Wonderkind Joshua James groeit op bij zijn psychotische moeder. Na haar dood ontfermt een bejaarde buurman zich over hem. Hij probeert de jongen uit zijn isolement te halen door hem saxofoon te leren spelen. In de jaren die volgen ontwikkelt Joshua James zich tot een muzikale legende, maar de demonen uit zijn verleden laten hem niet met rust.
De afwezigen vertelt niet alleen het verhaal van Joshua’s leven, maar ook de bijzondere verhalen van de mensen die zijn pad kruisen, zoals dat van zijn vader die hem al vroeg in de steek laat en een rouwend meisje in wie hij zijn gelijke vindt. Allen zijn zij in gevecht met de afwezigen in hun leven en met de eenzaamheid waartoe verloren liefde kan leiden.
Een tedere roman over verlies en overleven, ambities en opportunisme en de troostende kracht van muziek.
Lieke Kézér (1976) studeerde film en televisiewetenschappen. Tijdens haar werk als journalist bouwde ze in haar hoofd en op papier jarenlang aan De afwezigen, waar ze de ANV Debutantenprijs en de Bronzen Uil 2017 mee won. In 2019 verschijnt haar tweede roman, De verloren berg.
Voor een winnaar van de Bronzen Uil en de ANV Debutantenprijs voelde dit boek helemaal niet als een debuut aan. Het mist drang, datgene wat een debuut vaak typeert: een schrijver probeert net iets te hard, wat gepaard gaat met beginnersfouten. Een typisch goed debuut is vooral veelbelovend. Neen, dit boek bezit, ondanks de eerder heftige onderwerpen, een zekere kalmte die je verwacht van een meer ervaren auteur. De personages worden fijn geschetst, hun levens haken in elkaar, er wordt zonder moeite versprongen in de tijd, en op het einde komt alles perfect samen. Dit is echt een erg mooi boek, dat ik bijzonder graag gelezen heb. De centrale figuur Joshua James wordt nooit rechtstreeks beschreven, enkel aan de hand van andere personages die zijn leven kruisen. Ik begrijp de keuze van de schrijfster, maar graag had ik nog méér gelezen, méér over Joshua, het boek mocht nog wat langer zijn. Laat dat dan de enige imperfectie zijn van dit debuut.
Er zijn momenten bij afwezigheid van concentratie om te lezen en - ja er liggen dan diverse mooie recensieboeken - dat je gedachteloos een roman uit de ongelezen stapel plukt en ineens afwezig van alle randzaken verdwijnt in een vacuüm en bordje 'afwezig' om je nek lijkt te hangen.
'De afwezigen' van Lieke Kézér had mij vrijwel direct in deze modus. En ik moet zeggen die momenten zijn er bij relatief nieuwe auteurs de laatste maanden steeds vaker. Mooi.
Wat ga ik over deze niet chronologische raamvertelling schrijven, niet het hele verhaal vol armoede, eenzaamheid, een desolate verlatenheid met ook kansen en zinnen met muziek. Het verhaal van Joshua is niet alleen zijn verhaal, het is zoals bijna bij iedereen het verhaal van de mensen, de lijntjes rondom hem die hem gebracht hebben tot waar hij nu woont met dat waanzinnige uitzicht. Het verhaal van de afwezigen.
'Al jong had ze geleerd te leven zoals je ademde - zonder erbij na te denken. Maar nu was Joshua er, een dolende ziel, net als zij.'
Een strak gecomponeerde vlotlezende roman waarin ruimte is voor eigen gedachten en kennis. Een roman waarin je vanzelf weer op herkenbare plaatsen in de VS rondloopt. Van Fifth Avenue tot aan het Hollywood sign.
'Dat talent, de lichtvoetigheid van zijn spel, de warmte, de overdonderende schoonheid. Zijn muziek bracht een fysieke reactie bij haar teweeg. Het ontwarde knopen in haar schouders, ontspande haar zenuwen, blies de gedachten uit haar hoofd. Ze dreef op de melodie alsof ze in de zoute zee lag. Ze zag hetzelfde bij hem gebeuren, de rust die hem beving als hij speelde.'
Ik zal mij niet lang 'verloren' voelen als de tweede steeds uitgeleende roman van deze auteur uit de bieb komt: De verloren berg.
Het boek begint bij Frank Johnson, een gepensioneerde muzikant die enkele maanden geleden weduwnaar is geworden. Uit zijn verhaal blijkt dat hij Joshua Jones bij zich in huis heeft genomen nadat de moeder van die laatste dood werd teruggevonden. Joshua is een 12-jarige jongen die het in zijn jonge leven al zwaar te verduren heeft gehad. Frank leert hem de sax bespelen om zijn problemen in de muziek te kunnen vergeten waarin Joshua een genie blijkt te zijn en zal uitgroeien tot een superster.
Het boek cirkelt als het ware rond Joshua maar handelt in een aantal korte vertellingen in dit raamverhaal vooral rond die personen die hem in zijn leven het dichtste bij zullen komen: buurman Frank, zijn moeder Maggie, zijn vader (een mislukte acteur) en zijn nieuwe vriendin Jessy, Sarah, een tienermeisje dat hij ontmoet in de straten van New York die net haar vader verloren heeft en met hem op gelijke hoogte komt; zijn manager Dave en stripteasedanseres Lucy en nog later in het verhaal ook de zoon van deze twee: Elvis. Het belangrijkste thema in het verhaal: het gemis van een vader. De meeste personages verliezen hun vader op jonge leeftijd of hebben hem niet gekend, en groeien er zonder één op.
Ergens komt er een prachtige opmerking in voor, die ik heel goed onthouden heb: rouw zou een apart vak moeten zijn op school, dat is nuttiger dan wiskunde. Eerst was het toch even wennen met dit boek omdat er eigenlijk niet echt één hoofdfiguur is. De verschillende gevolgde personages zijn in feite even belangrijk of zelfs belangrijker dan Joshua zelf en ook de relaties onderling worden onder de loep genomen. De sfeer van dit boek straalt in feite verlatenheid, eenzaamheid en overgeërfde kansarmoede uit, onafhankelijk van de huidskleur. “Kansarmoede” is hier voor mij een belangrijke term ook. Generaties die na elkaar in situaties opgroeien waar ze niet uit geraken en niet aan een betere opvoeding of job geraken, creëren dikwijls de moeilijkste situaties om te doorbreken. Daar voel je echt de miserie van de verschillende aan lager wal zijnde/geraakte families in.
Het is soms wel moeilijk te volgen in dit boek: de verschillende fragmenten zijn niet in chronologische volgorde opgeschreven wat voor mij misschien niet had gehoeven. Het is niet altijd even duidelijk wat de meerwaarde daarvan was en regelmatig moest ik wel even terug bladeren om te zien hoe alles in elkaar paste. Maar nadat je gewend raakt aan deze vorm en de verschillende fragmenten, is het genieten van de troostende taal waardoor je van dit indroevig verhaal toch niet volledig depri wordt. Ook de muziek op de achtergrond van Joshua kan je door de zinnen heen horen. De liefde voor Elvis Presley van enkele personages is tevens mooi verwerkt in heel het verhaal. Het boek begint bovendien met een motto van Tom Waits: “I like beautiful melodies telling me terrible things.” Er is dus heel wat aandacht besteed aan de verschillende muziekreferenties ook wat het verhaal zeker een extra biedt.
Kézér overtuigde me met dit debuut. Ze doet me wel wat denken aan de Vlaamse Annelies Verbeke eigenlijk, die ook kortverhalen schrijft en een zelfde soort raamvertelling schreef met 30 dagen. Ook zij heeft het trouwens regelmatig over figuren die het leven niet meer aankunnen en die met een soort onvermogen worstelen. Het verlies van de afwezige personages en het verdriet weegt in dit boek wel enorm zwaar door. Daarnaast zijn ook de titel en het beeld van de jongen op de cover tekenend voor het boek. Daar heb ik nu ook even bij stil gestaan.
Het is gebeurd, de eerste vijf sterren voor 2020 zijn uitgedeeld; en dat na pas 4 boeken te hebben gelezen. De eer komt de debuutroman "de afwezigen" van Lieke Kézér te beurt, die op heel originele en meeslepende wijze het verhaal vertelt van wondermuzikant Joshua James. De jongen, wiens vader op jonge leeftijd vertrok met de noorderzon en wiens moeder niet veel later overleed, wordt opgevangen door een oudere overbuur die met de handen in het haar zit om het depressieve kind uit zijn schulp te lokken. Dat lukt.... met een saxofoon. En wat volgt is een verhaal over een jongen die uitblinkt in muzikaliteit doch verloren loopt in deze wereld; vecht tegen de eenzaamheid en de demonen van het verleden en vooral....het gemis van zijn vader. Wat het boek zo boeiend maakt is dat het hele relaas verteld wordt door verschillende personen die in grotere of kleinere mate een rol hebben gespeeld in Joshua's leven, nooit door Joshua zelf. Tevens worden sprongen in de tijd gemaakt waardoor antwoorden op vragen in het begin van het boek pas later gevonden worden, of, waardoor later in het boek pas duidelijk wordt hoe iets precies is verlopen. En dat alles bovendien met een taalgebruik dat minstens even muzikaal is als het talent van Joshua ("in zijn hoofd fladderden opbeurende woorden als grijze motten maar hij kreeg ze niet gevangen"). Echt onder de indruk.
"Ik ben nog nooit doodgegaan. Ik weet niet hoe dat moet" "Alles wat jij doet; doe je goed. Je hebt er vast talent voor".
"Hoe moet je rouwen?" "Ik denk dat het iets is wat je moet ondergaan" "Ze zouden het je op school moeten leren. Daar heb je in het leven meer aan dan aan wiskunde".
Lieke Kézér studeerde film- en televisiewetenschappen, werkte als journalist en werkte ondertussen jarenlang aan haar debuutroman; De afwezigen. Na het overlijden van zijn psychotische moeder, trekt wonderkind Joshua in bij zijn bejaarde overbuurman. Daar leert hij saxofoon spelen en langzaam ontwikkelt Joshua zich tot een jazzlegende.
Opvallend aan ‘De afwezigen’ is de compositie van het verhaal. Kézér maakt grote sprongen in de tijd in de verschillende delen van haar verhaal en laat de verschillende delen niet chronologisch op elkaar volgen. Hierdoor blijven er tijdens het lezen steeds onopgeloste of niet ingevulde passages over en blijf je als lezer doorlezen, op zoek naar antwoorden.
Het boek vertelt het verhaal van Joshua, maar zijn eigen perspectief zien we als lezer nooit. De verschillende delen van het boek hebben elk een eigen verteller. De mensen uit het leven van Josh vertellen zijn verhaal; het ene personage staat wat verder van hem af dan het andere, waardoor Joshua vaak een figurant is in het verhaal waarvan hij eigenlijk het hoofdpersonage is. Dit werkt vervreemdend en tegelijk weet Kézér het zo op te schrijven dat het allemaal klopt. Het is een origineel en gedurfd, maar geslaagd experiment.
Ook aan de schrijfstijl van Kézér klopt alles; de melodieuze zinnen vol details en beeldende metaforen lezen vlot. Ze zorgen voor een unieke sfeer in het verhaal en vertragen het verhaal op geen enkel moment onnodig: ‘In zijn hoofd fladderden opbeurende woorden als grijze motten, maar hij kreeg ze niet gevangen.’.
Muziek speelt een belangrijke rol in het boek en dit komt ook in alle lagen van het verhaal voor. Kézér weet de kracht van muziek goed te vangen in haar verhaal. Muziek fungeert in het verhaal en het leven van Joshua als redding en troost en op een ander niveau, maar tegelijkertijd gebruikt de auteur voorbeelden uit de kunst en muziek om haar verhaal en de emoties die daarin beschreven worden verder uit te diepen en toe te lichten. Eigenlijk moet je ‘De afwezigen’ lezen met een Elvis-playlist op de achtergrond.
‘De afwezigen’ is vooral ook een boek vol tegenstellingen; afwezig en aanwezig, afstand en nabijheid, eenzaamheid en samenzijn, depressie en hoop en leven en overleven. Alle personages en verhalen binnen het verhaal geven uiting aan deze tegenstellingen en zetten de lezer aan het denken. De complexiteit van het geheel maakt dit een geslaagd debuut dat zich zeker leent voor herlezing.
Wauw, wat kan Lieke Kézér schrijven. Vanaf de eerste bladzijde werd ik dit boek ingezogen en beleefde het bewogen leven van Joshua James mee. De beeldende zinnen vol metaforen, de verschillende perspectieven (maar nooit dat van Joshua) van de personages op Joshua's leven en het heen en weer springen in de tijd maken het verhaal niet complex maar zorgen er juist voor dat je blijft doorlezen.
Het citaat aan het begin van het book van Tom Waits vat het verhaal goed samen: "I like beautiful melodies telling me terrible things"
Niet uitgelezen, deze. Eerst raakte ik geïntrigeerd door een subtiele verhaalsstart over hoe moeilijk het is voor een grootvader-in-rouw om te gaan met een kleinzoon-in-rouw, gevoelig en herkenbaar. Dan breekt de schrijfster deze beloftevolle verhaalslijn af, verklaart de interessante grootvader dood en switcht genadeloos naar de zelfkant van het nachtleven, een opeenstapeling van ellende door drugs, prostitutie, verkrachting e.a. geweld. Al bij al niet eens onaardig geschreven, maar na wat me eerst beloofd werd een fikse afknapper.
Ik heb deze roman nét uitgelezen en zou eigenlijk 5 sterren willen geven. Maar ik moet het nog even verwerken, dat is met deze verpletterende roman echt wel even nodig. En dan zou het theoretisch kunnen zijn dat ik op 4 sterren blijf hangen. Gelezen via de gratis app Vakantiebieb van de Openbare Bibliotheek. Die app zorgt er toch elke keer weer voor dat ik zomaar een aantal geweldige boeken lees.
Vanaf de eerste bladzijde wordt je meegezogen in de verhalen van de mensen die langere of kortere tijd belangrijk waren voor Joshua of andersom, maar ook hoe het leven van Joshua gaat. Je voelt ieders eenzaamheid, het verdriet van een ieder, het gevoel dat je sommigen wilt helpen, op anderen wordt je weer kwaad om wat ze doen, voor anderen kan je alleen maar respect hebben. Je ziet de gebeurtenissen voor je. Uiteindelijk begin je steeds beter te snappen waarom iemand in Joshua's leven is/geweest en hoe het die persoon uiteindelijk is verlopen. Sommige gebeurtenissen lopen anders dan je verwacht. Je wordt heen er geslingerd in de tijd, maar niet op een storende manier. Eigenlijk lopen de muziek en The King of Rock and Roll, Elvis Presley, als een onzichtbare rode draad door het boek. Je hoort Joshua bijna spelen als hij speelt, je ziet hem voor je hoe hij speelt. Hoe hij veel mensen (onbewust) kracht geeft, in ontroering brengt, even alles laat vergeten door zijn muziek, maar ook zelf even alles vergeet, even gelukkig is. Het boek is filmisch geschreven. Het zou me overigens niets verbazen als dit boek ooit verfilmd wordt en dat het dan een goed bekeken film zou worden. Het is een boek dat je niet meer loslaat, je nog een hele tijd bezig houdt als je het uit hebt. Al tijdens het lezen wil je het boek het liefst in één ruk uitlezen, je wilt het niet aan de kant leggen omdat je andere dingen moet doen. Kortom het is een geweldig debuut van Lieke.
Ontzettend mooie roman over verlies en overleven. Lieke Kézér debuteert groots met een goed uitgekiend verhaal over het wonderkind Joshua James. Na de dood van zijn moeder wordt hij grootgebracht door een bejaarde buurman. Hij leert hem hoe hij zijn verlies kan vertalen in iets positief, muziek. Ze zoeken het samen uit want ook de bejaarde buurman vecht zich hardnekkig uit het verlies. Daarna ontvouwt zich een verhaal waarin Kézér telkens het vertelperspectief wijzigt, van de bejaarde man, de manager van Joshua tot de biologische vader van Joshua. Allen hebben ze iets gemeen, de afwezigen in hun leven. Kézér schrijft vlot en stilistisch mooi. Ze heeft oog voor detail, werpt interessante beelden op. Het verhaal leest als een trein. Smaakt alleszins naar meer!
‘De jongen zweeg drie commercials lang, zei toen: ‘Ik werd wakker omdat ik mijn moeder hoorde zingen.’ ‘Maar het bleek een droom te zijn.’ ‘Ja.’ ‘Wat zong ze?’ ‘You Were Always On My Mind.’ ‘Was dat haar lievelingsnummer?’ ‘Hmm.’ ‘Ik moest vanmiddag aan je moeder denken,’ zei Frank. ‘Soms hing ze de was op als ik op de veranda zat, en dan zong ze iets van Elvis.’ ‘Ik wil niet meer aan mijn moeder denken,’ zei Joshua met een stem die maar net boven de stilte uitkwam. Frank moest zijn adem inhouden om hem te kunnen verstaan. ‘Waarom niet?’’ (2016: 38-39)
Deze roman gaat over Joshua James, saxofonist, junk, jazzmuzikant, betoveraar, eeuwige jongen: Peter Pan.... en vooral over de helende kracht van muziek, al klinkt dat laatste als een ongelooflijk groot cliché, realiseer ik me op het moment dat ik het opschrijf.
De zwarte oud-muzikant en buurman Frank Johnson neemt de blanke white-trash-knul Joshua James onder zijn hoede, na dood van diens schizofrene moeder. Joshua is uiterst introvert, op het autistische af. Franks depressieve vrouw Gloria is eveneens zopas overleden. Joshua’s vader, Tucker James, fake-acteur en junk, is uit het gezicht verdwenen. Van Los Angeles gaan ze op reis naar New York en maken een sentimental journey langs de plekken waar Frank vroeger als jazzmuzikant gespeeld heeft. Een paar jaar later ontdekt Dave Peligro, naar eigen zeggen, de jonge saxofonist en maakt hem groot.
‘Ergens aan het einde van de onpeilbaar lange gang klonk muziek. Dave schoof duizelig langs de muur, hij passeerde gesloten deuren en een zwarte gestalte die naar hem fluisterde, maar toen hij over zijn schouder keek was er niemand te zien. De deur stond op een kier, wierook kwam op hem af. Er zaten vage figuren in de schaduwen, in het midden van de kamer stond een magere jongen te schmieren met een trombone. [...] Het geschreeuw van de trombone stuiterde tegen de muren, het plafond, ketste af tegen de plinten. [...] Vervolgens kwam er een jongen met een engelachtig voorkomen de kamer binnen. Hij zette met gesloten ogen een saxofoon aan zijn lippen en de allereerste noten raakten Dave als cupidopijlen. Ademloos zei hij tegen het meisje (naast hem, rdv) : ‘Luister, luister dan toch!’, maar ze hing opzij [...], de naald nog in haar arm. Kort daarna ging ook bij Dave het licht uit.’ (ibid: 45-46)
De moderne Orfeus
Kézér beschrijft niet hoe de muziek van Joshua klinkt. Hij speelt saxofoon, hij speelt jazz, hij wordt beroemd, namen van beroemde saxofonisten dwarrelen langs; Charlie ‘Bird’ Parker, John Coltrane, etc. Kézér laat zien, beschrijft hoe mensen op Joshua’s muziek reageren: ze gaan absoluut uit hun bol, zoals Dave Peligro, zijn manager; ze worden diepgaand getroost door hem, zoals het meisje Sarah, dat haar vader kortelings heeft moeten overgeven aan de dood. Maar de mensen die hij het het meest bemint, zijn moeder en zijn vader, bereikt de moderne Orfeus niet. Zijn moeder heeft Joshua nooit horen spelen, maar hij deelde haar voorliefde voor Elvis. Zijn vader is een ordinaire profiteur, die zich ook niet laat vermurwen door Joshua’s muziek.
Ik zelf had niet zozeer een associatie met een saxofonist met deze jonge goddelijke musicus, maar met twee trompetisten: op de eerste plaats Miles Davis en dan vooral zijn filmmuziek bij de Franse film noir Ascenseur pour l’échafaud, en sommige rustige, ijle stukken van zijn dubbelelpee Aghartha en het legendarische album Kind of blue. En ook met Chet Bakers My funny Valantine, op trompet en met zijn gefluisterde en bijna brekende stem. Ik geef ruiterlijk toe dat dit een heel persoonlijke noot is.
Het is meesterlijk gedaan door Kézér dat zij niet beschrijft hoe de muziek klinkt, maar welk effect die heeft op mensen.
Andere muziek
Eigenlijk nog meer dan Joshua’s muziek staat die van Elvis Presley centraal. Elvis is de eigenlijke Orfeus. Elvis was de favoriet van zijn moeder, Maggie, die hem beschouwde als haar persoonlijke trooster en als haar ultieme minnaar. Samen keken Maggie en Joshua naar Elvis’ films, terwijl vader Tucker alsmaar zei dat hij bij de film naam zou gaan maken.
16 augustus 1977 is een datum om nooit te vergeten, niet voor Maggie, of juist voor wel Maggie, voor Joshua, en voor de hele wereld. Ik was zo ongeveer de eerste in Nederland die het hoorde, ‘s nachts, op de radio: de King was dood. Ik kon niet slapen - net als Maggie - ik zat te wachten op nieuw leven en Elvis was dood.
Elvis is Joshua’s schitterend voorbeeld. Maar ook zijn het de vogels met hun luisterrijke gezang, die ieder nachtbraker en iedere slapeloze terugbrengen in de wereld; die de mensen verzoenen of een klein beetje verzoenen met hun schier onmogelijk taak op deze wereld.
Direct moest ik denk aan de muziek van Olivier Messiaen*, de 20e-eeuwse Franse componist, die samen met zijn vrouw vogelzang op de band opnam om die vervolgens te toonzetten in zijn eigen composities. Kézér knipoogt naar deze bijzondere componist, daar van ben ik overtuigd.
Natureingang: storm en drukkende hitte
Zowel in Los Angels als in New York speelt het drukkend hete weer dat alles lamlegt een belangrijke rol. Storm steekt met name in LA de kop op als einde van de verzengende hitte en als aankondiging van naderend onheil.
Structuur
De roman kent zeven hoofdstukken, genoemd naar het jaartal waarin de betreffende verhaalpassage speelt: 1978, 1987, 1981, 1996, 1984, 1977, 2015. De jaartallen lijken willekeurig gekozen, als je dat rijtje zo ziet staan en ook als je het boek leest. Ze geven de ijkpunten aan van Joshua’s leven. Afwisselend komen de plaatsen Los Angeles en New York aan bod. Twee steden, - A Tale of Two Cities (Dickens) zou je bijna denken - die diametraal tegenover elkaar staan. LA is in de breedte gebouwd, overal overzicht en weidse uitzichten, warm meestal, de stad van de film, het neppe leven. New York is de stad van de muziek, van het leven dat niet per se via het vaste gareel hoeft te verlopen, vrijheid op alle gebied, maar uitzicht is er niet en wellicht ook geen overzicht. De immens hoge gebouwen en de koude winters perken mensen in. Maar er is wel het water, dat de lasten verlicht en de zonden afwast als was het de rivier de Jordaan.
Het scharnierpunt ligt in hoofdstuk 4, precies tussen de hoofdstukken 1, 2, 3 en 5, 6, 7 in - een fraai staaltje van kabalistiek of wellicht van de structuur van een muzikale compositie?: het is 1996 en de gebeurtenissen spelen zich niet af in LA of NY maar in Amsterdam, een kantelpunt in Joshua’s leven als muzikant en als zoon.
Ook als je afziet van de formele structuur van de roman, krijgt het verhaal een enorme samenhang door het gebruik van motieven en thema’s - in willekeurige volgorde - : (jazz)muziek, armoede, NY en LA, vogelzang, intens verdriet, dood, Elvis, leven aan de zelfkant, liefde, mededogen, troost, storm en broeierige hitte, zee en water, drugs en drank, depressie, schizofrenie, afwezige vaders, films, authentiek leven.
Stijl
Het mooiste van dit boek is hoe Kézér het verhaal vertelt. Schijnbaar meanderend door de tijd schrijft zij het verhaal van Joshua James en het verhaal van de muziek. Kézér doet dat heel gewoontjes, geen mooie en goed verzonnen metaforen of in ieder geval niet zo veel, ze lijkt gewoon te vertellen in een - wellicht bedrieglijk - eenvoudige stijl, niet te veel fratsen, geen melodrama, en daarin is ze heel effectief. Ik denk dat ik hoofdstuk 1977, dat gaat over het leven aan de zelfkant van Maggie, Joshua, Tucker en Elvis in LA, het meest ontroerend vind. En volstrekt geloofwaardig. Tucker is wel een onbetrouwbare junk, maar er wordt veel van hem gehouden. Joshua verlangt naar zijn afwezige vader. Maggie verlangt naar haar rots in de branding, haar man. Maggie is totaal uit het lood geslagen maar zelfs dan nog een zorgzame moeder, al kan ze dat niet waarmaken.
‘’Er is nog wat chips. Wat zeg je me daarvan? Chips als ontbijt. Alleen voor deze ene keer.’ Ze opende een kastje, maar er stond servies in. Ze trok de koelkast open. ‘Ik doe vanmiddag boodschappen,’ zei ze vlug, en ze keek in de groentela, maar er lag geen zak chips. ‘Ik heb een augurk in de aanbieding,’ zei ze, en ze lachte erbij, [...]. Toen ze naar haar zoon keek stonden er tranen in zijn bleekgrijze ogen en ze wilde zeggen: hé, maak je niet druk, alles komt goed. Binnenkort zijn we weer een normaal gezin.’ ‘ (ibid.: 210)
Over het laatste hoofdstuk ben ik ambivalent. Daarin komen losse eindjes samen, wordt het verhaal tot een verhaal met een einde. Een muziekstuk heeft natuurlijk ook duidelijk einde. Ik vond een van de fijne dingen van dit boek dat het een beetje door de tijd heen walst, ook al zie ik de formele afwisseling van LA en NY. Muziek van JS Bach heeft dat met name: een heel formele structuur en het klinkt alsof het gecomponeerd is voor het gevoel (denk aan het Erbarme dich uit de Matthäus-Passion). Andere componisten ook natuurlijk, maar van Bach is bekend dat hij strikt ‘wiskundig’ componeerde. Over het formeel-theoretische van de muziekstructuur moet ik niet veel zeggen, want ik weet er niet genoeg van af.
Laat ik het zo zeggen: voor mij had het verhaal geen precieze ontknoping nodig, maar ik realiseer me dat dat heel persoonlijk is. Er zitten nog steeds prachtige passages in dit laatste hoofdstuk.
Ik kan niet anders zeggen dan dat dit debuut van Kézér bij mij ingeslagen is als de bliksem na een überbroeierige dag in LA.
Olivier Messiaen: Messiaen was een overtuigde katholiek van West-Vlaamse afkomst. Zijn grootste inspiratiebron was de schoonheid van Gods schepping en dan met name het gezang van vogels. Dit verklaart ook zijn affiniteit met de heilige Franciscus van Assisi, aan wiens persoon hij een omvangrijk oratorium heeft gewijd. Messiaen trok regelmatig de natuur in om vogelzang te noteren. In veel van zijn composities heeft hij voghelzang verwerkt. Titels als Abîme des Oiseaux (uit het 'Quatuor pour la fin du temps') en Oiseaux exotiques spreken wat dat betreft voor zich. Hij heeft ook de zang van een groot aantal vogels getoonzet voor piano (Catalogue d'oiseaux). Ook in een van zijn laatste orkestwerken (Éclairs sur L'Au-delà...) zijn geluiden van vooral Australische vogelsoorten verwerkt. (Wikipedia)
Over de auteur:
Lieke Kézér - 1976 - studeerde film- en televisiewetenschappen. Als journalist werkte ze in haar hoofd en op papier jarenlang aan dit debuut. De afwezigen won de ANV Debutantenprijs.
Auteur: Lieke Kézér Uitgever: de Arbeiderspers 256 pagina's september 2016 ISBN: 9789029505635 Categorie: Literaire roman
Lieke Kézér dirigeert je voor- en achteruit door de tijd in deze roman, haar debuut. Dat is soms verwarrend, maar uiteindelijk komen alle levensverhalen bij elkaar en zie je de chronologie. Het zijn schrijnende levensgeschiedenissen waarin de vaders de grote afwezigen zijn, met nare gevolgen van dien. Het einde is verontrustend, maar dat weet alleen de lezer. Er zit veel vaart in dit boek en Kézér kan de dingen heel mooi zeggen.
De grote afwezige in dit verhaal is het zogenaamde hoofdpersonage Joshua James... wat toch n beetje een gemiste kans is, want hij lijkt veel interessanter dan al de personages die rond hem zweven...
Won in 2017 de bronzen uil. Wonderkind Joshua James groeit op bij zijn psychotische moeder. Na haar dood ontfermt een bejaarde buurman zich over hem. Hij probeert de jongen uit zijn isolement te halen door hem saxofoon te leren spelen. In de jaren die volgen ontwikkelt Joshua James zich tot een muzikale legende, maar de demonen uit zijn verleden laten hem niet met rust.
De afwezigen vertelt niet alleen het verhaal van Joshua's leven, maar ook de bijzondere verhalen van de mensen die zijn pad kruisen, zoals dat van zijn vader die hem al vroeg in de steek laat en een rouwend meisje in wie hij zijn gelijke vindt. Allen zijn zij in gevecht met de afwezigen in hun leven en met de eenzaamheid waartoe verloren liefde kan leiden. Zeer graag gelezen.
Mooi, maar niet verbazingwekkend mooi. Ik vind het wel een waardevol thema om over te lezen. Denk dat ik er meer van had genoten had ik het echt ‘gelezen’ ipv naar geluisterd. Ik heb de indruk dat ik veel meer dingen mis als ik naar een boek luister ipv het te lezen...
Supermooi beschreven maar triest verhaal verteld door mensen om de hoofdpersoon heen. Schiet heen en weer in de tijd en geeft treffende tijdsbeelden van de jaren 80 en later. Fantastische beschrijvingen in een 'muzikale' taal. Heerlijk geluisterd en ben benieuwd naar de tweede van Lieke Kezer.
Fijne zinnen. Geschreven zodat er nog veel aan je verbeelding wordt overgelaten maar wel zo dat je precies weet hoe alles eruit ziet. Treurnis alom. Van de eerste tot en met de laatste zin. Maar alleen voor buitenstaanders. De personages lijken er niet eens zoveel last van te hebben.
Heel mooi boek. Droevig, maar toch zo mooi gebracht. Een verhaal over de invloed van ouders op de levensloop van hun kinderen maar ook over het hand in hand gaan van succes en verdriet.
Citaat : Al jong had zij geleerd te leven zoals je ademde – zonder erbij na te denken. Maar nu was Joshua er, een dolende ziel, net als zij. Ze herkende in hem het onvermogen het leven naar de hand te zetten, de onmogelijkheid te ontsnappen aan het verleden. Maar hij had iets wat zij miste: een gave, een toegangsbewijs tot een mooie toekomst. Review : De afwezigen is de debuutroman van Lieke Kézér. Zij was samen met Lize Spit en Judith Eykelenboom genomineerd voor de ANV-debutantenprijs 2017. En Lieke haalde het van Lize Spit en haar bestseller Het smelt, een nochtans sterke roman. Ook De afwezigen is een goede roman met een heel geniale en aparte opbouw. De hoofdpersoon in De afwezigen’ is Joshua James, een in zichzelf gekeerde jongen die later een geniaal saxofonist wordt. Hij lijkt me wat autistisch en je weet ook zo weinig van hem. Je leert vooral kennen door zijn omgeving en die is ook niet meteen bevolkt met gelukkige en prettige mensen. De roman speelt voornamelijk in Amerika en is prachtig opgebouwd. De zeven hoofdstukken spelen telkens in een bepaald jaar, het eerste in 1978. De dertienjarige Joshua woont bij zijn buurman in huis. Zijn moeder is overleden en zijn vader is weer eens spoorloos, op zoek naar geld, vrouwen en roem. De weduwnaar, jazzmusicus en tevens voogd Frank probeert hem wat van de wereld te laten zien en nader tot de zwijgzame jongen te komen. Samen gaan zij naar New York. Het hoofdstuk eindigt met een saxofoon die Frank voor hem koopt. In de hoofdstukken die volgen springen we voor- en achteruit door de tijd: spelend in 1987, 1981, 1996 enzovoorts maak je kennis met de mensen om Joshua heen. Het mooie is dat je in elk nieuw hoofdstuk even weer een nieuwe wereld in wordt getrokken. Het lijkt op een verzameling kortverhalen die een groot geheel worden. In 1987 wordt Joshua ontdekt door Dave Peligro, zijn latere manager. Indringend beschrijft Kézér de relatie tussen Dave en zijn vrouw Lucy. Hij is een tweederangs manager, zij is een goede zangeres die maar niet de kans krijgt om door te breken en dan komt Joshua in hun leven en Dave kan hem ondanks zijn drugsverslaving laten uitgroeien tot een wereldberoemd muzikant en samen reizen de hele wereld rond van optreden. Dave heeft vrouw en kind in de steek gelaten om voor Joshua een soort vader te worden, die hem, zijn muziek en zijn succes beschermt.
Het verhaal zit uiterst geraffineerd in mekaar en dat heen en weer flitsen in tijd en ruimte brengt de lezer wel dichter bij de personages. De vrouwen in het boek hebben allemaal iets buitengewoon treurigs. Ze zitten vast in een leven, waarin zij ooit hoopte geluk te vinden. Nu kunnen zij er niet meer uit wegkomen. Veel vrouwen in het boek overkomt een intens verdriet en hebben moeite met rouwverwerking. Dit geldt evenzeer voor Joshua. De omgeving ziet hen lijden en kan niet helpen. De moeder van Joshua kon het leven niet aan zonder haar man. En de moeder van Sarah, die plotseling haar man verliest, keert de wereld de rug toe. Haar dochter moet voor zichzelf zorgen. Sarah ziet Joshua in 1984 op straat spelen. Het is fantastisch. Zijn muziek geeft haar leven zin. Het onvermogen te ontsnappen aan een beknellend leven en een niet te troosten verdriet zijn twee belangrijke thema’s van ‘De afwezigen’. Een derde thema is de vader-zoon verhouding. De mannen die vader zijn, bekommeren zich nauwelijks om hun kroost en zijn vaak afwezig. Van liefde is nauwelijks sprake. Hun invloed op het leven van hun zonen is des te groter. Lieke Kézér heeft een prachtig debuut geschreven. De opbouw is zeer sterk, de thematiek daarbinnen is goed vormgegeven. De hoofdpersoon is een aaibare knuffelbeer die steeds maar weer op zoek is naar een vaderfiguur.