Lange tijd waren jeugdboeken vooral een middel in de opvoeding: schoolboeken, heiligenverhalen en kinderbijbels zetten de toon, met soms een vrolijk verhaaltje tussendoor, op een centsprent. Hoe anders is dat nu: de jeugdliteratuur van vandaag biedt een even boeiend als rijk palet. Van uitnodigende prentenboeken tot spannende fantasieverhalen, van gedichten tot meisjesverhalen en historische romans. De Nederlandstalige jeugdliteratuur is veelzijdig, en heeft zelfs internationale allures: Nijntje, Kikker, Bart Moeyaert, Guus Kuijer en Tonke Dragt oogsten ook buiten ons taalgebied succes. Een Land van Waan en Wijs laat zien hoe de jeugdliteratuur zich heeft ontwikkeld: een verhaal van boeken, schrijvers en illustratoren, maar ook van uitgevers en critici die er vaak een heel andere smaak op na houden dan het lezerspubliek. En natuurlijk van film, theater, televisie en games, die zich nog graag laten inspireren door de jeugdliteratuur, maar tegelijkertijd het jeugdboek voor nieuwe uitdagingen stellen. (flaptekst)
Rita Ghesquiere (Menen, 18 augustus 1947 - Leuven, 12 maart 2018) was een Belgische literatuurwetenschapper. Sinds 2009 emeritus gewoon hoogleraar aan de faculteit Letteren van de Katholieke Universiteit van Leuven.
Op het gebied van jeugdliteratuur is haar boek Het verschijnsel jeugdliteratuur bekend, waarin zij omschreef wat een werk tot literatuur maakt en hoe de literaire canon gevormd wordt. Zij stelde dat jongeren wel degelijk nog lezen. Als het literaire aanbod kwalitatief volstaat, nam volgens Ghesquiere lezen een plaats in vóór de televisie of de computer.
Zij schreef ook over de uitgeverij Averbode, een in Vlaanderen bekende uitgeverij van kinder- en jeugdboeken en tijdschriften voor kinderen en jongeren. Daarnaast publiceerde zij een boek over de achtergronden van het Sinterklaas-verhaal.
Ghesquiere was ook coauteur van het standaardwerk Lexicon van literaire termen.
Op het vlak van de literatuurwetenschap publiceerde zij een overzicht van de Europese literatuurgeschiedenis. Aan haar werd in 2015 de Hieronymus van Alphen Prijs toegekend.
Gelezen gedurende november/december ter voorbereiding van een tentamen. Fantatisch boek voor iedereen die meer wil lezen over de geschiedenis en alles in-and-outs van de jeugdliteratuur.
Hm. Sommige hoofdstukken waren echt goed en informatief terwijl andere (de laatste twee bijvoorbeeld) echt slecht en uit de lucht gegrepen waren. Delen overlapten ook en niet alleen de kwaliteit van de essays verschilde maar ook de ombouw en de schrijfstijl. Dat maakte het soms verwarrend om te lezen en ik zou dit dan ook niet als een goed overzichtswerk beschouwen, de goede hoofdstukken ten spijt.