As Suid-Afrikaner wie se stamvader uit Nederland na die Kaap in 1720 gekom het as amptenaar van die Oostindiesche Compagnie, en as iemand wat geskiedenisverhale geniet, is Boon se boek een van die beste wat ek nog oor my stamlande gelees het. Ek het lees heelwat Nederlands en Het Geuzenboek is briljant, uitdagend, nie maklik nie, maar absoluut die moeite werd.
Het is geen roman en geen geschiedenisboek. Hoewel Boon volgens zijn voorwoord 'een haast niet te overziene berg boekwerken heeft doorploegd',is dit boek toch vooral zijn eigen visie op de geschiedenis van de Nederlanden en vooral van Vlaanderen in de zestiende eeuw. Hij geeft een zeer negatief beeld van Willem de zwijger, en de adel in het algemeen. Ik had ook enig doorzettingsvermogen nodig om de eindeloze opsommingen van kleine lieden,ketters, anabaptisten, calvinisten, watergeuzen, en bosgeuzen , die allemaal met naam en/of toenaam worden beschreven ,te lezen. Ik begrijp de insteek van Boon wel, die de kleine man uit de geschiedenis een naam wil geven.
Nog nooit heb ik een boek gelezen als Het Geuzenboek van Boon. Zeer sferisch schrijft hij over het voorspel en de eerste twintig jaar van de Nederlandse Opstand: van de geboorte van Karel V in 1500 tot de Val van Antwerpen in 1585.
Boon geeft veel aandacht aan het lot van de gewone man tijdens al deze perikelen, wat prijzenswaardig is en de reikwijdte van het godsdienstige trammelant laat zien. Maar hij voert daarbij zoveel kleine lieden op dat het je al snel begint te duizelen.
Een echt geschiedenisboek is het overigens niet, eerder een impressionistisch relaas vol fraaie en sappige volzinnen over geweld, tortuur en executies in de Nederlandse zestiende eeuw.
Ik twijfel altijd of deze thuishoort in mijn Variabele Top 10 Aller Tijden, dan wel "Pieter Daens". Dit is historische fictie - of eigenlijk faction - maar het is niet echt een roman, want er zijn geen echte protagonisten/personages die met een dramatisch doel voor ogen in conflict komen met hun antagonisten. Er zijn die massa's, er is dat volk. En er is dit geschiedenisboek, waarin je meegezogen wordt door die zo specifieke, uit duizenden herkenbare stem van Boon. Hier schrijft hij echt als een schilder (geschiedenis, dus) - met forse borstelstreken. Even grensverleggend als zijn "Kapellekensbaan" ooit was, maar naar mijn gevoel ook veel beklijvender. En het is de stijl die het hem doet, want de inhoud vind je ook in tal van andere geschiedenisboeken.
Aan het eind van de zestiende eeuw kreeg het huidige Nederland de naam van een calvinistisch bolwerk. Maar de opstand tegen de Spaanse overheersing en de katholieke kerk was in het Zuiden begonnen. Dit postuum verschenen boek van Boon vertelt hoe de eerste antiroomse bewegingen voet aan de grond kregen in Vlaanderen. De katholieke kerk was volgens Luther en vele anderen een gedegenereerd zootje, met het pausdom als grootste steen des aanstoots. We kennen het verhaal van de wederdopers in Münster, maar in dezelfde jaren begonnen deze vroege protestanten ook vreedzame leefgemeenschappen in de Westhoek van Vlaanderen (nu gedeeltelijk Frans grondgebied). Karel V, kleinzoon van de in Spanje als ‘de katholieke koningen’ bekend staande Ferdinand en Isabella, wilde korte metten maken met alle ketters en gaf daarbij de vrije hand aan de inquisitie. De grote politiek – Karel en Filips II, Willem de Zwijger, de edelen en hun belangen – verweeft Boon met de kleine plaatselijke geschiedenis. En daar heeft hij zich grondig in verdiept. Al die kleine opstandelingen die opgehangen of verbrand werden om hun geloof, de gelukkigen die wisten te ontkomen naar Engeland of Emden: Boon kent ze bij naam en geeft ze een plaats in de geschiedenis. Dat vind ik een grote en ontroerende prestatie. Vader des Vaderlands Willem is in Boon’s optiek een weifelende edelman die vooral aan zijn eigen belangen en die van zijn stand denkt, die geen gebruik durft te maken van de strijdkracht van het volk en daarom steeds, vergeefs, buitenlandse hulp zoekt. Is dit een roman, zoals sommigen het noemen? 'Kroniek' lijkt me meer van toepassing. Daar lijkt Boon zelf ook op uit te zijn, met hoofdstukken die beginnen als dit: "En in de meimaand, als het gras hoog opschiet in Vlaanderen, verschenen de eerste plakkaten." Een traditioneel geschiedwerk is het niet, maar geschiedschrijving mag van mij ook zo heten als er geen reusachtig notenapparaat aan vast zit. Het boek beslaat het grootste deel van de hele zestiende eeuw. Boon beschrijft de Beeldenstorm (die in de Westhoek begon), het Verbond der Edelen, de Geuzen, Alva, het fanatisme dat in Gent de overhand had – nooit geweten dat het kortstondig een republiek was met een eigen protestantse universiteit – en hij eindigt in het jaar 1585. Willem de Zwijger is vermoord, Vlaanderen en Brabant terugveroverd door Farnese (die wij kennen als Parma) en het Noorden ontzet, vooral door het onder water zetten van polders. Onze Tachtigjarige Oorlog duurde niet voor iedereen tachtig jaar, dat begreep ik als scholier al. Niet overal en niet aldoor werd er gestreden. Maar in Vlaanderen was het geweld tussen 1525 en 1585 nooit ver weg, met desastreuze gevolgen, vooral voor de kleinere dorpen. De Spaanse troepen kregen consequent geen soldij, maar mochten zich uitleven op het platteland en op de stadjes die niet voldoende verdedigd konden worden. Uiteindelijk lag Vlaanderen er woest en ledig bij. De haven van Antwerpen voor meer dan tweehonderd jaar afgesloten, de protestantse bevolking gevlucht naar het Noorden, de dorpen ontvolkt. Na de bendes soldaten hielden bendes wolven huis op het boerenland. Ik moest denken aan een heel ander boek: Sophie, van Virginie Loveling. Dat gaat over de schoolstrijd in Vlaanderen rond 1880, de akelige hetzes van plaatselijke pastoors tegen, onder meer, de openbare school. Zo was het dus drie eeuwen later.
Wat een heerlijk boek! Het lijkt me helemaal op het lijf geschreven. Tégen de adel en de gevestigde orden, vóór allen die met zinloos bloedvergieten een haast anonieme dood gestorven zijn. Boon was doorheen zijn hele schrijversbestaan een man die opkwam tegen de hypocrisie van de Vlaamse goegemeente. Ik heb tijdens mijn studies veel van zijn werken verplicht moeten lezen, maar geen kon mij voorbereiden op dit lillend geweldvolle relaas van een paniekerige 16de eeuw. Boon beschrijft hoe Vlaanderen, een van de rijkste regio’s van de wereldgeschienis in 85 jaar vervalt in een nietsigheid. Voor mij is het een reportage van hoe we tot ‘Arm Vlaanderen’ gekomen zijn. Een noemer die we naar mijn mening pas verloren zijn dankzij de Vlaamse beweging in de late 19de en vroege 20ste eeuw. Bon, terug naar Het geuzenboek. Het valt voor mij haast niet anders te lezen dan een Vlaamse Game of Thrones waar de schrijver gestaafd door een rijke schat aan bronnen de wanhoop verbeeld van klein en groot, arm of rijk, jong en oud. In de cynische wereld van Boon is alles zondig en ongehoord tenzij voor wie geld en macht heeft. Een visie die ikzelf alleen kan onderschrijven. Terwijl George Lucas het trauma van de Vietnamoorlog vertolkte in Star Wars, schreef Louis Paul Boon het grootste trauma van de Lage Landen uit. Het boek is verslag en aanklacht. Bloederige poëzie en consciëntieus eerherstel voor alle gevallenen. Van bij het begin van het boek werd ik meegezogen in het verhaal en in kolkende rivier van bloed en ellende werd ik meegevoerd naar het einde van dit relaas. Ge-no-ten! “De geschiedenis had niemand iets geleerd, en zou ook nooit iemand iets leren.”
Het Geuzenboek van Louis Paul Boon moet je eens lezen. De opsplitsing in godsdiensten en sekten en bewegingen tegen corruptie, onrecht en zo verder bestond in de zestiende eeuw al en bij naderende omwentelingen tot revoluties tegen koningshuizen ontstonden er op de duur onoverzichtelijke coalities van collaborateurs verenigingen die absoluut wilden vermijden dat de onderste lagen van de bevolking de macht zouden grijpen, om toch maar niets van hun relatieve machtsposities te verliezen. Bankencrisis, Staatsschulden, allemaal dingen die nu in andere vorm nog bestaan…omdat negatieve emoties soms meespelen in niet alleen persoonlijke maar ook collectieve beslissingen nemen. 😊
Wat een rommeltje. Soms kwam de genialiteit van Boon even boven. Vooral aan het begin was het heerlijk lezen. Jammer genoeg was dit van korte duur. Het is meer een opsomming van feiten zonder degelijke nuancering.
Langdradig boek, sommige passages hebben schwung, maar geheel niet. Het is geen roman, geen enkele karakterbeschrijving (behalve de zeer rudimentaire schets van onze Habsburgse bestuurders en De Zwijger) maar ook geen geschiedenisboek.
I understand what Boon wanted to achieve with his book - but it doesn't make it a good book. The only think I liked was the detailed description of some micro-history. I did NOT like the copy paste writing and using of original 16th century sources - as if written by Boon himself.
Heel héél veel informatie over een belangrijk deel van onze geschiedenis. Ik lees het in kader van een klein projectje op het geuzenfeest (nu zondag)over Jacobus Blommaert, leider van de Bosgeuzen...
Fantastisch boek. Ik zou het 5 sterren geven, maar Boon gaat toch net iets te vrij om met de geschiedenis en in het laatste deel is het een beetje te veel van hetzelfde.