Een genadeloze roman over vergetelheid en vergeefsheid. Brussel, vandaag. Een man gaat op zoek naar een naamloze vrouw die in de jaren twintig model stond voor het standbeeld van de verzetsheldin Gabrielle Petit. Hij verliest zich in archieven en bibliotheken.. Maar in de straten en de stiltes van de stad komt hij vooral zichzelf tegen. Hij stoot op herinneringen aan Claire, de danseres bij wie hij zo volmaakt alleen kon zijn. Hij blijft denken aan Lode, de fotograaf die zijn laatste grote vriend was. Hem houdt hij in leven met zijn wonde. Altijd maar dat geheugen dat knaagt en jankt als een hond in de nacht. En de regen, altijd de regen. Nergens is de regen wanhopiger dan in Brussel. Tot een ontmoeting met een intrigerende dame hem het licht weer doet zien. In een taal die zowel lyrisch als lucide is, heeft David Van Reybrouck met Slagschaduw een romandebuut van formaat geschreven.
David Grégoire Van Reybrouck is a Belgian cultural historian, archaeologist and author. He writes historical fiction, literary non-fiction, novels, poetry, plays and academic texts. Moreover, he is the founder of the G1000 project in Belgium, a platform for democratic innovation and inclusive participatory politics.
He was born into a family of florists, bookbinders and artists. His father, a farmer's son, spent five years in the Democratic Republic of the Congo as a railway engineer immediately after independence.
He studied archaeology and philosophy at the University of Leuven (KU Leuven) and obtained a Master's degree in World Archaeology from the University of Cambridge. He also holds a doctorate from Leiden University.
David van Reybrouck speelt ingenieus met thema’s en motieven en verwerkt een persoonlijk trauma (tijdens een wintersportvakantie verloor hij vijf vrienden doordat een vliegtuig de gondel van een skilift raakte waarbij alle twintig inzittenden omkwamen) in wat misschien wel de mooiste bladzijden uit het boek zijn: het verhaal van de vriendschap tussen de journalist (Rik, de verteller) en de fotograaf (Lode) en hoe die op tragische wijze eindigt. Toch mist de roman iets, of misschien heeft hij iets teveel – alsof het zorgvuldig geconstrueerde armatuur hier en daar bezwijkt onder het gewicht van de klei. ‘Vergeefsheid en vergetelheid’, het hoofdthema van het boek, geraakt wat bedolven onder de verschillende verhaallijnen en komt nog het best tot leven in de (prachtige) beschrijvingen van Brussel. Misschien moet een begenadigde non-fictieschrijver het houden bij wat hij het beste kan: meeslepende reportages schrijven.
Slagschaduw is misschien wel het enige echte fictieboek van David Van Reybrouck. Een journalist heeft heel wat te verwerken: hij is zijn job kwijt, zijn vriendin Claire en enkele jaren terug is zijn fotograaf en beste vriend in een ongeval omgekomen. Hij doolt door de straten van Brussel, de stad die sterk naar voor komt als personage, op (onder)zoek in bibliotheken en archieven naar een naamloze vrouw die in de jaren 20 van de 20ste eeuw model stond voor het standbeeld van Gabrielle Petit, een Belgische verzetsheldin uit de Eerste Wereldoorlog voor de Belgische beeldhouwer Égide Rombaux. En dan ontmoet hij iemand nieuw, een intrigerende oudere dame. Heel mooi geschreven boek, vooral over rouwverwerking. Wat nostalgisch ook en vol van herinneringen. Een lyrische schrijfstijl. Een korte roman maar een echte aanrader!
Rik is journalist bij een grote krant, maar zijn werk wordt niet echt gewaardeerd door zijn nieuwe bazin. Tijdens een nachtelijke rondzwerving in Brussel leert hij Shirley kennen, maar dat verzandt uiteindelijk in door hem nooit beantwoorde telefoontjes. Rik is gefascineerd door Gabrielle Petit, een verzetshelding uit de Eerste Wereldoorlog. Hij wil graag een stuk schrijven over haar en gaat uit op onderzoek. In Brussel staat een herdenkingsbeeld van haar, die gemaakt werd door de beeldhouwer Rombaux. Rombaux heeft veel van zijn werk vernietigd, maar dit beeld is gespaard gebleven. Rik wil weten wie model gestaan heeft voor dit beeld. Tijdens zijn zoektocht begint hij te mijmeren over zijn collega en goede vriend, Lode, die verongelukt is tijdens een van hun reportages. Tegelijk denkt hij ook terug aan zijn relatie met Claire, wie hij maar niet kan vergeten. Hij leert tijdens zijn zoektocht ook Miche kennen, wiens man dokter was en het model van het beeld van Gabrielle Petit ooit verzorgd heeft. Hij raakt bevriend met Miche en zij helpt hem verder in zijn zoektocht.
Het verhaal op zich alleen is zeer boeiend, maar ook de trefzekere stijl van David Van Reybrouck maakt mij enorm enthousiast over dit boek. Ik geef hiermee enkele mooie citaten mee:
Een vreemde taal wordt nooit een huid, denkt hij, hoogstens een huis. (p.85)
Vriendschap is een soort braille, onbegrijpelijk maar exact. (p.129)
Begrip is de ziekte van deze tijd, er is zo verschrikkelijk veel begrip, alles wordt er triviaal door. (p.140)
Herinneringen zijn opgezette dieren die men zo vaak afstoft dat hun vacht er dun van wordt. En in de doffe stilte die daarop volgt, schreeuwt het verlangen naar de levende natuur. (p. 194)
Ook de stad Brussel waar het verhaal zich afspeelt, is zeer aanwezig in de roman.
Na jaren in Brussel voel ik mij er nog steeds niet thuis, hooguit op mijn gemak. Meer vraag ik niet, meer wil ik ook niet. Thuis, dat was de provincie, de wereld van wandklokken en asperges: mooi, maar voorbij. Wie nu nog een thuis wil, is verloren. Brussel wordt nooit een lief, niet eens een moeizaam lief, maar blijft altijd een commère die reutelt en zeurt en mij uiteindelijk negeert. Een tochtig plein, een grauwe straat, het gejammer van de trams. Liever die eerlijke tristesse dan een geveinsde gezelligheid. (p. 50-51)
En ook ouder worden is een thema dat zeer mooi in deze roman beschreven wordt.
Nooit begrepen waarom men kinderen de toekomst noemt. Het moeten bejaarden zijn. Bejaarden zijn onze toekomst, zij zijn wat wij worden. Kinderen behoren tot het verre verleden, tot dat wat nooit terugkomt. Het is makkelijker zich in te leven in iemand van tachtig dan in iemand van acht. Het is ook nuttiger.
Altijd gedacht dat ouderen met alles vertrouwd waren, met inbegrip van hun ouderdom. Maar sinds ik Miche ken, weet ik beter: elke volwassene is een kind wanneer hij de ouderdom betreedt. Dat lijf dat hapert, dat einde dat nadert, het is ook voor hen zo nieuw. Onwennig turen ze om zich heen in die nieuwe ruimte waarin ze werden gedwongen. Sommigen worden verlegen, anderen gaan harder praten. Slechts een enkeling bezit het talent om vertrouwensvol ouder te worden. (p. 179)
Slagschaduw is een meeslepend debutroman van David Van Reybrouck, waaruit blijkt hoe belangrijk liefde en vriendschap wel niet zijn.
Although not explicitly presented as such, this is a novel about mourning, in my opinion. About mourning the loss of a dear friend, of a cherished lover. Mourning is a phase, which may last several years and during which the mourner is forced to review his position in life, to find a way to fill in the emptiness, and is confronted with his own mortality and fragility. In some cases, the mourner needs someone who challenges him to start looking again toward the future instead of dwelling on the past and to find a new purpose in life.
Van Reybrouck does a really good job in describing that processus for his main character. Although the sadness and grief are manifest, they are compensated with a lot of humour.
I loved that the story was set in Brussels, a city that I do not visit often, but which I like very much nonetheless.
And given that music is such an important part of my life, I enjoyed discovering Swedish jazz pianist Jan Johansson thanks to this book.
Vlot vloeiende roman over verlies van een vriend en de liefde, en de draden van de geschiedenis en Brussel. DVR's beeldspraak raakt vaak vol doel maar zit er ook wel eens naast.
Na tweede lezing merk ik dat spanning mis in het verhaal. Om bij de kunsten te blijven : dit leest als een stilleven, met veel mooie beelden en mijmeringen, maar ik mis dynamiek, groei.
Op de laatste tonen van The War on Drugs net 'Slagschaduw' van Van Reybrouck uitgelezen. Ik blijf ademloos achter. Wat een pracht van een boek. Vol Brussel, vol liefde en melancholie, vol kunst en tristesse. Prachtig. Ronduit magnifiek.
Vlot geschreven, origineel verhaal, leuk als ontspanningslectuur. Maar het feit dat ik me pas op bladzijde 120 realiseerde dat ik het al eerder had gelezen, toont dat het toch ook niet echt een hoogvlieger is.