Ward van Rigteren bevindt zich aan het begin van de roman Mores midden in de ontgroening. Hij is even daarvoor vers uit de provincie aangekomen in een middelgrote studentenstad, waar hij zich de komende jaren zal verliezen in het leven van de corpsstudent. Na de inwijdingsrituelen wordt hij direct uitgenodigd om in het beruchtste huis van de stad te komen wonen; zijn jaarclub wordt razendsnel populair en de eerste maanden weet hij zelfs tentamens te halen. Kortom: Wards persoonlijke score is 'absoluut goeie pik'. Toch komt zijn nieuwe leven in een maalstroom als hij in conflict komt met zijn vader, huisoudste Grodder en uiteindelijk met zichzelf...
Mores biedt een ongekend openhartige insider's blik op de vaak verkeerd begrepen wereld van het studentencorps, met zijn specifieke gedragsregels en zijn vage grenzen tussen ernst en spel.
Schrijver en jurist Onno te Rijdt (1959) heeft vrijwel zijn gehele studententijd gewoond in het bekende Leidse corpshuis Het Wallon. Hij schreef eerder onder meer Ciao Padua!, De navel van Chiara en Het spel, een korte roman die genomineerd werd voor de gouden strop.
Duidelijk niks voor mij. Dit boek geeft maar weer aan waarom ik helemaal niks heb met de gewoontes van studentenverenigingen (positie sjaars, hoe er naar vrouwen wordt gekeken, de rol van alcohol).
Het boek stopt eigenlijk te vroeg, want voor een insider-inkijk in het studentenleven is dit onbevredigend. Juist die ontsporing die zich door het boek heen ontwikkelt is heel interessant, maar de clichématige vehikels waarmee die tot stand komt doet afbreuk aan het geheel, en worden daardoor eigenlijk een bijzaak in dit toch wel aangrijpende verhaal. Het is ook wel ongemakkelijk, en begrijpelijk bijna dat je zou afschrikken van het leven van een corpsstudent als dit je ten deel valt. Tegelijk boeide het me, en was benieuwd of de wraak zoet zou zijn of dat het juist anders liep. En het vervelendste: hoe verloopt het Van Rigteren eigenlijk? Zijn eigen naïveteit en vooringenomenheid zit hem uiteindelijk in de weg: status is essentieel, en nadat hij passief heeft toegezien hoe er op hem wordt ingebeukt is hij degene die ontspoort en over de schreef gaat op het verkeerde moment. De houding jegens Grodder is misschien niet geheel onterecht, maar slaat door als hij besluit dat het hem niet boeit, dat hij niet wil weten hoe Grodder als persoon is. Die zwakte leidt hem tot de confrontatie met zijn vader en de valse beschuldiging, nu hij denkt te weten hoe het zit. Ondanks de antipathie die zijn huisgenoten toch ook voor Grodder koesteren zijn ze hem uiteindelijk trouw, als een broederschap dat vlekken uitwist. Of Van Rigteren daarmee zijn eigen corporatijd direct de nek omdraait is meteen de vraag, maar daar bovenuit rijst de vraag: wie is hier nu echt fout gebleken? In die zin zou een deel twee niet misstaan, maar gevaar van een herhaling van zetten wordt dan te groot.
This entire review has been hidden because of spoilers.