Al jarenlang maakt Thomas Rosenboom elke dag een wandeling door Amsterdam. Hij stapt de deur uit, wandelt naar het IJ, waar hij zich verwondert over de weidsheid van het water, en loopt dan, via de Prinsengracht, in een brede boog weer terug naar huis. Onderweg komt hij de vreemdste vogels tegen, zoals de naaktlezer, die geen mogelijkheid onbenut laat de argeloze voorbijganger zijn pindakaaskleurige huid te tonen, of de bellenvrouw, die met zalvende, zegenende gebaren haar zeepbellen oplaat in de drukte van de Dam. Maar hij ziet ook allerlei echte vogels, van boomklevers tot tragische meerkoeten en zwanen, terwijl de mooiste vogels van de stad zich voor hem verborgen houden – maar die denkt hij dan toch uit de vogelgids te kennen. De schrijver begon ooit met wandelen omdat hij niet binnen kon zitten zonder eerst buiten te zijn geweest. In zijn adembenemend zorgvuldige stijl vertelt Rosenboom hoe wandelen met Amsterdam als decor hem heeft gevormd, als mens en als schrijver.
Thomas Rosenboom is a Dutch writer of novels and short stories,. He studied Psychology for 3 years, did not finish but switched to studying Dutch in Amsterdam. His first book was published in 1983 and contains 3 short stories. He's the only writer to have won the Libris Literatuur Prijs twice (for Gewassen Vlees in 1995 and for Publieke Werken in 2000).
Luisterboek. Rosenboom loopt elke dag hetzelfde rondje door Amsterdam. De grote ronde is een samenvatting van zijn gedachten, ergernisjes en observaties tijdens zijn wandelingen. Onderweg vraagt hij zich bijvoorbeeld af of Simon Loos dezelfde is als de vroegere Loos bij Van Gend en Loos. Dat heb ik me ook vaak afgevraagd en daarom nu maar eens opgezocht. Het antwoord is: Nee.
De Nederlandse uitgeverij Van Oorschot heeft een reeks wandelboekjes uitgegeven. Onder de noemer Van Oorschot Terloops neemt een auteur de lezer mee op zijn of haar favoriete wandeling.
Ik heb net (in de zetel) De grote ronde van Thomas Rosenboom gelezen. Hij beschrijft zijn dagelijkse wandeling door Amsterdam: van de Oudezijds Voorburgwal waar hij woont, naar het Ij, het station, en terug langs de Prinsengracht en de Amstel. Onderweg heeft hij zijn dagelijkse ontmoeting met de naakte lezende man, de toeristen en de Jaguar (de auto, niet het gelijknamige roofdier). Hij wijdt uit over de vogels in de stad, én vertelt wat de wandeling de afgelopen jaren voor zijn schrijven betekende:
"Aangezien mijn vaste route geen enkele afleiding bood of aandacht vroeg, kon ik mij optimaal concentreren op het verhaal, en zonder nog veel van de omgeving gewaar te worden zonk ik dan al fabulerend weg in formuleren (...) Al bewegend kreeg ik veel makkelijker en meer ideeën dan gezeten aan mijn bureau, en zo vond ik onder het lopen nu eens een soepeler overgang tussen de scènes, dan weer een betere volgorde en soms ook, behalve losse zinnen, hele verhaallijnen of romanonderwerpen." (p. 27-29)
De grote ronde, met zijn prachtige cover (een hond op een boot), bevat naast de tekst ook foto's van onderweg en zelfs een kaartje door de auteur zelf getekend. Het boekje past in je binnenzak, om de wandeling helemaal zelf mee te volgen, wat ik dus niet gedaan heb.
De andere Van Oorschot-wandelboekjes zijn van Gerbrand Bakker, Bregje Hofstede en Marjoleine de Vos. Ik heb mijn exemplaartje gekocht in boekhandel Limerick in Gent.
Heel herkenbaar voor mij, omdat Thomas Rosenboom elke dag in Amsterdam dezelfde route loopt en dan brutaal overal naar binnen kijkt om verhalen te zien door de tijd heen. Dit deed ik een aantal jaar terug in Leiden. Nu in Den Haag is het wat lastiger, omdat je bij flats niet naar binnen kunt kijken! Ook buiten ziet Rosenboom een heleboel en benoemt ook de vogels die hij ziet, ofwel die er zouden moeten zitten, maar die hij nooit ziet. Precies dat had ik ook, dat ik maar nooit die slechtvalken zag, die rond hoge gebouwen in Leiden zouden zweven. Ik heb genoten van Rosenbooms indrukken!
Wat een aantrekkelijk tussendoortje. Het was al lang geleden dat ik nog iets van Rosenboom had gelezen en ik trof dit boekje toevallig aan bij een tweedehandswinkel. Heerlijk. Rosenboom bundelt allerlei gedachten en observaties die hij had tijdens zijn dagelijkse wandeling langs het IJ en de Amsterdamse grachten, ‘de grote ronde’, en vlecht die aaneen zodat we als het ware kunnen meewandelen, genietend onder meer van de boomkruipers en -klevers, de zwanen en de aalscholvers, en lezend waarom hij zich ergert aan de mensen waaraan hij zich ergert - ze lijken te veel op hem. Het meeste plezier beleefde ik toen de wandeling langs de plek ging waar ooit het Instituut voor Neerlandistiek was. De auteur bedenkt zich hoe ondankbaar hij als student was, zoals hij ook ondankbaar was als kind als hij met zijn ouders naar de kermis of de dierentuin ging. Alsof dit alles niet voor hem maar voor hen werd georganiseerd. “Toen stond ik er niet bij stil, maar mijn docenten gaven niet alleen les uit liefde voor hun vak, maar ook met liefde voor de studenten, zij zullen zich verheugd hebben wanneer iemand vorderingen maakte of net zo geestdriftig werd als zijzelf waren, en het kan niet anders of zij probeerden soms iets nieuws uit waarbij zij zich onzeker, mogelijk zelfs angstig zullen hebben gevoeld.”
Onderdeel van een reeks wandelboekjes; vaak over relatief eenvoudige wandelingen die de auteurs in hun eigen woonplaats maken. Dat is helaas te vaak, en in dit geval ook, in Amsterdam. Dat gaat een beetje vervelen. Toch neemt het niet weg dat dit boekje erg fijn geschreven is en dat je zelf ook vrolijk wordt van de beschreven zonnige, warme dag waarop de wandeling plaatsvindt.
Meesterverteller Thomas Rosenboom neemt ons in 74 pagina's mee op zijn dagelijkse wandeling door de binnenstad van Amsterdam daarbij o.a. wijzend op de natuur. Het nodigt uit om, met dit boekje in de hand, de wandeling zelf te maken.
Derde boekje uit de Terloops-reeks van Van Oorschot die ik las en ik vond dit toch de minste tot nog toe. De auteur neemt ons in dit korte pocketboekje van ca. 80 blz. mee tot diep in Amsterdam tijdens zijn dagelijkse wandeling in de stad. Een wandeling die hem voedt, die het hem mogelijk maakt om zijn verhalen en romans te construeren, hoewel hij niks opschrijft en geen dictafoon bij de hand heeft. Roosenboom stelt veel vragen - de centrale “Mag ik meedoen?”, wat voor hem volstaat, hij zoekt niet naar antwoorden. Hij beschrijft zijn indrukken. Slechts tweemaal raakte het boek me, bij het aanhalen van de metafoor van de zwanen die zich benauwd voelen in de Amsterdamse grachten en het voyeurisme die zich uit in het bespieden van interieurs die ‘s nachts zichtbaar worden op momenten waarop hij zich als wandelaar onzichtbaar voelt.
Dit is mijn derde boekje uit de -een wandeling serie- Rosenboom maakt zijn persoonlijke wandelronde tot onderwerp van dit schrijfsel. Omdat het een eigen ronde is krijg je een ander Amsterdam voorgeschoteld dan je traditioneel voorgesteld zou worden. Observaties als de lijnen aan de kaden maken duidelijk dat dit een druk uitgangsgebied is. Maar ook nooit geziene acties zoals het achtervolgen van een merel door een sperwer kunnen zomaar niet gebeuren ook omdat de schrijver wel vogelaar boekjes gelezen heeft maar zelf niet zo snel het gevleugelde waarneemt tenzij het op en neer de bast van een boom loopt. Ik kijk nu al uit naar het volgende boekje in deze serie en van Rosenboom ga ik ook eens een echt boek lezen.
Onderhoudende wandeling, waarin de wandelaar zijn angsten en beelden met de lezer deelt. De Grachtengordiaanse route verraadt echter een benauwde wereld, waarin het uitzicht beperkt blijft tot grote schepen op het IJ. In zijn rugzak heeft de wandelaar ongetwijfeld veel kunst en literatuur zitten, maar het blijft daar jammer genoeg in zitten.
Een onopvallend tussendoortje, deze Rosenboom. Het boekje bevat fraaie beschrijvingen maar treft mij als weinig begeesterend. Het heeft vaak wat weg van een grommelende opa die veel kritiek heeft op alles wat hij tegenkomt. Het kan ook zijn omdat het over een stad gaat, en dat ik veel liever lees over alles wat zich daarbuiten bevindt. Vergiffenis.
Auteur Thomas Rosenboom maakt dagelijks dezelfde wandeling doorheen Amsterdam. Op een van die tochten neemt hij de lezer mee op zijn tocht en in zijn hoofd. Fijn om te lezen in Amsterdam of als je de plekken waar hij langs passeert zo voor de geest kan halen.
Daarbij was de ronde met anderhalf, bijna twee uur lang genoeg om nu binnen te kunnen zijn en stil te zitten, en geeft die het gevoel echt iets te hebben gedaan, zodat deze dag in ieder geval niet meer helemaal kan mislukken, kortom: het was fijn - morgen weer.
Thonas Rosenboom neemt de lezer mee op zijn dagelijkse wandeling door Amsterdam. Beeldend geschreven, met humor. Verder prima voorgelezen. Kortom, een aangenaam luisterboek(je) om van te genieten terwijl je zelf een wandeling of fietstocht maakt.
Na het minpuntje van de mantelmeeuw, geduid als grote terwijl de kleine(re) bedoeld is, was ik een tikje teleurgesteld maar vergaf dat snel en graag want het boekje leest verder heerlijk weg. Op sommige plaatsen gaat de schrijver bijna te biecht bij de lezer, wat een hint van voyeurisme teweegbrengt maar hoe dan ook boeit vanwege de diepere inkijk die je daarmee krijgt in niet alleen het schrijversleven, maar ook dat van jezelf. Verder worden mooie associaties en dito metaforen afgewisseld met woorden als ‘onbedenkens’. Zulks is aan mij wel besteed.