De intellectuele verleiding is een boek over intellectuelen en de politiek. De meeste boeken over dit thema zijn geschreven door intellectuelen. Hier is een ervaren politicus aan het woord. Hij demonstreert hoe gevaarlijk ideeen van intellectuelen zonder levenservaring kunnen zijn. Bolkestein begint in de achttiende eeuw, met een beschrijving van classicisme, Verlichting en Romantiek. Vervolgens beschrijft hij de politieke invloed van de Duitse idealistische filosofie en de rol van intellectuelen in de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie, het opinieklimaat voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog en de opkomst van het communisme en het fascisme. Genadeloos ontleedt hij de zogeheten fellowtravellers en instanties als de Wereldraad van Kerken. Tot slot behandelt Bolkestein enige actuele thema's, zoals de Europese Unie, ontwikkelingshulp, het multiculturalisme en de kijk van intellectuelen op het kapitalisme. Met zijn vlijmscherpe pen bewijst Frits Bolkestein met De intellectuele verleiding nog altijd een van de origineelste denkers van ons land te zijn. Ook dit boek zal een belangrijke bijdrage aan het maatschappelijke debat vormen.
Frederik "Frits" Bolkestein was a Dutch politician and energy executive who served as Leader of the People's Party for Freedom and Democracy (VVD) from 1990 to 1998 and European Commissioner for Internal Market from 1999 until 2004 under Romano Prodi. Bolkestein worked as a corporate director for Royal Dutch Shell from May 1960 until July 1976 and as a manager for an engineering company in Amsterdam from September 1976 until January 1978. Bolkestein became a member of the House of Representatives shortly after election of 1977 taking office on 16 January 1978 serving as a frontbencher and spokesman for Economic Affairs. After the election of 1982 Bolkestein was appointed as State Secretary for Economic Affairs in the Cabinet Lubbers I taking office on 5 November 1982. After the election of 1986 Bolkestein was not offered a cabinet post in the new cabinet and returned to the House of Representatives on 3 June 1986 serving as a frontbencher and spokesman for Foreign Affairs and International trade. Bolkestein was appointed as Minister of Defence in the Cabinet Lubbers II following a cabinet reshuffle taking office on 24 September 1988. After the election of 1989 Bolkestein again returned to the House of Representatives on 14 September 1989. Shortly after the election, party leader and parliamentary leader Joris Voorhoeve announced he was stepping down and Bolkestein announced his candidacy to succeed and was selected as his successor on 30 April 1990. For the election of 1994, Bolkestein served as lijsttrekker (top candidate) and following a successful cabinet formation with Labour Leader Wim Kok and fellow Liberal Leader Hans van Mierlo formed the Cabinet Kok I with Bolkestein opting to remain as Parliamentary leader. Bolkestein also served as President of the Liberal International from 15 April 1996 until 18 April 2000. For the election of 1998 Bolkestein again served as lijsttrekker (top candidate) but shortly thereafter announced that he was stepping down on 30 July 1998 but continued to serve in the House of Representatives as a backbencher. In August 1999 Bolkestein was nominated as the next European Commissioner in the Prodi Commission, and was giving the heavy portfolios of Internal Market and Services and Taxation and Customs serving from 16 September 1999 until 22 November 2004.
Briljant boek van Bolkestein over gevaarlijke collectivistische en romantische ideeen van rechtse en linkse idealisten. Het maken van gehakt is zelden zo prettig op papier gezet.
Favoriete citaat:
'Weinig dingen zijn gevaarlijker dan abstracte ideeen in lege hoofden.'
Vergeet de eerste 200 bladzijden van dit boek. Bolkestein probeert hier zich een academisch imago aan te meten door even in vogelvlucht de westerse geestesgeschiedenis te behandelen. Zijn zelfverklaard doel is aan te tonen hoe intellectuelen de voorbije eeuwen onze beschaving telkens weer op een dwaalspoor hebben gebracht. Zijn keuze is echter zo dubieus, de lectuur waarop die gebaseerd is zo lukraak, en de weergave zo vol fouten, dat de geloofwaardigheid van Bolkestein al meteen een flinke deuk krijgt. De laatste honderd pagina's krijg je dan eindelijk waar voor je geld: een amalgaam van rechts-conservatieve kritieken op onze huidige maatschappij (en vooral de rol van de progressieve intellectuelen). Natuurlijk snijdt Bolkestein af en toe hout, maar het geheel is zo'n rommeltje en zijn argumentatie zo opzichtig bij elkaar gesmeten, dat hij zelfs in dit deel niet overtuigt. Spijtig van de mooie uitgave.
Als gewezen eurocommissaris en leider van de Nederlands-liberale partij VVD heeft Frits Bolkestein altijd vooraan op de politieke bühne gestaan. Dat heeft hem nooit ervan weerhouden om kritisch te zijn voor de huidige politiek. Met dit boek duikt hij wat verder de geschiedenis in. Welke ideeën ontstonden de laatste 300 jaar die zorgden voor de gruwelen van de 20e eeuw en het politiek-correct denken in onze eeuw. Intellectuelen zetten zich al sinds mensenheugenis in om ideeën neer te schrijven voor een betere samenleving, maar systeemfouten zorgen vaak voor het politiek falen van een land of erger nog, oorlog en vervolging.
Bolkestein laat zijn boek starten in het 18e eeuwse Frankrijk en Duitsland. De romantiek verwerpt het rationalisme van de Verlichting en het ‘ancien régime’ bij monde van onder andere Rousseau en de Sturm und Drang-beweging. Daarna dwarrelt Bolkestein de 19e eeuw in met het Duitse idealisme (Kant, Herder,...) en de Russische narodniki (die het boerenbestaan verheerlijkten, en uitlopers kenden in het gewelddadige anarchisme). Met de theorieën rond de Wil en het vitalisme (Schopenhauer, Nietzsche, Bergson, Sorel) glijden we de 20e eeuw in. Nihilisme, focus op intuïtie, besef van de zinloosheid van het leven, revolutie,... Het wegvallen van het geloof lijken filosofen negatiever naar het leven te doen kijken. Voor de auteur een kleine opstap naar waar het rond de beide Wereldoorlogen is foutgelopen: communisme dat ook veel westerse intellectuelen wist te verleiden (de zogenaamde fellow travellers), de Italiaanse en Duitse reactie in de vorm van het fascisme en nationaal-socialisme.
Bolkestein laat hier het boek niet stoppen en houdt het hedendaagse politieke denken tegen het daglicht. Mei ’68 heeft een tegencultuur gecreëerd die niet alleen de Europese cultuur op de schop zette, maar ook de moderne experimenten (communisme, liberalisme, nationaal-socialisme). Het postmodernisme was dus niet enkel cultuurrelativistisch, via het cultuurmarxisme werkte ze heel erg op het schuldbesef dat nog als katholieke erfenis doorleefde bij de Europese burger. De bereidwilligheid om deze via ontwikkelingshulp ‘af te kopen’, leidde niet tot de verhoopte resultaten. In tegenstelling tot Azië, hinkt Afrika nog economisch achterop omdat het economisch te weinig zelfstandig is. Het politieke antwoord op de tanende Europese impact op het politieke wereldtoneel, zijnde een Europese federatie, vindt ook in de ogen van Bolkestein geen genade. Gebrek aan economische convergentie (euro), democratie (verdrag van Lissabon) en het onvermogen de werkelijke problemen rond massa-immigratie en klimaat op te lossen vormen pijlers van zijn betoog.
Als het de bedoeling was van de auteur om via een geschiedkundig overzicht van politieke ideeën te detecteren waar de kiemen lagen van de 20e eeuwse tragedies, dan schiet het boek tekort. Bolkestein vergat de verscheidene revoluties te bespreken in de Verenigde Staten, Frankrijk, Groot-Brittannië en hun fundamentele verschillen te duiden. Ook de Franse Verlichting en het mechanistisch denken van onder andere La Mettrie komen te weinig aan bod. Het implementeren van positieve wetenschap (biologie) in de sociale wetenschap (politiek, economie) heeft veel fouts meegebracht. Er is kritiek op idealisme, de focus op gevoel, maar te weinig op de gevaren van het rationalisme en materialisme. Aristoteles wist al dat de mens het midden dient te houden tussen de uitersten. Wanneer de schrijver het historische loslaat en zich focust op de hedendaagse ideeënkritiek lezen zijn hoofdstukken vlotter en helderder.
Wat een lange zit! Hoewel de latere hoofdstukken over de laatste tientallen jaren wel degelijk een interessante blik bieden op de politieke ideeën van de tijd, waren vooral de eerdere hoofdstukken over de achttiende en negentiende eeuw erg moeilijk om door te komen. Op sommige plekken voelt dit boek meer als een manier voor Bolkenstein om met zijn (ongetwijfeld) grote kennis over de politiek te pronken dan als een boek daadwerkelijk geschreven voor een lezer.