Waar zijn ze toch gebleven, de rebellen en dwarsdenkers onder de schrijvers? Dat wil schrijver en columnist Özcan Akyol weten. Ooit raakte hij betoverd door de literatuur dankzij schrijvers die met hun polemische stijl aandacht vestigden op hun werk én iets teweegbrachten in de maatschappij.
Maar de schrijvers met deze bloedgroep zijn uitgedund. Er is nog maar weinig literatuur die de sociale klasse en identiteit van de schrijver ontstijgt: de moderne auteur richt zich vooral op zijn eigen cocon – de gelijkgestemden. Wanneer gebeurt het nog dat het héle land staat te sidderen na een publicatie die de vinger op de zere plek van onze samenleving legt?
Het resultaat is dat de rebelse literatuur, bijna in alle vormen, steeds meer terrein verliest.
Voor mediagenieke luchtfietsers en slampampers is er ruimte ontstaan om het intellectuele discours te bepalen, of wat daarvoor door moet gaan.
In Generaal zonder leger onderzoekt Özcan Akyol waar dit aan ligt.
Zijn schrijvers navelstaarderige conformisten geworden, bij wie het ontbreekt aan charisma en overtuigingskracht, of is het publiek minder ontvankelijk voor diepgaande teksten? Moet de literatuur simpelweg genoegen nemen met een rol in de marge?
Özcan Akyol is een Nederlandse schrijver en columnist.
Hij deed de mavo en studeerde later journalistiek en Nederlands. De laatste studie heeft hij echter niet afgerond. Naast zijn literaire werk is hij vaste columnist van De Nieuws BV (Radio 1), Nieuwe Revu, 90 Minutes en Dagblad de Stentor. Daarnaast publiceert hij van tijd tot tijd in in Hard gras, NRC Handelsblad en de Vara Gids.
In september 2011 debuteerde Akyol met het korte verhaal Zero Impact in de bundel WTF? Volwassen worden na 11 september. Dit boek gaat over jongeren die na de aanslagen op 11 september 2001 in New York opgroeien.
In oktober 2012 verscheen zijn debuutroman Eus bij uitgeverij Prometheus. Het boek gaat over een Turks-Nederlandse jongen uit een gastarbeidersgezin die zich aan zijn achtergrond probeert te ontworstelen. Het werk werd als een gedeeltelijk autobiografische "schelmenroman" gepresenteerd.[2] Eus kreeg voor en bij verschijning veel aandacht in de Nederlandse media. Er werden in een week tijd 10.000 exemplaren verkocht. Een maand na het verschijnen werden de filmrechten gekocht door Eyeworks.[3].
De schrijver is vanaf dat moment naast schrijver ook opiniemaker. Hij is veelvuldig op televisie om zijn mening te geven over de actualiteit, bijvoorbeeld in programma's als De Wereld Draait Door en Pauw. Hij staat bekend om zijn nuchtere analyses en directe taal.
In mei 2014 schreef hij samen met Twitterfenomeen @Dublanqebogarde de bundel Hé scheids, jij hebt thuis zekers niks te vertellen?, een citatenboek over absurde omgangsnormen op en rond het voetbalveld.
In het najaar van 2014 verscheen het eerste kinderboek van Akyol: Wij vieren geen feest. In dit verhaal gaat een jongetje op kerstavond op zoek naar hulp voor zijn zieke broer. Hij stuit op veel weerstand en leert een harde les. Het boek verscheen in een kleine oplage.
In februari 2016 verscheen zijn tweede roman, getiteld Turis. Hierin gaat de hoofdpersoon op zoek naar het vermeende dubbelleven van zijn vader, teneinde zijn ouders uit elkaar te drijven. Het boek werd als literaire fictie gepresenteerd, hoewel het verhaal veel gelijkenissen met het echte leven van de schrijver zou vertonen. Later krijgt het boek een andere titel: 'Toerist'. In datzelfde jaar begint hij als columnist bij het Algemeen Dagblad en de regionale kranten die verbonden zijn aan het concern DPG.
In 2020 schreef hij het Boekenweekessay, dat bij de Boekenweek hoort. De schrijver manifesteert zich ook als literatuurzendeling. Hij reanimeerde bijvoorbeeld met succes ouder werk van Levi Weemoedt en Lex Kroon. Beide boeken werden bestsellers door de inspanningen van Akyol.
Houd je vast, de 'rebelse' boekverkoper gaat los 😉
De rel rondom het Boekenweekessay zal weinigen ontgaan zijn. Akyol schrijft over het boekenvak, de schrijvers, de uitgeverijen en de boekverkopers. Al meer dan 5 jaar werk ik zelf als boekverkoper in een prachtige boekwinkel, ik was dan ook zeer benieuwd wat Akyol over 'mij' te zeggen heeft.
Voor het essay zijn verschillende dingen te zeggen. Akyol kaart naar mijn mening terecht aan dat het boekenvak 'oud en incestueus is'. Als 21-jarige boekverkoper kom ik weinig leeftijdsgenoten tegen in dit vak, het overgrote deel van de verkopers is een stuk ouder. Tot mijn verdriet hoor ik helaas over boekverkopers die lezers van de Zeven Zussen wegzetten als niet-lezers en literaire schrijvers als Buwalda en Pfeijfer de hemel in prijzen. Terecht dat wordt geschreven dat dit moet veranderen. Mij maakt het niet uit wat iemand leest, al is het de Zeven Zussen, al is het de nieuwe Jeroen Brouwers. Waar het mij om gaat is dat iemand leest. Wie ben ik als boekverkoper ook om te veroordelen wat voor boek iemand leest?
Akyol roept ook dat uitgeverijen en schrijvers eens naar zichzelf moeten kijken. Een klein aantal uitgeverijen, ik noem verder geen namen, meet zichzelf een elitaire status aan. Wanneer ik op boekenbeurzen als een van de jongste in gesprek ben met deze uitgeverijen, word ik soms niet serieus genomen. Een jong iemand kan volgens hen immers geen gefundeerde mening over hun elitaire boeken hebben. Willen deze uitgeverijen in de toekomst blijven bestaan, dan ben ik van mening dat deze houding moet veranderen. Bovendien zullen de 'grachtengordel' schrijvers eens zichzelf eens af moeten vragen hoe hun elitaire gedrag een bijdrage levert aan de boekenwereld.
Al met al ben ik te spreken over dit essay, met een punt in het essay ben ik het als boekverkoper niet eens. Alle boekverkopers worden door Akyol over één kam geschoren. Ik ben geen boekverkoper die, volgens Eus, lezers van de Zeven Zussen verafschuw. Met liefde adviseer ik boeken, ongeacht hun onderwerp, schrijver en/of literaire niveau. Het gaat mij er niet om wát je leest, het gaat erom dát je leest. In een wereld waarin boeken steeds meer verdwijnen, heb ik maar een boodschap: LEES!
Dus liever lezers, vier de Boekenweek en ga deze week naar je lokale boekwinkel. Kies lekker wat je zelf wil lezen en geniet ervan!❤️❤️❤️
Als boekverkoper ben ik het helemaal met hem eens. We hebben er niets aan als we de literatuur als een elitair clubje beschouwen. En wat is er mis met boeken die ons amuseren, of dat nu door humor, romantiek of drama is? En wat is er mis mee om dat veel te verkopen? Want ja, we zijn inderdaad niet alleen liefhebbers, maar ook ondernemers. Er moet ook brood op de plank komen, het licht moet blijven branden en de huur van het pand op tijd betaald. Zelf werk ik in een boekhandel met een christelijke signatuur. We verkopen ook genoeg boeken van algemene uitgevers (voornamelijk thrillers, omdat er bijna geen christelijke thriller auteurs zijn, maar dat is een andere discussie) en één van onze bestsellers is de Zeven Zussen serie van Lucinda Riley. Die boeken worden door zo ontzettend veel mensen gekocht en gelezen en weet je wat? Het zijn ook echt leuke boeken. Ze lezen niet alleen gemakkelijk weg, maar er zit ook écht een verhaal in. Misschien geen verwijzingen naar oude filosofen of dichters uit 1800, maar als dat nodig is om een boek een goed boek te maken, dan hoeft het van mij niet. Ik snap de redenering van die boekhandelaar uit Veenendaal dan ook niet. Wat maakt het uit dat die mevrouw van de Bakker de boeken van Riley komt kopen? Waarom vind je het erg dat dit één van de hardlopers is? We zouden, collectief, zulke boeken moeten aanprijzen en onze klanten moeten aanmoedigen om ze te te kopen. Waarom? Omdat lezen één van de mooiste dingen ter wereld is en het belangrijk is dat we, gezamenlijk, de ontlezing tegen gaan.
Ik vraag mezelf trouwens ook al lang af wat nu eigenlijk het nut is van 'grote literatuur'. Het is in ieder geval geen bron van inspiratie voor onze jongeren, onze toekomstige generatie, die door stoffige titels of woorden die ze niet begrijpen een hekel aan lezen krijgen. Vroeger was niet alles beter; misschien wordt het tijd om jonge auteurs meer te gaan omarmen en om hun werk los te zien van de persoon.
En misschien moeten we het concept van 'grote literatuur' gewoon compleet loslaten. Die hautaine cultuur van mensen die het beter weten en met een aardappel in hun strot praten zal ik in ieder geval niet missen. Maar goed, dat is mijn mening.
Schoppen tegen heilige huisjes, van mij mag het! Natuurlijk gechargeerd, maar dan komt het ook aan. Blijkbaar zijn er overal old boys' networks, of dat nou in het zakenleven is of in de literaire wereld. Hopelijk zal er altijd iemand opstaan die zijn nek durft uit te steken om de gevestigde orde er op te wijzen.
Een heerlijke en heel terechte tirade van Özcan Akyol tegen de hautaine recensenten die met zijn allen heel eensgezind hun afschuw laten blijken voor boeken die zij ‘beneden hun stand’ achten. Eigenlijk was het al jaren nodig dat dit eens aangekaart werd, want zij hebben in feite alleen maar bereikt dat niemand nog geïnteresseerd is in hun waarderingen. Tenminste ik niet. Ik vond fantastisch om te lezen hoe Özcan Akyol, als echte coole persoon die hij is, op scholen probeert de jeugd met stoere praatjes te verleiden eens een boek te lezen. Hulde aan Özcan Akyol!
Op een doordeweekse avond in Rotterdam, pal naast de meest troosteloze lamp die ik ooit heb gezien, mocht ik het boekenweekessay van Özcan Akyol lezen over romans en het schrijversvak in het algemeen. Dit lezen vond plaats op mijn bank – een culturele hotspot in de regio Rijnmond.
Voordat ik begon had ik Öz – zoals hij zichzelf graag laat noemen – al gezien bij DWDD met een vijftienminuut durende rant waarin hij, als voorvechter van het Nederlandse volk, de elitaire Amsterdamse grattengordeldiertjes op zijn hooivork spietste en de strontkar inwierp. Deze achterbakse leespuriteinen nemen volgens Öz lezers niet serieus en zijn daarmee stiekem de grote aanjager van de ontlezing. Ze geven zichzelf schouderklopjes en talloze prijzen, gniffelen en huilen om lezers van De zeven zussen en maken de boekenwereld kapot.
Wat onze generaal met leger in zijn opgeblazen columnpie toevoegt is de nadruk op de boekhandelaar als verkoper. Een boekhandelaar hoort te verkopen, aldus Öz. Leve de Hollandse handelsmentaliteit! Welke boeken? Alle boeken! Geld verdienen, boeken verkopen, het is ook maar een product.
Ach, Öz, waar is je idealisme? Als ik boekhandelaar was zou ik honderdmaal elitairder zijn dan die arme Veenendaalse boekhandelaar die jij te kakken zet. De zeven zussen? Niet in mijn winkel. De laatste voetbalbiografie met de achternaam als titel? Oprotten. De laatste auto-fictie uit 020? Opgetyft.
Schappen vol Dostojevski, Tolstoj en Tsjechov zal je in mijn boekhandel aantreffen. Dat er niemand binnenkomt en dat bij alle lezingen de auteur niet komt opdagen – het zij zo. Dat ik failliet ga: fuck it. Voor kunst wil je sterven. Boeken zijn geen fysiek product waarvan de inhoud je geen ene flikker boeit en wat je zonder te kijken over de toonbank flikkert. Boeken zijn liefde. En in de liefde mag je selectief zijn. En dat lijkt onze generaal soms te vergeten.
Özcan Akyol signaleert en onderzoekt de veranderende positie van hedendaagse schrijvers, als generaals zonder leger een publiek bespelend, waarbij de inhoud van het boek niet meer aansluit van juist datgene waar de lezer zo naar op zoek is. Volgens Akyol zou een meer creatief schrijverslandschap met meer durf, meer eigengereidheid en meer literaire rebellie ervoor kunnen zorgen dat mensen zich weer herkennen en verbonden gaan voelen met literatuur, in de breedste zin van het woord. En of we even afscheid willen nemen van de hautaine houding en het waarde-oordeel ten opzichte van 'echte literatuur' en 'niet-echte literatuur'. Lees Lucinda Riley, lees young adult, lees een prentenboek, maar léés, en liefst vooral datgene waar jij het meest van geniet. ❤
Hoewel ik de tweede helft wat cynisch vond worden en het gevoel had dat er in herhaling werd gevallen, alsof er werd geschreven om het woordenaantal van het essay te halen, want het punt was allang duidelijk en sterk en compleet neergezet. Vandaar geen 5*.
Ik voeg me ook bij de schare boekverkopers die zich niet herkennen in het elitaire beeld dat geschetst wordt van ons vakgebied, bij de club boekverkopers die Riley met plezier en enthousiasme aanraadt, en die zich ook stevig inzetten in de kinderboekenhoek om het plezier in lezen vast te houden en de strijd van de tablet te blijven winnen.
En, zoals ik deze week in een column las: laten we de ontlezing tegengaan door de YA meer aandacht te geven. Zie deze link voor het column.
Maar ik val ook herhaling met wat anderen al zeggen.
Ik vind het wel goed dat dit tegengeluid zo veel aandacht krijgt deze boekenweek en dat het zo groot wordt neergezet - en zo veel aftrek vindt. Wat het essay vloog de winkel uit dit weekend al meteen, en dat vind ik heerlijk. Genieten, deze boekenweek.
Each year we have "de boekenweek" which is in essence a celebration of Dutch books and reading and if you buy 15 euros of Dutch books you'll receive a free novelle book which was especially written by a chosen writer. Another item is the written essay which this year was written by a Turkish Dutchman and it subject would be a book about Rebels and obstructive people.
This year the essay was somewhat rebellious because some bookshop owners wanted to boycot this particular essay as it was about their pretentiousness in a literary sense. This bookseller complained about the fact that so much books were sold these days that were books for non-readers like the "seven sister books by Lucinda Riley" instead of really quality books by literary giants. It is a essay about the literary world crawling on each others behind in their pretentiousness about their own literary greatness and yet complaining about the fact that the readers did not recognize their greatness. The book is about the prizes and ceremonies that they have and nobody is really interested in the books and that students have less interest in reading because they are forced to read stuff that is no longer part of their own world, it seems that the literary works in the Netherlands has become stale and the same old same stuff. I have read my whole life and the worst years reading was the kind of books my teachers told me to read because it would be good for me and it put me off reading Dutch literary material for a long time. So I recognize the need for some exciting material from new and a younger generation of writers who also employ a perhaps more 21st style of publishing and using different outlets as ever before, like ebooks, instagram, self publishing that once again will inspire reading.
I remember talking with a journalist who abhorred the new Harry potter book that was about to be published and how awful it was that so many children wanted to queue to receive the new book in order to read it as soon as possible. I asked him why he was not happy with such a large group of kids that were actually excited about reading a book. For him the problem was the book and the writer and the kids should aim higher for better books. The man missed the point by so far because he missed the fact that a book generated a new generation need to read, which is always a good thing, having kids reading voluntary instead of telling them to do and creating a curiosity about books. I love books and have read so much more than I ever can review on Goodreads and I love reading how people enjoy the various books. GR is the opposite of the stale bellybutton-gazing of the so-called literary Dutch writing elite it makes reading fun and does no lift its nose for anything that is considered reading.
A decent enough essay by a young writer kicking the establishment in the crown-jewels.
Özcan Akyols essay t.b.v. de Boekenweek 2020 is boeiend om te lezen. Hij heeft een punt wat betreft de manier waarop literatuur in de Boekenwereld de boventoon voert. Ik vind het ook prima dat hij tegen wat heilige huisjes schopt. Even de boel wakker schudden. Dat mag zo nu en dan best, anders zou de Boekenwereld maar vervallen tot een stoffige bedoening. Trouwens, als je als onderwerp voor een Boekenweek 'Rebellen en Dwarsdenkers' kiest, kun je ook iets in die strekking verwachten. Dat betreft heeft Özcan Akyol zich uitstekend aan de opdracht gehouden. Om maar te zwijgen van de ophef die het veroorzaakt heeft. Wat mij betreft koren op de molen van de boekhandel en het lezen.
Wat mij echter tegen de borst stuit is het feit dat hij gemakshalve de boekhandelaar over één kam scheert door te vermelden dat 'wij boekhandelaren' neer zouden kijken op mensen die wel lezen, maar in onze ogen niet de juiste boeken: de zogenaamde niet-lezer. Dat is onzin. Wie leest, is een lezer. Punt. Het maakt mij als boekverkoopster niet uit wat je leest. Zolang je maar leest, ongeacht welk boek. Als het maar iets is wat je raakt, op wat voor een manier dan ook. Dat is de boodschap die ik als boekverkoopster, maar ook als boekliefhebber uit wil dragen: Lees!
Helemaal geweldig dit! Wat Eus beschrijft, is precies wat we bij Westerhof al jaren propageren: als je maar plezier in lezen hebt! Weg met pretenties, doe maar niet alsof je beter bent dan een ander als je "hoogstaande literatuur" leest. Lezen is leuk.
Akyol is in dit boek scherp en vilein, maar bovenal rancuneus en hypocriet. Hij is boos omdat zijn boeken niet de aandacht krijgt die andere Nederlandse schrijvers wel voor hun pennenvruchten krijgen en maakt zich schuldig aan alles wat hij de hele literaire wereld verwijt. Hij had beter de hand in eigen boezem kunnen steken. Er is zo'n mooi bijbels spreekwoord over een balk en een splinter...
Fijn essay, ik ben het grotendeels wel eens met Eus - behalve met zijn “ga vooral geen Nederlands/literatuurwetenschappen studeren”-betoog. Ik weet niet of er intussen veel in de opleiding veranderd is sinds hij studeerde, maar naar mijn ervaring is het een vakgebied waarin de vragen die in dit essay worden behandeld, juist óók uitgebreid worden besproken, en dat maakt dat de literatuurwetenschap zo relevant is en totaal niet saai.
3,5 Deze poging tot dwarsdenken door een impopulair standpunt in te nemen resulteert komisch en ironisch genoeg in de standpunten dat de literaire elite onterecht voor de lezer bepaalt wat literatuur is of zelfs wie 'echte' lezers zijn én dat de huidige generatie schrijvers een povere oogst aan literatuur voortbrengt. Al met al een verfrissend perspectief van buiten de Randstad en de gebruikelijke literaire kringen waarin interessante vragen opgeroepen worden. Niet in de laatste plaats of het elitair is als ik me afvraag of mijn favoriete boekwinkels kunnen overleven zonder een soort AKO/Readshop/Bruna te worden met vooral DWDD aanraders. En hoe weten literaire critici die tv optredens van schrijvers afkeuren eigenlijk dat die schrijvers op tv verschijnen? Ook het boek dat ik ter ere van deze Boekenweek aan ga schaffen (Kamers antikamers van Niña Weijers) wordt genoemd. Ik kijk er naar uit om er zelf een mening over te vormen.
De essentie van dit boekenweekessay is goed: iedereen mag lezen waar zij/hij zelf zin in heeft. Zelf ben ik altijd blij en trots als mensen in mijn omgeving mij vertellen dat ze een thriller/feelgood/krant/tijdschrift/roman/strip of wat dan ook hebben gelezen. Het is in deze tijden van ontlezing vreemd dat er nog 'neergekeken' wordt op mensen die geen literatuur lezen; laten we alsjeblieft blij zijn dat mensen boeken lezen en daarvan genieten.
Over de inhoud van het essay heb ik het volgende te zeggen (op basis van mijn eigen baan bij een uitgeverij):
Eens: - Men mag lekker lezen wat ie zelf wil, daar hoeft verder niet met minachting naar gekeken te worden. - DWDD is een geweldig programma voor de boekenmarkt, dat ontzettend gemist zal gaan worden. - Er kan meer geïnnoveerd worden in het boekenvak. - Een mediatraining voor auteurs lijkt me geen slecht idee, als dat ervoor zorgt dat er (nog) meer schrijvers naar scholen gaan en meer jongeren enthousiast kunnen maken voor het lezen van boeken.
Oneens: - Er wordt te veel gegeneraliseerd en in veel gevallen is het vooral herrieschopperij. In de realiteit blijkt het toch net iets anders en genuanceerder in elkaar te zitten. Het lijkt in dit essay net alsof het alleen de schuld is van het literaire boekenvak dat er momenteel nog heel weinig jongeren lezen. Het onderwijs wordt vrijwel niet meegenomen in het pamflet. - Wanneer de auteur een standpunt inneemt geeft hij bijna elke keer slechts 1 voorbeeld om zijn standpunt te beargumenteren, niet echt een fundamentele onderbouwing dus. -Bijvoorbeeld over de jongere generatie schrijvers, door Akyol minachtend 'schrijvertjes' genoemd en waarvan hij vindt dat al hun werk inwisselbaar is en weinig origineel. Doet hij hier nu niet precies hetzelfde wat literaire kringen volgens hem zouden doen over niet-literaire boeken? - Het essay is alleen gericht op literaire boeken, literaire auteurs, literaire uitgevers etc. Akyol vindt zijn eigen boeken daar duidelijk niet onder vallen, en dat is prima, maar volgens hem moet het boekenbak innoveren. Daarbij worden bijvoorbeeld andere auteurs/uitgeverijen totaal niet meegenomen in zijn betoog. - De studie Nederlands vindt hij oersaai en daardoor vindt hij het niet vreemd dat de studie is opgeheven. Toevallig heb ik precies dezelfde studie gedaan (Nederlands aan de VU), en ik vond het geweldig. Dat mensen deze studie niet meer willen volgen heeft mijn inziens te maken met literatuuronderwijs op de middelbare school, en niet zoals Akyol suggereert met de inhoud van de studie Nederlands zelf.
Zo raak. 'Als iemand plezier en ontroering vindt in een roman die het etiket minderwaardig heeft gekregen, wordt diens gevoelswereld door de literaire goegemeente in twijfel getrokken. Deze lezers zouden inferieur zijn. Dat is niet alleen laakbaar, het is bijna fascistisch.' Lees wat je zelf leuk vindt, niet wat anderen goedkeuren - voor iedereen is er wel een boek ❤
Dit is een van de betere boekenweekessays. Een essay moet naar mijn mening prikkelen en stof tot nadenken geven en dat doet dit essay zeker. Ik ben een lezer die zich niet bij één genre houdt en lees zowel literatuur als thrillers als fantasy. Ik maak een uitzondering voor "waargebeurde" zeur - en treurverhalen en zelfmotivatieboeken: aan beiden heb ik een hekel. Binnen de andere genres heb je goedgeschreven boeken en slechtgeschreven boeken. Naar mijn mening valt 50 tinten grijs (door mij meestal 50 tinten bagger genoemd) onder slechtgeschreven. Ik heb het ooit in het Engels met een hoofdstuk uitgeprobeerd en was bang dat ik door verder lezen een maagzweer op zou lopen. Maar ook binnen de literatuur zijn er boeken die mij niet liggen. Zo is een vriend van mij groot fan van de serie "Het Bureau". Ik heb het slechts één deel volgehouden want ik ergerde me dood aan de hoofdpersoon en vooral aan zijn vrouw. Natuurlijk is het goed wanneer literatuur emoties bij je losmaakt maar in dit geval was ik er zo klaar mee dat ik het niet zag zitten om de rest van de reeks te lezen. Daarentegen vind ik de boeken van bijvoorbeeld Maarten 't Hart weer geweldig terwijl critici zeggen dat hij steeds hetzelfde boek schrijft, waarmee ik het dus absoluut niet eens ben. De grote drie heb ik trouwens ook met plezier gelezen.
Wanneer ik een boekhandelaar zou zijn zou ik alle soorten lezers willen bedienen, ook al wilden ze boeken lezen die ik persoonlijk zeer slecht vind. Mochten ze naar mijn persoonlijke mening vragen dan zou ik zeggen dat het weliswaar niet mijn smaak is maar dat ze veel gelezen worden. Mochten ze vragen naar wat dan mijn favoriete boeken zijn, dan zou ik ze dat vertellen, met de reden waarom. Het is niet aan een boekhandelaar om mensen op te voeden, net zo min als het aan de kruidenier is om tegen klanten te zeggen dat ze de aardappelen moeten laten liggen om maar eens aan de quinoa te gaan.
Nu ben ik het niet helemaal met Eus eens dat de onderwerpen waarmee de huidige millennials komen niet interessant zijn. Hij is er zelf een en kent hun wereld van binnenuit. Zelf ben ik uit het bouwjaar 1963 en val volgens sommige "deskundigen" nog onder de babyboomers en volgens anderen ben ik een vroege vertegenwoordiger van generatie X en daar waarschijnlijk een duidelijk exponent van. Ik woon al 26 jaar samen zonder getrouwd te zijn, ben cynisch, individualistisch, nuchter, heb alle technologische (computer) ontwikkelingen vanaf het begin meegemaakt en me eigen gemaakt, enz. Naast het lezen van boeken van schrijvers van mijn eigen generatie en vorige generaties vind ik het juist wel interessant om over de denkwereld van de millennials te lezen en heb genoten van de twee boeken van Sally Rooney en de twee van Bregje Hofstede. Daarnaast vind ik dat niet iedere schrijver vernieuwend hoeft te zijn en tegen heilige huisjes hoeft aan te schoppen of op de barricades hoeft te staan. Liefdesverhalen en verhalen over verbroken liefdes zijn van alle tijden. Misschien is het aan generatie Z om weer tegen de gezapigheid van de millennials aan te trappen.
Eus heeft met dit boekenweekessay stof op doen waaien dat de babyboomers misschien op de longen slaat maar dat echter door de generatie X zal worden weggeveegd met de woorden "ik maak zelf wel uit hoe ik daar over denk" en dat de millennials waarschijnlijk gewoon laten neerdwarrelen zonder zelfs de moeite te nemen om het weg te vegen. Hopelijk zet het aan tot verdere discussie, maar ik betwijfel het.
Weet je wat ik mij afvraag? Hoe kan het dat ons aller Eus zo'n selectieve blik heeft op de Nederlandse literaire wereld? Wat voor Nederlandse literatuur leest Eus? Het komt op mij nogal als cherry-picking (of wellicht moet ik "lychee-picking" zeggen) over.
Toch tragisch dat alle goede punten die naar voren worden gebracht worden bedolven onder een lading hypocrisie, ongenuanceerde drek en schijnbaar persoonlijke vetes en ongeneugten, om nog maar te zwijgen over de neerbuigendheid waarmee over de "gewone lezer" wordt geschreven, en de vreemde (lees: onjuiste) ideeën over wat er zogenaamd allemaal wel (of niet) gelezen mag worden voor dat toonbeeld van literaire smaak: de leeslijst voor de middelbare school. (Sorry, ik moet even lachen.)
"Zie mij eens rebels doen", zegt de man die iedere week bij De Wereld Draait Door aan tafel zit. Als dit dan de grote nieuwe aanklager van, denker over, en probleem-oplosser van de literaire wereld zou moeten zijn, dan is het denk ik tijd een nieuwe vacature uit te schrijven.
'Ik wil maar zeggen: er wordt enorm veel over boeken geouwehoerd, volgens mij kun je bijna elke dag wel naar een literair evenement, alleen levert dat in de praktijk bar weinig op. Als die schrijvertjes weer aan het oreren zijn over hoe het allemaal hoort, moet ik denken aan een generaal zonder leger. Iemand die onverstoorbaar op een podium staat en zijn strijdplan uitlegt, compleet met tekeningen en strategieën, terwijl er niemand luistert. De manschappen zijn uit verveling wat anders gaan doen. Waar is eigenlijk de oorlog?. De generaal heeft geen leger. En deze schrijvers hebben geen lezers. Desondanks blijven ze met veel aplomb anderen uitleggen hoe het allemaal moet.'
Een fragment uit het boekenweekessay van Özcan Akyol. Dit zegt eigenlijk alles. Prima essay. Akyol is wel wat zwartwit, en soms wat cynisch en vilein. Maar dat past een essay ook: scherp en uitdagend opgeschreven. Ik kan me er ook wel in vinden. Alleen is het standpunt is niet geheel nieuw: de focus van de literaire wereld op literatuur met een hoofdletter zorgt voor vervreemding van lezers en ontlezing, en er is geen enkele jongere die zich daardoor nog interesseert voor het lezen van boeken. Er zit een overlap met het manifest van Alex Boogers 'Lang leve de lezer'. Zowel Akyol als Boogers hebben ideeën over hoe je jonge, nieuwe lezers kan aanspreken. De literaire wereld is teveel op zichzelf gericht om dat te kunnen zien. Recensenten, uitgevers, schrijvers, allemaal één pot nat, schrijft Akyol, waardoor ook in recensies neerbuigend wordt gedaan over bestsellers.
Ik lees trouwens zelf al een tijd nauwelijks meer recensies in de krant. Ik volg liever de recensies op hebban, instagram en goodreads. Vaak minder zuur, positief ingestoken, en duidelijk over voor wie een boek interessant is. Ik denk dat dit voor meer mensen geldt. Dus ik vraag mij wel af hoe groot het bereik van de genoemde literaire wereld waar Akyol over schrijft precies is. Hoe dan ook, interessant om te lezen. En zo uit :)
? Ik zoek op de website van mijn bieb vaak op het onderwerp 'literatuur' of 'letterkunde' en dan kom ik steevast maar een paar boeken tegen waaronder dit boekenweekessay uit 2020. 🤔 Ik kijk graag naar de boekenprogramma's van Eus op tv, die meestal plaatsvinden in zijn woonplaats Deventer. Dit boekje is vooral kritiek op 'het hautaine literaraire wereldje" en ik denk meestal terechte kritiek. Over de meeste kromme dingen in het literatuurwereldje heeft Eus gewoon gelijk en schrijft hij dat in dit essay lezenswaardig op en ook in overeenstemming met de dingen die hij zegt in zijn uitzendingen. Ik heb veel waardering voor hoe hij probeert anderen aan het lezen te krijgen, hij houdt van lezen net als ik! MW 1/4/24
Had mijn inziens korter gekund (niet gehoeven) en Eus gaat soms wat kort door de bocht. Desalniettemin maakt hij een sterk punt: de literaire wereld wordt zo elitair en het lees-/literatuuronderwijs zo ouderwets dat ontlezing en het imago van lezen als saai en stom alleen maar het logische gevolg kan zijn.
Ik zit al sinds woensdag te wachten tot iemand hier een post over dit boek plaatst. Woensdag zelfs, toen er vraag was naar een publicatieverbod, met mijn GSM in de hand, want ik dacht: het is een kwestie van minuten. En er gebeurde voorlopig niets. Ik las Özcan Akyol, Generaal zonder leger, Prometheus, 2020. Dit is het boekenweekessay, in de categorie dwarsdenkers, over de boekenwereld.
En hier sta ik dan, goed gepositioneerd op dit slappe koord. ik moet Eus gelijk geven op vele vlakken.
Ik durf ook wel eens meelevend het hoofd schudden over alweer iemand die 'De zeven zussen' goed vond (ik las het nochtans ook). Maar ik word zelf ook wel eens de grond in geboord omdat ik Marguerite Yourcenar niet goed vind, wegens te moeilijk. Ik ga het essay hier niet overdoen, maar Eus krijgt mijn volle steun. Wie ben ik om mijn dochter die vele, moeilijke boeken, alleen maar beluistert (en ze is niet slechtziend) geen 'echte' lezer te noemen? Of om mijn zoon, die enkel kastenvol graphic novels en strips leest, een ondermaatse lezer te noemen? Of het verre familielid, waar ik onlangs voor het eerst op bezoek ging, met een heuse bibliotheek vol Riley's, Montefiori's, e.a. een would-be lezer te noemen? Of zelfs tot mijn ma, die de 'echte' stationsromannetjes leest, omdat ze gemakkelijk plooien en het niet geeft als je er boven op in slaap valt, zeg ik: je leest tegenwoordig niet meer. Terwijl ze elke dag 30 bladzijden stations- of doktersroman leest.
Dit is dus een pleidooi om een lezer een lezer te noemen zonder 'onderscheid der standen'.
Goed geschreven, mooi opgebouwd en hier en daar een goed punt maar over het algemeen slecht beargumenteerd en vol met aannames en observaties die allang niet meer kloppen. Ook spreek hij zichzelf af en toe tegen en lijkt hij de ‘vorm-vent’-kwestie verkeerd te begrijpen...
Akyol doet in dit pamflet een oproep aan schrijvers om aan de slag gaan, de lezers zitten met smart te wachten op echte boeken! Generaal zonder leger wil afrekenen met al die schrijvers, recensenten en cultuurpausen die zelfgenoegzaam menen te weten wat echte literatuur is. Akyol noemt hen de "hardnekkige schimmelsoorten die maar niet van wijken weten", de generaals zonder leger die niet meer weten wat oorlogvoeren betekend. Als we deze strijd verliezen dan wordt het volgens hem bijzonder moeilijk om, met name jonge mensen aan het lezen te krijgen.
Deze strijd is nog niet verloren maar dan moeten volgens Akyol schrijvers wel gebruik gaan maken van nieuwe platformen, en zich ver houden van de hardnekkige schimmelsoorten die aan de grachtengordel vastgekleefd zitten. Van hen valt niets nieuws te verwachten, zij zullen de komende generaties niet aan het lezen krijgen met hun incestueuze praktijken. Deze boodschap wordt door Akyol op een aanstekelijke en enthousiasmerende wijze gebracht. En op sommige pagina's spat het schrijfplezier er vanaf; 'Er zijn mensen met goede smaak en de rest is beklagenswaardig geteisem, dat in principe beter iets anders kan gaan doen - pingpongen ofzo.' (Over de mening van de al eerder genoemde grachtengordel kliek over lezers en schrijvers die niet in hun straatje passen)
Kortom, volgens Akyol wordt de lezer door hen geminacht. Naast een kritiek op de gevestigde literaire orde in ons land, komt hij ook met zijn eigen schrijfregels. Waar moet een goede roman volgens hem aan voldoen? Akyol noemt er drie: Geen taalfouten, geen cliché's, een protagonist en een antagonist waartussen sprake is van een conflict. Dit zijn volgens hem de belangrijkste eigenschappen voor een prettig leesbare roman. Maar uiteindelijk is het allerbelangrijkste dat het aanvaardbaar is opgetekend; '(...) mits het allemaal op een acceptabele manier wordt opgeschreven. Wanneer dat laatste het geval is ben ik van de school die zegt dat er helemaal niets in een boek hoeft te gebeuren.'
Met een acceptabele manier bedoelt Akyol waarschijnlijk schrijvers die; 'levendige personages kunnen scheppen en fantastische metaforen weten te verzinnen.' Kortom een goed boek is een boek waarin de lezer voor een tijdje wordt meegenomen in geloofwaardige (fictieve) wereld. Een wereld die meesleept, ontroert en verwonderd. Dit is volgens mij het punt dat Akyol met dit pamflet wil maken; wat een goed boek is wordt niet door een stelletje "circle jerkende" hoofdstedelingen bepaalt, nee, dit bepaalt de lezer lekker zelf. Daarnaast luidt zijn devies aan alle beginnende schrijvers; wees multidisciplinair, bedien je niet alleen van de geëigende kanalen, maar zoek je lezers op andere manieren op. Begin een podcast over literatuur, schrijf een blog of plaats gedichten op Instagram bijvoorbeeld.
En blijf vooral lezen! Want om te schrijven moet je veel lezen. Akyol noemt meerdere keren hoe hij in zijn celletje heeft zitten zwoegen op F.B. Hotz, Tip Marugg en andere obscure schrijvers. Door veel te lezen leer je nieuwe woorden en manieren om iets té verwoorden. Lezen is voor de schrijver zoals schetsen is voor een schilder en een maquette bouwen voor een architect. Generaal zonder leger is een uiterst leesbare pleidooi voor het lezen van boeken geworden. In zijn essay breekt Akyol een lans voor het belang hiervan. Ondanks het feit dat hijzelf zegt zoveel waarde te hechten aan goed verzorgde teksten, zijn er hier en daar wel wat slordigheidjes ingeslopen zoals 'brave hendriken' en 'stammenstrijden'. Maar laat je daardoor niet van de wijs brengen. Dat Akyol's boodschap nog maar lang blijft rondzingen tussen de muren van het huis van de Nederlandse literatuur.
Ik ben ook allergisch voor literaire snobs, zeker, maar de argumenten die Eus gebruikt om zijn standpunt kracht bij te zetten, slaan wel erg de plank mis. Ik was toevallig een van de laatste studenten die zich kon inschrijven voor de studie literatuurwetenschap aan de VU, en ik kan je vertellen dat de snobs daar niet zitten. Daar zitten vooral mensen met een oprechte passie voor literatuur. Het belangrijkste wat ik daar leerde, was hoe je een boek leest, je een tekst eigen maakt, ongeacht wat de auteur ermee bedoeld had.
Literatuurwetenschap ontwikkelt zich steeds, en er wordt de laatste jaren juist veel onderzoek gedaan naar waarom de ene auteur wel gelezen wordt, en de andere niet; wat maakt dat een boek wel wordt gezien als literair, en het andere niet? De vragen die Eus stelt, zijn literatuurwetenschappelijke vragen. Het probleem is wel dat academici heel goed zijn in dingen omslachtig opschrijven. Daar kun je zeker kritiek op hebben, maar daarom hoef je nog geen hele tak van wetenschap af te schrijven.
Ik begrijp wel wat Özcan Akyol bedoelt met de literaire elite van recensenten, boekverkopers en schrijvers die neerkijken op alles wat niet het stempel "literatuur" mag dragen, omdat het niet lijkt op wat door henzelf geschreven is, ze geleerd hebben tijdens hun studie literatuurgeschiedenis of afwijkt van wat "al zó lang als literatuur wordt beschouwd." Geldt heus niet voor allemaal hoor, maar zijn punt is duidelijk. Datzelfde geldt voor de kritiek op de leeslijst bij Nederlands. Die frustratie kan ik me nog wel goed herinneren en ik kan niet wachten totdat Het Gouden Ei er eindelijk vanaf gehaald wordt.
Had wat mij betreft ook wel wat korter gekund, want op een gegeven moment parafraseert hij vooral zijn eigen argumenten. Of doe ik dan afbreuk aan zijn schrijfstijl en literaire vorm en moet ik, de literaire leek, me gauw gaan schamen in een hoekje met de boeken van Lucinda Riley?