Bachs Matthäus-Passion weet in de tijd voor Pasen volle kerken te trekken. Vaak richt de belangstelling van de luisteraars zich hoofdzakelijk op de muziek. In dit boekje vraagt de bioloog, theoloog en filosoof dr. W.J. Ouweneel aandacht voor de tekst van het werk. Dat kan een zinvolle benadering zijn, want Bachs passiemuziek ontstond vanuit een nauwe relatie met de tekst en vanuit een liturgische achtergrond. De auteur komt op grond van een analyse van de tekst tot een dramatische indeling van het werk en een benoeming van de dramatische rollen. Zijn bewijsvoering is uit wetenschappelijk oogpunt echter zwak en eenzijdig. De auteur heeft een vrij wollig taalgebruik met veel uitwijdingen en zijdelingse opmerkingen. Het boek is hierdoor niet erg lezersvriendelijk. Een actuele uitgave waarin de relatie tekst-muziek-liturgische achtergrond van de Matthäus-Passion op aantrekkelijke en verantwoorde wijze wordt toegelicht, ontbreekt ook na deze uitgave nog steeds. (Biblion recensie, A. de Heer-de Jong.)