De hoofdpersoon van het boek is de 15-jarige Samson (Sam) Fittipaldi. Hij heeft drie oudere zussen, een vader van Italiaanse afkomst en een Nederlandse moeder. Sam zoekt zijn weg in het leven en dat valt niet mee als je moeder overlijdt, je vader geen oog voor je heeft, je ene zus zich opsluit op zolder, je andere zus hooghartig en dramatisch is en het zusje waar je wel een band mee hebt er ook niet altijd voor je is. Sam laveert er het grootste deel van de tijd rustig tussen door. Hij gaat braaf mee naar de begrafenissen die er veel zijn in de grote Italiaanse familie. Hij ruimt de keuken op en hij herinnert zijn vader eraan dat hij eten moet bestellen. Met Teddy wil hij eindeloos monopoly spelen en samen zoeken ze naar het oneindige zwembad. Als ze met elkaar hun moeder een clandestien zeemansgraf hebben gegeven, zijn vader niet meer aanspreekbaar is en Teddy geen monopoly meer wil spelen loopt hij weg. Praten over gevoelens doet niemand in dit gezin, dus hoe wordt het verdriet verwerkt? De dood en het leven komen als symbool terug in het water en het zwemmen. Je ziet Sam niet groot worden, of anders met zijn gevoelens omgaan. Aan het eind van het boek weet hij het nog steeds niet. Hij lijkt terug te keren naar zijn familie, maar of hij daar ook aankomt? Het is een grappig geschreven, makkelijk leesbaar, familie verhaal over een gezin met rare trekjes.
Prettige leeservaring. Een soort coming-of-age met een fascinatie voor de dood. Uiteindelijk had het laatste deel - na het veerboot/ dakkoffer verhaal - het klaar mogen zijn. Do tegenkomen op het eiland was wel erg toevallig. Verder voegde die dagen en een plotselinge band met een overleden oma niets toe.
This entire review has been hidden because of spoilers.
“Held van beroep” is een mooi en rustig geschreven familie roman. Adriaan Jaeggi laat het verhaal in een makkelijk leesbare schrijfstijl vertellen door Samson Fittipaldi. Sam, zoals hij vooral genoemd wordt, is een 15 jarige jongen die samen met zijn drie zussen bij zijn Italiaanse vader en Nederlandse moeder woont.
De vader van Sam komt uit een grote familie, wat met zich meebrengt dat er met bijzondere regelmaat rouwkaarten worden bezorgd met een uitnodiging voor een laatste eerbetoon aan de één of andere oom of verre tante. De kinderen gaan altijd mee naar deze begrafenissen, zonder dat ze nu echt een idee hebben wie er nu eigenlijk ter aarde besteld wordt. Sam ondergaat dit allemaal vrij gelaten, zoals hij eigenlijk in alles vooral observeert. Het heen en weer schieten tussen heftige emoties laat hij vooral aan zijn zussen over. Zussen die hij niet altijd begrijpt, maar soms toch ook wel een beetje tegenop kijkt.
Het is een boek over de verhoudingen binnen het gezin. Over hoe je je eigen bloed kan vervloeken, maar er toch nooit helemaal afstand van kan nemen. Over hoe je als 15 jarige jongen je staande moet houden tussen drie oudere zussen. Over onverklaarbare familiebanden. Over weglopen, terug komen, en nog veel harder weglopen. Over verdriet binnen een gezin en hoe daar mee om te gaan. Maar het is ook een verhaal over zwemmen, en hoe je weg te vinden in dit leven.
Het boek komt, met elke bladzijde die je omslaat, dieper bij je binnen. Het roept het gevoel van je eigen jeugd op en laat je kennis maken met een vriend waar je eigenlijk helemaal geen afscheid meer van wilt nemen.
Deze harde kaft uitgave is mooi van formaat en heeft prettig leesbare letters.
Goed leesbaar boek. Mijns inziens heeft de schrijver zich goed ingeleefd in de wereld van een puber. Dit zorgt ervoor dat er geregeld humoristische, maar ook diepe gevoelens aan bod komen. Het verhaal over "het zeemansgraf" van de moeder past goed in het geheel, maar is ook wat absurdistisch.