De Holocaust kent volgens historicus Raul Hilberg daders, slachtoffers en omstanders. Maar twee groepen verdienen een aparte vermelding: de overheden en het bedrijfsleven die volgens Hilberg in Duitsland onder de daders vielen. In de bezette landen werden de overheden niet onder de daders geschaard, maar toch speelde de bureaucratie in ieder bezet land een belangrijke rol. Ook de overheid in Nederland waar dit boek over gaat. Van aanvang af waren de Nederlandse ambtenaren niet alleen gesprekspartner van de Duitsers, maar waren ook betrokken bij planning en uitvoering van de Jodenvervolging. Vrijwel alle van de 200.000 ambtenaren vulden tijdens de bezetting een ariërverklaring in, mede in navolging van 's lands hoogste rechtscollege de Hoge Raad. Ambtenaren van de bevolkingsregisters in 1050 gemeenten registreerden 160.000 burgers van Joodse afkomst. Zoals een Nederlandse topambtenaar schreef aan de Duitsers tijdens de bezetting: "Bevolkingsboekhouding is dienen.' De Joodse burgers werden ontrecht door overheid en juristen, beroofd met medewerking van het bedrijfsleven, notarissen, makelaars en bemiddelaars. Nederlandse politieagenten haalden Joodse burgers uit hun huis. De Nederlandse Spoorwegen en gemeentelijke tramdiensten vervoerden de gedeporteerden. Nederlandse marechaussee en politie bewaakten de kampen. Van de 140.000 zogenoemde vol-Joden zou bijna 75% de oorlog niet overleven, het hoogste percentage in bezet West-Europa. Na de oorlog moesten de Joodse overlevenden zich uit een "juridisch getto' vechten om hun afgenomen bezittingen terug te krijgen. Dat laatste lukte pas (deels) in het jaar 2000. Een ongemakkelijke geschiedenis.
Bij het zien van de cover van Boekhouders van de Holocaust van Rob Bakker krijg je niet meteen een idee waar het boek over zal gaan. De titel en subtitel geven weer waar het boek over zal gaan. Boekhouders van de Holocaust van Rob Bakker is een boek, dat bij een ieder die dit boek leest, veel ergernis opwekt, mensen kwaad zal maken. Niet op de auteur. Integendeel, hij heeft voortreffelijk onderzoek gedaan naar dit boek en heeft alles goed weten te onderbouwen. Je merkt aan alles dat hij niet over één nacht ijs is gegaan. Neen, men zal boos worden op met name de overheid en het bedrijfsleven van voor-, tijdens- en na de Tweede Wereldoorlog. Dit boek laat zien hoe Joden door met name de Nerderlandse overheid en het bedrijfsleven min of meer zijn verraden, hoe de Duitsers dankzij de hulp van de Nederlandse overheid, die anderzijds ook weer slachtoffer waren, zoveel Joden hebben kunnen pakken. De auteur laat zien dat men bij de overheid al snel doorhad wat er met de Joden gebeurde, maar desondanks dat men wist wat er op grote schaal gebeurde toch de Duitsers hun gang lieten gaan. De auteur komt met uitleg waarom men zo lang wachtte met ingrijpen, wat de redenen waren.
Waar vele historici de rol van de Nederlandse ambtenarij tijdens WW2 minimaliseren of goedpraten kiest Rob Bakker voor een andere aanpak. Het gevolg is een bijzonder boek met een unieke insteek. Stap voor stap beschrijft hij hoe verschillende instanties handelden en schetst zo een onthutsend beeld hoe medewerking aan de Jodenvervolging haast vanzelfsprekend werd. Door deze aanpak is het bereik aan instituten erg breed wat een hele diepgaande analyse soms wat lastig maakt, simpelweg omdat het onderwerp te groot is. Wat dat betreft moet dit boek vooral als overzichtswerk gezien worden wat aanleiding geeft voor verdere verdieping.
Dit boek zou standaard literatuur moeten zijn voor een ieder die zich bezig houdt met openbaar bestuur, journalistiek en aanverwante beroepen. Het laat zien hoe makkelijk kwaadaardig beleid kan escaleren en dat het belangrijk is dat eenieder in zo'n krachtenveld eigen keuzes moet maken.