In dit onthullende boek geeft auteur en historicus Gerard Aalders een verbijsterende inkijk in de werkwijze van het NIOD. Het befaamde Nederlands Instituut voor Oorlogs Documentatie werkt ook in opdracht van de regering. Het Instituut heeft de naam onafhankelijk te zijn, maar is dit wel zo? In de zeventien jaar dat Aalders als onderzoeker aan het NIOD was verbonden, kreeg hij menigmaal een spreekverbod opgelegd. De resultaten van zijn onderzoekswerk waren niet altijd welkom. Niet alleen ‘Den Haag’ probeerde hem het zwijgen op te leggen, ook prins Bernhard trachtte – in persoonlijk contact of via de minister-president – de auteur monddood te maken.
In de periode dat Aalders op Het Instituut werkte (1993-2010) is herhaaldelijk druk op hem uitgeoefend om zijn onderzoeksresultaten in lijn te brengen met de wensen van het landsbestuur. Geen middel, intimidatie, roddel noch achterklap liet ‘Den Haag’ onbenut om zijn zin door te drijven. De leiding van het NIOD toonde vaak weinig ruggengraat. Directie en bestuur lieten meer dan eens de oren hangen naar de Haagse eisen.
Van Aalders werd verwacht dat hij de uitkomsten van zijn onderzoek zou aanpassen aan de wensen van de opdrachtgevers. Gerard Aalders heeft zich altijd beroepen op zijn academische vrijheid van spreken, die iedere NIOD-medewerker geniet. Aangezien hij altijd de regels respecteerde, kon geen directie zijn ontslag doordrukken. Lang heeft hij geaarzeld of hij dit boek zou schrijven. Uiteindelijk concludeerde Aalders dat het beleid van onafhankelijke directies, die zich keer op keer toch lieten overrompelen door ‘Den Haag’ en het koningshuis, niet onbesproken mocht blijven. Geschiedschrijving behoort onafhankelijk te zijn; geen speelbal van belangen.
Gerard Aalders werkte als onderzoeker bij het NIOD en publiceerde onder meer over de nazi-roof in Nederland. Hij schreef diverse boeken over de Bilderbergconferenties, economische oorlogvoering, inlichtingendiensten, kartels en majesteitsschennis. Eerder verschenen bij Just Publishers zijn boeken over prins Bernhard en koningin Wilhelmina.
Aalders voltooide twee studies aan de Universiteit van Amsterdam (geschiedenis en scandinavistiek) en promoveerde in 1989 op Swedish neutrality and the Cold War, waarin hij beschrijft waarom Zweden zich – in tegenstelling tot zijn Scandinavische buurlanden – niet bij de NAVO aansloot. Hij werkte van 1993 tot 2011 als onderzoeker bij het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD). Hij schreef in die tijd een trilogie over de nazi-roof op Nederland (Roof, Berooid en Eksters), en verder boeken en artikelen over inlichtingen- en veiligheidsdiensten, geheime economische collaboratie, de Bilderbergconferenties, kartels, Koude Oorlog, WikiLeaks en enkele monografieën over Prins Bernhard. Aalders staat bekend als een fervent criticus van de prins. Als overtuigd republikein levert hij regelmatig kritiek op de monarchie.
Het relaas van Aalders is interessant, vooral waar het de gevoeligheden betreft en de inmenging door politiek. Wat het boek vrijwel niet is en dat had ik gezien de titel wel verwacht: het gaat verder helemaal niet over Oorlogsdocumentatie en haar medewerkers. Jammer want ik heb er ooit ook een aantal maanden rond gelopen. Het Instituut gaat meer over de directeur (met name Blom) en de hoofdpersoon. Alle overige medewerkers zijn niet eens figuranten. Het is meer een Klucht voor twee heren. Misschien dat ik door titel en omslag teveel op een Voskuil achtig relaas rekende. De onderzoeksthema's zijn interessant en daarover in zijn andere boeken lezen ben ik wel van plan.