Op een warme zomerochtend is 'geluksdeskundige' Mart Hitz onderweg naar zijn vrouw om haar te vertellen dat hij haar voor een ander gaat verlaten. Aan de rand van zijn woonplaats stuit hij op een wegversperring. De dijk langs de ringvaart blijkt doorgebroken en de bewoners zijn overgebracht naar een sporthal. Als hij zijn vrouw daar niet kan vinden, begint een even duistere als zenuwslopende zoektocht die hem door het onbekende leven van zijn vrouw voert. Het beeld dat hij van haar en van zijn huwelijk had, blijkt voornamelijk een bedenksel. Wanneer zijn veertienjarige dochter, ingefluisterd door zijn schoonouders, hem de verdwijning begint te verwijten, staat hij helemaal alleen voor zijn opdracht: het vinden van de vrouw die hij wil verlaten.
Kees van Beijnum (1954) bracht hij het grootste deel van zijn jeugd door in de cafés en hotels van zijn familie op de Amsterdamse Zeedijk. Voordat hij begin jaren negentig besloot zich aan het schrijven te wijden was hij werkzaam in de journalistiek. Zijn eerste boek Over het IJ - Een reconstructie van een moord (1991) oogstte in brede kring bewondering. 'Eindelijk een eigen equivalent van Truman Capote's In Cold Blood,' schreef René Zwaap.
Begin 1994 debuteerde Van Beijnum als prozaïst met de roman Hier zijn leeuwen, die werd genomineerd voor de Debutantenprijs en de longlist van de Libris Literatuur Prijs. Een jaar later publiceerde hij de semi-autobiografische roman Dichter op de Zeedijk, een succesvol boek dat zijn weg vond naar veel lezers en critici en werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs. In 1998 verscheen De ordening, gebaseerd op het levensverhaal van de weduwe Rost-van Tonningen. In 2003 werd het boek verfilmd en genomineerd voor een Gouden Kalf.
De oesters van Nam Kee, Van Beijnums vierde roman, verscheen in 2000. Het is een geestig, met vaart geschreven boek over hunkering: naar waarheid, naar liefde en vooral naar echtheid. Het verscheen op de longlist van de Libris Literatuur Prijs. De boekverfilming, met in de hoofdrollen Katja Schuurman en Egbert Jan Weber, werd een groot succes. Nadat hij overstapte van Nijgh & Van Ditmar naar De Bezige Bij kwam Van Beijnum in 2002 met de roman De vrouw die alles had, in het najaar van 2004 gevolgd door Het verboden pad.
Begin 2008 stond Van Beijnum volop in de schijnwerpers met zijn roman Paradiso, die overal goed werd besproken en binnen korte tijd uitgroeide tot een bestseller. Het is het verhaal van een man die op het punt staat zijn huwelijk te verbreken als opeens zijn vrouw onvindbaar blijkt. Voordat hij haar kan verlaten, moet hij haar eerst terugvinden.
Ter gelegenheid van de Literaire boekenmaand schreef hij voor De Bijenkorf de novelle Zoon van (2009). Zijn roman Een soort familie (2011) werd juichend ontvangen en genomineerd voor de AKO Literatuurprijs.
In 2014 verscheen zijn tiende roman, De offers. NRC Handelsblad gaf vier sterren: ‘Personages om in je hart te sluiten. Een boek dat onmiddellijk ontzag inboezemt.’ In 2017 publiceerde hij Het mooie seizoen.
Traag verhaal, onsympathieke hoofdpersoon met vermoeiende gedachtengangen en te veel pretentieus taalgebruik en overdreven beschrijvingen en zinsconstructies. Veel te veel onnodige personages. De karakters van en passages met Dana en Adèle waren wat beter dus toch nog 2*
Hoofdpersoon Mart Hitz is psycholoog. In zijn vak legt hij zich toe op het fenomeen geluk. In de privé-omstandigheden zit hij zijn geluk danig in de weg. Op de weg terug van zijn maitresse naar zijn vrouw ontmoet hij een fysieke barrière aan de rand van zijn woonplaats. Daardoor bereikt de beoogde boodschap voor zijn vrouw, namelijk dat hij haar wil verlaten ten gunste van z’n vriendin, haar niet. Hij wil zijn vrouw niet meer, hij wil haar wel bereiken om haar dat te vertellen. Maar zijn vrouw wordt vermist. Mart in geestelijke nood, komt behalve zijn tienerdochter ook andere relaties tegen, die hem – en daarmee de lezer – te denken geven. Ik vind dat de thematiek van de huwelijksband, benaderd vanuit de positie van de achterblijvende man, hier een antiheld, in deze roman een zorgvuldige uitwerking heeft gekregen. De hoofdpersoon, die tijdens zijn frenetieke zoektocht de regie kwijt is over zijn wedervaren, is goed invoelbaar gemaakt zonder larmoyant over te komen. Filmische beschrijvingen helpen de verbeelding van de lezer. Mijn waardering: ‘ruim’ drie sterren.
Dit boek leest weer als een trein, net als de andere boeken van Kees van Beijnum die ik gelezen heb. De verwarring van de hoofdpersoon en zijn slappe gedrag zijn prima uitgewerkt, zeker wanneer zijn tienerdochter en schoonvader hem daar een aantal keer mee confronteren. Direct vanaf het begin wordt de spanning goed opgebouwd, waardoor je de pagina's lustig om blijft slaan. Jammer genoeg eindigt de spanningsboog halverwege het boek en is alles wat daarna komt niet meer zo interessant. Daarnaast vond ik de symboliek er wat te dik bovenop liggen: een uitgedroogde dijk die de zijwaardse druk niet meer aankan...Echt?
Het hoogtepunt voor mij was de geniale scene waar Besmuikt gniffelend en me verkneukelend gelezen.