Langverwachte autobiografie van een icoon van de naoorlogse Belgische geschiedenis Dit boek beschrijft niet mijn leven, maar mijn herinneringen. Herinneringen aan gebeurtenissen waarvan ik getuige ben geweest in de loop van mijn drie levens: in de diplomatie, bij de Europese Commissie en later in het zakenleven. Elke keer heb ik het geluk gehad dat ik een beroep dat ik graag uitoefende, kon inruilen voor een ander beroep dat ik ook graag zou gaan doen. En de banden tussen die werelden zijn nooit volledig verbroken. Toen ik jong was, was ik geïnteresseerd in duizend dingen. Nu ik 86 ben, heb ik nog steeds geen enkele specialisatie... maar ik heb wel kennis van nogal wat zaken.
Mijn herinneringen gaan terug naar Göring, de bouwers van Zwitserse chalets, de benedictijnen van Maredsous, Spaak, koning Boudewijn, Lumumba, Brezjnev, Thatcher, de vakbondsmensen van de Waalse staalindustrie, De Benedetti, Mestrallet, koning Filip, enzovoort.
Dit is geen geschiedenisboek, dit is een boek vol verhalen.
Het boek leest - waarschijnlijk net als Stevie Davignong zijn leven - als een sneltrein. Geeft een mooi - niet altijd diepgaand - inzicht in de dossiers uit de voorbije decennia, en is een mooie basis om te begrijpen hoe we tot het Europa van vandaag zijn gekomen.
De link tussen politiek en industrie, en de noodzaak eraan worden vanuit "hoe het is gelopen" toegelicht: niet alles is wat het lijkt, en al zeker niet wat er in de pers kwam
Dit was een worsteling. Enkel het einde van het boek was interessant, dat speelt zich in iets recentere tijden af. Wel interessant om te lezen hoe alle grote deals verlopen in ons land rond de jaren 2000. Langs de andere kant ben ik ook een beetje gedegouteerd door hoe het soms gaat, over de hoofden van mensen heen en dat dan een succesverhaal noemen. Het hoort erbij zeker, bij de top...