Marcel van Roosmalen levert een droogkomische blik op doorsnee NederlandRuim twintig jaar bouwt Marcel van Roosmalen aan zijn oeuvre als schrijver en journalist. Naast zijn werk als columnist voor NRC Handelsblad schreef hij vele langere reportages over onder meer sport, ‘zijn’ stad Arnhem, Vitesse, politici als Pim Fortuyn, het koningshuis en personages die zich moeilijk kunnen handhaven in onze samenleving. Kenmerkend is zijn droge, soms cynische blik op Nederland en de menselijke tekorten van haar bewoners. Hij observeert vanaf de zijlijn en dat levert inzichten op die vaak hilarisch zijn, maar hoe dan ook altijd treffend en een goede graadmeter van de stand van het land.Je moet opschrijven dat hier niets gebeurt bevat het beste werk van Marcel van Roosmalen. Een bloemlezing van reportages uit onder meer De Correspondent, Hard gras, VARAgids en Nieuwe Revu en stukken uit de eerder verschenen bundels Op campagne met Oranje, De Pimmels en Op pad met Pim. Werk dat nog immer relevant is en kenmerkend voor de nuchtere, heldere en tegelijk komische stijl die zijn handelsmerk is geworden.De pers over Marcel van Roosmalen'Van Roosmalen is een meester van de ingetogen humor.' de Volkskrant‘Marcel van Roosmalen kan zo schrijven dat ik een diepgevoelde fascinatie krijg voor Vitesse, Limburgse dorpen en humanresourcemanagers.’ Aaf Brandt Corstius‘Niet misschien, maar gewoon de beste columnist van Nederland.’ Nico Dijkshoorn
Verhalen en reportages in de bekende stijl van van Roosmalen. Droog, cynisch en beschouwend. Ik vind zijn stijl meestal leuk maar soms kan het ook teveel van het goede zijn. Ik heb weinig met voetbal en politiek dus die reportages spreken me minder aan. Ik heb het gevoel dat de voetbal ook minder te kakken wordt gezet. Het meest heb ik genoten van de reportage over Beatrix. Als je haar activiteiten realistisch bekijkt dat is het inderdaad een triest leven. Doe mij nog maar een wit wijntje dan.
Nederland is een verzameling schertsfiguren, als we dit boek mogen geloven. En ik vrees dat we dit boek mogen geloven. Ik moet bekennen dat ik tijdens het lezen soms met de schertsfiguren te doen had.
Marcel van Roosmalen: Je moet opschrijven dat hier niets gebeurt. Meulenhoff. 352 pagina's.
Marcel van Roosmalen is een journalist en schrijver. Hij is in 1968 geboren in Arnhem. Arnhem is de hoofdstad van de provincie Gelderland en ligt aan de Nederrijn. Omdat Van Roosmalen uit Arnhem komt gaan veel van de artikelen die hij schrijft over deze stad en dan met name over Vitesse. Vitesse is een voetbalclub uit Arnhem die in eredivisie speelt. Theo Bos en Theo Janssen hebben niet alleen hun voornamen gemeen maar ook het feit dat ze allebei uitkwamen voor Vitesse, of Vites zoals de Arnhemmers hun club liefkozend noemen. De artikelen die Marcel van Roosmalen over Vitesse schreef hebben vaak de beide Theo’s als onderwerp.
Van Roosmalen wordt door zijn uitgever op de achterflap van deze verzamelbundel artikelen aangeprezen als een van de beste columnisten van Nederland. Met deze karige biografische informatie moeten we het doen. De titel van de bundel luidt; “Je moet opschrijven dat er niets gebeurt”. Voor zijn artikelen gaat Van Roosmalen vaak samen met een fotograaf op pad, tenminste dat is wat de achterflap van “Je moet opschrijven (…)” ook vermeld. De ondertitel luidt “De beste reportages” want dat zijn het; de beste reportages die de uitgever heeft verzameld. Dit is dan ook wat Marcel al bijna twintig jaar doet; de beste reportages schrijven. Zijn mooiste reportages verschenen in de bundel “Het is nooit leuk als je tegen een boom rijdt”.
Op de omslag van “Je moet opschrijven”, staat een pot met augurken erin. Op een bord dat naast de pot staat liggen ook twee augurken. Deze kunnen niet uit de pot gekomen zijn, want die is tot aan de rand toe gevuld met het vermaarde tafelzuur. Waar deze augurken dus vandaan zijn gekomen is een mysterie. Een mysterie waarover Van Roosmalen prima een serie reportages over zou kunnen schrijven. Dat de uitgever heeft gekozen voor deze afbeelding op de omslag is vreemd, want in het boek staat geen enkele reportage over augurken. In die zin is de omslagfoto dus misleidend. Wanneer je het boek koopt met in het idee dat je minstens 1 artikel over augurken zult lezen kom je dus bedrogen uit. Van Roosmalen zou de schrijver van een boek met zo’n omslag zeker vragen waarom er augurken op de omslag staan.
Goed, genoeg gezeik over de omslag. Zijn het ook “beste” reportages zoals de ondertitel ons beloofd? Blijkbaar bevat de bundel Van Roosmalen’s beste werk, kortom dit is het hoogtepunt, beter kan het hierna niet meer worden. Ik m' aangeschaft met de gedachte dat ik door het lezen van zijn stukjes mijn eigen schrijfstijl kon verbeteren, dat ik er iets van op zou kunnen steken. Van Roosmalen staat bekend als een kritisch, maar vooral ook een ironisch beschouwer van de menselijke natuur. (Zie bijvoorbeeld zijn serie Onder het systeemplafond bij de Correspondent).
De bundel heeft 350 pagina’s en telt 36 artikelen, ongenummerd, die tegelijkertijd ook hoofdstukken zijn. Sommige zijn lang anderen zijn korter. Acht van de 36 vond ik goed. Minder dan de helft dus, maar dan zit je al wel ruimschoots over de 175 pagina’s. Blijkbaar kon Meulenhoff voor dezelfde prijs niet wat minder pagina’s bieden, dus ik vermoed dat de laatste 12 interviews dan ook als stoplap fungeren. Zo grenst een interview met Henk Spaan aan kritiekloze verafgoding. Uit alles blijkt dat er minder zorg is besteed aan de laatste stukjes. Een gemiste kans dat de uitgever er voor heeft gekozen om ze toch te publiceren. Zonder deze laatste 12 was de bundel veel beter uit de verf gekomen en had ie van mij 3 sterren gekregen.
Ik houd van de wat zwartgallige stijl van Van Roosmalen, vooral als hij gewichtige mensen betrapt op trivialiteiten en dat in een registrerende, zakelijke stijl noteert. Koningin Beatrix die naar de wc gaat, waarna het gehele ontvangstcomité zich omdraait als ze weer naar buiten komt. Mocht je Van Roosmalen tegen het lijf lopen, dan kan alles wat je zegt door hem gebruikt worden. Hij is van de Arnhemse humor, die vaak op leedvermaak berust. Ik houd daar niet zo van, en daarom hoef ik Van Roosmalen niet als buurman, maar hem lezen doe ik graag, ook al zijn veel stukken al een paar jaar oud en zijn de reportages me liever dan de interviews.
Ah, eindelijk een boek van Marcel van Roosmalen gelezen. Je moet opschrijven dat hier niets gebeurt is een bundeling van enkele tientallen reportages die Van Roosmalen tussen 2011 en 2017 schreef. Hij volgt voetbaltrainer Theo Bos in zijn worsteling met alvleesklierkanker, reist mee met bezoeken van koningin Beatrix en gaat met politieke partijen mee op verkiezingscampagne.
De reportages van Van Roosmalen zijn doorgaans droogkomisch. Wat andere journalisten nooit zouden opschrijven, schrijft hij juist wel op. Ongemakkelijke momenten van mensen die zichzelf een bijzondere status hebben toegedicht worden door Van Roosmalen genadeloos neergepend. Wat dat betreft zijn de reportages in dit boek uniek in z’n soort: je moet maar durven om anderen (en jezelf) op zo’n realistische manier, zonder opsmuk, neer te zetten.
Tegelijkertijd hekelde ik het gegeven dat het zo vaak over voetballers gaat. Tuurlijk, één serietje over voetbal is hartstikke leuk, maar zo’n boek als dit had veel gevarieerder kunnen zijn. Soms flikt Van Roosmalen hetzelfde kunstje meerdere keren, dat verveelt op den duur. Hij gaat ook zelden écht over de schreef, terwijl ik misschien graag eens had gelezen dat hij helemaal uit z’n slof was geschoten. Het boek mist een stukje contrast.
Altijd onderhoudend, de stukken van Van Roosmalen. Wel wat voor mij bekende stukken uit eerder werk, toch weer goed om droge observaties te lezen.
Interview met Wim T (Theodoor) Schippers kende ik nog niet:
Er zijn er die vinden dat ik "Th" in plaats van "T" moet schrijven, maar waarom? "Wouter" verkort je toch ook niet tot "Wo"? Ik hou het gewoon bij één letter.
(...)
‘Nog even over uw kunst.'
'Daar ben ik kort over: ik ben dingen gaan maken die ik kan maken. Eerst vonden mensen dat ik het niet kon, maar ik kon het natuurlijk wel.’