In Wit is altijd schoon heeft Leo Pleysier voor een prachtige, originele vorm gekozen om de gecompliceerde gevoelens te verbeelden van een zoon bij het overlijden van zijn moeder; een moeder die hem zijn leven lang bedolven heeft onder haar gepraat. Het resultaat is een ontroerend en liefdevol portret van die moeder en een buitengewoon opgewekte roman over rouw, afkomst en taal.
Eerste boekje van De Familiekroniek. Een zoon zit aan het bed van z'n gestorven moeder, terwijl zij maar niet stoppen kan met hem nog wat o zo onontbeerlijke kleine dingetjes te vertellen.... Hij luistert zeer aandachtig, stelt het afscheid nog een beetje uit... Vooral de epiloog vind ik ijzersterk, maar alles ademt zuiverheid, ja, van het schoonste, zuiverste wit.
Ondanks de monoloog vanuit het hiernamaals, riep dit boek bij mij vooral herinneringen op aan de vaste zondagavondbezoekjes aan oma en opa. Terwijl de volwassen roddels uitwisselden over mensen waarvan ik nog nooit gehoord had, sloeg m'n verbeelding op hol bij iedere nieuwe naam. En net zoals die bezoekjes destijds, ben je met dit boek ook na een uurtje of twee klaar. Meer hoeft dat echt niet te zijn. Toen niet en nu niet.
Wit is altijd schoon is een geweldig boekje voor tussendoor. Want ja, met zijn 105 pagina's is het geen lijvig boek te noemen. Het gaat over een man die afscheid neemt van zijn praatgrage, moeder terwijl ze opgebaard ligt. Het boek is opgesteld in monoloog-vorm, de dode moeder spreekt tegen haar zoon over van alles en nog wat. Zo volks, zo banaal, zo heerlijk alledaags en ook zo typerend voor het dorpsleven van die tijd (denk ik). De epiloog raakte mij ook erg. Echt wel een must-read!
Wit is altijd schoon. Pleysier beschrijft het mooie wit en dat op een lieve manier. Goed gedaan, dat wel. Maar ik raakte wat verblind door al dat wit, zag nog maar weinig contrast met iets dat een beetje zwart zou kunnen lijken. Of was het de bedoeling om te beschrijven hoe iemand achter al die woorden toch onzichtbaar kan blijven?
Dit boek staat vermeld bij de Verborgen Parels van de bibliotheek. Het verhaal sprak mij meteen aan, en ik was ook gewoon erg nieuwsgierig hoe dit verhaal tot zijn recht zou komen in zo'n dun boekje. Ik vond het erg origineel, mooi. Je zou verwachten dat dit zware lectuur zou zijn omwille van het onderwerp, maar dat was, gelukkig, niet het geval. Het komt erg geloofwaardig over. Ik herken er mijn grootmoeder in die ook altijd praat over mensen waar ik nog nooit van gehoord heb. Het was realistisch, maar dus ook een tikkel vermoeiend, net zoals de gesprekken met mijn grootmoeder.
Ondertussen ben ik al aan mijn derde Verborgen Parels e-book toe: dit keer koos ik voor een relatief dun – al klinkt ‘dun’ wat onnozel als je het boek op iPad leest – boek van Leo Pleysier. Ik moet eerlijk toegeven dat ik nog nooit van de man hoorde, Wikipedia leert mij echter dat hij al in 1971 debuteerde. Maar liefst 12 jaar voor mij geboorte!?! En ‘Wit is altijd schoon’ dateert blijkbaar uit 1989, iets wat ik pas na het lezen ontdekte.
Vertederend verhaal, gesteld in veredeld Kempisch dialect, maar niet echt doorgedreven. Interactie tussen de gestorven moeder en haar zoon, in het hoofd van die zoon. Toch niet helemaal overtuigend. (2.5 stars)
Het boek is een aanrader, maar niet het beste boek dat ik ooit gelezen heb. Het is een boek met een goede levensles : je moet genieten van elke dag die komt. Dat heeft mij wel aan het denken gezet, je moet van elke dag genieten want het kan zo maar eens gedaan zijn.
De hoofdrol in dit boek is Marie, een oudere dame. Het verhaal start met het moment waarop Marie en haar drie vriendinnen (Gusta, Bertien en Tilleke) op een doodnormale middag samen gezellig een koffie drinken en wafels eten bij Gusta thuis. De reden waarom ze samen komen is Gusta haar verjaardag, de wafels bevallen Marie enorm slecht. Ze werd naar huis gebracht door haar drie vriendinnen. Later blijkt dat het echt niet goed gaat met Marie want ze ligt zelfs op sterven. Naar mate het verhaal vordert, bereiden Marie zelf en haar dochter de begrafenis voor, dit is voor Marie een evidentie zij wil inspraak hebben op haar eigen begrafenis. Op haar sterfbed krijgt ze regelmatig bezoek van vrienden en familie die haar nog een laatste groet willen brengen. Met haar bezoekers haalt ze heel wat oude herinneringen op, bijvoorbeeld toen ze zich met haar familie moest verschuilen in haar kelder voor de Duitsers tijdens de oorlog. De titel 'Wit is altijd schoon' verwijst naar verschillende situaties onder andere: de witte bloemen die Marie op haar begrafenis wil en het behangpapier in Gusta haar huis dat altijd proper blijft. De reden dat ik het boek geen vijf sterren heb gegeven is omdat het verhaal op het einde zeer langdradig werd en omdat de verteller vaak van de hak op de tak springt waardoor het verhaal in mijn ogen een beetje chaotisch werd.
Citaat : En kijkt ook nog eens goed rond of er geen rommel meer op de grond ligt. Dat de mensen hun benen niet breken wanneer ze hier aankomen. Review : Wit is altijd schoon is een heel mooi boek waarin je te weten komt hoe moeilijk het is om een geliefde te laten gaan. Het gaat over een vrouw die sterft maar na haar dood verder praat in het hoofd van haar zoon. Een moeder die hem zijn leven lang bedolven heeft onder haar gepraat. Meestal over de alledaagse gang van zaken, over haar wekelijkse visite bij haar beste vriendin Gusta, die zij nog de middag voor haar overlijden was gaan bezoeken.
Daar was zij onwel geworden en heeft zij afscheid genomen van haar vriendinnen, zij had het voorgevoel dat het de laatste keer was dat ze elkaar zouden ontmoeten. En zij had gelijk, diezelfde avond is zij gestorven. Ze vertelt ook veel over het verleden. Maar dood zijn betekent nog niet dat ze niets meer te zeggen heeft. Ze plant ze haar eigen begrafenis en geeft haar zoon opdrachten.
Het is een boek met veel flash backs gevat in spreektaal. Wit is altijd schoon is een ontroerend en liefdevol portret van een moeder en een rouwverwerking.
Het plot was zeer oninteressant, er gebeurt gewoon niets. Toch bleef ik lezen omdat de situatie wel een beetje herkenbaar is. De meeste mensen kennen wel iemand met de karaktertrekken van het hoofdpersonage, waardoor je ongewild toch nieuwsgierig wordt.
Ongeveer heel het boek was geschreven in spreektaal waarbij ook nog eens heel veel herhaald werd. Dit had het boek heel saai kunnen maken na verloop van tijd, maar dankzij de absoluut perfect gekozen lengte ervan gebeurde dit niet. Had het boek langer geweest, dan had de betekenis van het verhaal er niet zo sterk uitgekomen als dat het nu deed. Ook als het boek korter was geweest had het aan kracht verloren.
Achteraf bekeken, zou ik het boek niet gelezen hebben als ik op voorhand had geweten hoe het in elkaar zat. Het komt bij mij onnatuurlijk over dat je bij een overlijden van een persoon die dicht bij je staat, zou beginnen mijmeren over het leven van die persoon vóór de dood.
Gekocht in Gent in de Kringloop waar het stond in een rijtje met allemaal boeken met een witte kaft. Opnieuw een tussendoortje omdat ik niet verder kom met Franz Biberkopf in Berlijn. Wat ik geweldig vind aan het boek is hoe Vlaams het ABN van Pleysier klinkt en dat zonder dialectwoorden of gewestelijke taalconstructies te gebruiken. Waar ik niet gevoelig voor ben is het gekwebbel van de moeder over allerlei anecdotes over haar dagelijks leven en over het rouwbezoek en de voorbereidingen van de begrafenis. Ik kan me dan weer wel voorstellen dat zo'n moeder je voorbestemt of predestineert boeken te schrijven over je milieu van herkomst. De "surplus van taal" die uit de mond van de moeder stroomt is een groot cadeau. Pleysier schetst er een teder beeld mee van zijn moeder en van haar generatiegenoten. Het is misschien wel een beeld van een verdwijnende wereld dat Pleysier wil schetsen. Met de dood van de moeder verdwijnt dat deel van zijn geschiedenis als sneeuw voor de zon.
"Wit is altijd schoon" is een mooi boek vanwege de echtheid van de personages en hun emoties. Het is alsof je een kijkje krijgt in het leven van gewone mensen, met hun alledaagse zorgen en liefdevolle banden. De schrijfstijl van Leo Pleysier maakt het verhaal uiterst herkenbaar en menselijk. De moeder vertelt alles zo levendig en alledaags waardoor ik me bijna in hun situatie kon verplaatsen. Haar constante gepraat, zelfs na haar dood, voelde aan als een krachtig symbool van de onbreekbare band tussen moeder en zoon. Het boek laat zien hoe mensen, zelfs na de dood, een blijvende invloed kunnen hebben op de mensen om hun heen. Het boek verkent diepgaande emoties op een eerlijke en ontroerende manier. Sommige delen waren wel wat langdradig door herhalingen waardoor het soms moeilijk werd om te blijven lezen. Ondanks deze herhalingen heeft het verhaal me wel laten nadenken over mijn eigen relaties en de banden tussen de mensen om me heen.
47 pagina's zwerven tussen ergernis met een zweem van een glimlach om op het einde geraakt te worden, wanneer de stilte valt. "momenten waarop de opmerkzaamheid extra gescherpt wordt door de stilte die plotseling is gevallen buiten, door de rust die zowaar is weergekeerd. En op slag vertoont het straatbeeld de trekken van een verloren gegane tijdloosheid, maar nu herwonnen in de som van een reeks verstilde details die zich naar de voorgrond dringen."
Zeer mooi, goed geschreven, ontroerend boekje. Maar vooral , denk ik, voor mensen uit de Kempen, die de woordenschat van de oude vrouw herkennen.... Een moeder is gestorven, ligt op haar doodsbed, en spreekt haar zoon toe.
Ik las het vroeger, toen las ik het graag. Ik herlees het, en ik hoor de hele tijd mijn vorig jaar overleden moeder praten. Zeer bijzonder!
Een pareltje. Heel veel herkenbaarheid voor mezelf omdat ik van de streek ben en het net is alsof ik m'n oma's of tantes hoor praten. Mooi geschreven ook, want naast de vorm is ook de inhoud herkenbaar ontroerend. In de kleine details voel je de onuitgesproken liefde tussen moeder en zoon doorschemeren. Wel niet aan beginnen als je niet tegen Kempisch dialect kan :)
Een vertelling in verkavelingsvlaams, zo herkenbaar, met het volkse karakter dat me terugvoert naar gesprekken met mijn ouders en grootouders. De auteur krijgt in een monoloog van zijn net overleden moeder een inkijk in haar laatste dagen.
‘Daar loopt ze, kijk maar. Daar komt ze aangestapt. Meine liebe mutter, denk ik. Die mij onherroepelijk en veel meer dan ik altijd gedacht of willen toegeven heb, gevoed en bemorst heeft met haar buitensporigheid, haar overdaad, haar surplussen, haar taalteveel’.
Het relaas van een nog maar net overleden moeder, gericht aan haar zoon in. Ze krijgt een stem en een karakter dat tegelijkertijd heerlijk nostalgisch en volkomen tijdloos is. Vier sterren voor de schitterende spraakwaterval. En een extra ster voor de ontroerende epiloog. De laatste alinea brengen de tranen in je ogen. (P.s.: zo moeten lachen om ‘De Neckermann’!)