Een vrouw wordt niet als vrouw geboren, maar tot vrouw gemaakt,’ schreef Simone de Beauvoir al in 1949. Maar wát maakt de vrouw? Die vraag is onverminderd actueel. In Wolf ondernemen dertien vrouwen een zoektocht naar een antwoord. Hun essays zijn persoonlijk, analytisch en geschreven vanuit diverse achtergronden en invalshoeken. De vrouw in kunst, film en muziek, de vrouw als moeder, rolmodel of lustobject. De vrouw als sekse en als gender, als vrouw – en wat is dat dan? Wolf trekt geen definitieve conclusies maar wil een prikkelende bijdrage vormen aan het feministische debat, en vooral de aanzet zijn tot een open gesprek. Met essays van Merel Bem, Basje Boer, Anaïs Van Ertvelde, Bo van Houwelingen, Emy Koopman, Maartje Laterveer, Nelleke Noordervliet, Marja Pruis, José Rozenbroek, Maral Noshad Sharifi, Naema Tahir, Yaël Vinckx en Herien Wensink.
Aan de hand van persoonlijke anekdotes en ervaringen geven dertien vrouwen je in Wolf een spoedcursus feminisme door de eeuwen heen. Grote namen uit het feminisme passeren de revue - Simone de Beauvoir, Virginia Woolf, Cordelia Fine, Rebecca Solnit - maar er wordt ook verwezen naar popcultuur. Op deze manier staat de bundel vol tips op het gebied van fictie, non-fictie, televisieseries en films. De schrijfsters zijn nergens belerend maar delen hun kijk op het feminisme. Van de anticonceptiepil, de baarmoeder en seks tot Jessica Jones en Grease: de rol van de vrouw is ook in onze huidige maatschappij nog veel te stereotiep. Voer om over na te denken. Mijn complete recensie lees je op Boekvinder.be.
Wolf is een bundeling van 13 essays over de vrouw, samengesteld door Maartje Laterveer. Met bijdragen van o.a. Herien Wensink, Anaïs Van Ertvelde, Naema Tahir, José Rozenbroek en Bo van Houwelingen.
Wolf is duidelijk een kind van zijn tijd. De pussygrabber in het Witte Huis en de #MeToo-beweging hebben indruk nagelaten en hebben aangezet tot het stellen van nieuwe, kritische vragen. Hoe vrij zijn wij als vrouw vandaag de dag eigenlijk écht? Slaat de slinger soms door? Vrouwen en woede, gaat dat wel samen? Wat zo sterk is aan de bijdragen in deze bundel is dat ze niet alleen het blijvend belang van het feminisme benadrukken, maar dat ze ook durven erkennen dat de feministische beweging niet perfect is. Dat 'wij vrouwen' soms ook een patriarchale blik op de wereld werpen. Dat we soms zwalken. Dat niet alles zwart of wit is.
Verschillende essays in Wolf hanteren bovendien een intersectioneel perspectief. Zo wordt bijvoorbeeld gereflecteerd over het kruispunt tussen vrouw zijn en het leven met een beperking, of het leven binnen de oosterse cultuur, of ouder worden. Deze essays waren by far mijn favorieten, en naar deze bijdragen zal ik zeker nog terugkeren. Enkel de LGBTQ-stem vond ik op dat vlak nog ontbreken. De essays vertrekken vaak vanuit de tweedeling tussen man en vrouw, en houden hier misschien iets te weinig rekening met de grijze zones die hiermee over het hoofd worden gekeken.
Los daarvan maakt Wolf als geheel een sterke indruk. Wie op zoek is naar een vlot leesbaar, actueel en kritisch boek over wat het is om vrouw te zijn, zal in deze essays zeker iets van zijn gading vinden.
Op de vraag ‘Wat maakt de vrouw?’ is eigenlijk geen antwoord te geven. Maar in Wolf, dertien essays over de vrouw, is wel duidelijk geworden dat de discussie hier best over gehouden mag worden.
Samengesteld door Maartje Laterveer bestaat Wolf (2019) uit 13 uiteenlopende essays. Met essays over bijvoorveeld de #metoo movement, maar ook over de emoties van de vrouw.
In haar eigen intro legt Laterveer uit waarom de essay collectie deze naam heeft gekregen. Het is een ode aan Virginia Woolf, een van de eerste vrouwelijke essayisten en een inspiratie voor de moderne feminist. Maar ook slaat de titel op het dier; de wolf is geen agressief dier. Het is een dier wat slim en vriendelijk is wat alleen aanvalt indien nodig. Dus, volgens Laterveer, de perfecte feminist.
En dat is precies wat Wolf is. Dit boek is zo huidig en past perfect bij de vrouw in de samenleving van 2019. De vrouw met al haar diversiteit, emoties en strijd. Mensen zullen haar zien.
Read August 2019 De meeste essays waren goed, maar brachten voor mij niet echt iets nieuws. Dit betekent op zich niet dat het geen goede collectie is, maar misschien ben ik niet helemaal het juiste publiek en is deze collectie meer iets voor mensen die aan het begin van het ontdekken van feminisme staan.
Wat ik vooral ook erg jammer vind is dat ik toch wel een stukje diversiteit miste. Slechts twee van de dertien essays zijn geschreven door een vrouw van niet westerse afkomst. (Een paar andere benoemen zeer kort andere culturen, maar dit vanuit een westerse lens en niet uitgebreid genoeg om wat mij betreft mee te tellen om een collectie diverser te maken.) Een essay is geschreven door iemand met een lichamelijke beperking (een korte arm) Een lgbtq+ element ontbrak helaas volledig.
Al met al geen slechte collectie, maar voor mij niet vernieuwend of divers genoeg.
Alvorens ik aan dit boek begon, definieerde ik mijzelf als feminist, zonder enige twijfel. Maar hoe kun je jezelf feminist noemen zonder te weten waar je jezelf door laat leiden? Hoe kun je feminisme in je dagelijkse leven doen laten leven, zonder dat je je eerst hier - op een haast dogmatische wijze - in onderdompelt? Zelfs de meest passieve christen leest weleens in de bijbel. Hoe kan het dan dat ik nooit ook maar een alinea heb genoten van cruciale schrijvers als Simone de Beauvoir, of Virginia Woolf? En mezelf wel feminist noem.
Tijdens het lezen van Wolf kwam ik erachter dat ik nog in een hoop onwetendheid verkeer. Ja, ik weet dat een clitoris eigenlijk een penis is. Of andersom. Ja, ik weet dat ik niet moet mansplainen. Maar mag ik mezelf dan een feminist noemen?
Op 1 februari j.l. werd het rapport over de NPO van de commissie-Van Rijn gepresenteerd. Naar mijn mening een culturele revolutie sinds de #MeToo golf. Niet langer is de dader leidend in het narratief, maar wordt de nadruk gelegd op de slachtoffers. Op de ervaringen. Op hoe het is om mens te zijn, om vrouw te zijn. Ik had die ochtend een essay gelezen over grensoverschrijdend gedrag. Bo van Houwelingen schrijft: ''Mannen die naast je komen zitten op een bankje in het park terwijl ze donders goed weten dat je daar geen zin in hebt en mannen die je verkrachten terwijl ze donders goed weten dat je daar geen zin in hebt, zijn niet twee totaal verschillende dingen: het zijn uitersten - verre uitersten - van dezelfde lijn.''
Gelukkig was het lezen van deze essays vooral erg prikkelend, niet enkel confronterend. Ik heb veel geleerd over de baarmoeder, met dank aan Emy Koopman, en een heel aantal leestips kunnen markeren. Ik sta het mezelf toe om een feminist te zijn, máár met de voorwaarde dat ik dit dan ook in mijn dagelijkse leven onderschrijf. Gelijkheid wordt niet bereikt met passiviteit.
Verzameling van feministische essays waarbij drie essays er voor mij echt uitsprongen, namelijk die van Naema Tahir, Merel Bem & Yaël Vinckx. Bij deze essays kwamen nieuwe inzichten naar voren en werden er nieuwe gesprekken gevoerd. De rest van de essays waren prima te lezen, maar niet vernieuwend als je al meer feministische literatuur hebt gelezen. Mocht je beginnend feminist zijn, dan is dit boek een fijne introductie aan alle problemen veroorzaakt door het patriarchaat.
Man! I feel like a woman! Dat liedje gaat vanzelf spelen als ik dit boek opensla. Het is een soort van opluchting en openbaring. Dat ik dan toch bij een clubje hoor. Eentje waar ik bovendien al van bij mijn geboorte en van nature deel van uitmaak: het clubje van de vrouwen. Ik heb het nooit zo aangevoeld en in LGBTQ+-tijden is het wellicht tijdverlies om nog zo te denken, maar ik weet nog niet eens wat ik met het feminisme moet, dus laat me maar even.
Dit boek bundelt een reeks essays van en over (Nederlandse) vrouwen, het vrouw-zijn. De essays zijn persoonlijk geschreven, herkenbaar en grappig. Of je nu een ‘She-Wolf’ bent of van het zwalkende type als het op feminisme aankomt. Prettig om lezen. José Rozenbroek verwijst in haar essay naar een column van Meredith Greer in HP/De Tijd:
Wees een échte vrouw. Wees niet zoals alle andere vrouwen. Wees eigenlijk überhaupt geen vrouw. (…) Wees geen vrouw maar een meisje. (…) Doe normaal, eet gewoon pizza en bier met de gasten mee. Alleen, ga je dat echt opeten? Weet je wel wat daar allemaal in zit? (…) Zorg dat je je vriend iedere dag pijpt. Geef je man een trio voor zijn verjaardag en anale seks voor kerst. (…) Zorg er ook voor dat je puur en rein bent, want anders ben je een gore slet en een vieze hoer.
Een column vol tegenstrijdige eisen, maar hé, op die manier mogen we toch alles zijn? Soms een hoer, soms ‘one of the guys’, soms een klein meisje. En dat allemaal wanneer het ons het best uitkomt. (In de hoop dat het ook juist overkomt.) Maar ach wat: vrouw zijn anno 2022, wat een vrijheid. En zo zou dat voor élke vrouw moeten zijn. Let's go girls.
Bevat enkele interessante essays, maar niet erg vernieuwend en mist een bredere, intersectionele blik waarin ruimte is voor perspectieven van o.a. zwarte mensen en LHBTIQA+ personen en thema's als racisme, klassisme en validisme besproken worden. De focus ligt voornamelijk op het gedrag, werk, uiterlijk en de maatschappelijke verwachtingen van de witte, cis-gender, heteroseksuele vrouw.
Daarnaast kreeg ik soms het gevoel dat er werd geïmpliceerd dat vrouwen niet hard genoeg hun best doen (om o.a. financieel onafhankelijk te zijn, hoge posities te bekleden en zich af te zetten tegen traditionele genderrollen) en daarmee als het ware zelf verantwoordelijk worden gehouden voor het in stand houden van ongelijkheid.
Fijne essays over de diversiteit aan vrouwen, met voor mij als uitschieters de essays van Naema Tahir over feminisme en groepsculturen en het belang om voordat je jouw idee van feminisme oplegt aan een andere cultuur, die eerst moet leren kennen, het betoog van Merel Bem over het geven van een podium aan het echte werk van vrouwen in de kunst (ipv de discussie over werk van mannen dat eigenlijk door een vrouw zou zijn gemaakt. Met die discussie blijft vooral de mannennaam nagalmen) en het mooie essay over drie generaties sterke, ondernemende vrouwen van Maral Noshad Sharif. Wat maakt de vrouw van Maartje Laterveer was een heerlijke binnenkomer, met het eerbetoon aan Virginia Wolf, waarvan ik echt meer moet gaan lezen.
Ik vermoed dat essays lezen een teken van voortschrijdende volwassenheid is en het onderwerp/de onderwerpen in deze bundel ook. Alhoewel ik al lezende erachter kwam dat ik mezelf als aanstormende begin twintiger vol ambitie in een keurslijf wrong. En me daar uit wist te krijgen. Of toch niet? Fantastisch boek, ik heb gefronst, geknikt, gegruwd, nagedacht, nagelezen en nageslagen. Aangeslagen en triomferend. Ziedend en glimlachend. Het komende uur ben ik onuitstaanbaar, en dat mag. #aanrader
Alhoewel het dier over een breed gezichtsveld beschikt, vertoont ‘Wolf’ een aantal aanzienlijke blinde vlekken: er wordt geen aandacht besteed aan niet-heteroseksuele en niet-heteronormatieve ervaringen; er wordt niet buiten het binaire, cis-gender kader getreden; de factor klasse wordt niet meegenomen in de analyses. De diversiteit en intersectionaliteit waarvoor het feminisme staat, gaan in de meeste essays verloren.
Het bestendigen van een bepaald type vrouw vanuit een bourgeoisie wit feminisme is ronduit gevaarlijk. Bij nader inzien had het boek beter ‘Wolf in schapenvacht’ geheten. Het is te braaf, te volgzaam, te wollig, te voorzichtig, te comfortabel. Het gedachtegoed sluipt onschuldig over de pagina’s, maar het stellen van bepaalde vragen – en belangrijker: de vragen die niet worden gesteld - bestendigen gevaarlijke ideeën die het feminisme niet ten goede vallen. En daar schuilt misschien wel het probleem. Dit boek schrijft over “de vrouw”, niet over feminisme. Deze twee zijn met elkaar gelinkt, maar het zijn geen synoniemen. Alhoewel de essays gebouwd worden op feministische theorieën, zou ik dit boek niet feministisch durven noemen - wat het (gelukkig?) ook niet beweerd te zijn.
* Belangrijke noot: De essays geschreven door Emy Koopman, Anaïs Van Ertvelde, Naema Tahir, Yaël Vinckx en Maral Noshad Sharifi heb ik met plezier gelezen. De rest van het boek heeft me mateloos geërgerd.
Prachtige essays, alleen jammer dat ieder essay verwees naar Rebecca Solnit en Simone de Beauvoir - en (bijna) ieder essay een sneer uitdeelde naar Trump. Dit deed soms ietwat af aan de originaliteit.
Vrouwen moeten, laten, veranderen. Ik zou zo graag willen dat we de man meer op zijn verantwoordelijkheid wijzen. Dat zijn doen en laten gevolg en oorzaak zijn. Maar toch wordt de vrouw verantwoordelijk gehouden.
3.5 sterren. Leuk, maar wel heel erg uit het perspectief van de feminist uit de tweede feministische golf. Ik miste een beetje de connectie naar het nu.
Meest interessante essays: -Het orgaan, Emy Koopman -Danny ❤️ Sandy, Basje Boer -Vrouwen uit de kunst, Merel Bem -De zwalkende feminist, Bo van Houwelingen
De kracht van deze bundel zat voor mij vooral in de diversiteit en de uiteenlopende invalshoeken van de verschillende essays. Al lezende merk je dat iedere schrijfster zich door levenservaringen, culturele opvattingen en opvoeding op een ander punt in het feministische spectrum bevindt. Juist door deze combinatie van actualiteiten en onderzoek met persoonlijke ervaringen wordt ieder standpunt invoelbaar. Het maakt dat je als lezer en als vrouw aan het denken wordt gezet, niet alleen over de beschreven materie, maar ook hoe jouw eigen ervaringen invloed uitoefenen op de plek die je zelf als vrouw en als mens inneemt in dit debat. Vooralsnog identificeer ik me het meest met de 'zwalkende feminist' zoals Bo van Houwelingen dit beschrijft in haar essay. Niet het hardst brullend en de kar trekkend, maar er halfslachtig achteraan strompelend en soms wat mensen op de kar trekken wanneer dit nodig is. Zeker een aanrader! Mijn favoriete essays waren Fijne razernij van Herien Wensink, Feminisme en groepsculturen van Naema Tahir en Wat verandert en wat gelijk blijft van Nelleke Noordervliet
this book isn't necessarily groundbreaking, but i enjoyed reading the thirteen women's perspectives on (modern) feminism. if you don't know a lot about feminism, this might be a good book to get started, though i would suggest doing your own research. the reason why i'm not giving this book 5 stars is because one of the authors (josé rosenbroek) praised lena dunham and amy schumer in her essay, which i found incredibly disappointing. it was an okay book. 2/5