De ouders van P.F. Thomése zijn gestorven, de restanten van hun levens staan in een paar dozen op zolder. De schrijver beseft dat zijn vader en moeder een soort vreemden zijn geweest die de hele tijd een toneelstukje voor hem opvoerden. Ooit vertelde zijn vader hem in het schemerdonker voor het slapen gaan eindeloze verhalen. Maar hij repte met geen woord over zijn bloedstollende ervaringen in de Tweede Wereldoorlog. Zijn moeder vertelde zelfs helemaal nooit iets, al verzweeg zij misschien wel de prachtigste verhalen die in Vaderliefde te vinden zijn.
De ‘nagelaten zoon’ ontdekt postuum tal van verborgen geschiedenissen en schitterende verzinsels, met daartussen onvermijdelijk de gruwelijke waarheid. Tezamen vormen de ‘gemiste levens’ van zijn ouders en voorouders ongetwijfeld een familieroman, maar bovenal leest Vaderliefde als de mythologie van een jeugd.
Verstopt op een plek waar niemand naar me op zoek was kwam ik er in de mist van de traag voorttrekkende tijd achter dat je een hele mooie schrijfstijl kunt hebben maar dat je boek ook wel ff ergens over mag gaan.
De indringendste verhalen hangen soms als verborgen vruchten in de eigen stamboom te wachten tot een talige tuinman als P.F. Thomése ze plukt en gracieus aansnijdt. De Nederlander houdt de karakterschets van zijn ondoorgrondelijke, naar aanzien smachtende moeder en zijn verhalen vertellende én verzwijgende vader tegen het licht van de onstuimige 20ste eeuw. Met genoeg rake beeldspraak om een poëziebundel te vullen, eerbiedigt hij zijn vaders levensles, want ‘als we verhalen niet doorvertelden, zouden we loze eindjes worden’.
Ik heb gemengde gevoelens bij dit boek. Het begin is goed, met de verhalen over zijn ouders en de verzonnen adellijke afkomst die de auteur met duivels genoegen ontmaskert. Maar daarna verliest hij zich in heel veel zijpaden met op zich onderhoudende verhalen over alle voorouders en verlies je als lezer de vader van de titel van het boek uit het oog. Uiteindelijk heb ik geen beeld van beide ouders van de auteur gekregen. Het is boek is te fragmentarisch opgezet. Ook vervalt Thomese veel in herhaling over de beperkte gegevens die hij heeft en de figuren die in de mist van de tijd verdwijnen etc. De beeldspraak krijgt iets gekunstelds en gaat tegenstaan. En waarom een taalkunstenaar als Thomese met een gruwelwoord als erfstory op de proppen komt is mij een raadsel.
Na de dood van zijn moeder, in 2018, gaat P.F. [Frans] Thomése op zoek naar zijn roots, of eigenlijk wil hij onderzoeken wie zijn ouders waren en dan vooral zijn vader, want 'zijn moeder zou hij het liefst negeren’. Met de nodige zelfspot en aannames over de aristocratische en militaire voorvaderen, de bastaardzoon en de accent aigu op de naam Thomése meandert de zoon door het verleden van zijn voorouders van zowel vader als moederszijde. Dat geeft een mooi tijdsbeeld, maar de frustratie van de schrijver is voelbaar, zo jammer dat hij niet meer weet, niet meer heeft gevraagd, maar het contact met zijn ouders was altijd uiterst moeizaam. Zijn moeder vertelde nooit wat en zijn vader zweeg omdat hij geen woorden had voor de oorlogsjaren, waar hij verschrikkingen en de dood in de ogen had gezien. Zijn vader dook liever terug in de tijd van zijn jongensjaren toen hij nog een veelbelovende toekomst voor zich had. Zijn studie heeft hij nooit afgemaakt, zijn eigen keuze heeft hij nooit kunnen maken. De tragiek van zijn vaders leven verwoordt Thomése pijnlijk en uiteindelijk vol liefde. Van zijn ouders moest hij het niet echt hebben, maar gelukkig waren er nog wat flamboyante ooms en tantes. Thomése is een begenadigd schrijver, hij brengt mooie metaforen te berde e weet gedachten en gevoelens treffend te plaatsen, het verhaal leest als een trein en omdat een deel van zijn ouders jeugd zich in Heemstede en Haarlem voor en tijdens de oorlog afspeelt, had ik veel herkenningspunten. Mijn ouders waren generatiegenoten van Thoméses ouders en ik herken veel, zoals het Huis met de beelden aan de Wagenweg in Haarlem. De BS [Binnenlandse Strijdkrachten] en wapensmokkel, zaken in de oorlog waar mijn vader zich ook mee bezighield.
Deze literaire genealogie is een waardige opvolger van 'De Onderwaterzwemmer' (2015) door het ragfijne spel tussen ironie en serieuze geschiedschrijving. De romanschrijver als een arbiter naar de generaties die voor hem kwamen: hun mythes zullen ontmanteld worden en hun grootse heldendaden gerelativeerd. Zelfs de trema in Thomése's eigen achternaam moet eraan geloven: het is er ooit bij bedacht ter statusverhoging. 'Vaderliefde' (2019) is een scherpzinnige deconstructie van ficties uit familieoverleveringen en tegelijkertijd maakt de chroniqueur steeds zijn eigen feilbare positie kenbaar. Want welk recht heeft hij om zich deze verhalen toe te eigenen en hun complexe levens tot het zijne te maken? Is hij gevormd door zijn voorouders of vormt hij hen met zijn literaire blik? Uiteindelijk komen alle losse geschiedenissen over naïeve dromers en gewone mensen samen in de persoonlijke ontgoocheling van het kleine Fransje. Dat het verzetsverleden van zijn jonggestorven vader een stuk meer rafelrandjes kende dan hij wilde geloven. En dat zijn kokette moeder vooral níet over welk verleden dan ook wilde spreken, waardoor moeder en zoon elkaar nooit helemaal konden begrijpen. Zij die voor hem gingen zijn niet meer en de sombere chroniqueur blijft alleen achter met z'n eigen zoektocht naar een diepere betekenis.
Eigenlijk bestaan er slechts twee vragen die er echt toe doen. Wat verlang ik van dit leven? En waar kom ik vandaan? Ze van een deugddoend antwoord voorzien, is minder vanzelfsprekend. Het vergt moed en doorzettingsvermogen. Met 'Vaderliefde' buigt de bejubelde Nederlandse auteur P.F. Thomése zich over de laatste kwestie.
In dit boekt duikt Frans Thomese in zijn familiegeschiedenis en daarmee in zijn wortels. Hij graaft verder dan de feiten, maar probeert het verleden tot leven te brengen door verhalen te vertellen. De hoofdpersoon is zijn tamelijk jong overleden vader, die in de oorlog bescheiden deelnam aan het verzet, een man die massabewegingen en acties schuwde. Hij bleef qua carrière achter bij zijn studievrienden. Hij woonde lang in Zaltbommel, een plaats waar ooit Karl Marx woonde en waarover Martinus Nijhoff het gedicht ‘ik ging naar Bommel om de brug te zien’ schreef, feiten die ik allebei al wist, maar die Thomese in het verhaal verwerkt om Zaltbommel uit zijn onbeduidendheid te verheffen, zoals hij dat ook met zijn vader probeert. Je proeft dat de man door de oorlogsomstandigheden gekweld was en daar onder leed. De moeder probeerde zich aan maatschappelijke conventies te conformeren. Kort na haar overlijden en lang na het overleden van de vader schreef Thomese dit boek, dat naarmate je in het verhaal vordert steeds meer ontroert. Thomese zelf heeft zich in het schrijverschap ontplooid, nadat hij in zijn jeugdjaren nog geen vaste weg wist te vinden. Zijn vader maakte vol trots zijn debuut nog mee, niet wetende dat hij later de hoofdpersoon van deze biografische roman zou worden.
‘Achteraf zie ik, helder als een traan, zijn late pogingen mij niet te verliezen. Hij vermoedde dat ik, jongen van achttien, negentien, ‘s nachts gedichten schreef, alleen in het donker, jankend naar de maan. Onverhoeds vertrouwde hij me toe dat hij zelf óók wel eens iets op papier zette. Het was alsof hij mij bekende dat hij heimelijk masturbeerde.’ (p. 241)
Mooi boek over zijn vader, met wie hij een slechte band had en pas na zijn dood leerde kennen. Een geniale vader, die moedig was in de oorlog, in een afschuwelijk werkkamp gezeten had, wat hij niet wist en die daardoor niet meer kon doorgaan met het leven wat hij ambieerde.
pg 250, “De niet-vertelde verhalen, de half-vertelde verhalen, de onbewust of bewust verzonnen verhalen, ik zal erin moeten blijven ronddolen, radend, vermoedend en nooit iets zeker wetend. Bij gebrek aan een bezield verband resteren er delen, de flarden, de verzinsels.”
1 stuk vond ik goed. Ben te lui en te teleurgesteld om op Te zoeken welk stuk. Nog vóór de helft. Daarna zakte het weg in opsommingen en personagesbeschrijvingen die mij totaal niet interesseerden. Niet leuk voor Frans, die wel degelijk goed kan schrijven, maar het is de pijnlijke waarheid.
Lastig om mijn oordeel over te vormen. Heeft prachtige zinnen en gedachten, maar is soms oom hoogdravend en sleept zich een beetje voort. Toch blijft het boek wel lang hangen.