Een man en een vrouw zijn in maart 2020 onafhankelijk van elkaar afgereisd naar een afgelegen bungalowpark in de Dordogne om een belangrijk doel te verwezenlijken. Daar krijgen ze al snel te maken met het om zich heen grijpende coronavirus. Ze zoeken troost bij elkaar, ze zoeken een uitweg, maar de problemen lijken zich alleen maar op te stapelen. Toch is er ook houvast, ze herkennen iets in elkaar en er zijn gesprekken die tot verrassende inzichten leiden. In Quarantaine vertelt Wim Daniëls het verhaal van mensen die getroffen worden door een virus. Een aangrijpend, maar ook hoopvol verhaal en bovenal een lofzang op de liefde.
De komma en het uitroepteken aka Het meisje en de dokter
Het verhaal van deze corona-roman, het eerste dat ik dat van het grote thema corona en in tijden van corona gelezen heb, is een klein beetje dunnetjes en dat leidt een beetje af van de inhoud. In dit geval is de inhoud mooier dan het cadeaupapiertje. Karel Vielligers, een gynaecoloog, en Julia - krijgt Julia nu een achternaam of niet? Ik heb het boekje in een ruk uitgelezen en heb geen aantekeningen gemaakt - voor een excessieve lezer is het soms heel fijn gewoon in het wilde weg te lezen zonder pen en papier maar dan zie je dat je het toch op je brood krijgt -. Maar goed dan, nieuwe poging: Karel met en Julia zonder achternaam ontmoeten elkaar op een Franse camping in de Dordogne. Het is vroeg in het voorjaar of eigenlijk laat in de winter van 2020. Corona bestaat maar vooral ver weg; in Europa maakt men zich nog niet veel zorgen.
Karel en Julia werken beiden aan hun proefschrift. Daar is die camping in de Dordogne van een Nederlandse eigenaar beroemd of berucht om: veel Nederlandse promovendi, die pogen rust te vinden voor het schrijven van hun magnum opus. Karel is gynaecoloog en heeft onderzoek gedaan naar de kunstmatige baarmoeder; hij heeft zijn boek eigenlijk al af. De puntjes moeten nog even op de i, zijn stellingen verzonnen, een laatste blik geworpen, en klaar is kees. Zijn promotie in mei staat al gepland. Aanvankelijk denk je als lezer met Julia mee: een kunstmatige baarmoeder, is dat nou niet erg klinisch en kil? Maar later krijg je de achtergrond van Karels ‘kindje’ te horen. - Ik ben lang niet zo’n grappige en intellectuele woordspeler als Wim Daniëls, maar het is mijn stukje dus ik doe gewoon waar ik zin in heb; it’s my party and I cry if I want to of woorden van gelijke strekking; geloof me of niet: ik schreef aanvankelijk to met dubbel o: too -. Terug naar de kunstmatige baarmoeder: het is een en al liefde en medeleven, die Karel tot die klinische baarmoeder gedreven hebben. Je moet het Julia nageven: Karel is een lieve man - komt dat omdat hij gynaecoloog is of ondanks dat? Ik heb me altijd afgevraagd wat een man ertoe brengt om alsmaar op die plek naar vrouwen te willen kijken, no offence!
Julia is neerlandica. Zij schrijft een proefschrift over het leesteken in het Nederlands en met name de komma, maar ook het uitroepteken vindt een prominente plek. Zij is lang niet zo ver met haar onderzoek en haar schrijven als Karel. En Daniëls schrijft het niet maar tussen de regels door lees je: het schrijven van een dissertatie is in de alfawetenschappen een stuk lastiger dan in de bètawetenschappen. Julia is met name geïntrigeerd door het gebruik van de komma. En ik ga instantly mee. De komma zal de meeste mensen een worst zijn. Hij verdwijnt ook een beetje - ik weid nu op eigen initiatief uit -. Hij, de komma, staat allang niet meer tussen twee persoonsvormen, of voor een voegwoord, anders dan ‘en’ en ‘want’. Ik denk zelf dat dat is onder invloed van het Engels. In die taal gebruik je heel weinig komma’s en is het gebruik van een komma voor ‘and’ heel chique - hoe heet dat ook al weer: de Oxford-komma; ja, inderdaad, zo heet hij. Zie ook Paulien Cornelisse! - Een komma is in beide talen wel nodig tussen de elementen van opsommingen en bij een bijstelling: Karel, de gynaecoloog, en Julia, de neerlandica,…… Ik laat me meeslepen. Vergeet dit, tenzij je het interessant vindt. En de komma is nodig om het ritme van de zin te begeleiden.
Julia vertelt met smaak over het belang van de komma voor bijzinnen: bijvoorbeeld in juridische teksten met betrekking tot een erfenis. Er is een wereld van verschil tussen de volgende zinnen: ‘“Mijn vermogen dat in aandelen zit vermaak ik aan mij zoon Harm.”’(2020: 21) En “Mijn vermogen, dat in aandelen zit vermaak ik aan mijn zoon Harm.” (die zin geeft Daniëls natuurlijk niet; hij is veel minder een schooljuf dan ik). Snappie? Ik herinner me dat ik in mijn opleiding te maken kreeg met dit verschil tussen beperkende (zonder komma) bijzinnen en uitbreidende (mét). Dat heeft een tijdje geduurd voor dat bij me inzonk. Ik vraag me af of een argeloze lezer zonder die specifieke taalkundige kennis de portee goed begrijpt. Maar ik bewonder Daniëls over de wijze waarop hij dit kleine maar belangrijke kommaatje te berde brengt. En dat hij via Julia ook nog eventjes de historische context van dat kommaatje onderzoekt - de historische info had van mij uitgebreider mogen zijn!-
En dan het uitroepteken, dat heel literair via Tsjechov binnen komt zeilen. Karel had in het begin meteen aan diens De dame met het hondje gedacht toen hij Julia - die natuurlijk niet voor niets Julia heet, besef ik ineens! - bij zijn aankomst op het bungalowpark met een hond had zien spelen. Hij was direct voor haar gevallen. Na haar verhaal over het uitroepteken voelt Karel zich ineens dat uitroepteken die hij altijd onder stoelen en banken had gestoken; ineens steekt hij zijn licht niet meer onder de korenmaat. Hij doet ertoe en hij is verliefd! Met een uitroepteken natuurlijk! Julia vertelt Karel het verhaal van Goesev van Tsjechov over het uitroepteken - dat doen mensen in tijden van epidemieën: Canterbury Tales van Chaucer of de Decamerone van Boccaccio: elkaar verhalen vertellen in tijden van quarantaine; om elkaar een hart onder de riem te steken, om elkaar te troosten, om elkaar een uitweg uit te verschaffen voor doodsangst -. Ze lezen elkaar verhalen voor en veel gedichten. Want wat blijkt: eerst wordt Julia ziek, vermoedelijk corona en dan ook Karel, vermoedelijk ook corona. Zij zorgen voor elkaar. Karel was al als een blok voor haar gevallen en zij doet dat omgekeerd ook voor hem. Er is wel een moeilijkheid, Julia is namelijk niet vrijgezel, zij heeft al een paar jaar een vriendin. Karel is zo vrij als een vogeltje maar ook zo blue als een 'a kitten on a row’ - eigenlijk is ‘helpless as a kitten on a row’ uit het liedje Misty dat onder andere door Ella Fitzgerald onsterfelijk is gemaakt; een lievelingsnummer maar dat doet in het geheel niet ter zake -. Misschien heeft Julia een verborgen agenda; in het laatste stukje van de roman kun je lezen hoe het afloopt en dat ga ik niet verklappen natuurlijk. Net als Karel in zijn proefschrift ben ik me al te bewust van de komma en of ik ze wel of niet juist gebruik, terwijl dat niemand zal opvallen behalve Wim Daniëls en zijn alter ego Julia.
Uiterlijk lijkt het verhaal over een onmogelijk stel - geen Romeo en Julia maar Karel en Julia - dat voor elkaar valt in tijden van corona, van onbekendheid met een nieuwe virusziekte, van lockdown, quarantaine, angst voor de ziekte, angst voor de dood, hoe kom je thuis als je ziek bent. Maar het gaat misschien nog meer over het belang van taal, taalgrapjes vanzelfsprekend - het ene misschien wat grappiger dan het andere; de hond heet ‘Doute’ (Frans voor ‘twijfel’) maar als Nederlander versta je ‘Doet’ (hij doet, een hond ‘doet’ gewoon altijd; die denkt niet na) - en over beschouwingen over taal. En daar is Daniëls een meester in. Deze korte roman - een heerlijkheid tussen alle kleppers; een boek dat je met éen diepe ademteug kunt uitlezen - zit boordevol taal in allerlei vormen en is een heerlijkheid. In een roman overvallen je grapjes je meer dan wanneer je weet dat het stukje gaat over taal of een bepaald taalverschijnsel; zie ook Paulien Cornelisse, die net als Wim Daniëls een fenomeen is van grote klasse - ik vermoed dat ik hier weer erg contamineer, maar kniesoor, het is mijn feestje -. Vandaar dat mijn enthousiasme over dit kleine boekje onevenredig groot is.
Een van de beroemdste zinnen uit de Nederlandse letterkunde ga ik hier citeren in het kielzog van Julia en Daniëls, met een verkeerd kommagebruik, en dat is me nog nooit opgevallen, of ik dacht: nou ja, vroeger gebruikte men gewoon meer komma’s.
‘’Behalve den man, die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter’’, Nescio, De Uitvreter, 1915, eerste zin. Voor de mensen die het Amsterdam van 1915 niet zo goed kennen: de Sarphatistraat was in geen enkel opzicht een mooie straat. Net zomin als de Dapperstraat uit het gedicht van Bloem dat is / was. Maar daar gaat het natuurlijk nu net om: dat het een verschrikkelijke straat is en dat je daar toch zo gelukkig kunt zijn. Bloem komt trouwens ook nog efkes langswippen in liefdes- en koortsdromen.
En nu maar eens bedenken welke komma het betreft in bovenstaand citaat en waarom Nescio dat zo gedaan heeft.
Over de auteur:
W.Th.M.G. (Wim) Daniëls (Aarle-Rixtel, 11 oktober 1954) is een Nederlandse schrijver, taalkundige, cabaretier en spreker.
Wim Daniëls werkte enkele jaren als leraar Nederlands en Duits in het middelbaar onderwijs. Vervolgens was hij vijf jaar als tekstwetenschapper verbonden aan de Open Universiteit.
Sinds 1994 is hij fulltime schrijver en taaladviseur. Hij geeft ook lezingen en voordrachten, en staat in het theater met cabaretvoorstellingen en theatercolleges.
Samen met Kasper Boon maakte hij in 1999 het bordspel Het grote taalspel.
Van 2004 tot 2012 leverde hij vrijwel wekelijks een bijdrage aan het radioprogramma Klare Taal van de Wereldomroep, gepresenteerd door Arie Bras. Van september 2009 tot juni 2014 had hij een gesproken column in het VARA-radioprogramma Spijkers met koppen, waaraan hij nu nog incidenteel een bijdrage levert. Van 2012 tot 2014 was hij vaste gast bij het tv-programma Pauw & Witteman.
In 2010 trad hij op met het cabaretprogramma de Wim-crisis. In het seizoen 2012-2013 speelde hij met het AR-theater (Yvonne Gijsbers, Marlon Kicken en Rob van Os) het theaterstuk Een ons komma's. Met Yvonne Gijsbers speelde hij in 2013 en 2014 het theaterstuk Slowen en schuren. In het seizoen 2015-2016 en 2016-2017 (tot en met december 2016) speelde hij de cabaretvoorstelling Associëren. In 2019-2020 trad hij op met het theatercollege De wondere wereld van de taal. In het seizoen 2020-2021 speelt hij het cabaretprogramma Koken met taal.
Van december 2010 tot en met januari 2015 was hij stadsdichter van Helmond.
Hij was van 2009 tot 2016 voorzitter van de Stichting Brabants Dialectenfestival. Momenteel is hij ambassadeur van Wensambulance Brabant, ambassadeur van de Brabantse Dag in Heeze, lid van het Comité van Aanbeveling van Stichting Kinderboek Cultuurbezit in Winsum (Groningen) en van de cultuurtempel Kouwenbergs Kerkje in Aarle-Rixtel (Noord-Brabant).
In 2015 was hij Helmonder van het jaar (hoewel hij nooit in Helmond heeft gewoond) en kreeg hij ook de stadspenning van de gemeente Helmond (voor zijn niet-aflatende promotie van de stad). verder ontving hij dat jaar de Brabant Bokaal, voor zijn verdiensten voor de Brabantse cultuur.
Sinds begin januari 2019 is hij ereburger van Laarbeek, waaronder zijn geboortedorp Aarle-Rixtel valt.
In 2018 en 2019 schreef hij de tekst van het Groot Dictee der Nederlandse Taal. In mei 2020 verscheen van zijn hand de eerste Nederlandse coronaroman: Quarantaine.
Bibliografie:
Titel: Quarantaine Auteur: Wim Daniëls Uitgever: Thomas Rap Jaar: 2020 Aantal pagina’s: 188 ISBN: 978 94 004 0677 3
Een vluchtig boekje over het meest actuele onderwerp ooit. Veel waardering voor de snelheid, en toch prettige leessfeer van het boek. De passages zijn leuk geschreven. Misschien geeft ook juist de actualiteit het boek een vlammetje. Ik denk dat ik dit boek over 50 jaar nog eens ga lezen, terugdenkend aan deze gekke tijd. Hoeveel zal ik me dan nog herkennen in dit nieuwe normaal?
Wat een saai boekje. Twee compleet onuitgewerkte deugneuzen ronden op een vakantiepark hun proefschrift af. Niet sexy, zo’n vakantiepark. Proefschriften evenmin. Door een lock-down belanden ze samen in quarantaine in een huisje. Je hoopt dat ze daar kasten optrekken, lijken erin aantreffen - figuurlijk danwel fysiek, of hun diepste geheimen en verlangens met elkaar delen. Maar niets van dat alles, want ze blijken zelf besmet en liggen hele dagen kortademig op bed. Met het beetje lucht dat ze hebben weten ze elkaar wel paginalange oersaaie informatie te vertellen over hun proefschriftonderwerpen: kunstmatige baarmoeders en leestekens, en over COVID. En ze weten, plotseling van de een op de andere pagina, even met elkaar seks te hebben. Maar zelfs dat gaat zonder emotie of consequenties doordat de personages zo oppervlakkig zijn.
Neem een gynaecoloog en een linguïst. Beiden zijn bezig hun promotieonderzoek af te ronden. Op een bungalowpark in Frankrijk. Niets aan de hand zou je zeggen.
Maar dan breekt Corona uit. Lockdowns. Ziekte. Twee onbekenden die samen zitten opgesloten op een vakantiepark. Hij de eeuwige vrijgezel. Zij al jaren samen met dezelfde vrouw - een sluimerende kinderwens op de achtergrond.
Leuk boek. Grappige scènes. Heerlijk om af en toe uitgebreid te lezen over de geschiedenis van de komma.
Dit is zo'n boek dat ik niet zou hebben gelezen als het niet mooi paste in de popsugar challenge die ik met Laura doe. Categorie: titel die begint met een Q. Leuk boek! En wel heel actueel!
Wim Daniëls is heel veelzijdig: hij is taalkundige, cabaretier, spreker, schrijftrainer en schrijver. Ik heb hem een paar keer zien spreken op het Taalcongres en bij een avondje in Weesp. Ik bewonder hem om zijn improvisatietalent en groot gevoel van humor.
Ik was heel nieuwsgierig naar ‘Quarantaine’, een boek dat hij in coronatijd schreef en dat ook in coronatijd speelt. Het boek viel me tegen. Ik vind het verhaal over de romance die ontstaat tussen de hoofdpersonages nogal slap en voorspelbaar. Humor is er niet bij.
Jammer! Het enige wat ik leuk vond, is dat een van de hoofdpersonages een proefschrift schrijft over het gebruik van de komma in teksten. Zij citeert in het boek schrijver Gerrit Krol: ‘Wie de komma niet eert, is de tekst niet Weerd.’
Vermakelijk geschreven boekje met de nodige Wim Daniëls taalkronkels. Het leest weg als een dolle en het zet je hier en daar op scherp met betrekking tot leestekens en andere issues in de taal. Daniëls laat wel weten wat hij van zeurpieten en klagers vindt in het onderwijs en de zorg. De typering van de personages alhoewel niet diep uitgewerkt is aansprekend genoeg om ze zo voor de geest te halen. Kortom moet je in Quarantaine lees dit boekje je wordt er ongetwijfeld beter van.
Ik vond het een heel aardig boek, heel herkenbaar natuurlijk in verband met de Corona perikelen. De auteur verwerkt verschillende visies op het beleid door ook de collega's van Karel en de vriendin van Julia aan het woord te laten, zonder zijn eigen mening door te drammen. Het einde is zeker hoopvol, in meerdere opzichten. Ook leren we nog wat over de voortplanting en over het gebruik van komma's, dat is zeker nuttig!
3.5 leuke roman. Apart om over maart 2020 te lezen. Het begin van Covid-19 en wat het toen losmaakte bij mensen. Lijkt nu alweer zo lang geleden. Op dit moment, november 2021 met vaccin, lijkt het ons weer een beetje te grijpen. Op een andere manier, wij laten Covid-19 maar niet los.
Vlotte weglezer. Aan het begin van de eerste lockdown geschreven met de toenmalige kennis. De schrijver heeft het ijzer gesmeden toen het heet was (helaas nog steeds zo) wat aan het eind een beetje te merken is. Prima boek dat meerdere lezers verdiend.