Wie durft een Vlaming te helpen die in de Eerste Wereldoorlog zijn land is ontvlucht en hier niet welkom is? Wat doe je als er opeens een nieuw kind uit een ver land bij je in de klas komt? Zou jij mensen tijdens de Hongerwinter van eten hebben voorzien? Hoe stel je je op als je vader wordt opgepakt in een demonstratie tegen asielzoekers? En wie kom je tegen op Mars als je de aarde hebt moeten ontvluchten? Jan Terlouw, Gijs Wanders, Margaretha van Andel, Ariënne Bolt, Alyze Bos, Pieter Koolwijk, Joyce Pool, Jesse Goossens, Mireille Geus, Carolien Ceton, Anna van Praag, Jowi Schmitz, Peter-Paul Rauwerda, Ellen van Velzen, Lenneke Westera, Eva Moraal, Marloes Morshuis, Sjoerd Kuyper en Annet Huizing laten zien dat vriendschap grenzen en culturen, afkomst en geaardheid overstijgt. En dat vluchtelingen welkom zijn. Verhalen en gedichten over heden, verleden en toekomst – en zelfs een vleugje fantasy.
Een mooie bundel van verhalen en gedichten over vluchtelingen. Van WWI en WWII tot hedendaagse vluchtelingen en ook toekomstige vluchtelingen (mensen die naar de maan en mars gaan). Ik vond de verhalen vaak erg prachtig geschreven, op punten moest ik wel even een traantje wegpinken. Het enige wat ik jammer vond was het Fries in een van de verhalen. Leuk om dat toe te voegen, maar ik had echt geen idee wat er werd gezegd. Nu is een zin of twee niet erg (of woorden hier en daar), maar het was heel vaak en het haalde me steeds uit het verhaal. Mijn minst favoriete verhaal was diegene met het maanmeisje, ik vond haar maar erg vervelend. De verhalen zijn allemaal verschillende lengtes, soms heel lang, soms maar een paar pagina's. Maar het voelde altijd als een compleet verhaal. Dus een aanrader.
Wat een bijzonder boek is dit. Ik ben zo blij dat ik dit heb gelezen.
Auteurs van Margaretha van Andel en Sjoerd Kuyper tot Jan Terlouw leveren in dit boek bijzondere bijdragen. Deze wisselen van gedichten tot autobiografische verhalen en historische gebeurtenissen. De kinderen die vluchten komen uit alle windstreken. Ze geven een realistisch, en vooral tragisch beeld van de situaties in hun thuisland die zich afspelen in verschillende tijdperken, van de Tweede Wereldoorlog tot de oorlogen die in de verre toekomst zullen plaatsvinden. Naast aandacht besteden aan vluchtelingen met uiteenlopende achtergronden, wordt er ook een platform gegeven aan de mensen in het gastland die hen afkeuren, of juist verwonderd of gastvrij benaderen. De verhalen variëren van realistisch tot sciencefiction. Zo wilde Jan Terlouw met zijn autobiografische verhaal ‘Trekkers’ over zijn leven tijdens de Hongerwinter in 1945, de jonge en oude lezers aanmoedigen tot meer politieke betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid. Dan heb je ook nog het verhaal ‘Meneer Arif’ waarin Mats, die een negatieve mening heeft over vluchtelingen, in een magische toestand belandt waar hij zelf ervaart hoe het is om op de vlucht te zijn. De variaties van verhalen en perspectiefwisseling vergroot de betrokkenheid bij het actuele onderwerp. Wie de ‘vreemdeling’ is, hangt af van het perspectief. Maar het label ‘de vluchteling’ lijkt te vervagen wanneer je je inleeft in de persoon. En dat is de kracht van deze verhalenbundel.
Ik als 10 jarige had dit boek denk ik veel te intens gevonden, ik vond het nu al af en toe heftige verhalen, maar de gedichten en verschillende verhalen maken het wel beter te verwerken.
Recensie ‘Jij en ik’ verhalen over vriendschap en vluchtelingen
‘Een bundel om te delen’
door Carien Touwen
In onze wereld zijn 22,5 miljoen mensen op de vlucht omdat oorlog, honger, hun politieke, culturele of religieuze achtergrond of hun seksuele geaardheid hun bestaan bedreigt. Een onvoorstelbaar aantal mensen op zoek naar een veilige plek. We lezen er dagelijks over in het nieuws: overvolle en onveilige vluchtelingenkampen, verstekelingen in vrachtwagens, overvolle boten met mensen die aan de grens geweigerd worden… of onderweg zinken; het houdt niet op.
Hun aantal is zo groot dat het moeilijk is een voorstelling te maken van wie deze mensen zijn. Uitgeverij Lemniscaat bracht eerder dit jaar de verhalenbundel ‘Jij en ik’ uit met zestien verhalen en drie gedichten over vluchtelingen en vriendschap. Een moedig initiatief om de wereld van een vluchteling concreet te maken en te laten zien dat we allemaal mensen zijn die een veilig bestaan willen. De eerste stap naar een nieuw leven is vriendschap.
Een groot deel van de verhalen is actueel, zoals het prachtige verhaal ‘Als vogels’ van Arienne Bolt over de voorzichtige vriendschap tussen Huma en Stern, die dankzij een vogel steeds meer naar elkaar toe groeien en leren over elkaars geheimen. Het verhaal ‘Nog nooit’ van Annet Huizing gaat over een gezin waarvan de vader opgepakt wordt tijdens een demonstratie tegen asielzoekers. Het laat goed zien welke denkbeelden er nu in de maatschappij leven en hoe gemakkelijk die vooroordelen kunnen wegvallen als mensen elkaars wereld durven binnenstappen.
Enkele verhalen gaan terug in de tijd, zoals de autobiografische vertelling van Jan Terlouw over hoe hij iemand aan eten hielp in de hongerwinter en zo meer begrip voor deze trekkers kreeg. Het verhaal van Joyce Pool vertelt over Belgische vluchtelingen die naar Friesland kwamen in de Eerste Wereld Oorlog. Een mooi verhaal over begrip, maar niet echt gemakkelijk te lezen door het vele Fries dat erin staat.
Eva Moraal neemt de lezers mee naar de maan waar een groep voormalig aardebewoners een kolonie is gestart omdat er zoveel rampen en oorlog waren op aarde. En in ‘Uit het donker’ van Ellen van Velzen leven er gevluchte mensen op Mars. De bundel geeft met zoveel diversiteit een prachtig totaalbeeld van redenen om te vluchten en laat zien dat het iedereen kan overkomen.
Er zijn voor mij drie uitblinkers in deze alleraardigste verhalenbundel. Ten eerste ‘Papillon’ van Peter-Paul Rauwerda, waarin een oude film een jongen niet alleen helpt met zijn vlucht maar ook bij de acceptatie van zijn nieuwe leven. Daarnaast ‘HH 318’ van Marloes Morshuis, waarin Nederland opeens een onveilig land is geworden en de jonge Tijn in zijn eentje naar Noorwegen moet vluchten. De bundel eindigt met het prachtige verhaal van Lenneke Westra, waarin oren een bijzondere rol spelen. Twee jonge meisjes laten zien dat vriendschap de sleutel is om elkaar te begrijpen en verder te helpen.
‘Jij en ik’ is een mooi uitgegeven bundel met harde kaft en flapomslag. Het is een bundel om te delen, met kinderen, met vrienden en familie. Om zelf te lezen en om uit voor te lezen. Het is een bundel vol begrip en warme vriendschappen en dat is iets waar we in deze tijd nooit genoeg van hebben.
‘Wij-zij’ wordt ‘jij-ik’ in deze hoopvolle bundel, met verhalen van onder anderen Sjoerd Kuyper, Mireille Geus en Jan Terlouw.
Steeds verhuizen en opnieuw wennen. Onzekerheid over het lot van achtergebleven familieleden. Onbegrip en haat in je nieuwe vaderland. Het zijn stuk voor stuk zaken waar vluchtelingen mee te maken krijgen. In de bundel Jij en ik proberen negentien Nederlandse jeugdboekenschrijvers dat in korte verhalen en gedichten bevattelijk en invoelbaar te maken. Niet alle bijdragen zijn speciaal voor deze bundel geschreven. Het gedicht Mensen met koffers van Sjoerd Kuyper bijvoorbeeld verscheen al in 1998. Dat is niet erg, maar een verantwoording daarover had niet mogen ontbreken. Bij zo’n boekconcept ligt een al te sterke nadruk op het thema of zelfs moralisme op de loer en dat gaat ten koste van de literaire verhaalkracht. Niet elke auteur weet daaraan te ontsnappen. Zo schreef Jesse Goossens toch vooral een lesje in verhaalverpakking. Maar de meeste bijdragen overtuigen wel degelijk. Mireille Geus verrast met een mooi gedicht waarin ze subtiel verwoordt hoe moeilijk het is voor gevluchte kinderen om te praten over wat ze meemaakten en hoe even moeilijk voor hun Nederlandse klasgenoten om daarnaar te vragen.
De titel Jij en ik daagt uit om korte metten te maken met het wij-zij-denken. Als zij en wij immers elkaar beter leren kennen, worden die jij en ik. Diverse verhalen gaan dan ook over (ontluikende) vriendschap. Dat dit niet vanzelf gaat, komt bij enkele schrijvers gelukkig ook aan bod. Zo beschrijft Annet Huizing (van De zweetvoetenman) mooi knersend de frictie tussen rationeel begrip en emotioneel onbegrip (eerste zin: ‘Ik had nog nooit een vluchteling van dichtbij gezien.’). In een autobiografische terugblik op het oorlogsjaar 1944, waarin grote stromen mensen de honger vanuit de Randstad ontvluchtten en naar de provincie trokken, legt Jan Terlouw de vinger op de zere plek: ‘Een groot probleem van vluchtelingen is dat ze meestal met velen zijn en daardoor anoniem worden.’ En het is makkelijker en draaglijker om naar die anonieme groep te kijken dan naar de afzonderlijke mensen: ‘ Ze sloften over de klinkers, soms door de sneeuw, soms op gymnastiekschoenen, later zelfs met lappen om hun voeten, en de uitputting was op hun gezichten te lezen. Als je keek. Maar dat deed je niet, niet precies. Je wilde geen details zien.’
Ondanks de beschreven ellende, onzekerheid en fricties overheerst in deze bundel de hoop, op een beter leven en vooral op beter samenleven. Er samen over lezen en praten in de klas helpt daarbij vast een beetje.
Mooie verhalen bundel rondom vluchtelingen/vriendschap. Dit boek is zeer bruikbaar in de klas rondom burgerschap. Nu heel actueel het verhaal van Jesse Goossens 'een neef uit Palestina'. Prachtig ook het gedicht van Alyze Bos 'meer woorden'.
'Toen was ik met mijn net dertien jaar meester van de situatie, en hij niet. Ik kende iedereen, ik had een huis en een bed om in te slapen, ik had ouders die ik om raad kon vragen, ik was goed gevoed, mijn spieren waren hard, ik wist de weg. Hij was moe, hongerig, zwak, ontheemd, zonder vrienden, zonder dat hij wist waar hij de nacht kon doorbrengen, ongerust over zijn kinderen en kleinkinderen, en zijn karretje deed het niet meer. Hij was een vluchteling, een deel van een ding, van een stroom trekkers.'
Dit is een citaat uit het WOII-verhaal van Jan Terlouw. Joyce Pool vertelt over Jefke, een Belg in Friesland tijden de WOI-oorlog. Annet Huizing laat ons kennismaken met Japser en Elias uit het AZC. Ja Japser. En dan in het hart rakende gedichten van bijv. Mireille Geus of Sjoerd Kuyper. Of Jesse Goossens die vertelt over Lot haar vader die cameraman is in oorlogsgebied en Karim ineens bij hen komt wonen. Lees dit! Dit boek. Jij&ik.
Als er één boek is dat aan te raden is om in huis en in de klas te hebben en te lezen is dit het. Stuk voor stuk verhalen en gedichten die je raken. Verhalen en gedichten van Nederlandse auteurs. Verhalen en gedichten van álle tijden.
Ik heb niet alles in gelijk gelezen. Dat lukt niet in één keer. Het grijpt aan. Stof tot nadenken, tot een kringgesprek. Zo knap hoe deze auteurs uit het fonds van uitgeverij Lemniscaat in zo weinig woorden zo treffend de kern van wat belangrijk is in het leven op papier hebben gezet.
Een deel van de opbrengst van dit boek wordt gedoneerd aan het vluchtelingenprogramma van UNHCR.