In ‘Messias van niks’ van Michiel Cox hangt een ramp in de lucht, en de vraag is welke vorm die gaat aannemen. In Vuchelt vindt eens in de drie jaar een Hadewijchprocessie plaats. Gelovigen en toeristen van over de hele wereld overspoelen het doorgaans doodkalme Vlaamse stadje. Een halfjaar voor de processie verschijnt een nieuwkomer, Odetta, die de rust verstoort met haar opvallende gedrag en ongewone verhalen. Ze raakt in de ban van Hadewijch en geeft de verering een nieuwe, extreme impuls. Volgelingen van Odetta komen tegenover ongelovigen te staan, Hadewijchs woorden worden gescandeerd en wonderen voltrekken zich. Als Odetta geheel onverwacht en nota bene enkele dagen voor de processie overlijdt is het hek van de dam. Door de ogen van een impotente jongeman, een verkoopster van wierook, een journaliste en een ongelovige priester zien we hoe de bevolking in rep en roer raakt.
Messias van niks is een opvallende roman, alleen al door de titel en kleurrijke omslag, maar ook door de inhoud. Een boek met een grappig en wat bizar verhaal en bijzondere personages. Het maakt nieuwsgierig naar toekomstig werk van Michiel Cox.
Citaat : Die pastoor: de man danste en zong, hij klapte luid en juichte samen met ons. En hoe hij sprak, madame, dat was niet te geloven, zo mooi. Hij sprak de hele tijd in een ritme. Taaa ta ta taaa. God is so great, we are the sinners, taaa ta ta taaa, Hij had zo’n stalen blik in zijn ogen. Begrijp je? Alsof hij het allemaal wist, alles. Review : In Michiel Cox' debuutroman, Messias van niks, staat het fictieve Vuchelt om de drie jaar volledig op zijn kop. Van over de hele wereld komen mensen naar het stadje om er getuige te zijn van de processie ter ere van de middeleeuwse dichteres Hadewijch. De inwoners menen zeker te weten dat de begijn haar laatste jaren in hun woonplaats sleet. In de processie wordt zelfs haar vermeende schrijftafel als een relikwie rondgedragen. 'De minne es al', misschien wel Hadewijchs bekendste regel, geldt er niet alleen als een uiting van diepe en wellustige godsvrucht, maar ook en vooral als een strijdkreet. Cox zet een aantal types in zijn wereld die maar al te herkenbaar zijn - zeker in deze tijd van militante onvrede en een angstige terugkeer naar het geloof en de irreële beloften van populisten. Hij laat de Groningse journaliste Miriam verzeild raken in het gehucht, waar alles gaat zoals het altijd is gegaan en tot voor kort niemand ooit vragen stelde. Cox deelde zijn roman in drie delen in, die de gebeurtenissen grofweg ordenen, daarnaast biedt hij vier personages elk hun eigen kijk op het verhaal. Aan elkaar gekoppeld, leest Messias van niks zo als een samenhangend geheel, dat begint met een sterke intro. De plotselinge komst van een excentrieke vrouw, Odetta, is de aanleiding van alle oproer en verwarring. Odetta is, dat wordt meteen duidelijk, geen plattelandstype, wat zich vertaalt in brutale initiatieven, waar de dorpelingen slechts moeizaam op weten te reageren (In Vuchelt beweegt het leven zich traag, trager dan in de hoofdstad, dan in Heuksel). Cox' wereld wordt namelijk deels bevolkt door mensen voor wie het leven niet heeft gebracht wat ze ervan hadden verwacht, of waarop ze zelfs recht meenden te hebben. Mensen als André, een al wat oudere man die na een weinig opwindend bestaan letterlijk uitgepraat is. En Sven, een arrogante, misogyne jongeling die de wereld de schuld geeft van zijn impotentie. Mensen zoals er zovelen zijn, en die overal ter wereld achter nieuwe messiassen aanlopen.
Hij laat de Groningse journaliste Miriam verzeild raken in het gehucht, waar alles gaat zoals het altijd is gegaan en tot voor kort niemand ooit vragen stelde. Cox deelde zijn roman in drie delen in, die de gebeurtenissen grofweg ordenen, daarnaast biedt hij vier personages elk hun eigen kijk op het verhaal. Aan elkaar gekoppeld, leest Messias van niks zo als een samenhangend geheel, dat begint met een scene waarin veel onrust al achter de rug is. Met flashbacks en -forwards wordt vervolgens stap voor stap duidelijk wat het provinciegat zo drastisch uit een diepe slaap heeft gehaald. De plotselinge komst van een excentrieke vrouw, Odetta, is de aanleiding van alle oproer en verwarring. Haar komst was voor Vuchelt de gebeurtenis van het jaar: een nieuwe inwoner is even uitzonderlijk als een niet-failliete winkel. Odetta is, dat wordt meteen duidelijk, geen plattelandstype, wat zich vertaalt in brutale initiatieven, waar de dorpelingen slechts moeizaam op weten te reageren (In Vuchelt beweegt het leven zich traag, trager dan in de hoofdstad, dan in Heuksel’). André, de al vijftien jaar zwijgende man van wierookverkoopster Jeannine, begint Odetta’s komst opeens weer te praten. Sven, de onder meer met zijn potentie worstelende ‘oudere jongere’, ervaart nieuwe hoop, de (ongelovige) mijnheer pastoor raakt verstoord, aangezien zijn autoriteit opeens niet langer vanzelfsprekend is, en Miriam, de Hollandse journaliste, voelt dat hier een fantastisch verhaal in zit. . Na een wellustige seksuele ervaring die haar haar huwelijk heeft gekost, heeft Odetta een rotsvast vertrouwen in de 'minne' gekregen. Hadewijch is hierin haar De minne lijkt écht al te zijn, helemaal als Odetta terminaal wordt verklaard, maar na een maand tot Hadewijch te hebben gebeden claimt volledig genezen te zijn. Dat is het moment waarop de zinsbegoocheling de mensen pas echt in de ban krijgt. Messias van niks is een vernuftige parabel van de huidige tijd. Cox analyseert sterk hoe persoonlijk ongenoegen kan omslaan in algemeen onbehagen, en hoe klein de stap kan zijn van een geschiedenis die welwillend wordt opgerekt naar totale geschiedvervalsing. Messias van niks is een heel sterk debuut met filmische taal die de verbeelding van de lezer laat werken.
In het Vlaamse dorp (stad!) draait alles om Hadewijch, een dichtende Middeleeuwse begijn die er overleden is en die op de berg een eigen grot heeft die fungeert als bedevaartsoord. Een keer in de drie jaar is er de Hadewijchprocessie, waar dit boek om draait. Een half jaar eerder arriveerde Odette, en tamelijk gestoorde bemoeial die kanker krijgt en beweert te zijn genezen door te bidden tot Hadewijch, waarna ze haar eigen devotie begint met haarzelf en haar wondergenezing als middelpunt. De pastoor werkt haar tegen, een Nederlandse journalist Miriam wil hier een journalistieke klapper maken, een lokale loser en Hadewijchkenner Sven is impotent maar denkt dat te genezen met hulp van Miriam, en de wierookverkoopster Jeannine geeft bitter commentaar op alles. Deze vier vertellers maken het verhaal, dat af en toe slapstickachtige vormen krijgt. Odette gaat dood en op haar begrafenis, op de ochtend voor de processie, komt het tot een chaotische, hilarische maar ook dreigende climax, waarvan onduidelijk blijft hoe die afloopt.
Een absurd verhaal dat ook absurd snel en vlot leest. De personages die om beurt aan het woord komen maken, van een soort incel tot wierookverkoopster en zelfs ongelovige priester, geven elks hun eigen kijk op de feiten en zorgen ervoor dat het verhaal mooi aan elkaar hangt. Ik was vooral onder de indruk van het sterke einde. Een interessante en goed geschreven verhaal. 3.5/5
Een bijzonder meeslepend boek moet ik toegeven. Menig thrillerauteur zou jaloers zijn op zo’n pageturner. Alles zit juist in elkaar: de personages staan er en zijn door al hun lelijkheid net levensecht, het verhaal leidt tot een fantastische apotheose en de details (de champignon !) zitten er boenk op. Echt een aanrader, deze debuutroman van Michiel Cox. Zeer graag gelezen ...