What do you think?
Rate this book


In deze trilogie kan alles wat Harrie Geelen in 1970 absoluut moest vergeten. Anders dan in de succesvolle tv-serie staan nu elk (on)voorstelbaar wezen en elk landschap tot zijn beschikking. Met saaie dingen als zwaartekracht heeft de bedenker nu niets meer te maken: reizen kon eerst alleen op bezems en vliegende tapijten tegen een verschuivende wolkenhemel, maar nu kan de schrijver alles wat hij wil laten zweven ‒ zoals de herberg Zwaankleefaan - of zelfs laten denken en voelen. Het resultaat is de ultieme Hamelen, zoals Harrie Geelen vanaf het begin voor zich heeft gezien.
In De weg naar Voorgoed, het eerste deel van de trilogie, zijn de Hamelaars terechtgekomen in een wereld waar nog geen mens is geweest. Op zoek naar de terugweg naar Hamelen ontmoeten zij reuzen in elk formaat, vloekende kippen en venijnige pompoenen. Er is een monster met een trui van oneindige wol, een onzichtbare hofdame van Lekkere luchtjes, en een beëdigd stuk Zeep dat bij Rijksveiligheid werkt. Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, meneer? is een reeks die over niets gaat; hooguit per ongeluk over alles.
520 pages, Kindle Edition
Published February 7, 2018
"De toespraak van Prins Tor van Sombrië:
Ik moet u vertellen gaan van… mensen.
Ge weet misschien niet wat mensen zijn…
Ik wist het ook niet ik had nooit mensen gezien.
Heksen, prinsen, faunen, waternixen, een trol en een enkele trul, ik draai er mijn hoofd niet voor om. Men ziet ze elke dag. Hiér, nú, recht voor mijn ogen: deze paleiszaal! Hij ziet zwart van tovervolk, kleine gnomen, feeën, faunen, ambtenaren en betoverde padden.
Ikzelf, ik ben een koningszoon, een prins… en dat is wel bijzonder… maar ook ik… (nederige knak van het hoofd)… ben geen mens…
Mensen zijn… (hier een zucht)
…Hoe zal ik de woorden schudden zodat ze vallen in een zin?
Bij Bam, ware mensje Walg hier of mens Bertram – ge weet: hij van Bier en van Brood en Pot! – ah, hij zou het weten te duiden! En fijn als één haar op het hoofd van Jan in de Zak!... Of mens Brom, met zijn geborduurde broek; hij wist vast een waar woord…
Wat is een mens ja…
Zelfs Waternix Assia stond voor een raadsel, Mutte de Trol was sprakeloos, Sigurda Slik, een gediplomeerd heks toch, (hier enig hoofdschudden) …ambtenaar Ogterop, linkervorst Mink… Ik zeg u: wij allemaal wisten niet wat mensen waren en waar ze vandaan kwamen. Correct, men las erover in de boeken, maar men geloofde er daarom nog niet in.
Mensen!
Iedere kabouter leert al dat mensen niet bestaan. Kinderpraat. Voor het naar bed gaan een verhaal en dan de nacht in met een bang gevoel…
Maar ik zeg u nu, wij hebben de mensen met eigen ogen gezien.
Wij allen. Prinsen, nimfen, doorluchtig of niet, en petemoeien… Met eigen ogen!
Mensen zo uit de sprookjes.
Tor,
Koning van Sombrië”