Wijzen naar de maan van Jan Geurtz is een verzameling boeiende, ontroerende en gedeeltelijk autobiografische verhalen die laten zien hoe spiritualiteit in een gewoon mens kan ontwaken en zich vervolgens kan ontwikkelen.
In zijn eerdere boeken, waaronder de bestseller Verslaafd aan liefde, geeft Jan Geurtz een heldere beschrijving van zijn spirituele visie op onszelf en de werkelijkheid. In dit nieuwe boek gaat hij een stap verder. Geurtz toont dat we via liefde en lijden bewuster kunnen toeleven naar de ultieme realisatie van de werkelijkheid, de non-duale verbondenheid van alles, onze natuurlijke staat van Zijn. Eeuwenoude boeddhistische beeldspraak vergelijkt ons bewustzijn met de afzonderlijke weerspiegelingen van de maan in elke vijver, plas of rivier op aarde.
De verhalen in Wijzen naar de maan – geïnspireerd op Dzogchen, Tantra en Advaita – zijn als vingers die wijzen naar de echte maan, het oorspronkelijk zelf-gewaarzijn waar ons ogenschijnlijk afgescheiden ego-bewustzijn een afspiegeling van is.
In wijzen naar de maan wisselt Jan Geurtz gedichten met verhalen af, soms autobiografische verhalen en soms op oude Tibetaanse of anderszins geïnspireerde verhalen in een nieuw jasje gestoken. Het boek is prima in losse delen te lezen, omdat het niet één doorlopende lijn heeft. Het voelde daarom heel anders dan zijn andere werk. Dat leek meer om één thema te gaan (de liefde in mijn geval en vooral het accepteren van jezelf), en had daarin een logischere opbouw.
Ik had verwacht dat dit boek meer een gids zou zijn. Dat het tips zou bevatten over je in het dagelijks leven op zoek kunt gaan naar spiritualiteit en wellicht zelfs verlichting. Misschien dat andere mensen, die meer met deze onderwerpen bezig zijn, wel tips of de link met verlichting in het dagelijks leven zien, maar ik helaas niet. Ik voel me niet verbonden met de oudere verhalen, net als met zijn gedichtjes (sommige een prima sinterklaasgedicht) en de autobiografische verhalen staan me eigenlijk tegen. Maar misschien is dat mijn ego wat in die verhalen vooral het sterke ego van Geurtz lijkt te herkennen. Waarbij ik denk: Wie ben jij dan, dat je belevenis van je pianospelende muziekdocent een ander gaat helpen om verlichting in het dagelijks leven te bereiken?
Als fan van zijn eerdere werk ‘Verslaafd aan Liefde’ was ik zeer benieuwd naar zijn nieuwe boek. Het heeft hoewel het heel anders is qua opzet mijn verwachtingen waargemaakt. Het is makkelijk geschreven met een bijzonder inkijkjes in zijn eigen leven. De manier waarop hij Dzoghen en Advaita weet te verbinden vond ik verhelderend. Zijn kwinkslag in bekende verhalen vermakelijk en de triestheid die ook verwerkt is geruststellend. Ik heb het eerst gelezen, de contemplatie komt later.
Ik heb het wat kris/kras door elkaar gelezen en zo soms 2x hetzelfde gedicht gelezen , en er dan anders over nagedacht , het gedicht bleef hetzelfde , alles is vergankelijk en veranderlijk maar de tekst in een boek of een lied blijft toch behoorlijk lang hetzelfde toch enige mensenlevens overbruggend , een mens kan plots of op korte tijd toch wat veranderen of als ie niet heel tijd in dezelfde konijnen pijp op het internet valt , andere inzichten krijgen , 4 sterren ik zal waarschijnlijk wel nog eens een boek van deze schrijver lezen , De titel en inhoud van het boek doen me ook wat schrijfsels verzinnen Maneschijn De maan kan men soms zien op het water, hoewel men ze kan zien toch is het schijn , dat is ook wat zo met het (ego) zelf , een schijn van wat er is , ( ik zal me verder bezighouden met lezen dat gaat me beter af , en het schrijven overlaten aan schrijvers , .... en computers % )
'Wijzen naar de maan' is een verhalenbundel die inspiratie put uit het Tibetaans boeddhisme, advaitische stromingen, seksuele tantra en het geleefde leven.
Jan Geurtz laat zijn woorden vrijelijk vloeien in dit boek, in volledige waardering en acceptatie van de woorden die op het papier komen. Zoals het een meester op het pad betaamd.
Lees dit boek niet als je als een spons informatie op wilt zuigen over bovenstaande stromingen, maar als je meegevoerd wilt worden door een authentiek verslag van het pad.
Poëtisch, kwetsbaar, eerlijk, soms zweverig en dromerig, soms recht in-your-face.
Dankbaarheid overheerst richting de schrijver en de stroom van het leven waar we allemaal deel uit van maken.
Toegankelijk geschreven losstaande verhalen over verschillende spirituele onderwerpen. Tibetaanse monniken, het boeddhisme en hindoeïsme, advaita, tantra, alles komt voorbij.
Leuke en soms inspirerende verhalen over het leven en hoe sommige mensen de Boeddhistische beoefening ervaren. Prima boek om open te slaan en dan een klein stukje te lezen.
In 'Wijzen naar de maan' verteld Jan over hoe het voor hem tot 'spiritualiteit' gekomen is, hoe en waar en wanneer voor hem het zaadje tot spiritualiteit geplant werd. Hoe het gegroeid is, wat het hem heeft opgeleverd en van daaruit wat hij er wenst van te delen, zoals een meester doet met zijn leerlingen. Vanuit zijn eigen perspectief en aan de hand van eigen inzichten doet hij enkele 'wijsheden' uit de Dzogchen, de Tantra, het Boeddhisme en het Hinduïsme in relatief heldere taal uit de doeken. Relatief want hoe eenvoudiger hoe moeilijker het wordt. De Oosterse spirituele tradities zijn dooraderd met paradoxen.
Ironie wil dat 'Wijzen naar de maan' een schertst is, namelijk dat het allemaal maar 'woorden' zijn en woorden nooit eigenlijk uitdrukken wat wordt ervaren. We wijzen naar de maan, maar door te wijzen kijken we niet naar de maan maar naar de vinger die wijst. Het wijzen naar de maan is niet de maan, het is slechts een wijzen...
Inhoudelijk is het interessant, het boek gaat over niet-dualistisch in het leven staan en in feite over de constatering dat dat zelfs voor de grootste leraren nog best lastig is. Een paar aardige verhalen staan er in, maar mijn ego was minder te spreken over de dichtkunst van Jan Geurtz; inhoudelijk Okay, maar vaak was het ook rijmelarij van lik-mijn-vestje. De bewerking van De tuinman en de dood daarentegen was dan wel weer inspirerend, misschien omdat Jan van het klassieke gedicht een mooi verhaal had gemaakt.
Ik heb inmiddels al heel wat boeken van Jan Geurtz gelezen. Met veel plezier, zo ook dit boek. Het mooie van dit boek is vind ik dat de vorm zo anders is. In soms autobiografische verhalen, soms fictie, geeft Jan een mooi inkijkje in wat spiritualiteit kan doen in het ‘gewone leven’ dat we leven. En tussendoor lardeert hij dit met korte overdenkingen, reflecties. Heel prettig en je leest het dan ook in stukjes. De verhalen waarbij hij zichzelf in een andere tijd plaatst en in gesprek gaat met mensen die hij bewondert zijn vaak humoristisch. En ook met een mooie boodschap.
Het boek vangt aan met autobiografische aantekeningen van JG, heel interessant. Daarna passeren er dzogchen geïnspireerde gedichten (onder de vorm van Alexandrijnen) alsook transcripties van bekendere verhalen uit de Tibetaanse cultuur. Persoonlijk ligt me dat niet, ik vind de schrijfwijze van JG, waarbij hij een verslag neerschrijft van een leerproces aangevuld met theoretische uitleg over het boeddhisme, veel interessanter.
Dit boek is in een totaal andere stijl geschreven ten opzichte van eerdere boeken van Jan Geurtz. Voornamelijk gedichten en korte verhalen. Dat maakt het voor mij een mentaal ‘lichter’ boek wat je er af en toe bijpakt om herinnerd te worden aan wat je al weet en beoefent. Sommige stukken zijn nog wat ongrijpbaar voor me, maar ik vermoed dat dat later duidelijk wordt, als ik het over een paar jaar nog eens lees. Aanrader!
Het boek heeft geen duidelijke rode draad. Ik had verwacht dat het meer richting en praktische inzichten zou bieden over spiritualiteit in het dagelijks leven. Voor mij bleef die aansluiting uit. De stijl en inhoud spraken me niet aan.