Honderdduizenden Nederlanders schrijven gedichten. Maar wie leest ze? Ellen Deckwitz gelooft dat we wel willen maar niet kunnen. Het uitgeklede literatuuronderwijs heeft ons nooit geleerd hoe we een gedicht moeten lezen. En dus denken bijvoorbeeld we dat een gedicht alles mag betekenen. Of dat songteksten altijd poëzie zijn, terwijl de meeste weinig meer doen dan het alledaagse heden herkauwen.
Tijd om dat te veranderen. Poëzie is zo veel meer dan we denken: ze kan tegelijkertijd grappig én schrijnend zijn, ontroerend en ontluisterend. Acht regels kunnen de impact hebben van een natuurdocumentaire en actiefilm in één.
In vijfentwintig toegankelijke en geestige hoofdstukken, verluchtigd met speelse tekeningen van Jenna Arts, helpt Deckwitz ons op weg bij het begrijpen en waarderen van poëzie. Hoe moet je een gedicht lezen? En hoe vooral niet? En waar moet je beginnen? Olijven moet je leren lezen geneest Nederland van haar poëziedrempelvrees en maakt ons tot slimmere, rijkere en gelukkiger mensen.
Holds an MA in literary and cultural sciences. She has performed at Dutch festivals like Lowlands, the Nacht van de Poëzie, Poetry International, but also in Birmingham, Paris and Berlin. She was the Dutch Slam Poetry Champion in 2009, is a member of the rock.poetry formation Asphalt Fairies, and during the European Championship of Football in 2012, she was on national Dutch radio as a football expert. Her poems have been translated and published in English, German, French and Spanish.
Ik had dit kleinood van de hand van Ellen Deckwitz al een hele tijd op mijn leeslijstje staan. Zonde dat ik het niet vroeger ter hand genomen heb. Want wat een machtige lectuur is dit!
De Nederlandse dichteres - van wie ik eerder met veel plezier alle bundels gelezen én herlezen heb en wiens “Game of Poems” klaar ligt op het nachtkastje - schreef 23 korte stukjes tekst waarmee ze naar eigen zeggen Vlaanderen en Nederland aan de poëzie wil krijgen. Een ambitieuze missie. Alle hoofdstukken waren eerder al verschenen als columns in nrc.next en heeft Deckwitz aangevuld tot de editie die in 2016 verschenen is, zo schrijft ze in het voorwoord.
Dat voorwoord sluit ze af met een kleine waarschuwing: “Poëzie is niet ongevaarlijk. Ze kan je vrolijk maken, maar ook somber. Verdrietig. Opeens zie je gevoelens verwoord die je eerder niet kon uitdrukken en dus ook niet verwerken.”
In wat volgt krijgt de lezer allerlei handvatten aangereikt om met poëzie aan de slag te gaan. Te interpreteren, te kauwen en herkauwen, te genieten, verward, verwonderd of gedegouteerd te raken, … Elk hoofdstuk start met een gedicht dat een aanleiding of inleiding vormt voor de tekst die volgt. Daarin gaat Deckwitz telkens dieper in op één aspect van poëzie: de gelaagdheid inherent aan poëzie, de functie van typografisch wit (“Een gedicht draait vaak om wat er niet wordt gezegd”), hoe vergelijkingen en metaforen werken, het verband tussen muziek en poëzie en - één van de leukere - enjambementen.
Mooi meegenomen dat de gedichten die je cadeau krijgt bij aanvang van die hoofdstukken juweeltjes bevatten. Stukjes die je onmiddellijk goesting geven om verder te grasduinen in de bundels van de vermelde dichters. Hoofdstuk 11 opent bijvoorbeeld met een gedicht van Nyk de Vries uit “De dingen gebeuren omdat ze rijmen”. Ik geef het even mee:
TIJGER
Na mijn herstel had ik me voorgenomen in mijn leven nooit meer bang te zijn. Dat lukte wonderwel, tot we zo’n veertig kilometer voor Lusaka ineens oog in oog stonden met een tijger. Volgens de reisgids had dat beest daar helemaal niet mogen staan. Even was ik perplex, maar intuïtief dook ik naar voren en slaagde erin het dier te overmeesteren, gadegeslagen door een bibberende Hans die zich terug in Europa tot mijn verbijstering niets meer van de tijger wist te herinneren. Sinds die dag weet ik wat elke gescheiden vrouw of man weet. Het is niet het liegen dat een relatie om zeep helpt. Het is de vergeetachtigheid.
De enige valse noot situeert zich in hoofdstuk 16. Of beter ís hoofdstuk 16. “Wat is het nut van poëzie?” luidt de titel. Daarin gaat Deckwitz dieper in op deze vraag die eigenlijk niet aan de orde zou mogen/moeten zijn. Ik blijf het antwoord van wijlen Herman De Coninck trouw, die in “Over de troost van pessimisme” verklaarde:
“Toen ik ooit lesgaf, poëzie, aan jongens die daar helemaal niet om gevraagd hadden, was de eerste vraag: moeten we dat kennen voor het examen? Nee, voor het leven, zei ik. En de tweede vraag was: waartoe dient dat dan? Ik vond dat een domme vraag. Poëzie dient namelijk nergens toe en dat is op zich al een verdienste. Deze wereld wordt verpest door utilitarisme, als iets niet meteen winstgevend is, deugt het niet. Dus leve het nutteloze’. Precies de nutteloosheid van de poëzie is een protest tegen al wat in deze wereld aan de orde is. Dit is een maatschappij van hebben. Poëzie hoort tot het rijk van het zijn.”
Natuurlijk gaat de tekst nog verder en gaat De Coninck alsnog verder in op wat poëzie wél kan betekenen en dat het wél ergens toe kan dienen. Maar ik verkies persoonlijk toch de theorie van het nutteloze.
Vermeldenswaardig is verder nog de vormgeving van het boekje. Mede daardoor nodigt het extra uit tot lezen. Niet alleen de bladspiegel en de typografie, maar zeker ook de illustraties van Jenna Arts: wezens met buitenproportioneel kleine hoofden op reusachtige lichamen. Een beetje als een omgekeerde Klaas Verplancke, die soms het omgekeerde procedé toepast in zijn tekeningen (denk aan “Reus” of “Uit het blote hoofd”).
“Ze lezen o zo weinig.” Ik krijg ze niet meer aan het lezen…” “De leesvaardigheid van de Vlaamse jongeren gaat achteruit.” Herkenbare verzuchtingen in de leraarskamer van menig middelbare school. Aan iedereen die met jonge mensen in contact komt in ons literatuuronderwijs: aanschaffen dit boekje! En ga ermee aan de slag in de klas. Succes gegarandeerd.
Omdat mijn persoonlijke omstandigheden op dit moment een beetje chaotisch zijn (verhuizen en het opstarten van een bedrijf), lukte het de laatste niet zo goed om mij te concentreren op een "heel" boek. Daarom had ik het boekje van Deckwitz ter hand genomen, want ik verwachtte af en toe een hoofdstuk te lezen. Zij schrijft echter zo inspirerend en vanzelfsprekend over poëzie, dat ik het boekje in no time heb uitgelezen :-) Er volgt (ooit) nog een blogpost.
Niet wetende dat het gebaseerd is op columns, had ik het iets uitgebreider en specifieker verwacht. Ik verwachtte een soort van praktisch stappenplan, maar dat is het niet helemaal. Wel wordt poëzie aan alle kanten belicht.
Poëzie laat je anders naar de wereld kijken. En dát is precies wat Ellen perfect voor elkaar heeft gekregen met dit boek. Ze begint ieder hoofdstuk met een gedicht. En daarna komt de uitleg, met voorbeelden en inzichten. Ook geeft ze veel tips voor boeken/bundels. Haar motto: een gedicht kan veel betekenen, maar niet alles. Ook haar teksten tussendoor zijn heel mooi, gevat en soms speels.
“Wie een gedicht leest, leest ook zichzelf.. “
“Poëzie kan antwoord geven op vragen waarvan je niet wist dat je ze had, maar die je beantwoord moest zien om verder te kunnen.”
Ik heb al wat mooie poëzie bundels in huis, en die ga ik nu zeker opnieuw lezen met de kennis van dit boek.
De auteur geeft een gedicht en beschrijft in elk hoofdstuk wat poëzie kan doen en hoe jij als lezer kan begrijpen. Hier en daar een te korte toelichting, maar dat zorgde ervoor dat ik er wilde induiken en erover wilde nadenken. Het wordt gebracht met een leuke portie humor. Overtuigend boekje om meer poëzie te lezen. En om ermee aan de slag te gaan in de klas!
Eindelijk de tijd genomen om, na een lange pauze, deze bundel met essays uit te lezen. Gelukkig maar. Ik ben geen poëzie-beginner, dit boek is dus niet voor mij 'bedoeld', maar ik heb er toch enorm van genoten. Heerlijk om al die aanraders van Ellen te lezen, het is wachten op een door haar samengestelde bloemlezing. Docenten: zoek niet langer, gebruik deze essays in uw poëzieles!
Ellen Deckwitz is op haar best als ze praat over wat jaar echt raakt. De verwondering is mooi om te lezen, zeker als ze die inzet om je te leren on gedichten te begrijpen. Op andere momenten komt er iets teveel van haar sarcasme en iets dat lijkt op betweterigheid naar boven wat afleidt van de boodschap die juist zo goed is. Het doet me denken aan die keer dat ze een dichter interviewde en al ja-knikkend tijdens het antwoord van de dichter het publiek in keek, alsof de dichter precies zei wat Deckwitz al lang wist.
Misschien was ik toen wel jaloers, dat er mensen op het podium zaten die al wel een carrière hadden in de poëzie. Deze bundel zorgt er in ieder geval voor dat ik weer enthousiast ben om meer te lezen en te schrijven.
2.5 sterren. Prima boek. Heb er ook veel van geleerd rondom het lezen en begrijpen van poëzie. Alleen merkte ik dat ik sommige informatie in het boek overbodig vond en het boek hierdoor ging afraffelen. De laatste 5 hoofdstukken heb ik hierom niet ‘actief’ gelezen. Ik merkte aan mezelf, hoewel ik met het lezen van dit boek me echt wel heb vermaakt, dat ik er erg naar neigde om dit boek uit te hebben zodat ik niet meer hoefde te denken ‘ik moet ook nog uit dat boek lezen’..
Lekker leesbaar en toegankelijk. Ontstaan uit een reeks columns is de samenhang van de onderdelen van de 'cursus poëzie lezen' niet optimaal, maar als je dat ook niet verwacht kan je hier fijn in lezen en zin krijgen in meer gedichten - en, mocht je die nog niet hebben, kennis om niet bang ervoor te zijn. Verdwalen in een gedicht, het allemaal niet zo weten wat het zegt, dat is allemaal normaal, maar je kan wel steeds meer leren opmerken wat de tekst met je doet en dat deels koppelen aan wat er in het gedicht staat.
ga je hiervan precies leren hoe je een gedicht moet ontcijferen? nee. maar maakt het je wel per direct enthousiast over poëzie en moedigt het je aan om ongeveer elke dichtbundel ooit in huis te halen en je hier verder in te verdiepen? absoluut.
'Liefde voor teksten begint vaak met verliefd worden op zinnen, die je op je muur wilt schrijven, uit je hoofd wil leren, met vrienden wil delen, aan geliefden sturen.' #DeZinVanHetBoek
Een fijne introductie in de wondere wereld van de poëzie. Misschien is het wel fijner om dit boek eerder te lezen dan Dit gaat niet over grasmaaien, maar heel veel maakt dat niet uit. Ik denk dat ik deze twee boekjes nog regelmatig ter hand ga nemen voor leestips of om verschillende handigheidjes op te frissen. Hulde!
Een zeer vlot en leuk geschreven boek dat enthousiasme voor poëzie absoluut aanwakkert. Ik verwachtte meer inhoud over de interpretatie van poëzie, maar de vele andere kanten die worden behandeld maakten dat ruimschoots goed.
"Vijftig procent van mijn verwekkers is docent Nederlands, waardoor ik de neiging heb om op middelbare scholen reclame te maken voor de Dichtkunst. Dan laat ik de minderjarigen een gedicht lezen en vraag vervolgens wat het betekent. 'Duh,' zegt dan de leerling met een bril, 'een gedicht kan álles betekenen.' De hele klas knikt mee, terwijl ik een kort moment verlang naar de herinvoering van het Spaanse riet."
Zo begint Ellen Deckwitz het tiende hoofdstuk in Olijven moet je leren lezen, waarin ze vervolgens uitlegt waarom een gedicht niet alles kán betekenen. Ze doet dat aan de hand van onderstaand gedicht:
CHARLIE
Als ik in Parijs ben en de roep hoor van de gier, zelfs dan wou ik dat ik in Parijs was.
E.D., zeer vrij naar Bashõ
Nee, natuurlijk kan dit gedicht niet (van) alles betekenen, want als je zo vlak na elkaar zinnen leest waarin Charlie, Parijs en gier voorkomen dan zou het vreemd zijn als je daarbij niet aan de aanslag op de samenstellers van Charlie Hebdo denkt. Weet, of begrijp je dan alles van dit gedicht? Nee, want je weet niet wie dit verzucht. Of zegt? Of denkt? Of opleest? Deckwitz gebruikt het tweede gedicht, een haiku, dat hieronder staat, om duidelijk te maken dat een gedicht ook prachtig kan zijn, zonder dat je alles oppikt.
Zelfs in Kyoto, wanneer de koekoek roept, mis ik Kyoto.
Bashõ (1644-1694)
Prachtig toch? En dan weet je waarschijnlijk niet eens dat de koekoeksroep in Japan een metafoor is voor de naderende zomer, of dat het de doden kunnen zijn die je hoort roepen naar hun nog levende geliefden. Maar - zo veronderstelt Deckwitz terecht - zelfs voordat je dit weet over de koekoeksroep weet je al dat deze haiku weemoed verbeeldt. Het gaat zelfs nog verder, want nu je deze haiku hebt gelezen, is de kans groot dat je Charlie nog weer anders leest.
Op deze, vaak zeer vermakelijke wijze, met veel tot de verbeelding sprekende voorbeelden, laat Deckwitz je ervaren dat poëzie lekker kan zijn, dat je sommige dichters en hun gedichten misschien moet leren lezen, en anderen nooit zult appreciëren, maar dat je niet dood gaat aan het proeven. Ze zegt het als volgt: "Misschien is poëzie niets voor je, maar dat weet je pas als je haar een kans hebt gegeven, want laten wel wezen, hoe wist je vroeger dat olijven te eten waren? Of dat een biertje wel lekker kon zijn? Door het gewoon te proberen. Ook gedichten kun je leren eten." In 23 kleine hoofdstukken vertelt Deckwitz onder andere hoe je erachter kunt komen of poëzie iets voor je is, waarom er zoveel wit in gedichten zit, of vertaalde poëzie de moeite waard is, waarom er tegenwoordig zo weinig gedichten rijmen, waar je moet beginnen met het lezen van poëzie, hoe een gedicht ontstaat, of de Nederlandse poëzie werkelijk een tranendal is en wat je nou eigenlijk aan poëzie hebt. In al die hoofdstukken heeft ze waardevolle tips voor verder lezen opgenomen, zoals werk van dichters als Frank Koenegracht, Esther Jansma, Tomas Tranströmer, Emily Dickinson, Nyk de Vries, Vicky Francken, Charles Bukowski, Florence Tonk, Adonis, Antjie Krog en essaybundels en tijdschriften over poëzie. Ze geeft zelfs, in hoofdstuk 17, leestips voor slechte poëzie!
Olijven moet je leren lezen is een geweldige, vermakelijke en daardoor zeer besmettelijke cursus Genieten van Poëzie, die je helpt uit te vinden of en zo ja, van welke dichters je (nu) houdt. Knoop daarbij dan vooral deze laatste tip van Deckwitz in de oren:
"Bewaar de dagen waar je niets van snapt (prachtige regel overigens) en lees die een jaar later weer."
Hm tja, wat te zeggen. Deels las ik dit boek graag, en het doel: Genieten van poëzie werd enigszins bereikt. Nee goed, dat klinkt wat zwaarmoedig.
Tot halverwege 'Olijven moet je leren lezen' bleef mijn enthousiasme toenemen, ontdekte ik mooie en mooiere gedichten (die ter illustratie van de 'cursus' in dit boek zijn opgenomen), en was ik vol lof over de illustraties. Daarnaast vond ik het ook geruststellend te lezen dat gedichten doorgaans veel vraagtekens oproepen, en dat dat prima is, pfieuw. Toch had ik iets meer gehoopt, misschien om nog net iets meer bij de hand genomen te worden (lekker de verantwoordelijkheid bij anderen neerleggen) - want hoewel ik nu mooie gedichten gelezen heb, heb ik ook gedichten gelezen die me bijna boos maakten. 'Zie ik hier nou het mooie/intelligente niet van in? Dat moet ik nu toch juist wél kunnen?'
Waarschijnlijk is het gewoon tijd dat ik gedichten ga lezen, om het maar gewoon te ondergaan en hopelijk wat moois tegen te komen - maar ook om te leren dat het ok is als ik een gedicht niks vind/niet snap/over 20 jaar nog een keer moet herlezen.
Heerlijk hoe zij vertelt over hoe je gedichten kan aanpakken en wat het voor je kan betekenen. Ik ga haar boek sowieso gebruiken als ik gedichten ga analyseren met mijn leerlingen!
Toegankelijk boek waarin allerlei aspecten rond poezie worden uitgelegd: heeft het nut? Moet een gedicht rijmen? De correlatie tussen poezie en wiskunde. Bovendien geeft Deckwitz bij elk onderwerp leessuggesties en start elk hoofdstuk met een, naar mijn mening, mooi gedicht.
Aan de ene kant is het een interessant boek met een goede opzet en ben ik nu veel poezietips rijker. Aan de andere kant zitten er naar mijn mening te veel oordelen in over muzikanten, auteurs, noem het maar. Dat vind ik jammer en doet voor mij af aan het leesplezier.
Lekker luchtig weg lezend boek over poëzie. Voor mij bevestigt het eigenlijk dat ik op de goede weg zit. Ik kwam een paar jaar terug toevallig een gedicht tegen van Marieke Lucas Rijneveld en dat kwam zo binnen dat ik haar bundel kocht. Ik snapte er de ballen van maar het was wel mooi. Zoals je ook van muziek kan genieten zonder het te snappen. Dus ik vroeg me eigenlijk af of ik het wel 'goed' deed, is het de bedoeling dat je elk gedicht compleet analyseert en dan 'begrijpt', zoals bij Nederlands vroeger? Dit boek geeft je wat achtergrondinformatie maar bovenal laat het zien op hoeveel verschillende manieren je gedichten kunt lezen, en dat het juist expliciet bij poëzie hoort om van de woorden en de klanken te genieten en zelf te voelen wat de tekst bij je teweeg brengt. Deckwitz laat ook zien hoe je er nog dieper in kan gaan, maar die pure beleving, dat lijkt precies te zijn waar het om draait.
OK, dit is echt hele vage blabla. 't is een absolute aanrader voor iedereen die aangetrokken wordt door poëzie maar nog niet zo goed durft.
Dit boek haalde ik eerst in de bieb en kocht het vervolgens vanwege de blijvende waarde voor mij en kinderen om te helpen poëzie te lezen. Het is een buitengewoon leerzaam boek, vaak leuk geschreven. Het aplomb van de beweringen van Ellen Deckwitz moet je van een jonge Schrijver die meent de waarheid over poëzie in pacht te hebben met liefde accepteren.
Dit boek laat je niet enkel poëzie beter begrijpen, maar ook ervan te leren houden. De vele tips voor dichters waren welkom, en verrassend. Zo is Deckwitz lovend over de poëzieverzamelingen van Arie Boomsma, een man die ik enkel vaag kende van fysieke kwaliteiten.
Het boek zette me aan mijn poëzieboeken (sorry: ‘bundels’) weer te gaan lezen. En naar de nacht van de Poëzie te gaan in oktober 2022.
(O ja, Ellen is ook een van de weinige columnisten in kranten die weet te boeien.)
Heel leuk boek waarin je meer leert over poëzie! Ook bijvoorbeeld voor docenten een aanrader om leerlingen laagdrempelig kennis te laten maken met gedichten. Ieder hoofdstuk begint met een gedicht en hangt daar ook mee samen. Ik heb het boek redelijk snel uitgelezen, omdat het erg leuk was. Verder ben ik nu helemaal geïnspireerd om er wat mee te doen in mijn lessen. Super dus!
"Een gedicht wil zichtbaar maken wat de lezer nog niet eerder heeft gezien en stuurt diens blik via taal." Ware woorden van de schrijfster. Zo de moeite waard dit boekje. Omdat wie een gedicht probeert te begrijpen, moeite leert doen voor het horen van iets anders dan de eigen interne monoloog die dag en nacht aanstaat. Je leert je te openen, via taal, voor iets buiten jezelf. Je traint je vermogen tot begrijpen, waardoor je een betere lezer maar ook een betere gesprekspartner wordt (E.D)
Heel aanstekelijk boek om dieper in poëzie te duiken, met de hartstochtelijke boodschap van Deckwitz om vooral zelf op zoek te gaan in het diverse landschap van de dichtkunst naar wat jou raakt. En hoewel heel haar betoog heel motiverend is en ze zelf zegt zich "regelmatig heel erg onthersend" te hebben gevoeld, geraak ik door haar rake analyses en gevatte opmerkingen toch wat perplex ontnuchterd tot poeziegroentje.
Wat een enthousiaste essays over poëzie! Zeer begrijpelijk, grappig en aanstekelijk, met bij ieder hoofdstuk een voorbeeldgedicht om de gedachten over poëzie te onderstrepen. Echt zin om weer eens wat meer gedichten te gaan lezen. Dank.