Henk van Straten groeide op in Eindhoven met drie oudere halfbroers, zijn stiefvader en zijn moeder, om in de weekenden met diezelfde moeder naar zijn vader in Rotterdam te rijden. Zijn stiefvader was hem liever kwijt dan rijk, dacht hij. Zijn moeder, gevangen tussen twee mannen, was aldoor somber en vertrok op zijn vijftiende naar Curacao. Zijn broers waren zijn broers, maar toch ook weer niet. Wij zeggen hier niet halfbroer is een humoristisch, schrijnend, maar liefdevol verhaal over een kind dat dacht altijd vrolijk te moeten zijn en, later, over een puber die eenzaam drugs gebruikte op zijn zolderkamertje en opging in zowel de punk- als de gabbercultuur. Zoals Van Straten zelf zegt: 'Gewoon een jeugd, net zoals mijn leven gewoon een leven is.' Dat kan zo zijn, maar Wij zeggen hier niet halfbroer is geenszins 'gewoon een boek'. Met dezelfde haarscherpe en ontroerende observaties die we kennen van zijn persoonlijke stukjes en zijn columns voor Volkskrant Magazine toont Van Straten ons de hartverscheurende, grappige herinneringen aan het leven van een jongen die worstelde met identiteit, liefde en mannelijkheid.
In Todd Solondz' film 'Storytelling' wordt een studente bezocht door haar professor literatuur. Ze bedrijven twijfelachtige seks, waarna de studente haar ervaringen neerpent. Wanneer ze de volgende dag haar verhaal voorleest aan haar medestudenten, wordt haar pennenvrucht lauw onthaald. Ten einde raad zet ze het op een jammeren: 'En wat als dit nu echt is gebeurd?'. Waarop de professor onbewogen antwoordt: 'Je weet toch wanneer je iets neerschrijft, het automatisch fictie wordt'.
Op bladzijde 38 schrijft van Straten over de ritjes op de motor van zijn broer. Hij gebruikt een dop van een viltstift als sigaret en hij maakt de kinderen in de buurt wijs dat hij 'een kinderagent was die op plaatsen kwam die voor volwassen agenten niet toegankelijk waren'. Het soort praatjes dat je jezelf als kind wijsmaakt en op een bepaald moment ga je dat nog zelf geloven ook.
'Ik fabriceer een werkelijkheid en ga eronder gebukt omdat ik denk dat die echt is.', lees je een tiental bladzijden verder. Het valt op dat van Straten vaak refereert aan televisiereeksen. Wanneer hij 'The Wonder Years' opnieuw bekijkt levert dat deze zin op: 'Ik zag Winnie en voelde de verliefdheid weer, en het geloof dat ik had in de liefde. Maar, tegelijkertijd, misschien ook het verlies van dat geloof'. Hij schrijft een essay met de titel 'Mijn vader, Tony Soprano' waarin hij zijn liefde neerschrijft voor de maffiabaas.
Het lijkt erop dat in dit boek een identiteit bij elkaar wordt geboetseerd. Er worden concerten bezocht van de straightedge groep Madball, daarna wordt er hevig gekoketteerd met Tupac Shukur om uiteindelijk muzikaal te belanden bij de gabberscene:
'Toen ik op de gabbergolf surfte was die eigenlijk al over het hoogtepunt heen. De massa had het ontdekt. Het werd te groot, te commercieel.'
Een kerel met kapsones, denk je bij zulke passages. Want de hele Thunderdome-scene werd natuur in elkaar geknutseld door evenementenbureau ID&T. Niet meteen mensen die vies zijn van een massa.
Maar het is typisch voor de toon van 'Wij zeggen hier niet halfbroer': vaak wordt er met onwrikbare stelligheid zaken geponeerd die nergens op slaan. Hij voelt zich een onbegrepen rock-'n-roll ster en roemt zijn grote bewustzijn. Het grapje dat hij uithaalt met de werkster is ont-zet-tend flauw. Maar net omdat hij zich nergens excuseert richting lezer, werkt het. Vrij naar Gerard Reve: hij liegt de waarheid.
'Axl Rose nadoen voelde hetzelfde als toen ik met een speelgoedpistool pretendeerde een geheim agent te zijn ... Dat het opgaan in fantasie, toen, hetzelfde is als het opgaan in het schrijven van nu. Maar nee, mijn behoefte te schrijven komt voort uit een visioen.'
Ik zeg niet dat alles in het boek geweldig was en dat elke bladzijde vijf sterren waard is. Ik weet wel dat het echt voelde en dat ik heel vaak heb moeten lachen. Juist daarom vond ik het vijf sterren waard. Ik ben mijzelf nooit verloren door drugs te gebruiken of alcohol te nuttigen totdat ik de volgende dag alleen maar kon overgeven of mij gelukkig proberen te voelen door zinloze, nietszeggende seks te hebben. Toch las ik door die stukken heen wat Henk echt bedoelde: hoe voelt het om erbij te horen en echte broederliefde te voelen, te midden van alle shit.
Hier lag de potentie voor een mooi boek. Zijn gezinssituatie is bijzonder, zijn vroege jeugd erg losbandig en zijn groei als persoon zijn ingrediënten waar je wat van kunt maken. Maar Henk laat de kans liggen. Wat overblijft is een boek met losse, hap-snap herinneringen van zijn jeugd. Te weinig structuur en het zinloze heen en weer springen tussen jaren, gebeurtenissen en gedachten komt de leesbaarheid niet ten goede. Wat je overhoudt is een verzameling los zand wat ik met moeite heb kunnen uitlezen. Naast zijn abnormale drugsgebruik zijn veel, van wat hij beschrijft, gebeurtenissen die vele pubers meemaken. Op de kaft wordt Henk aangeprezen als 'mogelijk de beste schrijver van Nederland'. Dat moet een van zijn broers gezegd hebben, want ik kan me daar niet echt in vinden. Het vorige boek dat ik van hem gelezen heb, was ook al matig. Maar na deze haak ik voorlopig even af.
De jeugd van Henk van Straten was nogal turbulent. Niet elk stuk is even goed geschreven, het staccato stoorde me af en toe. Inhoudelijk was ik soms verbaasd over hoe de schrijver sommige gebeurtenissen bagatelliseert. Aan de ene kant zijn dit heftige dingen die hem zijn overkomen, waarover hij zegt dat het allemaal wel meeviel. Aan de andere kant zijn het daden, vooral op seksueel gebied. Een aantal keren beschrijft hij situaties waarin hij enorm grensoverschrijdend was.
Zijn extreme drugsgebruik, nog voor zijn zestiende verjaardag vond ik schokkend. Hoe hij daarna op alcohol is overgestapt klinkt nogal disfunctioneel.
Wel leuk, niet meer en niet minder. Irriteer me echter aan het staccato én het seksueel grensoverschrijdende gedrag van de auteur. Ik citeer: “Eén meisje neukte ik in mijn zolderkamer tegen haar zin. Ze zei geen ‘nee’ en duwde me ook niet weg, maar ze lag daar apathisch, zonder leven, en was gortdroog van onderen.” Dit vind ik weerzinwekkend!
Vooral erg enthousiast over het eerste deel van het boek. Na ongeveer een derde wordt het veel van hetzelfde, meer drugs, meer drank. Al met al wel een mooie beschrijving van zijn jeugd en zijn eeuwige zoektocht naar bevestiging, maar wel vanuit een ietwat eenzijdig perspectief. 3,5 ster.
Van dit boek heb ik geleerd hoe iemand een racist kan worden, vooral als het niet van huis uit mee komt, en hoe iemand daar weer van af komt. Ook heb ik wat geleerd over drugs, de gevolgen van het gebruik hiervan en de gabbers (die trouwens niet helemaal verdwenen zijn, de groep is gewoon erg gekrompen).
In zijn boek geeft Henk van Straten zonder schaamte of spijt toe dat hij iemand heeft verkracht. Daarna vertelt hij, alsof hij een hele ontdekking heeft gedaan, dat als iemand nee zegt en je dan toch doorgaat, iemand ook nee zegt met zijn lichaam. Ik vraag me dus echt of mensen, in dit geval mannen dit soort gevallen niet als verkrachting zien, want zelf schrijft hij dat hij zich op meerdere momenten heeft afgevraagd of dat verkrachting was.
Dankzij dit boek heb ik geleerd dat literatuur niet altijd goed geschreven hoeft te zijn, of met ene duidelijke vormgeving. Of dat iets positiefs of negatiefs is weet ik zelf nog niet.
Persoonlijk vond ik dit boek oké, niet geweldig, niet vreselijk. Er waren wat stukken waar ik moeite had met zijn bijna emotieloze manier van schrijven over heftige onderwerpen, zoals die verkrachting, of wanneer hij zijn vrienden drogeert met speed in hun cola. Wat het nog vreemder maakt is dat hij prima met emotie kan schrijven, dat doet hij namelijk wel in andere stukken van het boek. Verder begrijp ik niet helemaal waarom dit boek zo populair is, of dat elke tiener dit zou moeten lezen. Maar misschien ligt dat aan mij, zou ook kunnen.
Ik kan me inhoudelijk niet echt vinden in het leven van de schrijver. Maar juist omdat ik me niet kan inbeelden hoe iemand zo’n leven lijdt en de dingen doet die Henk in zijn boek beschrijft en nog steeds door het boek heen lees zonder ervan te schrikken, vind ik het boek zo sterk. Het boek leest makkelijk door omdat je eigenlijk door gedachten heen leest. De schrijver schrijft, en ik denk dat dat is wat het boek sterk maakt. Hij vertelt zijn verhaal en omdat hij alles zelf heeft meegemaakt, is het allemaal heel normaal.
Ik moet wel zeggen dat ik me soms ergerde als ik als lezer werd aangesproken. Desalniettemin vond ik het een interessant boek omdat de acties waar ik normaal totaal niet achter sta, zo worden gebagatelliseerd dat ik me niet besefte wat die acties daadwerkelijk inhielden. Het is een eerlijk boek met een rode draad van eenzaamheid en een zoektocht naar erkenning, waar Henk eigenlijk heel zijn leven last van heeft. Met tot gevolg overmatig middelengebruik, een gebrek aan empathie voor mensen en veel agressiviteit. Interessant, hoewel ik me er zelf niet in kan vinden en het me ook niet in kan beelden, zelfs niet na het lezen van dit boek.
Ik zette dit boek ooit op mijn lijst toen Henk deelnam aan de Slimste Mens. Jaren klonk de titel me te zwaarmoedig, waardoor ik het lezen ervan uitstelde. Nu ik mezelf ertoe heb gezet mijn e-reader leeg te lezen (eerst alles lezen voor ik er wat anders op zet), was ook dit boek aan de beurt.
En wát voor boek. Ik vond veel herkenning, met name over complexe familiedynamieken en hoe die je kunnen vormen, kwam me bekend voor. Maar gelukkig was ook heel veel totaal niet herkenbaar. Henk schrijft ontzettend toegankelijk over zware thema's, met veel zelfreflectie, humor en de juiste dosis cynisme. Hij deinst er ook niet voor terug de hand in eigen boezem te steken.
Van Straten is een schrijver die genoeg heeft mee gemaakt en dus 'materiaal' heeft. Maar zijn beschrijvingen doen een esthetische ervaring vaak de das om. Het boek blijft vrij vlak, waarbij de stijl die onderwerp of persoonsvorm vaak weglaat niet meehelpt. Wel vlot, zulke zinnen. Maar niet erg mooi.
Zeker het eerste deel klinkt wat generiek, als hij de ruzies rond zijn flat beschrijft en het stoned zijn op de middelbare school. Had niet elke klas zo'n jongen?
Later wordt het interessanter als hij zich aansluit bij de gabberscene en een duik neemt in een milieu met criminele randjes.
Maar het gevoel dat er meer met het materiaal gedaan kon worden beklijft.
Henk van Straten beschrijft zijn jeugd. Hij groeit op onder één dak met drie halfbroers, die allemaal een stuk ouder zijn, en heeft het gevoel er niet bij te horen, hoewel hij erg zijn best doet om het gezellig te houden. Verder heeft hij last van de bekende puberdrang naar waarheid, echtheid en andere vormen van het absolute en dat bestaat natuurlijk allemaal niet. En hij blowt zich suf en tattoot zich suf. Dat past er wel bij.
Het mooie van het boek is dat hij het allemaal snel en overtuigend opschrijft. Alsof hij over de vorm niet heeft nagedacht.
Ik vind boeken over gezinsrelaties en opgroeien altijd interessant dus was erg benieuwd naar dit boek. Het viel tegen, het is voornamelijk een verzameling herinneringen met soms weinig diepgang (veel seks, drugs, kotsen etc). De reflecties over het schrijven van de schrijver zelf ergerden me, het leidde af van het verhaal. Al met al prima boek voor even tussendoor, maar echt veel indruk heeft het niet gemaakt.
Ik heb genoten van dit boek. Veel momenten moeten glimlachen om pijnlijk eerlijk beschreven situaties door de auteur. In sommige opzichten ook herkenbaar, als generatiegenoot. Ik begrijp de negatieve recensies niet zo. De schrijfstijl is kwetsbaar, wat ook de kracht van het boek is, vind ik.
Ik ben het boek gaan lezen door een kleine passage in een blendle artikel. Ik dacht dat het boek terugkijkend door de auteur negatief geschreven zou worden, echter vond ik de eindconclusie eigenlijk prachtig. Ben nu ook meer geïnteresseerd geraakt in het werk van Henk van Straten.
Een boeiende persoonlijke geschiedenis, die soms angstaanjagend is en soms omscheppend overkomt. Aangezien ik dit boek 'luisterboekte' was wellicht mijn perceptie anders dan wanneer ik het van papier gelezen zou hebben. De voorlezer of vertellen leek een totaal ander personage dan de hoofdpersoon uit het boek. De knullige uitspraak van de regelmatig voorkomende Engelstalige citaten, waren tenenkrommend. Vandaar mijn advies: Lees het boek. Lees papier.
Henk van Straten je bent een held! Biografie maar dan verteld in roman vorm. Kan me goed inleven in alles wat hij mee heeft gemaakt. Ik moet het echt niet hebben van nederlandse schrijvers, die typische nederlandse schrijfstijl is zo raar, ik kom daar nooit doorheen. Maar Henk kan wel schrijver, ik weet niet of het puur zijn schrijfstijl is, of omdat hij een Brabander is, maar het is top!
Mooi geschreven. Respect voor de schrijver dat hij zo openhartig over zijn leven en zijn kijk daar op durft te schrijven. Iemand die op zoek is in zijn leven, zich niet altijd wetend hoe hij zich moet gedragen en waar hij thuishoort en vaak het gevoel heeft dat hij nergens bij hoort.
Een jeugd met drugs, gabbers en tattoeages. Hoewel het niet altijd even mooi geschreven is, is het wel een mooie weergaven van het opgroeien van een kind met gescheiden ouders etc. Ik denk dat het ook een goed boek voor middelbare scholieren kan zijn.
Een makkelijk en vermakelijk boek. Het fijne aan dit boek vind ik dat je hem makkelijk oppakt en weer weg legt doordat hij over concrete gedachten en scenarios schrijft. Daardoor kan je lekker veel kleinere losse stukjes lezen en is het duidelijk wanneer je kan stoppen.
Marvelous, once again. Een indrukwekkend boek, persoonlijk zou ik compleet verknipt zijn geworden als mijn jeugd, mijn gezinssituatie zo complex was geweest. Respect.