In de vroege ochtend van 10 mei 1940 maakt Rotterdam op ruwe wijze kennis met de oorlog: bommen vallen op vliegveld Waalhaven. Kort daarna nemen Duitse parachutisten en andere goed voorbereide luchtlandingstroepen het vliegveld in. Op de Maas landen intussen watervliegtuigen met soldaten, die in rubberbootjes naar de kant peddelen. Ze hebben haast. Rotterdam vervult een sleutelpositie in de Duitse opmars en het ongeschonden in handen krijgen van de Maasbruggen is noodzakelijk: de Duitsers willen de Vesting Holland zo snel mogelijk veroveren. De Rotterdammers zijn volledig verrast. Zij hebben geen idee wat oorlog is, maar zitten nu vanaf het eerste uur midden in de frontlinie. Vijf beklemmende dagen volgen, tot op 14 mei het vernietigende bombardement een einde maakt aan de strijd. Nederland capituleert. Aan de hand van nieuwe bronnen, zoals onbekende Nederlandse en Duitse dagboeken, en honderden nooit gepubliceerde foto's en documenten vertelt Gerard Groeneveld hoe de oorlog naar de Maasstad kwam. Rotterdam frontstad beschrijft een huiveringwekkende geschiedenis waarin de persoonlijke verhalen centraal staan: niet eerder kwamen we zo dicht bij de Nederlandse en Duitse soldaten, en de in de stad gevangen burgers.
Gerard Groeneveld doet onderzoek naar culturele en militaire collaboratie, nazipropaganda en oorlogsfotografie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daarover schreef hij onder andere in NRC en de Volkskrant. Bij Vantilt publiceerde hij de veelgeprezen titels Zwaard van de geest, het bruine boek in Nederland 1922-1945 (2001), Kriegsberichter, Nederlandse-oorlogsverslaggevers 1941-1945 (2004), Zo zong de NSB, liedcultuur van de NSB 1931-1945 (2007) en Rotterdam Frontstad 10-14 mei 1940 (2016).