Een verkenning van voltooiing en vernietiging, leven en dood, herinnering en vergetelheid
Mensen verlangen naar voltooiing, of het nu gaat om een project, een herinnering, een geschiedenis of het leven zelf. In ons streven naar afronding worden we geconfronteerd met een wereld waarin alles onaf blijft, voortduurt, wordt herinnerd, herschreven of opnieuw betekenis krijgt. Zelfs de dood, de ultieme ‘voltooiing’ van een menselijk leven, lijkt niet per se een einde. Zij gaat immers op in iets wat geen einde kent – het leven, de geschiedenis.
Het is nochtans dit ‘einde’ dat Roland Breeur verkent in zijn essay Afmaken. Aan de hand van aansprekende voorbeelden uit de literatuur en filosofie onderzoekt hij hoe het idee van ‘afmaken’, in zijn dubbele betekenis van voltooien en vernietigen, op verschillende niveaus functioneert: in persoonlijke herinneringen, in de geschiedenis van genocides en in de manier waarop samenlevingen omgaan met verwoesting.
Afmaken is een meeslepende filosofische verkenning van voltooiing en vernietiging, leven en dood, herinnering en vergetelheid.
Breeur is een schrijver wiens teksten een bijzondere densiteit hebben. Hij schuwt herhaling, bijna obsessief. En toch is het nooit dens op een verstikkende of duizeligmakende manier. Of misschien lijkt dat alleen zo omdat ik een deel van wat hij schrijft in colleges en conversaties al heb mogen verteren. Ik geniet ervan; hij heeft onmiskenbaar een eigen stijl, niet alleen als schrijver, maar vooral als filosoof, als denker. Toch twijfel ik: heeft hij in dit boek eindelijk geprobeerd zijn grote ideeën van de voorbije vier à vijf jaar samen te brengen? Of is het misschien te vroeg verschenen, en hadden de verbindingen tussen de hoofdstukken nog verder moeten rijpen?