Hun vriendschap begon bij de ontelbare avonden in hun stamcafé, avonden die nooit ophielden. Ze raakten verslaafd aan het goede leven en de saamhorigheid. Ze wisten niet hoe of wat, maar wel dat er iedere dag iets memorabels zou gebeuren. Toen de zes mannen begin jaren negentig besloten een bierbrouwerij te beginnen in een werfkelder in Utrecht, werden ze naast vrienden ook zakenpartners. Vijfentwintig jaar later zijn ze op weg naar een boshut in Duitsland om nog één weekend samen te zijn, voordat ze het contract voor de verkoop van de brouwerij tekenen. Tijdens dit weekend reflecteren ze op de vriendschap en op het leven.
Alle tijd is een uiterst giphartiaanse, vitale roman over ambitie, vriendschap en liefde.
Het verhaal van zes vrienden en hun bierbrouwerij. Ik ben er niet achter wie de ik-persoon is die het verhaal vertelt. Het lijkt of hij buiten de groep staat en het verhaal vertelt, terwijl hij ook onderdeel van de groep lijkt uit te maken.
Heb ik je ooit verteld waar ik aan dacht, de eerste keer dat ik je zag? Ik dacht: alles zal verdwijnen, jij en ik en dit café, onze kinderen die nog niet eens bestaan,
een lijn van spiegelbeelden door de tijd, de sterren boven ons, de weerschijn van de hemel in de gracht maar nu is alles hier en vol en druk en mooi en warm.
Wij kennen deze stad, het is een fuik voor licht. We weten wie er lag te slapen achter honderd ramen toen we gingen. We bewaren hun gezichten,
namen maar ze hoorden niet bij jou of mij want wij moesten elkaar nog vinden. Dat is allemaal verdwenen op een dag, maar nu nog niet. Is wat ik dacht.
Ergens helemaal aan het begin van deze meer dan 400 bladzijden tellende turf van Giphart valt dit prachtig stukje poëzie te lezen. Ik heb het een paar keer herlezen en heb me daarna meermaals afgevraagd of dit uit de pen van Giphard kwam. (Het is pas in de verantwoording dat ik het antwoord vond op deze vraag: het is van Ingmar Heytze, geschreven op vraag van Giphart). Het heeft iets onbestemd melancholisch en tegelijk vrolijk nostalgisch. Het is pas bladzijde na bladzijde dat de volle betekenis van wat dit gedicht - dat het hele boek in slechts twaalf verzen omvat - betekent, duidelijk wordt. Een prachtig verhaal over de vriendschap die liefde is en over de liefde die vriendschap is.
De roman vertelt het relaas van de jonge jaren van zes mannen die beste vrienden geworden zijn rond één gegeven dat hen allemaal verbindt: de liefde voor het brouwen van bier en later hun brouwerij.
Het verhaal alterneert tussen heden en verleden. Het heden is een weekend in 2019 waarin ze afscheid nemen van elkaar in de hut van één van hen in de Duitse bossen; het verleden vertelt het verhaal hoe ze elkaar leren kennen hebben, is het verhaal van vallen en opstaan dat elke relatie of vriendschap uiteindelijk wel is en omvat om evidente redenen het grootste deel van het boek.
Voor mij was het een gelukkig weerzien met deze Nederlandse auteur die ik ergens begin de jaren ‘90 voor het eerst leren kennen heb met “Ik ook van jou”, een boek dat toen een diepe indruk op me gemaakt had, en dat ook al over liefde en vriendschap handelde. Een tiental jaar geleden heb ik me dan gewaagd aan “IJsland”, eveneens een verhaal dat twee verhaallijnen naadloos met elkaar verweeft, maar minder blijven hangen is, o.a. door de humor die mij persoonlijk minder lag. (Zijn andere romans spraken mij minder aan. "Phileine zegt sorry" heb ik al snel aan de kant gelegd en niet meer uitgelezen, aan zijn laatste, "Lieve", ben ik zelfs niet begonnen.)
Met dit boek sluit de auteur terug aan bij wat ik bij zijn eerste roman ervaarde: Giphart is een meester in het creëren van sfeer - je waant jezelf helemaal terug in je studentenperiode en denkt automatisch aan je eigen vriendschappen en relaties. Nu en dan smijt hij er een citaat over leven, liefde en vriendschap tussenin van één of andere grote schrijver, waar je willens nillens even bij moet blijven stilstaan. Eentje dat blijven hangen is meer naar het einde van het boek: “Sartre schreef dat een geschiedenis pas een geschiedenis is als er sprake is van een duidelijk begin en einde. Zodra een avontuur is afgelopen wordt de tijd weer structuurloos.”
De humor is subtieler dan in “IJsland” en tovert ongetwijfeld hier en daar een glimlach op de lippen van elke lezer. Zoals bij aanvang van hun brouwers avontuur: “De bakker van wie we de ruimte wilden huren vond het aanvankelijk onzin dat we zijn locatie voor de zoveelste keer wilden bekijken, maar toen Jonas hem had gezegd dat er vijf erg knappe vrouwen zouden langskomen verwelkomde hij onze groep persoonlijk. Hij vertelde over de eeuwenoude warme band tussen bakkers en brouwers, een band die wat hem betreft ook de moeders van de brouwers betrof.” Of de knipoog en het zelfrelativeringsvermogen van de verteller in het volgende stukje: “Molly leek in weinig meer op de onstuimige zwarte Demi Moore die ons in Key West had bediend en gechoqueerd met seksueel getinte grappen. Over ons zei ze dat we niets waren veranderd, wat aantoonbaar niet waar was, want met zijn vieren zijn we inmiddels zwaarder dan destijds met zijn vijven.”
Over de vertelstem krijg je doorheen het hele verhaal geen uitsluitsel wie nu precies aan het woord is. Het kan zowat iedereen zijn, en dat zal wellicht ook de bedoeling geweest zijn van Giphart. In een hechte groep van vrienden verdwijnt het individuele - ook al heeft hij in zijn inleidende hoofdstukken heel wat tijd genomen om de personages één voor één uitgebreid voor te stellen. De vertelstem is wellicht de groep als groep.
Het boek leest als een sneltrein en je moet jezelf dan ook ten gepaste tijde wat rust gunnen. En ook al is het relaas van een vriendschap die zoveel jaren overspant noodzakelijkerwijs anekdotisch en gaan heel wat verhalen - die bij het navertellen overdreven en aangedikt worden, telkens als ze opnieuw verteld worden - een eigen leven leiden, het is aangenaam vertoeven in dit universum van Giphart. Uren leesplezier en nostalgie gegarandeerd.
Ronald Giphart (1965) schreef zijn debuutroman Ik ook van jou tijdens zijn werk als nachtportier in een Utrechts ziekenhuis waarvoor hij in 1993 het Gouden Ezelsoor kreeg. Sindsdien is hij een van Nederlands bekendste schrijvers met een oeuvre om u tegen te zeggen. Zijn laatste roman Alle tijd dat meer dan 400 bladzijden telt, is een prachtig verhaal rond vriendschap geworden dat nooit verveelt.
Zes vrienden ontmoeten elkaar toevallig op vrijdagnacht 20 oktober 1989 in Utrecht als de politie de Oudegracht leegpompt om een onderzoek te voeren: Luciën Eduard Ruitenberg der Alderwereldt (die evenals zijn vader en broers chirurg wordt), Jonas Valentijn (een acteur), Mike Rathenau (een dienstweigeraar in het gezegende jaar 1992), Berend Moorman (een roeier), Cola de Jesserun (van wie de vader verwacht dat hij het familie-imperium zal overnemen, zoals de andere vier Cola’s voor hem) en Gregor die als bijnaam Goeroe kreeg (en in plaats van verder filosofie te studeren in het caféwezen gaat). Ergens in 1990 wordt de vriendengroep een wij en wordt dit ook zo weergegeven in het perspectief, waar Giphart iets speciaals mee doet. De wij is onbenoemd, en verschuift en leeft telkens met eerst de ene en dan de andere persoon van de groep mee, zonder samen te vallen met een van hen. Dit stoort echter niet en legt integendeel net meer nadruk op het wij-gevoel.
Als Mike in 1992 wordt gearresteerd en in de gevangenis belandt vanwege zijn totaalweigering, reizen de vijf anderen ondertussen naar de Key West in Florida en wordt The Dry hun stamcafé, waar ze om hun weinige centen aan te vullen de eigenaar helpen om zijn eigen bier van het huis te brouwen. Maar dan onderneemt Mike een zelfmoordpoging en keren ze allemaal halsoverkop terug. De lessen en het gevoel voor het bierbrouwen blijven echter hangen en terug in Nederland zetten ze samen een eigen bierbrouwerij op om de vriendschap te vieren, die de naam ‘Alle tijd’ krijgt. Samen bedenken ze de meest originele bieren en de bijbehorende namen, met als voorbeeld de Amerikaanse flesjes die ze hebben leren kennen. Maar ze overleven en zetten de onafhankelijke brouwerijen terug op de kaart. Ze worden professioneler en breiden uit.
Giphart heeft een erg stilistische pen en schrijft zwierig. Maar ook zet hij met veel gevoel de diepe vriendschap neer tussen de mannen. Het boek is een eerbetoon aan de vriendschap en vertelt over de verschillende levensfases van de vrienden: liefjes, ruzies, de liefde en hoe die te behouden, de ouders en de familie, hun achtergrond. Maar ook de zware periodes worden niet uit de weg gegaan, zoals een vriendschap die stukloopt, evenals de ziekte en de dood. De dood is overigens wel meer een leidraad in het boek. Meer diepgravende stukken wisselen met de jolige studentikoze af, de branie van Giphart blijft herkenbaar. Het boek is rijk aan culturele referenties: de muzikant Nick Cave en zijn band The Bad Seeds krijgen geen onbelangrijke cameo toebedeeld. Een aantal filosofische stellingen worden jammer genoeg niet echt uitgewerkt. Samen met de vrienden beleeft de lezer de val van de Muur in 1989 in Berlijn zowel als de aanslagen van 11 september in New York.
Het boek verspringt tussen 2019 en de vroegere jaren toen de vrienden de brouwerij opstartten en heel wat ups en downs met elkaar meemaakten. In de huidige tijd rijden ze met het overgebleven groepje naar het buitenhuis van Cola in Duitsland om tezamen een mooi punt achter de brouwerij te zetten, die ze op het punt staan te verkopen. Zo verspringt Giphart tussen het volwassen en het studentikoze leven van de zes personages, wat hij zeer soepel doet en waarmee hij het boek schwung geeft en boeiend houdt.
Giphart vroeg de Utrechtse ex-stadsdichter Ingmar Heytze ter ere van brouwerij Alle tijd een kort gedicht te schrijven dat het verdient om hier vermeld te worden. Het gedicht Maar nu nog niet is de moeite waard om even bij stil te staan. Het slot van het boek is daarentegen wat te vergezocht als finale. Toch zal dit boek bij menig Giphart-fan de verwachtingen weer waarmaken, daarvoor beklijft het meer dan voldoende.
Heel originele vertelperspectieven. Het zet je regelmatig op het verkeerde been en maakt het heel verrassend bij momenten. Heb het in enkele hele lange leesbeurten gelezen en dat was wel nuttig voor dit verhaal. Kan me voorstellen dat als je dit moet lezen per halfuur dat het moeilijker te volgen is. Het lijkt een verhaal over vriendschap maar eigenlijk zijn de zijsprongen rond verliefdheden en kindertijd voor mij beter. Enkele toffe wijsheden in ook..."stook geen vuur dat je niet kunt doven". Dat zijn zo van die dingen waar ik kan van genieten in een boek...
Zes levens in vriendschap. Het begint goed met hoofdstuk 1 waar alle hoofdpersonen voorbij komen en de sfeer wordt gezet. Hier kunnen wel eens verwikkelingen inzitten! Hier kan wel eens drama komen! Dit kan wel eens helemaal misgaan!
Vervolgens gaat het nog 350 pagina's op dezelfde voet door: zonder grote verwikkelingen, zonder echt drama, zonder climax. Het was geen straf om het boek uit te lezen, maar ik kon mijn hersenen wel op een laag pitje laten pruttelen.
In mijn studietijd verslond ik Giphart, maar na Troost en IJsland ben ik hem een beetje uit het oog verloren. Onterecht, blijkt nu. Alle Tijd is een heerlijk vriendenepos met een bijzonder vertelperspectief, namelijk vanuit de complete groep zelf. De groep vrienden als één geheel, waardoor je tegelijkertijd met elk individu meekijkt terwijl je ondertussen boven het collectief blijft zweven. Echt heel dichtbij de afzonderlijke hoofdpersonen kom je evenwel nooit, maar storen doet dat nooit. Bij een vriendengroep zo hecht als dit zes- en later vijf- en vervolgens viertal, is het ook niet de bedoeling dat je daar als buitenstaander zomaar binnendringt.
De levensloop van een vriendschap die 6 mannen samen brengt in een brouwerij, compleet met verloren vrienden en leven dat geen vast pad vormt. Ik vond het vermakelijk en herkenbaar maar er zat te weinig diepgang in de verhalen (wie zijn die mannen echt) en het verhaal boog ook niet erg af van de verwachting. Dat vond ik allemaal nog prima omdat het een mooi verhaal is en lekker leest. Maar dat laatste hoofdstuk volg ik helemaal niet. Het voelt nogal als een gemaakt eind dat Giphart niet verzonnen kreeg maar er lag toevallig nog iets in de la. Alle tijd was op voor een goed slot.
Ik heb zo genoten van dit boek over vriendschap van Giphart! Regelmatig hardop gelachen en een traantje weggepinkt, en het gevoel ‘had ik dit maar meegemaakt met mijn vrienden’. Het einde is wat vreemd maar ook wel weer heel erg Giphart. Ik zou iedereen aanraden dit boek te lezen.
Al van het prille begin lees ik de romans van Giphart. Ik herinner me dat ik ooit tranen met tuiten geweend heb van het lachen met bepaalde passages uit zijn boeken. Daar zat zoveel humor in.
Met dat in het geheugen moest ik dit boek ook lezen. Helaas moet ik zeggen dat ik bepaald niet van de sokken geblazen werd door deze roman. Het werd totaal over een andere boeg gegooid en het duurde een hele tijd voordat ik erin zat. Veel te lang eigenlijk.
Vaak worden de avonturen van de vrienden-brouwers overdreven en onoprecht beschreven. Het is laveren tussen grote emoties en triviale dikdoenerij.
In sommige episoden etaleert Giphart zijn grote schrijftalent, maar als ik een eindoordeel moet vellen, kom ik tot de vaststelling dat hij veel betere boeken heeft geschreven. In ieder geval voor mij.
Het boek bouwt rustig aan op. Het begint met een uitgebreide kennismaking met de hoofdkarakters. Zo uitgebreid dat ik me tijdens het lezen afvroeg: gaat dit ook ergens heen en zo ja waarheen?
Stap voor stap bouwt de auteur het verhaal op, komen de verschillende verhaallijnen bij elkaar. Het voelt dan ook meer als een verhaal waarbij ik als lezer merkte dat regelmatig de mondhoeken omhoog krullen vanwege een grappig beschreven situatie.
men, friendship, beer, women, death, music, adventure; all aspects of life are written like only Giphart can: easy readable, with wit and recognizable. I guess the movie will follow very soon...
Vermakelijk en vlot lezend. Maar niet veel meer dan dat. Af en toe pik je nog eens een moeilijk woord op. Ik wist niet wat ik me moest voorstellen bij de omschrijving '...vitale roman' op de achterflap, en ik weet het eigenlijk nog steeds niet. Wat maakt een roman vitaal?
Na Ventoux heb ik een lichtelijk trauma en was bang dat dit weer zo'n schrale mannenroman zou worden. Maar niets was minder waar. Dit was juist een leuke, lichte, grappige en ontroerende roman. Aanvankelijk een beetje de mannelijke tegenhanger van een chicklit (is daar een woord voor? Piklit? Ew.) en dat bedoel ik zeker niet negatief. In het tweede deel van het boek verdiept het verhaal zich zonder té heftig en zwaar te worden. Aanrader! Wat een verfrissing ook dat het zich een keer in Utrecht afspeelt en niet in Amsterdam. In het troosteloze veganistische restaurant herkende ik De Werfkelder en bij de Italiaan van Donetta zag ik zo Il Pozzo voor me. Goed zomervakantieboek (nog één weekje)
Ik zat ooit bij een lezing van Giphart waar hij vertelde dat we ons de avond niet echt zouden herinneren, behalve als er nu een fanfareorkest binnen zou lopen. Dat is precies dit boek: op gezette tijden gebeurt er Iets Groots, waarbij je het Iets Groots van de bingokaart 'vervelende levensgebeurtenissen' kunt halen. Verder wel een sympathiek boek.
of 'Giphart las een boek over bier brouwen - de roman'
Ik heb geen 5 gegeven omdat het een hoogstaand literair werk is, maar wel een heel mooi boek over vriendschap. Gewoon mooi in al zijn eenvoud. Ontroerend, eerlijk en zo herkenbaar. Regelmatig schieten de ogen vol. Deze korte review is dan ook een ode aan mijn beste vrienden: Jakke, Jumper, Jesus en Guykes.
Vermakelijk boek over 6 vrienden uit Utrecht die een bierbrouwerij beginnen. Leuk omdat het in Utrecht speelt. Leuk omdat de mannen ongeveer de leeftijd van mijn ouders hebben waardoor ik een inkijkje kreeg in hoe hun studententijd er ongeveer uit moet hebben gezien. Ik vond het ook leuk om achterin het boek te lezen hoeveel boeken over bier als inspiratie hebben gediend, Ronald Giphart heeft z'n huiswerk goed gedaan ;-) Ik heb al een aantal keer 'leuk' gebruikt: dat was het ook, gewoon een fijn niet al te zwaar of moeilijk boek over een vriendschap tussen 6 mensen en hoe hun levens zich ontwikkelen.
Fijn coming of age verhaal over 6 vrienden die samen een brouwerij uitbouwen. Hoe verschillende persoonlijkheden omgaan met ouder worden in relaties, gezondheid,... Soms aangrijpend. Een speciaal perspectief. Je lijkt deel uit te maken van de groep maar weet niets over wie je bent binnen deze groep. Stoort niet. Een leuk weglezend boek in het rijtje van Giphart's andere boeken.
In de loop der jaren ben ik Giphart steeds meer gaan waarderen. Ik ben benieuwd waarmee hij na deze mooie roman over volwassen worden en vriendschap (soms tegen de klippen op) nog komt. Ik ga het zeker weer lezen.
Als luisterboek erg fijn, omdat het is ingesproken door de schrijver zelf. Verder niet bijzonder hoogstaand, maar doet je wel weer beseffen wat het leven de moeite waard maakt.
Alweer lang niets van Giphart gelezen, maar dit smaakt naar meer! Onderhoudend verhaal, rijk aan literaire ingrediënten. En fijn om weer even terug te zijn in het Utrecht van mijn studententijd.
4,5* Een lach en een traan. Heerlijk boek. Op het einde wist het me enorm te raken. Goed verhaal, lekker vlot geschreven, leuke dialogen, humor en af en toe wat creatieve originele alinea's die ik wel kon waarderen. Het viel me wel op dat er af en toe een woord mist in een zin, redactie dus niet optimaal. Ik ben benieuwd naar meer van Ronald Giphart. Ook heerlijk dat een groot deel van het boek zich in Utrecht afspeelt overigens.