Wat doe je met de woorden van je voorouders als je breekt met hun gebruiken en tradities, en met hun god? Kun je daar wel mee breken, als die woorden in je om blijven gaan? Of is traditie misschien precies waar je – zelfs als je zou willen – niet mee kunt breken? Omdat je dan zou moeten breken wie je bent.
Het woedeboek gaat over geloof, ongeloof, wrok en hoop. Een zelfverzekerde stem legt genadeloos zijn onvermogen bloot.
Roelof ten Napel (Joure, 1993) is dichter, schrijver en essayist. Hij werd genomineerd voor verscheidene prijzen en was laureaat van het C.C.S. Crone-Stipendium. NRC Handelsblad noemde hem "Een van de grootste jonge schrijvers van het moment."
Deze bundel heeft me behoorlijk verrast. Ik had me voorbereid op een grimmig en doorwrocht universum, maar het was toch eerder amoureus en transparant (zeker het laatste deel). Benieuwd naar ander werk van Ten Napel.
“men zegt dat hij heeft en hij neemt, alsof hij je / even iets laat vasthouden. hij weet gewoon niet // hoe dat voor ons verschilt, dat we de dingen zichtbaar en dicht bij ons willen.”
Soms lees je iets op precies het goede moment. Deze bundel raakte me heel erg, al weet ik niet precies waarom. De leeservaring voelde heel licht en zwaar tegelijk, alsof de schrijver zichzelf probeerde uit te wissen en de lezer dat noodgedwongen ook moest. Vooral ‘nacht’ op pagina 60 vond ik echt fantastisch mooi, zacht en puur. Wauwie. Lees dit!