Het oeuvre van Delphine Lecompte vormt een ontembaar en onvoorspelbaar universum. In inmiddels zeven bundels bevraagt ze volstrekt genadeloos en vol branie zichzelf, de wereld en de poëzie. Nu is het tijd voor een Best Of, waarin alle incestueuze imkers, gekwelde touwslagers, pedofiele tuinmannen, norse walvisjagers, morose windhondenfokkers, mystieke chrysantenkwekers, verwaarloosde hoefdieren, onbereikbare moeders en de geliefde oude kruisboogschutter een nieuw verband met elkaar aangaan. Ze bevolken een wereld die vol is van woede en gekte, maar ook van bezinning, verliefdheid en troost.
Delphine Lecompte (1978) debuteerde in 2004 in het Engels met de roman Kittens in the boiler, daarna schakelde ze over naar gedichten in haar moedertaal. Haar debuutbundel, De dieren in mij, kreeg de C. Buddingh’-prijs 2010 en de Prijs voor Letterkunde van de Provincie West-Vlaanderen 2011. Haar gedichten worden vertaald naar het Frans en het Engels.
“Hij denkt dat ik bluf / wanneer ik zeg dat ik pyromanie en veertien kortverhalen in mij draag”
Delphine Lecompte is mijn allerallerlievelingsdichter. Al haar gedichten klinken als complete vrijheid, als op een podium staan, en iets zingen dat je compleet vrij laat voelen. Buit je eigen gekheid uit.
Dit was mijn eerste kennismaking met Delphine Lecompte, dus een "best of" leek me een goed idee. Het was...euh... apart?
Mooi was het niet. Niet qua vorm, zeker niet qua inhoud. Ik ben normaal niet voor trigger warnings, maar deze had er voor mij toch eentje mogen hebben. Hopelijk is het niet allemaal autobiografisch. Hopelijk is er niks autobiografisch.
Het surreële vond ik geen probleem. Het is niet iets wat ik zou opzoeken, maar ook niet iets wat me afstoot. Er waren gedichten waar ik totaal in verloren liep en andere waar ik perfect een beeld/situatie uit het echte leven kon overleggen en zo een idee kreeg van wat de woorden zouden kunnen betekenen. Of toch wat ze voor mij betekenen. Dit is het soort van poëzie waarin iedereen iets totaal anders kan vinden.
Toch vond ik het heel intrigerend om te lezen en heb ik verschillende keren naar mijn notitieboekje naast het bed moeten grijpen om plotse inspiratie neer te schrijven. Iets wat ik met meer traditionele poëzie zelden tegenkom.
Geen idee wat ik ermee moet aanvangen qua rating. Aangenaam leesmateriaal was het zeker niet, maar ik hou wel van dingen die aanzetten tot denken.
Je begint in ‘The Best Of Delphine Lecompte’, voor jou een onbekende woordkunstenaar. Na pakweg 10 gedichten (van de 120 en làng) hou je bij elk volgende je adem in. Tevergeefs want de lucht wordt uit je longen geslagen. Mooi? Nee. // Intrigerend? Ja. Wil je meer van haar lezen? Ja. Wil je haar zien optreden? ABSOLUUT.
Dankzij deze bloemlezing uit haar eerste eerste zeven bundels weet ik weer waarom ik indertijd na haar derde bundel, 'Blinde gedichten', afgehaakt ben. Het absurde krijgt er iets vrijblijvends, de gedichten hangen met haken en ogen aan elkaar, het is zoeken naar een vers dat eruitspringt. Maar vanaf bundel vijf, 'De baldadige walvis', slaat dat weer om in Lecomptes voordeel. Er is weer meer eenheid in de gedichten, ze zijn weer grappig in plaats van slaapverwekkend en soms ontroert ze me zelfs. Ik zie de trucjes (lekker meer geweld en ongepaste seks, iets van aan het begin herhalen aan het einde), maar ze zijn tenminste goed toegepast. De slotbundel 'Western' was dan weer zwakker, maar in elk gedicht was er toch nog ergens een lichtpuntje: een leuke pointe of een prachtig vers.
Delphine Lecompte is de Herman Brusselmans van de poëzie. Ze delen een hopeloze terneergeslagenheid tegenover het absurde lot van het leven, dat enkel met wat mistroostige humor kan verlicht worden. En ze delen een grofgebektheid, wat bij Lecompte neerkomt op pedoseksualiteit, hoererij, pyromanie en personages met uitgestorven beroepen vergezeld van nietszeggende, soms veelzeggende adjectieven.
Je kan me ‘s nachts wakker maken voor een gedicht van Delphine Lecompte. Ze zijn hartverscheurend grappig. Toch valt deze bundel een beetje tegen, omdat het een compilatie is. Liever had ik mijn tijd gestoken in een van haar échte bundels uit te diepen waar thema’s meer ruimte en liefde hebben om een heel boek in beslag te nemen. En ohja, die titel is bijzonder ordinair, en eigenlijk heel grappig.
Toen je auto de tunnel indook hielden we onze adem in dat hadden we zo afgesproken nog voor ik het licht aan het einde zag had ik al opgegeven en driemaal mijn longen gevuld maar zonder jouw adem naast mij voelde het alsof ze werden gevuld met natte aarde.
"Tien jaar dichterschap is nu bijeengebracht in de bloemlezing ‘Best Of’, waarin kleurrijke personages een wereld bevolken die vol is van woede en gekte, maar ook van bezinning, verliefdheid en troost."