Wagiman ontmoet zijn toekomstige vrouw Soemi op de dag waarop zij tegen haar zin met een andere man trouwt. Samen vluchten ze. Het is het begin van een duizelingwekkende reis die van het stille dorp Tambaredjo, via het drukke Paramaribo, op een vrachtschip over de wereldzeeën leidt en eindigt in de Nederlandse havenstad IJmuiden.Wanneer wij samen zijn is het verhaal van drie generaties van een Javaanse familie in Suriname en Nederland, vol vloeken en betoveringen, en van oude en nieuwe werelden die met elkaar botsen. Een verhaal over armoede, verdriet en liefde, maar vooral over een familie die van niets in de wereld zeker is, behalve van elkaar.Karin Amatmoekrim werd geboren in Paramaribo, in 1981 emigreerde ze naar Nederland. Ze studeerde psychologie en moderne letterkunde en publiceerde inmiddels vijf romans. Haar voorlaatste boek Het gym werd door pers en publiek juichend ontvangen. Ook De man van veel, dat in 2013 verscheen, ontving lovende kritieken.`Wanneer wij samen zijn is een aanrader voor de liefhebbers van familiegeschiedenissen.De Wereld Draait Door`Amatmoekrim maakt indruk. Ze schrijft direct, precies en dwingend.Vrij Nederland`Kroniek van een Javaanse familie, en hun pogingen in Suriname en Nederland een bestaan op te bouwen. Geen modieus proza. De schrijfster wil scoren noch vernieuwen, maar vertellen kan ze wel.Trouw
Karin Amatmoekrim was born in 1976, in Paramaribo, Suriname. She emigrated to the Netherlands in 1981 and has been living in Amsterdam since 1999. She studied modern literature at the University of Amsterdam.
Karin Amatmoekrim bezit de kracht om levensechte personages op papier te zetten. In Wanneer wij samen zijn vertelt ze het verhaal van drie generaties van een Javaanse familie in Suriname en Nederland. Vanaf de eerste pagina werd ik dit familieverhaal over armoede, verdriet en liefde ingezogen. Deze warme familie heeft mijn hart gestolen.
Wanneer wij samen zijn van Karin Amatmoekrim is een familiesaga die zich uitstrekt over drie (islamitische) generaties Javanen, en daarmee een belangrijke bijdrage levert aan de representatie van de Surinaams-Javaanse geschiedenis in de literatuur. Waar Javanen in eerdere romans vaak slechts figuranten waren, geeft Amatmoekrim hen hier eindelijk een eigen stem en geschiedenis.
Het verhaal begint wanneer Wagiman wegloopt met de jonge Soeminah, die tegen haar zin wordt uitgehuwelijkt aan een oude man. Samen vestigen ze zich in Tambaredjo, waar al snel hun gezin vorm krijgt: eerst de buitenechtelijke dochter Toekinem, later nog negen kinderen en een legertje kleinkinderen. De stamboom van maar liefst 31 personen voorin het boek. Amatmoekrim beschrijft het leven in het Javaanse district, verlegt het decor naar Paramaribo en uiteindelijk Nederland, waar migratie en ontworteling nieuwe uitdagingen meebrengen.
Een van de meest boeiende personages is Soeratijem, de op een na jongste dochter, wier levenspad symbool staat voor de breuklijnen tussen traditie en moderniteit, tussen Suriname en Nederland. Haar relatie met de rokkenjager Erik Chin en later met de drinkebroer Fokke Boersma leidt het boek van Tambaredjo naar Paramaribo en vervolgens naar IJmuiden. Hier schetst Amatmoekrim een droevig beeld van het migrantenbestaan in een troosteloze flat, maar ook van de veerkracht van een vrouw die probeert zich staande te houden in een onbekende wereld.
Qua thematiek is de roman zonder meer vernieuwend. De spanning tussen het Javaanse erfgoed en de confrontatie met het Westen wordt scherp neergezet: niet de tropenbewoners zijn de vreemde curiosa, maar de Hollanders zelf. Ook scènes als het gedetailleerde ritueel rond een lijkbewassing, een komisch-ontroerend telefoongesprek tussen IJmuiden en Suriname, en de metafoor van de bloemkool als symbool voor het bedompte Holland, zijn sterk gevonden en geven het boek een rijk cultureel palet.
Het boek heeft zijn tekortkomingen zoals het verkeerd situeren van een olieraffinaderij in het dorp in de jaren vijftig en zestig, ook niet in Saramacca of een golfclub in Suriname in de jaren 70.
Sterk is de beschrijving van migratieproblematiek en zinnen die raken in hun eenvoud. Wanneer Deborah bijvoorbeeld leert “hoe je van eten liefde maakt” (p. 236) of beseft dat “Suriname zo mooi was dat je er verdrietig van werd als je er ver vandaan was” (p. 275), laat Amatmoekrim zien hoe ze met weinig woorden diepe emoties kan oproepen.
Wanneer wij samen zijn is een belangrijk boek vanwege de unieke thematiek en de historische reikwijdte. Amatmoekrim bewijst zich als een grote schrijver vooral wanneer ze dichter bij de emotionele kern van haar personages blijft. Het boek is een waardevolle bijdrage aan de Surinaamse literatuur, blijft hangen door de gelaagdheid en de emotionele kracht van het verhaal.