Vergeten straat werd eind zomer 1946 te Brussel gepubliceerd, maar de roman is bedacht en grotendeels ook geschreven tijdens de bezetting. Het uitgangspunt van dit derde werk van Boon is eenvoudig: een doodlopende straat in een naamloze grote stad wordt tijdens de aanleg van een nieuwe spoorwegverbinding helemaal van de buitenwereld afgesneden. Vervolgens wordt er op initiatief van ene Koelie een commune uit de grond gestampt. Om de kansen op welslagen van die Nieuwe Gemeenschap te kunnen beoordelen, heeft de schrijver een Brusselse impasse waar hij weleens was geweest, bevolkt met mensen die hij kende uit zijn eigen Aalsterse omgeving. Het sociaal experiment van Koelie mislukt, het nieuwe gemeenschapsleven implodeert. Maar Boons literaire experiment fascineert tot op de dag van vandaag. Dat is mede te danken aan het beklijvende portret van Koelies dochter Roza, die onder Boons pen is uitgegroeid tot een van de meest destructieve kindvrouwtjes uit de moderne literatuur. Alleen al om figuren als Roza, Koelie en de bedelaar Vieze is Vergeten straat een feest om te lezen.
Meesterlijke beschrijving van de kleinmenselijke kantjes van kleine mensen. Geen hoofdstukken maar brokstukken tekst waarin de personages steeds wat dieper uitgewerkt worden en waarbinnen het samenlevingsexperiment vormt krijgt, vorm verliest en uiteindelijk teloor gaat.
De duiding in het verzorgde nawoord is zeer verrijkend om de roman nog meer op zijn waarde te schatten.
14. Daarvoor zijn ze mens en staan ze in de avond met elkaar te praten. Koelie komt nooit onder hen staan. Hij is zeker een mens die slim geboren werd en de wijsheid van zijn buren niet nodig heeft om te leven en te sterven, peinst Sadeleer. 125. De stad geraakte afgesloten, zij was lijk een afgezet been, zij dreigde te verdorren of te ontbinden.
Een paar jaar geleden nam ik me voor elk jaar minstens 1 boek te herlezen. Deze keer viel de keuze op "Vergeten straat" van Louis Paul Boon, een boek gepubliceerd in 1946, geschreven tijdens de oorlog. Ik wou dit boek herlezen omdat ik me zeer goed herinnerde dat ik serieus van mijn melk was toen ik het een eerste maal las, ik was toen een jaar of 13-14, denk ik. Het boek verhaalt over een straat die voor de buitenwereld wordt afgesloten bij de aanleg van de Noord-Zuid-verbinding in Brussel, en na de eerste paniek, gaan een paar leidersfiguren over tot het installeren van een nieuwe maatschappij, een maatschappij waar je dingen doet voor de gemeenschap, bvb eten maken, 's morgens de broden bakken, etc. In deze straat vind je alle soorten mensen, het boek houdt ons een spiegel voor. Je ziet de mensen die meegaan in het verhaal van de leider die een soort god is, de jonge wereldverbeteraars die het allemaal anders en beter zullen doen dan de ouderen en ook tegen hun teleurstellingen aanlopen, zij die hun dromen najagen, zij die alles doen voor de schone schijn, een malse moederfiguur, zij die toch de weg naar buiten vinden... Er zijn veel mooie passages in dit boek, momenten waarbij je het even weglegt om te denken. Het is ook gedurig lente of zomer, de tulpen bloeien gelijk met de erwten, beetje vreemd, voor mij is dit omdat die nieuwe maatschappij jong is, de boodschap is positief. Hoe het afloopt ? In het weekend hoorde ik op de radio Janis Joplin zingen "Freedom is just another word for nothing left to lose" - ja, daar komt het voor sommigen wel op neer. Las ik het opnieuw graag? Ja! In het midden werd het wat veel van hetzelfde, maar eigenlijk is het nog steeds een erg actueel boek, sterk, en nog steeds zijn **** waard. Ik las het verschillende keren in mijn jeugd, de laatste keer is minstens 32 jaar geleden, ik wist gewoon nog hoe het eindigde!
3,5 à 4 *-en. Ik kan enigszins instemmen met wat Willem Elsschot vlak voor publicatie aan Boon schreef: "ik moet zeggen dat de V.S. op mij den indruk heeft gemaakt opgebouwd te zijn met de brokkelingen die er waren achtergebleven nadat gij den chantier van De V. Groeit had opgeruimd. Mij dunkt dat gij de meeste menschen uit De V. Groeit persoonlijk gekend moet hebben, ja dat gij zelf in die Voorstad gewoond hebt, terwijl de personages van de V. Straat gefantazeerd zijn, zoals hun eigenaardige situatie gafantazeerd is. Daardoor zijn zij min of meer schemerig, terwijl de menigte van De V. Groeit van vleesch en been is" (Nawoord, p. 243). Een ideeënroman, ja, misschien... Intussen zat Boon al te wroeten op Ondine en De Kapellekensbaan, waarmee hij mijn gemoed én geest wel helemaal aanspreekt.
Te prachtig voor woorden. Gewoon lezen want dit is een meesterwerk vol van kritiek, schoonheid en puurheid. Boon slaagt er nogmaals in om de woorden zo breekbaar net niet te laten vallen. Hij gaat om met de taal alsof het zijn pasgeboren kind is.
Je mag me gerust een fan van Boon noemen: ik las al De Voorstad Groeit, Mijn Kleine Oorlog, De Kapellekensbaan, Zomer te Ter-muren, Menuet, De kleine Eva uit de Kromme Bijlstraat, Mieke Maaike’s obscene jeugd en zijn Verzamelde Gedichten.
Een aantal van die boeken zijn onversneden meesterwerken – Boon had in 1979 niet voor niets de Nobelprijs krijgen als hij niet was doodgevallen – maar Vergeten Straat, zijn 3e roman, is het eerste van zijn boeken dat me tegenviel.
Ik voelde zelden connectie met wat er geschreven stond, en de vorm waarvoor Boon koos – een onophoudelijke stroom paragrafen springend van personage naar personage – maakte het er niet makkelijker op.
Die afwezige klik is misschien wel het gevolg van het feit dat Vergeten Straat niet geheel geloofwaardig overkomt, omdat het verhaal mijns inziens op de tweede plaats komt: Boon onderzoekt in deze roman vooral de levensvatbaarheid van utopieën.
Ik denk dat de analyse van André Demedts uit 1947 nog steeds iet of wat hout snijdt:
"(…) doordat hij (…) een essay als roman heeft vermomd. Wij zetten ons schrap tegen zijn werk, omdat hij het niet als een baatlooze schepping, maar als een pleidooi heeft gewild. Voor hem, zooals voor Walschap, is het uur der beslissing aangebroken. Hij moet naar de levensuitbeelding der kunst terug of verder op naar de levensbeleering der propagandisten. Waar hij nu op een tweesprong aarzelt, verspeelt hij zijn schoonste talent."
Vergeten Straat is in 2009 door De Arbeiderspers heruitgegeven in het verzameld werk, en zoals steeds is het uitgebreide nawoord door Kris Humbeeck en de zijnen – 46 pagina’s met analyse, ontstaans- en receptiegeschiedenis – méér dan de moeite waard voor de Boonliefhebber.