Michael Foley wants to understand why he doesn't appear to be experiencing as much 'fun' as everyone else. So, with characteristic wit and humour, he sets out to understand what fun really means, examining its heritage, its cultural significance and the various activities we associate with fun. He investigates pursuits such as dancing, sex, holidays, sport, gaming, and comedy, and concludes that fun is not easy, simple and fixed, as many seem to believe, but elusive, complex and constantly changing. In fact, fun is a profoundly serious business, a range of new group rituals evolving in response to cultural developments, often motivated as much by spirituality as hedonism. Also, while fun is a modern phenomenon it turns out to have recreated many of the elements of early ritual. His findings will invigorate you with insights, make you laugh at life, and quite possibly help you to understand why the post-post-modern is actually the pre-pre-modern.
Originally from Killavullen, Co Cork, Michael Foley has written Kings of September, winner of the 2007 BoyleSports Irish Sportsbook of the year. He also ghostwrote Harte: Presence Is the Only Thing, the autobiography of Tyrone gaelic football manager Mickey Harte, shortlisted for the 2009 William Hill Irish Sportsbook of the Year.
Winner of the GAA’s McNamee Award in 2008 and shortlisted for Sports Journalist of the Year in 2003, he is acting sports editor and GAA correspondent for the Irish edition of the Sunday Times. This is his third book. He currently resides in Macroom, Co Cork.
In Lucas Belvaux' film 'Pas son genre' komt een jonge professor Duitse filosofie in het Noord-Franse Arras terecht. Hij leert er een kapster kennen die verzot is op films met Jennifer Aniston. Half ironisch begint de professor een relatie met de kapster. Ze troont hem mee naar een discotheek. Aanvankelijk gedraagt hij zich als een muurbloempje, tot wanneer zijn vriendin hem meesleurt op de dansvloer. Terwijl Opus' 'Live is life' weerklinkt zie je hem transformeren van harkerige stoethaspel tot enthousiaste wildebras.
Wat je ziet is de kracht van schaamteloos entertainment, wat door sommige mensen nog steeds denigrerend wordt bekeken. Het is makkelijk om intellectuele flessentrekkerij te verkopen over onderwerpen als Mozart of Picasso, moeilijker is het om pertinente en pregnante zinnen te schrijven over een film als 'Saturday night fever'. Het soort cultureel product waarover je (te) makkelijk badinerend uit de hoek kunt komen. Dat doet Foley dus niet. In het hoofdstuk 'Leuk dansen' schrijft hij uitgebreid over de prent: het is volgens hem een nauwkeurige weergave van saaie baantjes, ontsnappingen tijdens de weekends en het grove taalgebruik van jongeren. 'Het is waarschijnlijk een van de beste films over leuk die er ooit zijn geweest.'
Leuk ('een uitdrukking die zich niet laat definiëren') is in dit boek het sleutelwoord. In een stevig aantal hoofdstukken behandelt hij nauwgezet 'leuke' fenomenen als dansen, stand-up comedy, voetbal of de Occupy beweging. Nauwgezet, omdat hij met bijna antropologische blik zijn thema's benaderd. Waarom supporteren mensen bijvoorbeeld fanatiek voor steeds verliezende ploegen als pakweg West Ham of STVV?
De manier waarop Foley zijn essays stoffeert is uit de kunst. Los van zijn persoonlijke (vaak grappige) praktijkvoorbeelden, is vooral de ontspannen manier waarop hij citeert uit literatuur en film stichtend. Of het nu gaat over een film met Steve Martin of een gedicht van Philip Larkin, hij intregeert ze in zijn essays op een manier waarop je als lezer denkt: 'Verdorie, dat moet ik nog eens lezen (of bekijken).'
Wanneer hij het in een later hoofdstuk heeft over het Burning Man Festival in Nevada gaat zijn enthousiasme evenwel het hem aan de haal. De sfeer die hij beschrijft ('er is uitsluitend geven') staat naar ons gevoel in schril contrast met de realiteit. Wanneer je weet dat een toegangskaart voor het Burning Man Festival een mooie 424 dollar moet kosten, lijkt ons dat niet meteen de plaats waar iedereen zal terechtkomen.
In een periode waarin we tegen de grenzen van het individualisme aanlopen, is dit een boek dat eventueel duiding kan verstrekken bij het einde van een tijdperk dat begon na W.O. II. Ergens in 'Leuk, hé' citeert Foley de Canadese filosoof Charles Taylor:
'De persoonlijke identiteit wordt niet zozeer ontwikkeld door naar binnen te kijken, maar door de aanvaarding van dan wel het verzet tegen de identiteiten die anderen proberen op te dringen'.
'We are all individuals', scandeerden de volgelingen van Brian in koor tijdens de Monty Python-film 'The life of Brian' en ze geloofden het nog ook.
I bought this book as it promised to look at what we do to have fun with the author sampling some of these bizarre activities; and the best bits were these interactions but sadly, they were few and far between. The rest of the book consisted of some endless sociology blather that failed to maintain any sort of interest and half of which seemed to be the product of some google and wikipedia research. Not my idea of fun.
Eigenlijk is het best wel grappig dat een boek wat over de filosofie van plezier maken gaat, op 1 april in de winkels ligt. Ik zie er eerlijk gezegd de humor wel van in. Bij het zien van de cover begrijp je al dat het gaat over wat mensen vinden van plezier maken, wat ze er nu leuk aan vinden om in bijvoorbeeld een achtbaan te gaan zitten. De titel is alleszeggend, maar toch vind ik de cover van het origineel, Isn't this fun?, beter bij het boek passen. Een ouder echtpaar waar duidelijk is dat ze niet meer met, maar ook niet meer zonder elkaar kunnen, een dagje uit is en dan beiden denkt van 'moet dit nu leuk zijn?' Het is dan ook een verhelderend boek waarbij je na het lezen van het boek anders gaat kijken naar diverse rituelen en gebruiken. De ontstaansgeschiedenis van bijvoorbeeld Halloween,Carnaval, dansen, voetbal en vakantie wordt uitgelegd. Waarom mensen het leuk vinden om hutje mutje op het strand te zitten bij mooi weer of in grote groepen bij een festival te zijn. Je krijgt er respect voor, je begrijpt de mensen die bijvoorbeeld van Carnaval of die van voetbalwedstrijden houden beter (het is overigens maar goed dat er tegenwoordig met de verliezers niet zo wordt omgegaan als in een bepaalde tijd. Het waarom kan je in dit boek lezen.). Ook krijg je respect voor de schrijver die op zijn leeftijd bijvoorbeeld naar een bijeenkomst is geweest waar mensen zich verkleden als hun helden. Vrees niet dat het droge kost is, dat is het allerminst. Het boek is op een boeiende, vlotte manier geschreven met af en toe een vleugje humor. Het boek zou geschikt kunnen zijn voor de lessen Maatschappijleer op de hogere scholen, want het is een heel erg leerzaam boek dat je laat nadenken over bepaalde dingen als humor en waarom je iets leuk vindt of niet. Bepaalde hoofdstukken zullen wat minder geschikt zijn, maar over het algemeen genomen zou dit een goed leerboek kunnen zijn.
In true "popular non-fiction" style, author Michael Foley borrows from every academic discipline under the sun in a decidedly un-academic way to produce a missive on the concept of fun. What it is, what it means, and why we humans are so obsessed with having it that the pursuit of fun often takes all the fun of it.
Foley's ambition is to explore fun not as a contemporary phenomenon but rather as a universal characteristic of the human experience across time and culture, and in that he is unsuccessful. He does, however, manage at least to provide a thoughtful meditation on his own experiences of fun - and while that may not be universal, it is recognisable to those of us whose shot at life happens to be in 20th/21st century Western society. But the fact that he doesn't accomplish that rather ambitious aim is not necessarily a problem, because in dipping into any and every branch of study - from sociology to psychology, economics to sociology, history to theology - he offers up some random tidbits of anecdote and fact which are more interesting and enlightening than the central thesis.
I wasn't enthralled with this book. I dipped in and out of it whilst reading over things, skipped to chapters with the most intriguing titles, and never even got to the end. But those times when I did sit down with it were pleasant, mildly informative, and - dare I say it - sort of fun. But only sort of.
Hmm, difficult to know what to think of this. Like most reviews I've read I got this on the strength of Age of Absurdity, one of my all time favourite non-fiction books. I genuinely think the world should read that book and it would be a much better place. Isn't this fun though seemed to struggle to find an anchor with which to hold down the central concept. It was quite random at times and was more a series of essays about such thing as the history of dance / dance music. A lot of references to the classics (some in particular) and was, dare I say it, quite tedious in places. My love for Foley's previous book is drawing me to 3 stars, but I think it has to be 2.
Terrible. 1 star is the merciful rating for referencing a handful of good books in an otherwise terrible book, otherwise it'd have a zero. Don't be misled by the title. There is no investigating going on here. The author basically spends the book weaving boring anecdotes from his own life with barely cogent theses about what fun is and all the myriad types of fun there are in the world. Also weirdly defines fun as strictly social, and play as something that can be either solitary or social. Huh?? Just awful. I actually returned it after about 120 pages and traded it for a real book.
Michael Foley's The Age of Absurdity is one of my favourite books, so it's confusing and annoying that he's never been able to write anything else quite as good ever sense. This one is a vaguely diverting travelogue type book where he wanders the world finding out how people seek fun in the 21st century, but I was skipping pages long before I even reached the halfway mark. It might have made interesting reading as a magazine article or something, but doesn't warrant a full 300+ page book. Sorry Michael.
I read this book on and off over a couple of months. Although it wasn’t a typically intense page-turner, it was interesting and the insights have made me look at the things I find fun rather differently. It provides an interesting look at the world. I liked the exploration into many different subcultures, but at times I did get frustrated by Foley’s rather hectic style and format. Just as I was getting into a particular tale he seemed to go off topic a bit. But overall it was a very good read.
This book bored me senseless. It has more quotes than original thought and the few original ideas that are there are often downright terrible, especially his demeaning comments about single people. The constant sex talk gets a bit off-putting as well.
Heb jij dat ook wel eens, dat je bijvoorbeeld wordt meegesjouwd naar de vrijmarkt op Koningsdag en dat je je afvraagt tussen al die etende en kopende en er heel tevreden uitziende massale mensenmenigtes: Wat is hier nou leuk aan? Of dat je min of meer gedwongen bent met je kinderen een leuk uitje te hebben naar de Efteling, waar je meer in de rij wachtende, etende en er tevreden uitziende mensen staat, dan dat je in die leuke attractie zit, en je onderwijl je afvraagt: Wat is hier nou leuk aan? Of dat je met je vrienden gezellig naar een overvol café moet omdat dat juist zo ‘leuk’ is? In ieder geval heeft dichter, schrijver en filosoof Michael Fowley deze ervaring zo vaak gehad dat hij besloot er onderzoek naar te doen en er een boek over te schrijven. Knorrepot Fowley schreef ’Leuk, hè? De filosofie van plezier maken’ (Isn’t this fun?).
Hij zet zijn boek lekker gestructureerd op in vier delen: 1. Een definitie van leuk; Leuk begrijpen; 3. Het leuk hebben; Leuk beoordelen.
‘Leuk is niet alleen ingewikkeld, maar ook paradoxaal. Het is een volstrekt modern concept, en toch zal onderzoek uitwijzen dat het vaak een terugkeer naar het oudst denkbare ritueel uit de prehistorie behelst’, schrijft Fowley op blz 21 in een niet al te fraaie vertaling. Vervolgens onderzoekt Fowley rituelen door de geschiedenis en door alle culturen heen, waarbij hij zijn eigen ervaringen niet vergeet te vermelden - indrukwekkend! Zo is zijn aanpak: een jaloersmakende kennis van de geschiedenis en antropologische en sociale wetenschap, gelardeerd met eigen belevenissen, die niet gespeend zijn van zelfspot en relativerende humor. Leuk, hè? lijkt Fowley te willen zeggen, op alle niveaus.
Een van de uitgangpunten uit deze studie is dat de mens ook en misschien voornamelijk een groepsdier is; en dat veel in ons leven bedoeld is om dit groepsgevoel steeds opnieuw te voeden en te consumeren. Daarom zeggen we steeds tegen elkaar: Leuk, hè?
Dit boek is te uitgebreid omin een leuke recensie even vlot samen te vatten. Ik zou willen zeggen: lees dit boek, neem het mee op een luie vakantie als je veel tijd hebt en genoeg hebt van het leuk doen. Het boek eist wel wat van je: zeer aandachtig lezen, belangstellend te staan tegenover geschiedenis en antropologie en de naar mijn smaak af en toe wat al te flauwe humor van de schrijver - maar wellicht is die flauwe humor juist precies zo bedoeld, om het ‘leuk, hè?’ te benadrukken -. Het is goed om het boek van tijd tot tijd terzijde leggen en dan het een en ander nog eens goed door je gedachten te laten gaan: langzaam savoureren.
4/5 sterren.
• Natuurlijk is dit potjeslatijn; het is bedoeld om leuk te zijn ;-) .
{ “Wat is leuk en waarom zijn er zoveel mensen die het zo hoog aanslaan en het zo fanatiek najagen? “}
Het boek van Foley geeft een filosofische blik op het woord “leuk” en alles wat daarom heen hangt. Hij gaat op zoek naar antwoorden, waar komt het woord vandaan? Wat betekent het? En geeft antwoord op vragen als: waarom bevinden mensen zich graag in groepen? En waarom anderen dat moeilijker vinden.
Zo zegt Foley, is het woord “leuk” uitgegroeid tot een bijvoeglijk naamwoord dat elke vorm van plezier op een laagdrempelige manier beschrijft: een leuk gebeurtenis, een leuk iemand, ed. Maar kan ook een voor de hand liggend fenomeen zijn, zonder verdere verklaring. Foley heeft vermoedens dat het woord nog niet zo heel lang bestaat ( na de 18e eeuw). En vertelt zijn bevindingen hierover. Hij geeft vele betekenissen met uitleg, en vind Leuk niet-individualistisch, maar sociaal. Daarnaast verbind hij het woord Leuk, aan verschillende onderwerpen zoals leuk en groepen, rituelen, dansen en humor. Hierbij geeft hij uitgebreid uitleg en geeft inzichten die een nieuwe blik op zaken geven. Zo blijkt Leuk ook met zijn tijd mee te gaan en heeft het een ontwikkeling meegemaakt. Wat toen leuk was, hoeft nu niet leuk te zijn.
{ “Leuk is in veel een ervaring net als geluk, waar iedereen naar streeft, maar is vaag en ongrijpbaar”}
De elementen: De cover ziet er kleurrijk uit, en ziet eruit als een soort rollercoaster ..een snel karretje uit de achtbaan, die zeer binnenkort over de kop zal vliegen. De titel “Leuk he”, vind ik wat kort, maar dekt de lading wel. De schrijfstijl is prettig, maar ook wat zwaar en filosofisch. Er wordt uitleg gegeven over de verschillende betekenissen van het woord Leuk, en ook verschillende definities. Daardoor is het boek luchtig, maar toch ook weer niet. Foley heeft dit laatste opgelost door er de nodige humor toe te voegen. Het boek bestaat uit 4 delen, en begint met de definitie van leuk, en eindigt met Leuk beoordelen.
Mijn mening over het boek: Michael Foley heeft hiermee een zeer interessant boek geschreven over het fenomeen “leuk”. Het is een bijzonder filosofisch verhaal en tevens een diepgaand onderzoek naar het woord “leuk”. Wat is leuk?, Waarom vind iedereen alles zo leuk? Waarom zijn groepen mensen leuk? Is leuk eigenlijk wel zo leuk?
{ “Want stel je voor dat je Leuk afwijst, dat zou vergelijkbaar zijn als een soort verbanning uit de sociale netwerken. Het moderne alternatief voor de brandstapel”}
Het intrigeert Foley, om hier een heel boek over te schrijven en dat is te merken. Hij geeft uitleg over het woord en fenomeen “leuk”, gaat dieper op de materie in en heeft er een hele studie van gemaakt. Het boek leest prettig weg, en geeft per onderdeel nieuwe inzichten zodat de lezer op een andere manier tegen sommige zaken zal gaan aankijken. En dat is heel knap. Het is geen boek dat je snel uitleest, maar per hoofdstuk in gaat zodat de inhoud langer blijft hangen. Het is een bijzonder boek! Gewaardeerd op 4 sterren.