Nadat Guggenheimer keizer is geworden in televisieland, wil hij nu de hoogste troon bestijgen in de reclamewereld. Als vanouds gaat hij daarbij niets en niemand ontziend te werk. Hij laat zich bij zijn onttakeling van het reclamevak bijstaan door zijn kokkin, zijn werkster, zijn tuinman, diverse dienstmeisjes, een rabbi, zijn secretaresse Debbie, zijn broer Gugg en diverse andere vreemde tot zeer vreemde figuren. Met zijn allen zorgen ze voor een niet te overziene hoop helse en hilarische avonturen, de enige echte Guggenheimer meer dan waardig.
Guggenheimer wast witter is de tweede installatie in Brusselmans serie over de Joodse zakenman Guggenheimer. Uiteraard speelt het hele boek zich af binnen de stadsgrenzen van Gent. Dit maal volgt het de avonturen van Guggenheimer terwijl hij een reclame bureau opzet.
Verder heeft het alle ingrediënten van een Brusselmans boek: seks, misogynie, racisme, lomp geweld, overweldigende klasse op zinsniveau, surreële repetitie van ogenschijnlijk triviale handelingen (in dit boek: aanraken van het elektrocuterende manneke pis op de motorkap van z’n Mercedes).
In het verhaal houdt Guggenheimer zich bezig met verschillende side quests, zoals het vermoorden van de vrouw van een rabbi, het ruïneren van de nieuwe partner van z’n ex, het chanteren van de burgermeester, het runnen van een bordeel, het koppelen van verschillende van z’n medewerkers om hen de gift van levensvreugde te schenken.
De individuele scènes en verhalenlijnen lijken absurd en weinig samenhangend. De slot akte van het boek weet alles echter wonderwel samen te brengen in een ongelofelijk simplistische conclusie. Zo simplistisch dat het je aan het lachen maakt en je haast laat twijfelen of er meer achter zit (is alles gemotiveerd door de liefde voor z’n ex Ellen?)
Alles bijeengenomen een vermakelijk boek, hoewel het geen voorbeeld is van Brusselmans’ beste boeken. Er zijn andere boeken waar zijn talent voor ridicule tirades en de uitzonderlijke zinnen beter uit de verf komen.
Ik vond deel 1 leuk, maar dit deel was leuker. Zaken die normaalsgesproken raar zijn, zijn in dit boek doodnormaal. De kracht van het boek is dat meneer Guggenheimer denkt dat hij alles mag en kan en dat dit eigenlijk ook zo is.
Een boek van bedenkelijk allooi, en in tegenstelling tot het eerdere De terugkeer van Bonanza vaak ook nog eens nauwelijks grappig. Niet aan beginnen als je meer verwacht dan volstrekt leeghoofdig vertier van dertienjarigepuberniveau.
Minder goed dan de Terugkeer van BONANZA, de eerste uit de Guggenheimer reeks. Moeilijk om te zeggen of dit komt omdat het meer van hetzelfde is, of omdat hij echt minder grappig is... Ik ben er nog niet uit. Wat niet wegneemt dat ik het boek met plezier heb uitgelezen.
Een boek waar je hoofd bij elk hoofdstuk om het ‘omst’ gaat! Absurd, vuilgebekt, soms in die mate dat je jezelf dreigt te schamen te gniffelen bij de situatiehumor.
Kolderesk schrijfsel waarbij door overdrijvingen en situaties op een bruuskerende manier voor te stellen een leesbaar boek werd gecreëerd. Vlot leesbaar en niet te ingewikkeld.
The second Guggenheimer, and everything is more than the first one.
It's more shocking, it's rambling, it's more provoking, it's more boring, but it's also more funny and entertaining.
As usual, the plot is worth next to nothing. It's mentioned at the beginning of the book, and in the last few pages it's mentioned again and simply completed. Everything in between are just crazy ramblings, dialogues and monologues, you keep asking where is this going, when is something going to happen? Until it's finished.
Alweer een leuk vertelsel van Brusselmans! De stijl is erop vooruitgegaan sinds boek 1 uit de Guggenheimer-reeks. Ik ben meer leuk/ingewikkeld geformuleerde zinnen tegengekomen en ik heb vaker spontaan hardop gelachen ("frigide ijstaart!") dan met boek 1, dus een ster meer!
Brusselmans neemt alweer geen blad voor de mond, wat zich kan uiten tot spontane lachbuien. Toch is dit tweede deel van de Guggenheimer reeks een stuk minder qua verhaal dan "De terugkeer van Bonanza".
Ik vond dat het boek zeer gemakkelijk las, dit kwam deels door de dialectische woorden in het verhaal. Waardoor ik het nog grappig vond en zo nog meer zin had om verder te lezen. De inhoud van het verhaal vond ik niet goed omdat ik doorheen heel het verhaal niet echt doorhad wat zijn doel was of over wat het verhaal eigenlijk ging. Ik begreep alleen maar verschillende stukjes en ik vond de link niet tussen alle delen. Soms vond ik Herman Brusselmans' taalgebruik wat ongepast, dit was meestal zeer racistisch tegenover zwarten of joden. ik zelf had er geen probleem mee maar ik kan begrijpen dat sommige mensen dat wel hebben. Ik raad dit boek niet aan aan jonge lezers zoals ik, meer aan volwassen mensen die misschien eerder de rode draad van het verhaal begrijpen.