We moeten verdriet een plaats geven. Zegt men. Het zou onderdeel uitmaken van een traject dat we moeten doorlopen om het verdriet te omarmen of net los te laten. Zegt men. Maar men zegt zoveel, zeker over verdriet. Wat als niet wij maar verdriet ons een plaats geeft? Als verdriet echt verdriet is, is het overal en altijd in je leven aanwezig en ligt het als een dekentje om je heen. Verdriet zit bij je aan tafel. Het is de tafel waaraan je eet. Verdriet hoort bij het leven van de diersoort genaamd mens. Immers, ons leven begint en eindigt met gehuil en verdriet. Dat hoeft niet per definitie kommer en kwel te zijn. Maar het is er wel, dat verdriet. Wat als we verdriet, verdriet laten zijn, in zijn onpeilbare diepte of woeste en onoplosbare gedaantes? Wat zou het betekenen dat we niet van ons verdriet willen afraken, maar leren zoeken naar antwoorden op het draagbaar maken van de blijvende aanwezigheid van verdriet in ons lijf en leden?
Ignaas Devisch is hoogleraar medische filosofie en ethiek. Hij is ook columnist en auteur en is als filosoof zowel academisch gericht als betrokken op het publieke debat. Hij schreef het beginessay van deze reeks.
“Verdriet moeten we een plaats geven,” zegt men. Maar wat als het niet wij zijn die verdriet een plaats geven, maar verdriet óns een plaats geeft? In dit meeslepende en verhelderende essay onderzoekt Ignaas Devisch wat verdriet werkelijk is. Niet als iets dat we moeten overwinnen, maar als een stille metgezel die ons hele leven omhult. Met zijn kenmerkende filosofische scherpte en menselijke warmte nodigt Devisch ons uit om verdriet niet langer te bestrijden, maar te begrijpen. Want pas als we verdriet leren dragen, ontdekken we wat het betekent om mens te zijn.
Mijn ervaring: Wat een prachtig, verstillend en intens boek dat je echt aan het denken zet. Ignaas Devisch schrijft op een toegankelijke en heldere manier, zonder te vervallen in ingewikkelde theorieën. Hij blijft dicht bij de kern en weet verdriet vanuit verschillende invalshoeken te belichten. Juist dat maakt zijn betoog krachtig en menselijk.
Het boek heeft een fijne, doordachte opbouw. In de proloog onderzoekt Ignaas Devisch wat verdriet eigenlijk is: hoe we het ervaren, hoe het wordt gedefinieerd en hoe denkers als Freud ernaar hebben gekeken. Daarna volgt Verkenning, waarin hij stilstaat bij de uitdrukking van verdriet: in woorden, klank en gedrag. In Verdieping duikt hij dieper in begrippen die nauw met verdriet verbonden zijn, zoals huilen, eenzaamheid, isolatie, pijn, trouw en zelfs het idee van een ‘medicijn’.
In het vierde deel vraagt Ignaas Devisch zich af hoe we op verdriet kunnen antwoorden. Hij bekijkt de maatschappelijke blik, metaforen en manieren waarop mensen proberen verdriet te verwerken, altijd met aandacht voor de persoonlijke verschillen in hoe we lijden en herstellen. In het slotdeel onderzoekt hij welke plaats verdriet in ons leven inneemt, om af te sluiten met een mooi epiloog over een Japans ritueel dat stilte, aandacht en betekenis verenigt.
Wat ik bijzonder vind, is dat Ignaas Devisch niet alleen zijn eigen visie deelt, maar ook de gedachten van andere filosofen, schrijvers en onderzoekers erbij betrekt. Dat maakt het boek open, uitnodigend en rijk aan perspectief. Als lezer voel je ruimte om zelf te reflecteren en je eigen verhouding tot verdriet te verkennen. Een kleine, maar indrukwekkende filosofie over een groot en universeel gevoel.
Een kleine filosofie van grote emoties: Verdriet is een klein maar indrukwekkend boek dat me echt heeft geraakt. Ignaas Devisch schrijft helder en toegankelijk over iets wat we allemaal kennen: verdriet. Hij laat zien hoe veelzijdig en gelaagd deze emotie is, zonder dat het zwaar wordt. Zijn woorden nodigen uit tot nadenken, voelen en begrijpen.