'Wat willen jullie dat ik zeg?' vraagt Sinan Çankaya als hij wordt uitgenodigd om te spreken op het veertigjarige jubileum van zijn oude middelbare school. De uitnodiging creëert een opening waar vergeten herinneringen uit zijn jeugd en middelbareschooltijd zich doorheen wurmen. Zo denkt Çankaya terug aan zijn voormalige geschiedenisleraar Nico Konst, ooit de tweede man van de extreemrechtse Centrumpartij.
Zonder zichzelf te sparen beschrijft Çankaya in Mijn ontelbare identiteiten hoe moeilijk hij het vindt om een eigen verhaal te vertellen tegen de achtergrond van de debatten over integratie, cultuur en racisme. Steeds laveert hij tussen wortelen en willen vluchten, tussen ‘wij’ en ‘zij’, tussen straat en school, tussen een erbij en er niet bij horen, tussen ongebreideld individualisme en een soms beklemmend collectivisme. Op de dag van de jubileumviering, waar hij zijn oude geschiedenisleraar Nico Konst weer onder ogen moet komen, vertelt hij zijn verhaal.
Mijn ontelbare identiteiten is een bespiegeling op de veranderde omgang met de ‘de Ander’ in Nederland. Het is een indringend verhaal over opgroeien in Nederland als kind van migranten. Reflecterend op loyaliteit, ontheemding en vooral de zoektocht naar een thuis keert Çankaya zich tegen vastomlijnde identiteiten en weigert hij om een verhaal binnen de grenzen van zijn eigen lichaam te vertellen.
Gisteren las ik uw schitterende werk Mijn ontelbare identiteiten. Ik begrijp dat u in uw leven gediscrimineerd en beledigd bent en u gediscrimineerd en beledigd hebt gevoeld. Dat is uitermate triest.
Waar ik mij als medemens diep voor schaam is dat wij niet in staat zijn geweest daar voldoende tegen te doen, verblindt als we zijn door onze eigen vooroordelen.
Bovendien ontketende uw werk in mij een micro-evolutie. Ik herkende mezelf tot mijn spijt (te) veel in de door uw geschetste Dromer, die het allemaal beter weet, maar makkelijk heeft praten.
Om papier te gebruiken om uw eigen ervaringen op humorvolle wijze te laten leiden tot een minieme aardverschuiving, vind ik een ongekende prestatie. Nogmaals: de Goden zouden jaloers op uw zijn.
Nog altijd nabevend, Floris van der Pol, bijna 30 jaar wankelend op deze aardkloot
Update: het werd uiteindelijk mijn op een-na-favoriete boek van 2020. Zie dit filmpje voor extra toelichting.
“Het is vermoeiend om jezelf, om racisme steeds uit te leggen.”
Met die zin geeft Sinan Çankaya woorden aan al die gevoelens die ik al mijn hele leven met mij meedraag. En oh wat voel ik mij dankbaar dat dit boek bestaat en vol staat met woorden die uiting geven aan dingen waar ik niet altijd de woorden voor heb. De manier waarop Sinan onderwerpen zo helder beschrijft en aankaart, is kortweg bewonderenswaardig te noemen. Ik wil iedereen hier in Nederland aanraden dit boek te lezen.
Identiteit is iets waar ik heel mijn leven mee bezig ben. Dat kan ook niet anders want ik ben een tweede generatie Iraniër. Als kind was ik een Nederlander, tot ouders van mijn klasgenootjes op de basisschool 'Haarlem' niet als antwoord accepteerden op de vraag 'waar kom je vandaan'. Maar Iraniër was ik ook niet want mijn Farsi had een zwaar accent en aangezien mijn ouders te lief waren en me nooit Farsi lessen hebben opgedrongen kan ik het niet lezen en schrijven. Tijdens mijn tienerjaren raakte ik bevriend met Surinamers, Hindoestanen, Turken en Marokkanen, allemaal ook tweede generatie. We creëerden een hybride identiteit van 'niet-wit-maar-ook-niet-'insert migratieachtergrond'' en het voelde als thuiskomen.
Zo voelt Mijn Ontelbare Identiteiten, als thuiskomen. Het leest als een bevestiging van gevoelens, gebeurtenissen, het is een 'hé zie je nou wel, ik verzin het niet'.
Dit boek is een aanrader voor iedereen met ontelbare identiteiten, zodat je je gezien kan voelen. Dit boek is een aanrader voor al de rest, zodat je ons kan begrijpen.
Een kunstwerk van woorden dat je niet vaak tegenkomt. Ben er helemaal stil van! Een ijzersterk, persoonlijk, genuanceerd, herkenbaar en humoristisch portret van identiteitsvorming. Urgenter dan ooit.
Herkenbare zoektocht naar de eigen identiteit in een wereld waarin anderen jouw identiteit bepalen. Brengt de gevoelens van machteloosheid en frustatie als Nederlander met een migratieachtergrond enorm goed over en beschrijft precies de gevoeligheden en knelpunten in het (anti)racismedebat. Een aanrader!
"In een wereld die tegen je aanduwt en aan je trekt, is het omarmen van je ontelbare identiteiten een verzetsdaad."
"In potentie bevrijden buigzame, meervoudige identiteiten ons. We spelen met identiteit, herontwerpen onszelf, afhankelijk van wie we tegenover onshebben, en natuurlijk van hoe we worden gedefinieerd. In theorie zijn we creatieve levenskunstenaars. Waarom voel ik me in de praktijk dan zo ontheemd?"
Interessant boek wat de lezer aan het denken moet zetten over het thema 'identiteit'. Het boek leest vlug weg en Sinan weet de lezer te boeien met zijn verhalen, waardoor de lezer een goed beeld krijgt van de maatschappij en de wereld zoals de schrijver hem beleefde. De complexiteit van 'identiteit' zet de schrijver heel mooi uiteen door zijn rol in verschillende tijden en in verschillende situaties uit te leggen.
Toch kroop er bij mij het gevoel van een soort slachtofferrol in en worden er af en toe aannames gemaakt die het gedrag van mensen uit het leven van de schrijver zouden moeten uitleggen. Vooral op ongeveer 2/3 van het boek, voelde het voor mij alsof het minder om identiteit draaide en meer over de schrijver zijn kijk op een oneerlijke maatschappij. Dat is overigens ook prima, maar daarvoor heb ik het boek niet uit de kast gepakt.
Het boek eindigde ook niet geheel verrassend. Ik vond het eigenlijk al vreemd dat Sinan toch wilde spreken op zijn oude school. Het kostte ongetwijfeld veel moeite om daar mee akkoord te gaan. De manier waarop de schrijver zijn boek afsluit, lijkt vooral bedoeld om op te staan tegen ieder die hem in zijn jeugdjaren heeft benadeeld op basis van een veronderstelde identiteit.
Ik vind de inhoud zeer relevant en urgent maar talig gezien vind ik het ronduit slecht. Cankaya heeft heus zijn best gedaan maar dat heeft imo averechts gewerkt. Lees het boek voor de inhoud en negeer de vorm. Een redacteur had hier een schrijver naast moeten zetten, al vrees ik dat niemand nog maalt om goedlopende zinnen in onweerlegbaar correct Nederlands...
“Voordat we ook maar een stap verder komen, zullen we eerst moeten erkennen dat we met zijn allen in de modder zitten.”
Lees dit boek. Mijn Ontelbare Identiteiten zet je aan het denken en opent je ogen. Het geeft je inzicht in het leven van iemand die door mensen wordt geclassificeerd als de Ander, laat zien hoe mensen niet maar één identiteit hebben, hoe je niet zo in een hokje geplaatst kunt worden. Je past niet in één hokje. Je identiteit bestaat uit al jouw ervaringen, uit meerdere versies van jouzelf, of zoals Sinan Çankaya het zelf verwoordde: “Sommigen rapen één mikadostokje op uit een wirwar van stokken die elkaar overlappen en aanraken, om vervolgens de indruk te wekken dat personen te reduceren zijn tot dat ene stokje. Mensen zijn niet alleen man, hetero of wit, niet alleen vrouw, zwart of homoseksueel. Onze lichamen zijn altijd verstrengeld met andere identiteiten, geschiedenissen en levenslopen.”
Çankaya bespreekt het idee van kleurenblindheid, van de Dromers, die denken dat er gelijkheid bestaat omdat dat zo is vastgelegd in de wet. Die geen kleuren willen zien.
“Ik ben de Ware Racist, omdat ik de wereld nog steeds in kleur zie. Dromers ervaren het woord ‘wit’ inmiddels als een scheldwoord.”
“Ik ben zichtbaar, omdat witheid onzichtbaar blijft.”
“O wee wanneer ze ontdekken dat wit ook een kleur is, een gegeven waar ze inderdaad niet om hebben gevraagd, waar ze inderdaad geen schuld aan hebben, net zomin als ieder ander. Ze gaan door een crisis, een ware identiteitscrisis, voelen hoe het is om als een groep aangesproken te worden, om verantwoordelijk te worden gehouden voor iets waar ze geen aandeel in hadden, maar wel de onvoorziene vruchten van plukken (...).”
Zoals hij al uitlegt: “Wie een leven lang is benadeeld op basis van zijn voorkomen, zal dat niet eenvoudig relativeren.”
Çankaya vertelt over hoe de Ander altijd iemand anders kan zijn. Hoe je als iemand van Turkse afkomst je de Ander kunt voelen in zowel Turkije als Nederland: “Die zomer maakte mij een Nederlander. Terug in Nederland was ik al snel weer een Turk.”
“Op een bepaalde manier is de Ander, hoe bot ook, inwisselbaar. De Ander is steeds iemand anders, het label hecht zich aan lichamen en maakt zich er ook weer van los. Iedereen - buiten een middenklasse, witte norm.”
Hij schetst hoe minderheden die zich uitten worden neergezet als ‘gevoelig’ door hun gesprekspartners, hoe er alles aan wordt gedaan om hen er maar van te overtuigen dat het niet mogelijk is dat ze daadwerkelijk zijn gediscrimineerd.
“Ze luisteren doelbewust met een half oor, met gesloten ogen en leggen je woorden in de mond. Er is niets zo vermoeiend als het vechten tegen vanzelfsprekendheid.”
“Het label ‘gevoelig’ censureert de emoties van minderheden, terwijl de emoties van meerderheidsgroepen zonder veel aarzelingen worden aanvaard als legitieme reacties.”
“Ze zullen die ene situatie uit hun eigen level aanhalen als een tegenvoorbeeld (...), maar ze beginnen er niet over om een brug naar je te slaan en om te zeggen dat ze zich dat vervelende gevoel goed kunnen inbeelden, nee, ze beginnen erover om de claim van etnisch profileren te ondermijnen, om je te vertellen dat je niet zo moet zeuren en niet zo vermoeiend moet doen en dat je er ook om kunt lachen (...).”
“Ze zullen beginnen over hoe ze zich een buitenlander in het buitenland voelden. Maar ik ben geen toerist in Nederland. Ze zullen beginnen over dat gasten zich moeten aanpassen. Maar ik ben geen gast.”
Verder bespreekt hij hoe de omgeving discriminatie mogelijk kan maken: “Konst was een bijzaak, een figurant, het gaat niet om hem. Ik zie vooral mijn omgeving lachen - zij maakten hem mogelijk en stonden hem toe, net als mijn schoolleiding.”
Ten slotte verdiept Sinan Çankaya zich in de identiteiten van de mens:
“Iemands ideeën hangen samen met het lichaam, maar vallen daar nooit mee samen. Zo kunnen migranten ook medeplichtig zijn aan een uitsluitende politiek, aan islamofobe of antisemitische taal, antizwartracisme of homofobie. Migranten in elitefuncties, in de politiek, in bestuur en beleid, kunnen uitsluiting faciliteren, en mogelijk maken.”
“‘Ze moeten als ons worden, ze moeten onze waarden en normen overnemen, ze moeten integreren,’ zegt er wel weer eentje op televisie, daarmee ook de verscheidenheid onder witte Nederlanders geweld aandoend.”
“Identiteit is een zoektocht naar eenheid en het besef dat die er niet is, het inzicht dat we ons het best kunnen verzoenen met de meerdere versies van onszelf, met het glibberige van ontmoetingen, en met vallen en weer opstaan.”
“Mijn naam, niet de jouwe. Mijn verhaal. Dit is ook Nederland.”
Absolute aanrader! Çankaya hanteert het perspectief van 'de Ander' om racisme, en meer specifiek uitsluiting, aan de kaak te stellen. Het boek zet aan tot reflectie op eigen opvattingen en gedrag, doordat de lezer - aan de hand van alledaagse voorbeelden - constant een spiegel wordt voorgehouden.
Zodoende weet Çankaya de problematiek omtrent racisme, in al haar verschijningsvormen, te doorgronden. Tevens erg vlot en met de nodige humor geschreven.
" 'Zwart' en 'wit' zijn sociale, geen biologische gegevens. De woorden gaan niet aan ons vooraf, ze behoren niet tot een orde die er al was. De etiketten zijn het resultaat van de politiek, niet van de biologie. Er is géén oorspronkelijke relatie tussen de woorden die we hebben bedacht, zoals 'zwart', 'wit' en 'bruin', om verschillen in huidskleur te benomen."
This entire review has been hidden because of spoilers.
Inhoudelijk vond ik het een mooi verhaal en zette me echt aan het denken over hoeveel rascisme er nog steeds plaatsvindt in Nederland en hoe dit invloed heeft op hoe iemand zich ontwikkeld. Taalgebruik? Leest alsof hij iets te veel gebruik heeft gemaakt van Thesaurus. Had fijner gelezen als hij meer toegankelijk had gelezen. Dan was het ook voor een breder publiek passend geweest denk ik
Zo ontroerend om me te kunnen herkennen in de worsteling met identiteit (als mede-kleinkind van migranten die naar Nederland zijn gekomen). Een strijd die van jongs af aan gevoerd wordt en bepaald wordt door waar ‘je Huis’ staat en in wat voor hokjes de omgeving om je heen je graag wilt plaatsen. Een strijd die helaas vaak gevoerd moet worden door de Ander; degenen die niet binnen de norm vallen zoals die ooit bepaald is. En bizar, maar bovenal ook erg triest, dat zich zo veel bizarre situaties voordoen m.b.t. uitsluiting.
Super knap hoe Sinan Çankaya zijn verhaal zo mooi heeft weten neer te zetten op papier. Mooi voor herkenning en voor bewustzijn. A must-read voor elke Nederlander imo!
Ik geef zelf les op de school waar Çankaya heeft gezeten, dus was ik erg benieuwd naar dit boek nadat het me werd aangeraden door een zeer enthousiaste collega. Helaas begon ik pas met lesgeven op deze school een paar maanden nadat Çankaya de lezing gaf waar het boek naartoe werkt, dus heb ik die lezing destijds gemist.
Het boek stelde zeker niet teleur. Çankaya weet op een duidelijke manier uit te leggen hoe hij vaak het doelwit is van racistische opmerkingen en systematische discriminatie. Ik vond het daarbij fijn hoe hij op een logische manier de link legt met de wetenschap, zonder daarbij teveel te verzanden in specialistische terminologie. Dit boek heeft op mij diepe indruk gemaakt en ik kan het iedereen aanraden.
Met 'Mijn Ontelbare Identiteiten' (2020) schreef Sinan Çankaya een essayistische verwordingsgeschiedenis in de geest van wijlen Anil Ramdas. Het boek is opgezet als een (mogelijke) confrontatie met z'n vroegere geschiedenisleraar Nico Konst, die als nummer twee nauw betrokken was bij de Centrumpartij. Çankaya gebruikt zijn eigen herinneringen aan die middelbare schooltijd om kritisch te reflecteren op hoe gewoon extreemrechtse ideologieën toen al waren. Zowel een geschiedenisles als een mogelijke verklaring voor de huidige hausse aan rechts-populistische partijen, die in veel gevallen schaamtelozer hun ongrondwettelijke standpunten innemen dan die beruchte partij van destijds. Tegelijkertijd een interessant betoog over hoe identiteit versimpeld wordt als een keurig afgerond en onwrikbaar iets (zoals bijvoorbeeld bij het xenofobe nationalisme wat de CD voorstaat), terwijl de auteur zelf op zoek gaat naar discrepanties en ontwikkelingen in zijn ontelbare identiteiten. Stilistisch vind ik 't werk niet altijd even sterk, omdat Çankaya er een handje van heeft om dingen net iets lolliger te formuleren dan nodig. Al heeft hij bij vlagen literaire uitschieters, zoals in een bloedmooie passage waarin hij de gezwollen lyriek nabootst van werken die onder de noemer 'migrantenliteratuur' vallen. Alles bij elkaar vindt 'Mijn Ontelbare Identiteiten' (2020) een overtuigende mengvorm waar anekdotes, wetenschappelijke bevindingen en maatschappelijke vergezichten elkaar raken.
Soms kun je kort zijn over een boek: dit moét je gewoon lezen. Een zorgvuldig opgebouwd boek, waarin Çankaya op een overtuigende manier wetenschap en persoonlijke ervaringen weet te verweven tot een verhaal dat je elke pagina opnieuw tot denken weet aan te zetten. Niet de grote mokerslag, dit boek, maar wel een aaneenrijging van ideeën en gebeurtenissen die hopelijk talloze 'microrevoluties' in gang kunnen zetten. Voor mij was het ook een aanzet om nog eens verder over dat bijna ongrijpbare concept van 'identiteit' na te denken, dat paradoxaal genoeg iets van jezelf is maar ook (en soms vooral) vorm wordt gegeven door de ander.
Eerste lezing van het boek dat we volgende maand bespreken met de KNAW-leesclub. Vurig, ongezouten, genuanceerd en relevant essay van cultureel antropoloog Sinan Çankaya.
Identiteit is fluïde en hij legt dit enerzijds uit aan de hand van zijn eigen levensverhaal als Turkse Nederlander en anderzijds via zijn proefschrift waarbij hij onderzoek heeft gedaan naar diversiteit binnen de politie-organisatie.
Hij spaart zichzelf niet. Met veel gevoel voor ironie speelt hij voortdurend met verwachtingen en wil af van zwart-witdenken.
Een uiterst boeiend betoog over integratie, cultuur, racisme, individualisme versus collectivisme, ontheemding en bovenal een zoektocht naar identiteit.
Prachtig fijn geschreven, zulke woord en constructiekeuzes waarbij je moet glimlachen van de doordachtheid. Of het boek echt een goed verhaal vertelt is moeilijk te zeggen, het is namelijk duidelijk het verhaal van de schrijver en er lijkt geen hele duidelijke moraal in te zitten. Gelukkig is dat tegenwoordig geen vereiste meer voor literatuur :).
Een goed inzicht in het leven van een geboren en getogen Nederlander met een migratie-achtergrond, geeft het wel. Wat is het moeilijk om altijd de 'ander' te zijn. En wat zijn mensen soms kut.
Dit is een soort losse raamvertelling, waarbij het overkoepelende verhaal is dat de schrijver wordt uitgenodigd om te spreken op zijn oude middelbare school. Daardoor denkt hij terug aan zijn tijd op de school, met name zijn racistische geschiedenisleraar, maar ook andere vormende gebeurtenissen uit zijn leven. Die gebeurtenissen lezen alsof we door een doos met oude foto's van van Çankaya kijken: de foto's liggen allemaal door elkaar heen en hij vertelt bij een willekeurige selectie daarvan een verhaaltje.
De verhaaltjes zijn bondig en boeiend. Als docent zonder migratieachtergrond vind ik het vervelend dat de schrijver een deel van zijn identiteiten opgedrongen heeft gekregen door gebrekkige acceptatie in de maatschappij, maar ook in het onderwijs. Het is verhelderend voor mij om over te lezen omdat mijn eigen ervaring anders was. Tegelijkertijd herken ik ook aspecten, zoals het migrant zijn in je familie.
Wat ik ook mooi vind is de vertwijfeling van de schrijver. Hij laat dingen zien, maar geeft geen antwoorden. Het is aan ons wat we ermee doen, zoals het aan de conrector van zijn oude school was om iets te doen met de kennis over zijn docent. "Wat wil je dat ik doe?" vroeg de conrector aan de scholier Çankaya, die dat natuurlijk niet wist. Dat is dus onze verantwoordelijkheid als docent (en medemens in het algemeen).
Kortom, een mooi boek om na te denken over je eigen identiteiten, en die van anderen te leren kennen.
Heel interessant en persoonlijk boek over identiteiten, gekoppeld aan racisme en discriminatie. Ik vond het best zware kost dus het heeft even geduurd voordat ik er doorheen was, maar dit boek is zeker de moeite waard. Het creeërde veel bewustwording bij mij als niet-migrant door de situaties die Sinan schetst uit zijn eigen leven. Het hele wij-zij denken en hoe dit leidt tot uitsluiting. Hoe je identiteit je opgelegd kan worden door de buitenwereld. Hoe je je nergens onderdeel van kan voelen. En helaas: hoe erg het nog steeds gesteld is met racisme in Nederland. Ja, tuurlijk was ik hier als socioloog niet blind voor, maar dan nog beschouw ik dit door de personal touch als een eye-opener. Want jeetje, wat vermoeiend moet het zijn als je hier dagelijks mee geconfronteerd wordt. Voor mij is de enige reden dat ik het geen 5 sterren geef het woordgebruik; dat had wat toegankelijker gekund in mijn ogen. Soms kan je met minder woorden meer zeggen. En juist bij de emotionele situaties die werden geschetst in dit boek, had dat in mijn ogen erg krachtig geweest. Dan nog: mooi boek met de nodige wetenschappelijke onderbouwing.
Een paar maanden geleden vond ik dit boek in een straatbibliotheek. Hij stond al een tijdje op mijn lijst, dus ik was erg benieuwd. Terwijl ik in het begin moeite had met inkomen, kon ik na een tijdje niet meer stoppen met lezen. Wat een fantastisch boek. Confronterend, prikkelend en intelligent. De combinatie van persoonlijke anekdotes en wetenschappelijke inzichten met een vleugje humor af en toe zorgt ervoor dat je geïnteresseerd blijft. Een belangrijk boek dat iedereen zou moeten lezen, daarom leg ik hem weer terug in de straatbibliotheek hopende dat de volgende persoon die hem pakt net zo veel leert van dit boek als ik.
Een boek iedere witte Nederlander moet lezen! Om je bewust te maken dat hoe vaak en veel we bewust en onbewust iemand met ‘een kleurtje’ wegzetten als de ander. Ook al is deze in Nederland geboren en getogen, en universitair geschoold, hij/zij wordt nooit voor vol aangezien.
Het boek geeft je inzichten waar ik nog niet zo bij stil had gestaan. Maar ja, ik ben een blanke vrouw en heb (zeer weinig) te maken met persoonlijke discriminatie. Ik ben door het lezen hiervan wel meer bewust van situaties.
In Mijn ontelbare identiteiten verweeft Sinan Çankaya autobiografie en sociologische inzichten met elkaar. Middels biografische anekdotes en krantenkoppen legt hij racisme bloot, zowel individueel als institutioneel. Critici zullen ongetwijfeld zeggen dat het anekdotisch is, maar als dit boek iets laat zien is het dat Çankaya's ervaringen met racisme geen incidenten zijn.
Mijn ontelbare identiteiten toont de wisselwerking tussen het eigen verhaal en de beschrijving die door anderen opgedrongen wordt. Genuanceerd en met scherpe blik traceert Çankaya wie hij (geworden) is, zonder de behoefte om zichzelf vast te leggen, een vastomlijnde identiteit te creëren. Çankaya laat zien dat identiteit - net als de afwijzing van bepaalde identiteiten - vloeibaar is, afhankelijk van situatie, culturele context en moment in de tijd.
Çankaya erkent dat onze identiteit (deels) sociaal bepaald wordt, maar eist de ruimte op om anders te zijn dan vooroordelen en verwachtingen voorschrijven, een oneindig complex individu. Hij weigert consequent om één ding te zijn, zich te laten reduceren tot een beeld van de Ander, en eist de vrijheid op om zijn eigen verhaal te vertellen. Te zeggen 'ik ben.' Je hoeft het niet met me eens te zijn, maar je moet je wel tot mij verhouden. Tolerantie gaat niet vanzelf, maar is de - desnoods knarsentandende - acceptatie van anderen in hun eigenheid.
En juist daarmee creëert hij ook ruimte voor de eigenheid van de lezer. Mijn ontelbare identiteiten nodigt uit om vastomlijnde zelfdefinities los te laten en 'de Ander' met een open blik tegemoet te treden, nieuwsgierig naar haar individualiteit.
4.5. Lekker kritisch boek en evenwichtig in dat het eigenlijk alle heilige huisjes afbreekt. Dat schuurt soms. Mooi dat hij zijn persoonlijke anekdotes verwerkt en ook zichzelf niet spaart. En mooi dat er vanuit de Nederlandse context over geschreven wordt. Belangrijkste take-aways: (1) Racisme is in Nederland een groot probleem. 'Witheid' en de 'hogere middenklasse' is de norm en iedereen die er vanaf wijkt (kleur! soms ook mores) staat 2-0 achter. Extreem-rechts (Centrumpartij, PVV, FvD) is weldegelijk racistisch en gebruikt 'cultuur' slechts als goedkope truc. (2) Identiteiten (niet alleen huidskleur maar ook bijv. gender, klasse en geaardheid) zijn niet vastomlijnd en alles of niks. Identiteit schuift en ontstaat door botsingen met blik van de ander die naar je kijkt. (3) Er is een enorm loyaliteitsconflict voor 2e generatie kinderen. Als hij bijv. spreekt over wie je steunt met voetbal, in de politiek. In Turkije een Nederlander, in Nederland een Turk. Ingewikkeld. (Er is meer maar ik heb nogal snel doorgelezen :) ) Conclusie: kunnen we naar elkaar kijken als mens en niet alleen door de bril van onze vooroordelen? En kunnen witte mensen stoppen met hun straatje schoon te vegen? Kunnen we echte gelijkwaardigheid waarborgen? En wat is Nederland dan? Er is ruimte voor een vervolg :)
Dit essay is prikkelend, onderzoekend, humoristisch, intelligent en goed geschreven. Çankaya combineert anekdotes uit zijn eigen leven met inzichten uit de door hem bestudeerde antropologie, waarbinnen hij zich heeft verdiept in de thema's racisme en discriminatie. Het centrale idee van het essay is dat identiteiten niet ons bezit zijn, maar ontstaan in ontmoetingen met anderen (ze "bevinden zich tussen onszelf en anderen in"). Hokjes zijn betrekkelijk en rekkelijk. Zonder ergens drammerig te worden, pleit Çankaya ervoor om aandacht te geven aan verschillen en solidair te zijn met mensen die niet op je lijken, zonder die verschillen in beton te gieten (onder verwijzing naar het prachtige citaat van Cornel West: "Rechtvaardigheid is hoe liefde eruitziet in de publieke ruimte"). Dit pleidooi is niet alleen maatschappelijk relevant met het oog op de hedendaagse identiteitspolitiek, maar levert ook een mooi persoonlijk inzicht op: "Identiteit is een zoektocht naar eenheid en het besef dat die er niet is, het inzicht dat we ons het best kunnen verzoenen met de meerdere versies van onszelf, met het glibberige van ontmoetingen, en met vallen en weer opstaan. Identiteiten vereisen onderhoud, en dat werk heeft geen eind." Een essay om te lezen en te herlezen.
De voorbeelden die Sinan aankaart zijn stuitend goed. Je voelt (ik tenminste) de situaties waarin hij afwisselend de Ander is. En vooral hoe witte mensen dan weer reageren als je racisme wil aankaarten en hoe slopend dit kan zijn. Hoe klasse hier ook mee te maken heeft.
Daarbij heeft hij me inzichten gegeven over hoe je over identiteit na kunt denken. En dat je je altijd moet blijven uitspreken.
Met de behulp van anekdotes en wetenschappelijke inzichten neemt Çankaya je mee in het leven van 'de Ander'. Het verhaal gaat over een racistische leraar, opgroeien in een achterstandswijk, etnische profilering, maar bovenal over het vloeibare begrip identiteit - en dat je met een migrantenachtergrond in Nederland nooit helemaal de juiste identiteit hebt om er bij te horen.
Een intelligent en zeer goed geschreven boek, waar ik veel van geleerd heb.