvolging van drinkpartijen, lethargisch geouwehoer, impotente avontuurtjes van eeuwige filosofiestudent Albert Egberts, eerst in Nijmegen, vervolgens weer in zijn ouderlijk huis in het achterlijke Geldrop. Zelfs als tijdsdocument van het Nederland in de jaren ’70 schiet het tekort, het lijkt de auteur daar in dit deel ook niet helemaal om te doen. Toch nog iets positief: in dit deel draagt Van der Heijden de sleutel voor zijn cyclus aan. In een korte passage verzucht Albert dat hij wou dat de tijd tandeloos zou zijn, hem niet zou aantasten, aan hem voorbij zou gaan, en hij dus eeuwig een jonge god zou zijn. Even verderop vindt hij ook de manier waarop hij dat denkt te kunnen realiseren, namelijk door een leven in de breedte, het verzamelen en condenseren van zoveel mogelijk ervaringen. Interessant, zeker, maar in dit deel blijft dat leven de breedte schromelijk in de goot steken, en dat was misschien wel het opzet van Van der Heijden, maar voor de lezer is het amper genietbaar.
Fase 2 in de Tandeloze-tijd-marathon die ik in mei ben begonnen na de aanschaf van een belachelijk laag geprijsde Tandeloze-tijd-box: € 20 bij een boekhandel in de hoofdwinkelstraat van mijn woonplaats Alkmaar.
Dit boek maakte over de helft pas écht indruk op me.
De gebeurtenissen in het eerste deel beschrijven Alberts studententijd in Nijmegen waar hij samen met vriend Thjum (echte naam Theo) in het tweede huis van Thjums rijke pa woont. Veel drank, veel meisjes en zo nu en dan een briljante dialoog.
Over de helft ruimt Vd Heijden ruim 200 bladzijden in om de kindertijd van hoofdpersoon Albert Egberts te beschrijven, en in het bijzonder de relatie met zijn vader en moeder.
Hij beschrijft twee valpartijen van de ouders van Albert (vandaar: Vallende ouders), de geboorte van Albert (door de ogen van de geborene en met een aanwezige en tegelijkertijd afwezige vader) om het boek af te sluiten met twee bijslaapscènes (ik beken: dat slaapwoord moest ik opzoeken).
Op naar het volgende deel van mijn TT-marathon. Ik krijg er lol in.
Bondigheid is nooit Van der Heijdens sterkste punt geweest. Vooral in zijn twee epische series, De Tandeloze Tijd en Homo Duplex, lijkt A.F.Th.’s editor maar weinig werk te hebben gehad. Die overdreven lengte hoeft niet per se erg te zijn. Een boek als Het Schervengericht is, ondanks het hoge aantal pagina’s, interessant genoeg om de lengte te kunnen verantwoorden. Door de sterkgeschreven personages en het originele plot bleef dat verhaal altijd boeiend. Vallende Ouders slaagt er helaas nooit in om deze hoge kwaliteit te bereiken.
Individuele passages – de uitleg over het leven in de breedte, het levensverhaal van oom Egbert Egberts – kunnen zeer interessant zijn. Als een geheel komt het echter nooit goed samen. Te vaak voelen hele hoofdstukken als overbodige vulling. Van der Heijdens schrijfstijl, vol met lange zinnen en obscure woorden, blijft indrukwekkend genoeg om alles leesbaar te maken, maar zelfs hiermee is hij nooit in staat om de lange, herhalende monologen over alcoholisme en impotentie echt aangrijpend te maken.
Ook de personages, bijna allemaal in een staat van permanente dronkenschap, zijn zelden driedimensionaal genoeg om het boek naar een hoger niveau te tillen. Heel even lijkt er een keerpunt te komen in het leven van de personages, wanneer Albert op de helft van het boek vanuit Nijmegen weer naar het huis van zijn ouders verhuist, maar al snel blijkt dat het boek ook hier weinig moeite doet om enige ontwikkeling te creëren.
In De Slag om de Blauwbrug , het korte proloog op de serie, werkte deze stijl nog wel, maar Vallende Ouders is simpelweg te lang en herhalend om de aandacht er goed bij te kunnen houden. Ongetwijfeld zal ik in de (nabije) toekomst de reeks nog wel eens verder lezen - de latere delen, met minder aandacht op Albert, zien er nog steeds interessant uit - maar op het moment heb ik weinig behoefte aan nog meer van A.F.Th.'s impotentiemonologen.
Feit 1: had dit niet voor de leesclub van de bib geweest dan had ik het boek niet uitgelezen Feit 2: vanaf pagina 200 vond ik het boek wel beter en is het eigenlijk wel 3 sterren geworden voor mij Feit 3: we waren maar met 2 van de leesclub die het boek uitgelezen hebben en na de bespreking merkte ik wel dat ik geneigd ben om het aan sommigen nog wel aan te raden (omwille van de ouder-kind relatie, generationele trauma's,... ), maar de vraag is, hoe sla je die eerste 100 pagina's over... Feit 4: is dit nu een voorbeeld van een boek dat niet zijn "tijd" (1983) overleefd heeft? Of is het voor mij teveel het standpunt van de witte man of bijna constant dronken student en alle ergernissen die daarbij horen? Feit 5: je kan er wel over discussiëren in een leesclub! Zeker als de leeftijd van de lezers ook uit mekaar ligt wat toch wel een andere blik werpt op jaren 50 to 70!
Eigenlijks houd ik helemaal niet van dat groffe, dat ruwe, dat mannelijke. Maar Van der Heijden schrijft zo goed dat me dat weinig kan schelen. Zowel de inhoud als de taal zijn ijzersterk, al zaten er ook wel wat fragmenten in die wat te vaag en onzinnig waren.
Vallende Ouders heeft me terug gebracht naar mijn jeugdjaren, ik was in dezelfde tijdsperiode eveneens een student. Tijdens het lezen voelde ik vaak hoe herkenbaar de worstelingen en emoties rond ouders en ouder worden zijn. Van der Heijden weet dat zo precies en indringend op te schrijven dat je er niet omheen kunt. Prachtige, gestroomlijnde zinsconstructies. Veelal grappig en indringend.
Soms vond ik het confronterend, maar tegelijk ook troostend. Het boek liet me nadenken over mijn eigen familie en hoe je als kind en ouder altijd met elkaar verbonden blijft, zelfs in moeilijke tijden.
Ik ben blij dat ik dit gelezen heb. Het was geen lichte lectuur, maar wel eentje die nog lang blijft hangen. Een indrukwekkend en soms wel ontroerend boek dat ik iedereen zou aanraden. Op naar deel 2 van de tandeloze tijd !
Wel heel erg beeldende zinnen. Het is aan de ene kant knap dat hij met die zinnen van ogenschijnlijk nietszeggende gebeurtenissen iets moois kan maken, maar het is in dit boek wat overdadig. Het verhaal is lastig te volgen omdat het erg onchronologisch is geschreven, maar wel een mooi verhaal.
Eigenlijk best moeilijk te begrijpen met al die passages en vele uitweidingen. Ik twijfel of ik de hele reeks wil lezen maar binnenkort beginnen met deel2
De derde ster is voor de tweede helft van het boek, waarin het ineens lekker weglas en interessant werd. De associatieve schrijfstijl blijft interessant, maar de mijmeringen in de eerste helft zijn wel erg langdradig voor niet echt boeiende gedachten of gebeurtenissen. Aan het eind wilde ik toch blijven lezen en werd het dus toch een lekker leesboek
Als twintiger las ik de hele serie van de tandeloze tijd vrijwel in één ruk uit, zo verhangen was ik eraan. Ik denk dat het laatste deel verscheen terwijl ik ze aan het lezen was. Het leken me diepgaande boeken, die menselijk relaties op een meeslepende manier beschreven.
Een dertigtal jaren later kwam ik de boeken tegen bij de Oxfam tweedehandsboeken. Met mijn goede herinneringen eraan kon ik de verleiding niet weerstaan, en op een druilerige herfstavond begon ik opnieuw aan het eerste deel, niet zonder een zekere kritische ingesteldheid want ervaringen uit het verleden hebben soms nog al eens de neiging om af te wijken in heden en toekomst.
Mijn vrees was echter ongegrond. Het begin was nog wat langzaam; de eerste hoofdstukken - die de liederlijke studententijd in Nijmegen en de vriendschap met Thjum verhalen - waren weliswaar interessant maar niet bijzonder opmerkelijk. Het gedwongen vertrek uit het huis in Nijmegen leidt echter naadloos naar herinneringen aan Eindhoven en het verhaal van zijn vallende ouders en wat aan hen voorafging.
De povere levensomstandigheden, de werkomstandigheden in de Limburgse mijnen en Philips en de dubbele moreel die leven in de Nederlandse staat en samenleving worden in een sappig Brabants gebracht. De collaborateurs in Vallende ouders ogen heel wat waarschijnlijker dan de stille weldoeners in De Aanslag van Mulisch. Maar er is ook erotiek, vertier en een absurde, onbezonnen protagonist.
Poëzie en filosofie vullen elkaar aan in de creatie van een bleke realiteit. Vooral Hanny’s achtergrond en de daaruit voortkomende gebroken onderworpenheid zijn hartverscheurend. De roman is geschreven in een autobiografische vorm, en “gebaseerd op waargebeurde feiten”, maar toch wordt er ook afstand genomen, en dat neemt het rauwste kantje ervan af.
Het eerste grote boek uit de Tandeloze Tijd cyclus bracht me terug in de jaren 70 waarin ik opgegroeid ben. Ook al is A. F. Th. 20 jaar ouder dan ik, hij weet die tijd perfect weer te geven, van ontbijtkoek tot koninginnedag. Tegelijkertijd staat er een hele hoop in dit boek wat overbodig is en het allemaal te lang maakt, inclusief de in de Nederlandse literatuur obligate nutteloze seks. Na de Slag om de Blauwbrug is dit waarschijnlijk een betere inleiding tot de cyclus, ook al vond ik dat eerste deel beter.
Vijf jaar geleden heb ik een doosje Tandeloze tijd gekocht, met de delen die er toen waren. Nu eindelijk begonnen aan deel 1. Met 500 pagina's nog een van de bescheiden delen. Maar wat een verbeeldingskracht laat Van der Heijden zien. En wat een krachtige stijl. Smaakt wel naar meer, als ik die nihilistische jaren 80-sfeer tenminste kan een beetje kan volhouden.
Tja. Ik begin te denken dat ik abnormale trekjes heb. Warrig verhaal met hier en daar een sterke literaire uitspatting. Toch zou ik het niet aanraden en dat terwijl er 8 delen zijn. Ik lees straks (dit jaar dus) nog deel 8. En zeggen dat zijn boek Tonio in mijn top 3 aller tijden staat.
Naar het einde toe verslapte mijn aandacht, ben afgehaakt toen Albert 'geboren' werd. Maar wel nieuwsgierig naar het studentenleven in Amsterdam, dus ga me toch wagen aan deel 2..
Het gebeurt niet vaak, maar dit boek ga ik niet uitlezen. Ik ben tot een derde gekomen en laat het daarbij. Kan geen verbinding voelen met deze Albert.
Fantastisch, triest, melancholisch, grappig en ontzettend knap geschreven. De Tandeloze Tijd kan niet genoeg geprezen worden, zo geweldig zit het in elkaar.
De barokke schrijfstijl bevalt me hier goed. Ik kon het boek moeilijk laten liggen. Ook nu ik het herlees. Dit is mijn tweede poging om de hele tandeloze tijd te lezen.