Goethe, Mick Jagger, eilanden, dodo’s en eeuwenoude boeken: Boudewijn Büch liet Nederland kennismaken met de meest uiteenlopende onderwerpen en wist met zijn aanstekelijke enthousiasme literatuur en geschiedenis even toegankelijk te maken als popmuziek.
Als kind had hij al ontdekt dat hij met verhalen in staat was het leven naar zijn hand te zetten. Uit atlassen, poëzie en rock & roll bouwde hij een eigen wereld op en sleurde daarin iedereen mee met wie hij sprak. Dat bezorgde hem invloedrijke vrienden, toegang tot de literaire wereld en heel veel aandacht. Maar zijn betoverende verhalen brachten hem ook talrijke demonen, die hij zijn leven lang moest bevechten.
Eva Rovers kreeg exclusief inzage in Büchs persoonlijke archief, met dozen vol brieven, foto’s en dagboeken. Daarmee begon een reis door een leven dat even onwaarschijnlijk als fantastisch was; een leven dat Büch transformeerde tot een literair spel met feit en fictie, dat hij tot de uiterste consequentie doorvoerde en dat jaren na zijn dood culmineerde in een grande finale.
Op handen gedragen door het Nederlandse publiek, verguisd door het literaire establishment. Na zijn dood afgedaan als fantast die zijn leven bij elkaar loog en iedereen tegen zich in het harnas joeg. Boudewijn Buch was tegelijkertijd een fenomeen maar ongrijpbaar voor iedereen. Welk mens ging er achter Boudewijn Buch schuil? Aan de hand van zijn persoonlijke dagboeken en notities, probeert Eva Rovers hier een antwoord op te geven.
Hij wilde een beroemde dichter of schrijver worden, maar werd in plaats daarvan een inspirator voor velen. Met programma’s als Buch’s boeken, Eilanden en De Wereld van Boudewijn Buch wist hij wekelijks een miljoenenpubliek te fascineren.
Direct na zijn dood werd hij uitgemaakt voor fantast, die zijn hele leven aan elkaar gelogen had. Nu, 14 jaar later, vindt Eva het tijd om het grote verhaal achter Boudewijn Buch op papier te zetten. Gebruikmakend van zijn persoonlijk archief, voorbestemd om pas in 2030 voor het publiek geopend te worden maar waar zij nu al toegang tot toe heeft verworven, hoopt zij ons mee te nemen naar het enige echte mysterie: de man achter Boudewijn Buch.
Eva Rovers deelt haar boek in drie delen in. Ze behandelt zijn kindertijd en zijn eerste stappen op het gebied van poëzie en literatuur. Het tweede deel gaat over zijn pogingen om door te breken als bekende schrijver. Als laatste behandelt zij zijn doorbraak bij het grote publiek die met hem kennis maken via zijn vele televisie optredens.
Geboren in Wassenaar in 1948, in een moeilijk huwelijk met een autoritaire vader en een moeilijke jeugd, vlucht Boudewijn al snel in zijn eigen wereld van boeken en muziek. Als zijn moeder uiteindelijk besluit een scheiding aan te vragen, vertrekt zijn vader. “Sodemieter op”, is het laatste dat hij zijn vader bij zijn vertrek uit huis meegeeft. Hij zal hem vele jaren niet meer spreken.
Zijn puberjaren staan in het teken van poëzie, boeken, muziek en vriendinnetjes (in die volgorde). Samen met een vriend ontdekt hij het werk van Goethe, waarbij vooral "Die Leiden des jongen Werthers" een onuitwisbare indruk maakt. Het leidt tot een levenslange vereenzelviging met Goethe en de wens om de grote schrijver en werk te evenaren. Hij schrijft vele gedichten en uit zijn dagboeken spreekt al vroed de wens uit om later een beroemde schrijver te worden. Op school presteert hij slecht, maar weet wel met zijn spreekbeurten hele klassen aan zijn voeten te krijgen. In 1968, eindelijk afgestudeerd, volgt hij nog een universitaire opleiding Nederlands, maar dat loopt op niks uit.
Neergestreken in Leiden begint hij met het construeren van zijn web van leugens en fantasie verhalen. Zo vertelt hij dat hij zich wijt aan een studie Nederlands, terwijl hij in werkelijkheid bordenwasser bij de V&D is. Hij profileert zich als een homo, op zoek naar aandacht en erkenning. Als dat niet scandaleus genoeg blijkt te zijn, vertelt hij van zijn pedofiele gevoelens. Dit stelt hem in staat om een onbegrepen, eenzaam en verlaten karakter te creëren, wat hij steeds meer als personage gebruikt. In 1968 gebruikt hij zijn vriendschap met een bevriend stel en hun zoontje, als onderwerp om een gebeurtenis te creëren, die zijn leven lang een centraal thema zal blijken en zal verwerken in zijn boek de Kleine Blonde Dood, later verfilmd met Antonie Kamerling in de hoofdrol. Het personage wat hij om zich heen creëert, wordt als een masker wat hij de rest van zijn leven niet meer af kan zetten en die hem de rest van zijn leven zal blijven achtervolgen.
Ondertussen produceert hij het ene gedicht na het andere en weet hij door te breken bij het gevestigde literaire establishment. Zijn eerste dichtbundels worden gepubliceerd, evenals zijn eerste romans. In zijn romans zal hij het door hem gecreëerde personage verder uit werken en de vele thema’s zullen hier in voor blijven komen en vormen een vehikel voor zijn zorgvuldig opgebouwde persoonlijkheidscultus.
Zijn schrijfwoede dient niet alleen om zijn boekenverslaving te bekostigen, maar ook om zich tegen zijn permanent gevoel van leegte te beschermen. Zijn zelfbedachte personage beschermt hem tegen de scherpe randen van de realiteit maar is ook noodzakelijk om te kunnen schrijven. Al zijn dichtbundels en romans zijn gerelateerd aan verlangen naar iemand, een onbereikbare liefde die hem in zijn cultus kan ondersteunen. Maar die liefde moet onvoorwaardelijk zijn. Op het moment dat zijn vrienden lastige vragen gaan stellen en hem confronteren met zijn leugens is hij onverbiddelijk: lange vriendschappen worden subiet opgezegd en er wordt voorgoed afscheid van genomen.
Ondertussen beseft Boudewijn dat hij het nooit zal maken als grote schrijver en dichter. Vanaf 1982 profileert hij zich steeds meer op de televisie, waardoor hij ook bij het grote publiek bekendheid krijgt. Via optredens bij Sonja Barend en zijn eigen boekenprogramma waardoor het fenomeen Buch gestalte krijgt. In zijn programma’s probeert hij de literatuur bij het grote publiek aan de man te brengen. Dit levert hem fikse kritiek op van het literaire establishment, maar ondertussen zorgt het fenomeen Buch wel voor grote verkopen van de door hem gerecenseerde boeken. Hij krijgt het imago van de gewone, belezen jongen, dol op Goethe en popmuziek, schrijver over literatuur die met hetzelfde plezier als Mick Jagger over het podium dartelt bij de Sterren Playbackshow.
Met de wereld van Boudewijn Buch transformeert hij zich van boekenkast reiziger tot daadwerkelijke wereldreiziger. Met het programma de Wereld van Boudewijn Buch zal hij uiteindelijk 175 afleveringen maken. Door het ongedwongen karakter en eigenzinnige manier van presenteren weet hij het publiek aan de buis te kluisteren. Hij bezoekt eilanden en vertelt op vermakelijke wijze over kleine gebeurtenissen.
Boudewijn maakt gebruik van een vast team, waarin iedereen een specifieke rol krijgt toebedeeld, van wie Boudewijn totale onderwerping eist. Met dit team lijkt Boudewijn Buch zijn gelukkigste periode in zijn leven door te maken. Als dit team uiteenvalt en de VARA zijn contract niet wil verlengen, vervalt hij in een diepe depressie en keert zich meer en meer terug in zijn eigen wereld. Hij keert zich steeds meer van de wereld af, verbreekt zijn vriendschappen en weigert nog sociale contacten. Boudewijn is het liefst eenzaam.
Begin 2000, nadat het doek van de Wereld van Boudewijn Buch definitief is gevallen, is alleen zijn liefde voor boeken nog over. Zijn verzamelwoede neemt ongekende vormen aan en hij heeft inmiddels een grootschalige privé collectie opgebouwd. Op TV schuift hij aan bij Barend en Van Dorp, waar hij wekelijks op karakteristieke wijze zijn praatje houdt en dingen uit zijn collectie op TV toont. In 2002 komt hij onverwachts te overlijden, waarna ook aan het fenomeen Buch een einde komt.
Eva Rovers weet goed gebruik te maken van de dagboekaantekeningen van Boudewijn, vooral in de eerste twee delen. Al naar gelang het boek vordert verandert het boek meer en meer van inzicht, en komen meer en meer de vrienden en mensen om hem heen aan bod, die allemaal geïnterviewd zijn. De lijst is indrukwekkend en telt zo’n 160 personen. Tezamen geeft dit een goed beeld van de mens achter het fenomeen Buch.
Boudewijn heeft zijn theater tot het einde goed vast weten te houden en naar de grande finale weten te leiden die pas na zijn dood zou losbarsten. De omvang van de vele leugens en het door hem opgevoerde karakter wordt met de grond gelijk gemaakt. Zo geeft zijn eigen broer Patrick Buch in een interview in de Telegraaf aan hoe het werkelijk zat: zijn vader was geen oorlogsheld, Boudewijn heeft nooit gestudeerd en heeft al helemaal geen overleden zoontje gehad. Dit leidde ertoe dat vooral in de eerste jaren na zijn dood de discussie met name ging over de mogelijke psychologische verklaring. Boudewijn werd getypeerd als een ziekelijk, manisch depressief, dwangmatige leugenaar en pathologische fantast. Eva Rovers neemt in haar biografie hier nadrukkelijk afstand van: zij geeft geen psychologische verklaring omdat dat in haar optiek niet recht doet aan Boudewijn Buch als boekpromotor, presentator en de geliefdheid bij zijn publiek. Zij wil een vollediger beeld geven dan een psychologisch verklaring alleen, zij wil weten hoe en waarom Boudewijn in de loop der jaren zijn personage gecultiveerd heeft.
Is Eva hier in geslaagd? Het boek geeft een duidelijk beeld van het leven van Boudewijn, hoe hij zijn hele leven in dienst heeft gesteld aan het door hem gecreëerde personage. Er komt een beeld van Boudewijn naar voren van een eenzame man, die zelfs tegenover zijn meest intieme naasten zijn spel volhield. Nooit heeft hij ook maar aan iemand zijn maser willen of kunnen afwerpen. Zijn personage stond centraal, in zijn poëzie, zijn boeken en televisie optreden draaide het allemaal hier om.
De grote vraag wie Boudewijn Buch nu werkelijk was, en of hij al die jaren een zorgvuldig spel heeft gespeeld of uiteindelijk is versmolten met zijn personage wordt in dit boek niet beantwoord. Toch kun je dit Eva Rovers nauwelijks kwalijk nemen, aangezien Boudewijn zelf nooit zijn masker heeft laten vallen. Hij deed aan autobiografictie, en schreef zijn notities met in het achterhoofd dat deze ooit zouden worden gelezen door zijn biograaf. Zelfs in zijn meest intieme dagboek notities heeft hij nooit zichzelf laten zien en cultiveerde hij zijn personage.
Toch geeft dit boek een volledig beeld van de persoon Boudewijn Buch, en is desondanks dat we nooit zullen weten wat Boudewijn Buch nu werkelijk dreef, dit boek een absolute aanrader.
Veertien jaar na zijn dood is de opwinding rond het leven en werk van Boudewijn Büch enigszins naar de achtergrond verdwenen. Eva Rovers brengt, met zachte hand en liefdevolle pen, het hele verhaal weer aan de oppervlakte. Boud is een nauwgezette biografie, opgetekend door een iets te getrouwe groupie.
Op diverse plaatsen in dit boek duikt het allesomvattende begrip op waarmee schrijver/dichter/verzamelaar/programmamaker/tv-personality Boudewijn Büch (1948-2002) getypeerd wordt: ‘Theater Büch’. De geschiedenis is ingedaald, de feiten zijn bekend, de schijnwereld van de Leidse alleskunner is inmiddels geheel doorgeprikt. Boudewijn maakte het grootste deel van zijn leven tot klucht door de wereld te overladen met verzinsels, zoals het bestaan én het overlijden van een zoon, diverse academische studies en graden, een ongeneeslijke ziekte en een uit de duim gezogen familiegeschiedenis.
Gesamtkunstwerk Dat ‘Theater Büch’ wordt door biografe Eva Rovers met flair gepresenteerd. In vijftien zeer leesbare hoofdstukken brengt ze de levensloop van Büch adequaat over het voetlicht, waarvoor ze exclusief toegang heeft gekregen tot het complete privé-archief van de schrijver. Het boek ademt een grote bewondering voor het onderwerp: in de vijf jaar die dit project heeft belopen is er tussen Rovers en Büch een relatie ontstaan die helaas iedere kritische noot in deze biografie wegneemt. En dat wringt een beetje.
De biografe zet het leven – en de leugens – van Büch eenvoudig weg onder de noemer ‘Gesamtkunstwerk’: een literator moet nu eenmaal de mogelijkheid hebben in zijn werk de waarheid met een korrel zout te presenteren. Daarmee gaat ze te gemakkelijk voorbij aan de impact die Boudewijns strapatsen hebben gehad (en enkele gevallen nog steeds hebben) op de levens van anderen. Publicist Max Pam laat er in zijn Volkskrant-column geen misverstand over bestaan: Büch was een charlatan en een pathologische leugenaar en deze biografie is een misplaatste poging tot rehabilitatie.
Autobiografictie Dat de tijd veel wonden heelt, blijkt uit de lange lijst van geïnterviewden en meewerkenden aan deze uitgave. Daar heeft Rovers grondig werk verricht en met haar gepassioneerde inzet wellicht ook aanvankelijke tegenstribbelaars over de streep getrokken. Het ‘Theater Büch’ wordt inmiddels door velen gezien als curiositeit, als artistieke drijfveer van een gepijnigde ziel die, door zijn leven gefantaseerd vorm te geven, nog enig houvast in de werkelijkheid vond. Dat is een liefdevolle omarming – door de biografe doorlopend gepredikt – die (nog) niet door alle belanghebbenden wordt onderschreven. Hoogtepunt van de ‘mantel der liefde’ was de overhandiging van het eerste exemplaar van deze biografie aan jeugdvriend Peter van Zonneveld, de man die door Büch het meest uitvoerig misleid en later zelfs literair de grond in werd getrapt.
Ook over de schrijfkunst van Boudewijn Büch is Eva Rovers uiterst mild in haar opvatting. Geen kwaad woord over poëzie en proza, terwijl juist de aangehaalde citaten uit zijn dichtwerk weer eens laten zien wat een belabberde dichter Büch eigenlijk was. Ook in zijn romans toonde hij zich een slordige stilist. Gedreven door de tomeloze ambitie ‘een groot schrijver’ te willen worden, verdween de broodnodige concentratie en bevlogenheid al snel na de eerste ruwe versie van een nieuw boek. Met behulp van o.a. Büch-adept Harry Prick werd tijd noch moeite gespaard het boek-in-wording zo te bewerken dat uitgave verantwoord was.
Nee, laten we Boudewijn Büch vooral in herinnering houden als de man die op onnavolgbare wijze zijn kennis wist te etaleren over de onderwerpen die hem aan het hart gingen. Goethe, Bilderdijk, Rolling Stones, de dodo, Napoleon, de Amerikaanse Burgeroorlog, pinguïns, Robert Louis Stevenson, Andy Warhol, Buddy Holly, Gerrit Achterberg; alles waar zijn interesse naar uit ging was doelwit van zijn onbegrensde kennisvergaring en -verspreiding. De wijze waarop hij in zijn tv-programma’s de kijker wist te boeien, alleen al door zijn voorkomen en onaangepaste nieuwsgierigheid, is ongeëvenaard. En juist de boeken die daaruit voortvloeiden – de Eilanden-reeks, de boeken over Goethe – behoren tot zijn beste werk.
Büch heeft zelf verklaard, regelmatig in de hoek gedreven over zijn achtergrond, dat in literatuur álles mogelijk is, maar in het werkelijke leven de waarheid dient te worden gevolgd. Dat hij dat zelf niet heeft gedaan, wordt door Eva Rovers in haar doortimmerde biografie als ‘autobiografictie’ bestempeld. Iets te genadig, maar Boud zou het een mooie erkenning hebben gevonden.
"Boud", dat klinkt zo persoonlijk voor een man die altijd afstand hield. In deze biografie speurt Eva Rovers via het persoonlijke archief van Boudewijn Büch, dat tot 2030 achter slot en grendel ligt, naar diens ware gestalte. Is het wel te vinden? En belangrijker nog: waarom zijn we zo geobsedeerd door de "echte" verschijningsvorm van iemand?
De heibel begint al met de ondertitel van het boek: "het verzamelde leven van Boudewijn Büch". Die umlaut hoort er strikt genomen niet. Boudewijn tooide de klinker in zijn achternaam met een umlaut omdat hij dat beter/mooier vond. En zo legde de schrijver voortdurend korte en lange dwaalsporen in zijn leven.
Het laat geen twijfel bestaan dat Eva Rovers als een waarheidscommissie op zoek is gegaan naar het verschil tussen feit en fictie. Wat godzijdank ontbreekt is een moralistisch toontje. Het resultaat is een van de beste biografieën die ik al gelezen heb.
Mooi geschreven maar vooral veel nostalgie voor mij. Ik ben 8 jaar jonger dus heb niet alles zo bewust meegemaakt maar veel van de programma's kan ik me nog goed herinneren.
Wat ik mooi vind aan de biografie is dat Eva Rovers heel duidelijk maakt dat Boudewijn een grote fantast was, ook als het gaat over zijn eigen historie, maar dat zij dat weet te plaatsen in een groter geheel. Je eigen fantasie leven, is dat niet wat we allemaal willen en deels ook doen ? Op Facebook gebeurt niets anders.
Zou het mogelijk zijn een complexe en omstreden persoonlijkheid als Boudewijn Büch in een leesbare biografie samen te vatten? Het is Eva Rovers wat mij betreft gelukt.
In een prettige en boeiende stijl - ik heb Boud in een adem uitgelezen - wekt Rovers Büch weer tot leven. Betrokkenheid en kritische distantie houdt ze goed in balans. De dubbelheid van zijn persoonlijkheid komt helder in beeld, zijn enthousiasme en hartelijkheid aan de ene kant, maar ook zijn schaduwzijden, geslotenheid en driftbuien.
Het meest benieuwd was ik naar de mystificatie die Büch creëerde rond zijn eigen levensverhaal. Dit is verreweg de boeiendste lijn in de biografie. Overtuigend laat Rovers zien hoe en waarom Büch van zichzelf een personage schept en in stand houdt.
Ik weet na lezing van Boud weer waarom ik zijn programma's zo graag keek. Büch herkende overal het verhaal in. En door zijn enthousiasme heen proefde je iets van de tragische eenzaamheid van het manische verzamelen en willen weten van de dingen en de hang naar aandacht. En de leugens dan? Ach, die begrijp ik wel. Een iets te ver doorgevoerd literair spel van werkelijkheid en fictie.
Die sterren zijn voor Eva Rovers, voor een biografie van een man met een, laat ons het een gestoorde geest noemen, bij wie fictie en realiteit steeds in mekaar verstrikt raken. Een berg al dan niet verzonnen informatie in een heldere biografie gieten vind ik een hele prestatie. BB en Thalassa hebben mij tijdens mijn jeugd sterk geïnspireerd. (Thalassa is een nog steeds lopend TV-programma op FR3 over alles wat met de zee heeft te maken zoals grote oceaan-zeilwedstrijden en ook bv eilanden en vuurtorens). Een boekenwurm en rockmuziek-freak was ik al. Dus ik bewonderde BB. Maar Boudewijn Buch zou van mij geen sterren krijgen. En misschien niet zozeer om wat hij allemaal heeft verzonnen, maar om z'n zelfzucht. Ik heb de indruk dat hij niet enkel niets kon geven, maar altijd moest krijgen. Toch ben ik hem dankbaar voor de uren die hij mij heeft doen dromen. (bij Thalassa zeggen ze: Fais nous rêver) en om het aanstekelijk enthousiasme waarmee hij de mensen aan het lezen zette. PS: Nagenoeg al de TV-fragmenten die in het boek ter sprake komen zijn nog te vinden op internet.
Na dit boek begrijp ik waarom Büch mensen kon betoveren en teleurstellen. Tot de laatsten behoorden de mensen uit zijn vrienden- en kennissenkring, tot de eersten het grote publiek. Zijn tijd in Leiden heb ik zelf meegemaakt, al behoorde ik niet tot zijn coterie. Ik geloof ook niet dat ik daarin gepast zou hebben. Buch, want zo heet hij eigenlijk, speelde een personage dat hij steeds meer werd, en met mensen die dat personage niet geloofden, of die niet meer van hem hielden, verbrak hij de banden. Dat heeft Eva Rovers heel mooi opgeschreven.
Ik dacht altijd dat ik biografieën maar saaie opsommingen van feiten en gebeurtenissen zou vinden. Boy, was I wrong! Boud is een prachtige en verslavend biografie waarin je een stukje dichterbij de mystieke Boudewijn Büch lijkt te komen (lijkt, want zeker weten zullen we het nooit en niet alleen omdat hij niet meer leeft). Zonder oordelen en met veel verschillende invalshoeken. Wat een fascinerend persoon en wat een tragiek. Ik had hem graag een knuffel gegeven en gezegd dat het allemaal wel goed zou komen, maar of iets of iemand hem ooit écht uit zijn eigen ellende had kunnen helpen? Ik denk het niet. Eén troost; vanuit al deze narigheid heeft Boudewijn wel ontzettend veel boeiende boeken, programma's en gedichten kunnen maken en dat is een heel een bijzonder nalatenschap.
Fijne en complete biografie over de veelschrijver en reiziger Boudewijn Büch. Intrigerend hoe hij zijn eigen alter ego schiep en een wereld creëerde waar iedereen om hem heen in geloofde, hijzelf misschien ook wel. Eva Rovers geeft op een chronologische wijze de veelzijdigheid van Büch weer, als lezer krijg je begrip voor zijn beweegredenen. Ik vond zijn reisprogramma's altijd heel inspirerend, hij wist het enthousiasme voor eilanden, afgelegen plekken, boeken en bibliotheken aan te wakkeren. Wat had hij nog meer willen en kunnen doen als hij niet al in 2002 overleden was?
Erg knap gecomponeerd, waarbij het leven van Büch in thematische hoofdstukken wordt beschreven zonder de chronologie uit het oog te verliezen. Een ontzettend moeilijke man die zo bezig is geweest om de aandacht op zich gevestigd te krijgen, daarin slaagde maar ook geïsoleerd raakte. Een kloothommel waar je uiteindelijk toch niet echt boos op kan blijven. Vakwerk van Eva Rovers
als het aan hem lag, zou artikel 1 van de nieuwe Archiefwet voortaan luiden: 'Alles moet altijd bewaard worden!' (lezing Boudewijn Büch in Haarlem over archiefwezen, 22-11-2002, p457 Boud)