Hij leidt een bende die de halve stad terroriseert, en toch voelt het meisje zich tot hem aangetrokken. Haar vader, ten einde raad, grijpt in en stuurt haar naar het platteland. Daar, op de boerderij van haar grootvader, botsen niet alleen twee generaties, maar ook heden en verleden, stad en land, mens en natuur. De enige verbindende factor is het oude paard in het weiland. Aan hem kan de grootvader zijn verhalen toevertrouwen, aan hem kan het meisje haar onzekerheden kwijt. Maar dan verschijnt aan de horizon haar gevreesde geliefde.
Het paard is degene die vertelt in dit boek. Als mensen hun hand op hem leggen voelt hij direct hun verhaal. We lezen hoe het paard zich voelt, hij is oud en afgeschreven, maar heeft liefde voor zijn baas en het meisje. Het paard wordt niet menselijk gemaakt, het blijft zichzelf. In het begin moest ik even wennen aan dit boek, maar gaandeweg ging ik het steeds mooier vinden. Het mooie taalgebruik doet me aan Gerbrand Bakker denken.
Na een menselijke paardenfluisteraar is de literatuur nu een telepathisch wonderpaard rijker. ‘De Ruiter’ (2016) blijkt namelijk een streekroman met een twist: de ik-verteller/interne verteller is een mensengedachten lezend boerderijpaard. Hij neemt waar hoe een bezorgde vader zijn dochter achterlaat bij haar opa, omdat het tienermeisje verwikkeld is in een liefdesrelatie met een beruchte bendeleider. Ze houdt nog van hem, maar grootvader probeert het obstinate wicht ervan te doordringen dat het een gevaarlijke liefde is. Hij begrijpt haar gevoel van verlies (ook hij verloor een geliefde) maar haar gepassioneerde, jeugdige hartenwens naar die schurk is hem ergens ook vreemd. Ze wisselt liefdes sms'jes uit met de geliefde en belt hem toch; er duikt een vos op die zich aan hun kippen verlekkert. Ze rijdt met het paard rond om haar zorgen te vergeten of helpt opa met de jacht of met klusjes op de boerderij.
Jan van Mersbergen weet de drukkende spanning naar het uiteindelijke conflict als een soort 'Wachten op Godot' in de lucht te laten hangen, terwijl de roman het best tot zijn recht komt als het boerderijpaard zijn dierlijke zelf is. Vooral de passages waarin het meisje op haar paard door het natuurschoon banjert zijn stilistisch vernuftig, met lome sfeerbeschrijvingen die vanuit een andere hoek worden getoond door het ongebruikelijke vertelperspectief. Maar het blijft wringen dat het paard niet consequent een paard is, maar dan is hij een fysiek aanwezig boerderijdier en dan is hij weer een alwetende verteller in vermomming. Ook de gedachtestromen van de menselijke personages, die pas bij aanraking binnenkomen bij het paard door zijn telepathie, zijn niet fijn ingebed in de rest van het verhaal. Deze ontsierende passages zijn letterlijk schuingedrukt en vormen hierdoor een te grote breuk met de rest van de sfeerschetsen.
Misschien ben ik inmiddels te kritisch over verhalen met/over dieren maar dit is een drama. Het perspectief vanuit het paard is inconsistent en ongeloofwaardig. Soms was ie een paard met enkel instincten die de hele tijd van de schrik aan het rondrennen is en soms had ie ineens alle kennis over menselijke constructen zoals pistolen en het huwelijk en ziekenhuizen. En hoe flik je het ook om vanuit een PAARD alsnog vrouwen te seksualiseren door haar constant "merrie" te noemen en dan ook dat haar geur zijn ballen doet tintelen. :(
Het concept is eigenlijk vrij eenvoudig: een probleemmeisje, onder invloed van een naar vriendje, wordt ondergebracht bij haar opa op het platteland. De opa heeft een oude hengst die je verhaal voor zich ziet als je hem aanraakt.Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van het paard, daar zit de spanning in potentieel. Slim bedacht.
Het paard vertelt de gedachten en gevoelens van de mensen die hem aanraken, maar weet dan plots zo veel dat het beeld wankelt. Het went niet. Soms is het paard onwetend, soms is het wel erg slim. Soms is het een eenvoudig dier, soms een Kloos-achtige dichter. Hij zegt in het begin dat hij niet veel kan zien en dat hij dat ook niet belangrijk vindt, maar beschrijft vervolgens wel tatoeages, logo’s en zeer gedetailleerde uitzichten. Hij weet ook wat een pistool is.
Schrijven vanuit het perspectief van een dier of een ding is geen sinecure. Willem Jan Otten is er in Specht en zoon ook jammerlijk in gefaald, toen hij probeerde te schrijven vanuit een schildersdoek. Het is verrekte moeilijk om dit consequent te doen, om de lezer niet te vervelen, om geloofwaardig te blijven.
Je hoeft, vind ik, bij literatuur niet het idee te hebben dat het realistisch is of echt gebeurd. Maar, ik wil het verhaal wel gelóven. En, ik geloof dit boek niet. Het blijft bedacht, een constructie. Een bij tijd en wijle verdomd goed geschreven constructie. Dat wel.
This entire review has been hidden because of spoilers.
Hoewel Jan van Mersbergen al een aantal literaire prijzen gewonnen heeft, en zijn boeken ook naar verschillende talen worden vertaald, moet ik bekennen dat ik nog nooit iets van hem gelezen had. Toen ik vernam dat De ruiter geschreven is vanuit het perspectief van een paard, wist ik totaal niet wat ik moest verwachten. Ik las de eerste pagina’s dan ook met een zekere terughoudendheid, maar zowel het tempo als de schrijfstijl wisten me meteen positief te verrassen en ik dook met veel plezier verder in het boek.
Het verhaal speelt zich grotendeels af op het platteland waar een man zich vijftien jaar eerder terugtrok om de dood van zijn vrouw te verwerken. De afgedankte dekhengst die hij van een manege overnam speelt een belangrijke rol in het rouwproces. Het dier luistert geduldig naar hem en is er steeds wanneer hij hem nodig heeft. Dat het paard niet bereden wil worden, is voor hem van geen belang, zolang het dier er maar gewoon is. Dit en veel meer komt de lezer te weten via het paard zelf. Het staat in de wei en bekijkt rustig de wereld rondom hem. Hoewel hij naar de mensen kan luisteren, vertellen ze hem veel meer via hun aanrakingen. Wanneer hij de handen van iemand op zijn huid voelt, voelt hij als het ware hun echte verhaal aan – dat soms totaal tegenovergesteld is aan wat ze hem op dat moment aan het vertellen zijn.
Dat klinkt misschien allemaal nogal gekunsteld, maar van Mersbergen weet het zo te brengen dat het verhaal volkomen geloofwaardig is. Door het paard tot verteller te verheffen wordt de natuur op een erg zinnelijke manier beschreven; de geluiden en geuren krijgen de bovenhand, kleuren worden van ondergeschikt belang. Het tempo is traag, zoals het paard zelf en tijdens het lezen van die eerste pagina’s voelde ik mezelf ook echt tot rust komen.
Maar in het boek gaat het natuurlijk over meer dan gewoon een paard dat voor zich uit staart. De werkelijke kern van het verhaal draait om Sandra, de kleindochter van de man. Haar vriendje staat aan het hoofd van een bende, iedereen is bang voor hem – maar zij niet, vertrouwt ze het paard toe. Haar vader brengt haar naar het platteland in de hoop dat de afstand haar uit de klauwen van de criminaliteit zal trekken.
“Hoe kon het zo lopen? Een dochter die het ene moment nog lachend een glijbaan af gaat en even later werkelijk afgegleden is en daar zelf voor koos. Die ging roken, blowen, drinken.” Terwijl de komst van zijn kleindochter de herinneringen aan zijn vrouw opnieuw leven in blazen, probeert Sandra haar best te doen om zichzelf ervan te overtuigen dat ze haar vriendje niet mist. Langzaam zoekt ze toenadering tot het paard en zowel zij als het paard verleggen stap voor stap hun grenzen. Ook de relatie tussen grootvader en kleindochter wordt steeds hechter en ze vinden algauw een ritme om samen te wonen.
Tot hier was ik helemaal mee met het verhaal en vond ik het proces van vertrouwen geven en nemen erg mooi omschreven. Het trage ritme heeft natuurlijk wel als valkuil dat je een beetje in slaap gewiegd wordt, en misschien heeft de auteur er daarom voor gekozen om aan het tweede deel van het verhaal meer actie toe te voegen. Het vriendje komt Sandra ophalen, maar die laat zich niet zomaar vermurwen. Wat volgt is een totale breuk met het eerste deel, en werkte naar mijn gevoel minder goed omdat die overgang en een aantal gebeurtenissen niet geloofwaardig zijn. Het open einde maakte dit enigszins goed, maar ik blijf het jammer vinden dat de verhaallijn van een mentaal groeiproces tot een achtervolging vol actie uitgroeit.
Hoewel ik niet wild enthousiast van De ruiter geworden ben, kon de schrijfstijl van Jan van Mersbergen me wel overtuigen. Ik ben zeker van plan om zijn eerdere boeken te lezen.
Een boek vertelt vanuit de gedachten van een paard, het is weer eens wat anders. Helaas is de schrijfstijl hierbij niet heel aantrekkelijk. De geluiden worden vaak verwoordt (klop klop, klikklak, schrrr schrrr), wat vervelend leest en daarbij blijven de gedachten en acties veel in herhaling vallen. Wellicht onoverkomelijk, maar niet prettig om te lezen. Als het paard met het meisje op pad gaat weten enkele ontmoetingen nog te raken, maar niet genoeg om het eindoordeel over dit verhaal te doen kantelen.
Wat een bizar oogpunt! Het duurt even om er aan te wennen, en om je over de onzin heen te zetten dat een paard gedachten leest, maar dan werkt het best goed.
Je krijgt als lezer mondjesmaat informatie over de achtergrond van het meisje en haar opa. De langverwachte apotheose is dan toch weer net anders dan ik had verwacht: .
Het begin is veelbelovend, maar hoe verder ik kwam, hoe minder het boek me kon boeien. Dat komt mede door de uitgebreide beschrijvingen van de omgeving en de kleine hoeveelheid gebeurtenissen. Het idee van een paard dat het verhaal kent van mensen die hem aanraken, spreekt me aan. De verhalen van die mensen worden echter slechts beknopt weergegeven. Daardoor mist het verhaal diepgang. Door deze matige uitwerking van het (op het eerste oog interessante) plot en door de uitgebreide beschrijvingen wordt het boek langdradig.
Ongelooflijk goed, dit. Het is geschreven vanuit het perspectief van een paard - en dat klinkt ongelooflijk, maar literair maakt het dit verhaal over een meisje dat in verkeerde sferen terecht komt heel erg spannend, omdat Van Mersbergen dit gebruikt om het gevoelsleven van de hoofdpersonen te beschreven. Heel knap.
Leuke insteek om beleving van het paard als uitgangspunt te nemen. Het stuk over de reis die het meisje en het paard maakten was wel erg detaillistisch en lang. Daar heb ik al scrollend doorheen gelezen. Het stuk aan het eind waarin het meisje van het paard valt, vond ik dan weer wat te vaag en onvoldoende uitgewerkt.
This entire review has been hidden because of spoilers.
Origineel perspectief (het verhaal wordt verteld vanuit een paard), vaak geloofwaardig, soms ook helemaal niet. Soms heel goed geschreven, soms onnodig traag, overdreven beschrijvend. Bij vlagen erg spannend. De druk die ik las bevatte een aantal slordige taalfouten. Dit boek had een kritischere eindredactie verdiend. Dan had het echt goed kunnen zijn.
Het gegeven, een paard als verteller, spreekt me erg aan. De uitwerking viel me nogal tegen. Er staan dingen in die niet kloppen (over paarden) en de uitweiding over een rit is wel heel erg uitgebreid. Jammer.
Ik vond het boek te gedetailleerd verteld. Daarnaast ging het paardenperspectief mij al vroeg tegenstaan, toen de schrijver het had over "ik voel het in mijn ballen"....
Het perspectief van het paard is mooi bedacht maar komt toch niet goed genoeg en voldoende consequent uit de verf. Het verhaal blijft oppervlakkig en intrigeert nauwelijks .
Een prachtig geschreven boek over een meisje in problemen Het vertelperspectief is het paard dat bij haar opa in de wei staat. Een bijzondere leeservaring
Heel knap hoe Van Mersbergen het boek vanuit het gezichtspunt van een paard schrijft en dat overtuigend volhoudt. Het paard, de verteller, speelt een rol in het verhaal en dus voel je je als lezer betrokken. De zintuiglijke waarneming van het paard, het gegeven dat het een leven kan lezen door aanraking: goed gevonden. Toch wist het boek me niet te grijpen - misschien wel omdat door de afstand die er nu eenmaal bestaat tussen mens en dier en ik me eerder identificeerde met de opgevoerde mannen en vrouwen, bij wie ik niet dichtbij kon komen omdat de verteller een paard is.
De vele zintuigen die worden aangesproken zijn fantastisch vervat in dat vertellende paard. En de strijd tussen het meisje en haar twee omgevingen worden hiermee krachtig uitgebeeld. het stadse einde heeft voor mij iets te veel van een deus ex machina.
Best unieke ervaring op drama, waar je geheel ingetrokken wordt. Vanzelfsprekende onderwerpen worden een puzzel of grappig vanuit de kijk van de observeerder. Geleend van Krista.
Mooi hoor! Kaal geschreven, niks bloemrijks of gestileerds, en dat is ook wel eens fijn. Wat ik erg knap vind is dat het de schrijver lukt om mij te laten houden van de hoofdpersoon: het paard. En ook de oude man en het meisje roepen gevoel bij mij op. Mededogen. De wens dat het ze goed gaat. Ja, echt een puik boek dit.
Ik lees boeken op twee manieren. Als een schrijver en als een lezer. Als schrijver vind ik dit boek heel geslaagd. Prachtige taal, sfeervolle setting en de opbouw van het verhaal spreken me aan. De kleine beetjes informatie die je steeds krijgt, daar vorm je je eigen beelden bij. Mooi gedaan. Als lezer moest ik me soms door de tekst worstelen. De overdaad aan details, beschrijvingen vanuit het paard, maakte van mij een luie lezer, aandacht erbij houden, zeker naar het einde toe, was soms wat lastig. En dat is jammer, want er zijn veel juweeltjes te ontdekken. De band die ontstond tussen grootvader en kleindochter met het paard als tussenpersoon boeide me het meest.