Rubinstein werd geboren in Duitsland. Ze moest op jonge leeftijd vluchten, waarna zij via Amsterdam en Londen uiteindelijk weer in Amsterdam terechtkwam. De vlucht van familie Rubinstein mocht niet baten, want de Duitsers arresteerden in 1940 haar Joodse vader en vermoordden hem later in Auschwitz. Deze gebeurtenis zou een bepalende factor worden in Rubinsteins leven en werk. Haar hele leven zou ze blijven zoeken naar een vader-figuur, wat volgens sommigen haar band met de Duits-Britse socioloog Norbert Elias zou verklaren.
Rubinstein volgde het Vossius Gymnasium te Amsterdam, maar werd na vier jaar van school gestuurd. Ze werkte drie dagen per week bij uitgeverij G.A. van Oorschot, en leefde samen met de jurist Willem Frederik van Leeuwen. Vervolgens werkte ze drie jaar in een kibboets in Israël en studeerde ze twee jaar aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. Op grond van die studie kon ze in 1955 worden toegelaten als student politieke en sociale wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Tijdens haar studie, die ze na twee jaar afbrak, begon ze haar carrière als schrijfster onder andere bij het Nieuw Israelietisch Weekblad en Propria Cures. Later schreef ze voor Vrij Nederland (VN), Het Parool, NRC Handelsblad, Avenue, Hollands Weekblad, Hollands Maandblad en Tirade.
Haar VN-columns, die vanaf 1962 wekelijks verschenen onder het pseudoniem Tamar, hadden een trouw publiek en werden gekenmerkt door een beknopte en heldere stijl, met soms zeer persoonlijke ontboezemingen over haar echtscheiding (gebundeld in Niets te verliezen en toch bang) en haar ziekte (gebundeld in Nee heb je) en verder over uiteenlopende onderwerpen zoals Friedrich Weinreb (polemiek met Willem Frederik Hermans), bijstandsmoeders (polemiek met Hugo Brandt Corstius over Selma Vrooland), wereldpolitiek, binnenlandse aangelegenheden, katten en bloemen.
In 1977 werd bij Rubinstein multiple sclerose geconstateerd. Dit bracht grote veranderingen in haar leven teweeg, die ze te boek stelde in Nee heb je (1985). Rubinstein overleed op 61-jarige leeftijd. Ze werd begraven op de Amsterdamse begraafplaats Zorgvlied.
Kort na haar dood verscheen haar boek Mijn beter ik, waarin onthuld werd dat ze jarenlang een geheime verhouding had met Simon Carmiggelt. Eerder was ze getrouwd met de literair criticus Aad Nuis en met de psycholoog en columnist Jaap van Heerden.
Ik zag een documentaire met haar en ze fascineerde me. Hardop gelachen om haar cynische toon. " bedrukkend is: de ochtend, de middag, de avond, de nacht. Maar tussendoor gaat het wel"
'meid count your blessings; Je hebt je werk, je huis, je salaris!' —Allright, I count them: één, twee, drie. ❤️
Well written. It did kind of bother me when I found out the author had an extramarital affair herself (with Simon Carmiggelt), after being so hard on her husband and the woman he left her for. Therefore 3 stars although this is probably unfair of me.
Las deze bundel in 2018 (tijdje terug alweer), maar het is in mijn hart gaan wonen. Een nietsontziende woede heeft zich meester gemaakt van Rubinstein's pen tijdens het schrijven van deze columns en het verwerken van een leesbaar pijnlijke break-up.
Andere tijden, dezelfde shit. Al is er wel een andere manier waarop de leefomgeving op een relatiebreuk reageert, maar de heftige emoties die zich aan je opdringen heb ik zelden zo ongefilterd op schrift gezien. Wat dat betreft, is niets menselijks dit boek vreemd. Er wordt weinig uit de weg gegaan en dat resulteert erin dat je deze ongelooflijk bittere pil met de schrijver mee slikt. Eigenlijk moet iedere tiener dit lezen. Want vergeet niet: nergens zo weinig restricties als in de liefde. Maar dat harten breken niet strafbaar is, maakt het niet minder onvergeeflijk. Handle with care, zou je bijna zeggen.
Natuurlijk hangen de letteren van hartschmertz en luduvudu aan elkaar, maar dit is een interpretatie die het lezen meer dan waard is.
Ik houd van Rubinsteins eerdere werken en ook in dit boek kon ik haar schrijfstijl waarderen. Anders dan de tekst op de achterkant doet vermoeden gaat het boek in mijn ogen echter niet over de gevolgen van een scheiding, maar over de gevolgen van verlaten worden; wat toch niet per sé hetzelfde is. Duidelijk is dat Rubinstein een zeer donkere periode doorstond, knap dat het haar gelukt is daarover te schrijven. De donkere wolken hangen duidelijk boven de pagina's. Door de nadruk op de achterhaalde man-vrouw relatie doet het boek wel wat gedateerd aan.
Renate Rubinstein laat in deze korte overdenkingen / columns zien wat het met je doet als je te maken krijgt met een echtscheiding. Woede, frustratie, angst... al die emoties komen langs en zet ze op een mooie manier neer. Ja zo voel je je natuurlijk. Ja, heel logisch. Dat is de kracht van dit boek. Wat is wel lastig vind is juist het feit dat het om een verzameling korte stukken gaat. Daardoor kom je er nooit helemaal 'in'. Maar het is dan ook geen roman. Dus.
Het is een verzameling columns over haar scheiding in de jaren zeventig. Het is pijnlijk openhartig, ze laat haar persoonlijke pijn afdrukken in de krant. Moedig, raar. Eén column riep zoveel op dat mensen die uitknipten en op de koelkast hingen. Een vriend van Rubinstein liet het artikel zien aan zijn ex die hem verlaten had, en zag daarna het artikel op de koelkast bij de ex die hijzelf verlaten had. Het raakte wel, het maakte wel wat los.
Het zal de eerlijkheid zijn over de woede, verdriet en frustratie, die ik ook soms schokkend vond. Want zo'n scheiding, dat is ook nog eens iets met machtsverhoudingen. Laat je degene die jou heeft verlaten wel weten hoeveel pijn je hebt? Is dat niet een machtsverhaal? Gun je die ander die 'dubbele overwinning'? Of haal je juist die krachtmeting en de angel eruit als je zo op het bot eerlijk bent?
De columns gaan vooral over de verwondering, de schok, dat die zoveel pijn kunnen veroorzaken. Het was helemaal niet dat het een goed huwelijk was, maar dat de man zo'n besluit kon nemen voelde voor Rubinstein als verraad. Ik vond het wel grappig te merken dat ik een keer neigde naar uitschelden van de nieuwe vrouw van de oude man. Het is de man die dat besluit heeft genomen, die vrouw staat daarbuiten. Maar bovenal: waarom zou ik dat doen? Knap van Rubinstein dat ze me boos laat zijn op de nieuwe vrouw, terwijl zij zelf daar met geen woord negatief over rept. En het eigenlijk heel netjes doet.
Een wat ouder, maar zeker niet gedateerd boek. Het gaat over liefde, woede, we zien emoties in een soort rauwe vorm op papier geschreven. Het is slim geschreven, met zelfspot en zelfkennis die ook door kan slaan in zelfhaat. Dat is het heftige dat je ziet in dit boek; hoe een scheiding het zelfvertrouwen van zo'n intelligente en bijzondere vrouw kapot kan maken. Ook al zou je dit boek niet in z'n geheel lezen, is de eerste column sowieso de moeite waard te lezen.
Kwam hier niet in. Het boek bestaat in mijn ogen vooral uit stukjes vol gejeremieer over een echtgenoot die het huwelijk met de schrijfster vaarwel heeft gezegd om er met een ander vandoor te gaan. En dat geschreven door een vrouw die er geen been in zag om een langdurige heimelijke liefdesrelatie aan te gaan met 'de meest getrouwde man' van het land.
"Mensenkenners hebben mij gezegd: 'Jouw moeilijkheid is dat je jezelf altijd moet bewijzen.' Ik keek daarvan op, want het is waar. Er zijn blijkbaar mensen die het niet nodig vinden om te bewijzen dat ze iets waard zijn. Die zijn wie ze zijn, net als God dus. Maar als ik nu lees in welke illusie ik tot kort voordien geleefd had, denk ik: Niet dat ik mij bewijzen moest, maar dat ik dacht dat het bewijs geaccepteerd werd, was de vergissing."
Het was een hele poos geleden dat ik nog eens wat van Renate Rubinstein las. En meteen heb ik nu zin om op zoek te gaan naar meer van haar. Het blijven heel leesbare stukjes uit haar VN-periode. Deze verzameling ging over haar scheiding. Over het verliezen. Toch weer regelmatig een potloodvinkje in de marge gezet.