Terug tot Ina Damman (1934), de bekendste roman uit de Anton Wachter-serie, opent met Antons eerste dagen op de hbs, ‘het moeilijkste wat er bestond’. Hij is een intelligente maar wereldvreemde jongen en wordt op school dan ook niet geaccepteerd. Als verweer tegen zijn eenzaamheid en het gepest van zijn klasgenoten zoekt hij zijn heil in hard werken, zodat hij de beste van zijn klas wordt en blijft, zonder dat dit hem echter voldoening schenkt. Geleidelijk krijgt hij vrienden, zijn leven wordt dragelijker, maar zijn hele puberteit wordt beheerst door zijn liefdesgevoelens voor medescholier Ina Damman – gevoelens die uitgroeien tot een allesbeheersende, onmogelijke jeugdliefde.
Born in the small town of Harlingen, Vestdijk studied medicine in Amsterdam, but turned to literature after a few years as a doctor. He became one of the most important 20th-century writers in the Netherlands. His prolificity as a novelist was legendary, but he was at least as important as an essayist on e.g., literature, art, music and religion. He also wrote poetry and short stories. His work has been translated into most Western European languages.
Mijn derde Vestdijk, en de eerste die me niet de neiging gaf om spontaan met mijn studie Nederlands te stoppen. Ik zou zelfs zeggen dat ik hier best van genoot. Stilistisch voelen de lange zinnen met hordes bijvoeglijke naamwoorden soms wat verouderd aan, zeker in vergelijking met tijdgenoten als Bordewijk of Elsschot, maar Vestdijk weet desondanks een levend beeld neer te zetten van het hbs tijdens het Interbellum en een (extreem stalkerig) gevoel van tienerliefde. Maakt me zowaar benieuwd naar de rest van zijn werk – iets waar ik later wellicht spijt van zal krijgen.
Terug tot Ina Damman is veel minder zware kost dan je zou misschien denken. Het is een sprankelend boek met veel lichtvoetige ironie. De typering van de personages is meesterlijk. Du Perron omschreef het als meedogenloze satire: 'Al deze kleine viezerds, waar men de toekomstige viezerds van de burgermaatschappij al in proeven kan, zijn haast onovertrefbaar weergegeven.'
Die kleine viezerds zijn de klasgenootjes van Anton Wachter, die hem pesten met het woord 'vent', zoals zijn vader hem altijd noemde. Als Anton daar gevoelig voor blijkt te zijn, begint het pesten pas echt. Dit is een van de actuele, of beter gezegd tijdloze thema’s van het boek. Wie wil weten hoe pesten in zijn werk gaat, hoe een gepest kind zich voelt en hoe hij zich gaat gedragen, moet dit boek bestuderen.
Niemand schetst beter de binnenwereld, de gedachtespinsels van mensen dan Vestdijk. Met ironie en met oog voor alle nuances, zonder moraal en zonder de politiek-correcte waan van de dag.
Vestdijk putte uit zijn eigen herinneringen. Unieke indrukken zijn het niet, er zijn zo veel mensen die kunnen terugblikken op een jeugd waarin ze werden gepest en verliefd werden op een meisje uit de klas. Hier geldt het woord van Schopenhauer: 'Het doet er daarom, in het goede en in het kwade, oneindig minder toe wat iemand in zijn leven tegenkomt en ervaart, dan hoe hij het ervaart, hoe en in welke mate hij in het algemeen ontvankelijk is. (…) Hetzelfde voorval dat buitengewoon interessant is wanneer het een genie overkomt, zou voor een duffe kop een slome scène uit het alledaagse leven zijn geworden.'
De meeste mensen zullen, terugdenkend aan hun jeugd, hun schouders ophalen over hun kinderlijke naïviteit om zich vervolgens te wijden aan de dagelijkse beslommeringen van het leven. Zo niet Vestdijk. Hij nam de gevoelens en gedachten van het kind dat hij ooit was uiterst serieus. Binnen in zijn werkkamer, met de gordijnen dicht, propjes in zijn oren en de stofzuiger aan om het geluid van de wereld buiten te houden, overdacht hij wat hij ooit had meegemaakt.
Dit waren de bouwstenen waaruit hij zijn oeuvre opbouwde. Hij was kind geweest, had gestudeerd, maakte af en toe een reisje naar Duitsland en ging soms een avondje naar Amsterdam. Precies op de helft van zijn leven (al kon hij dat toen nog niet weten) besloot Vestdijk dat dit voldoende was; er was genoeg stof voor een schrijversleven. Zoals hij in het slot van Terug tot Ina Damman beschrijft, bleef hij inderdaad tot aan zijn dood op 72-jarige leeftijd onwankelbaar trouw aan zijn ideaalbeeld, 'aan iets dat hij verloren had, -aan iets dat hij nooit had bezeten'.
? Ik had inmiddels 3 ongelezen boeken van Vestdijk in mijn boekenkast staan, dus het werd tijd om mijn eerste boek van Vestdijk te lezen... 🤔 Ik vond het eerste hoofdstuk lastig. Soms kreeg ik het idee het boek maar weg te leggen, twijfelde ik of het mij wel aansprak. Was het taalgebruik te gekunsteld, te erudiet voor mij? Maar ik wilde het per se uitlezen om er toch wat van te kunnen zeggen... Het tweede hoofdstuk sprak me al weer wat meer aan, ook al las ik er weer een ander boek naast. De titel van het laatste hoofdstuk 'De overwinning' vond ik verrassend en dit hoofstuk maakte dan ook veel goed. Hoewel ik in de rest van het boek het moeilijker vond om mij te verplaatsen in een jongen van 14, lukte dat nu wel en las het boek ook weer makkelijker: heb ik moeten leren Vestdijk lezen?
=> Van mijn oudste zoon heb ik "De koperen tuin' op mijn verjaardag gekregen en er ligt 'bericht uit het hiernamaals' naast, maar die gaan vast nog wel een paar jaartjes duren... MW 20/11/21
Dit is het derde deel van de autobiografische achtdelige Anton Wachterreeks. Ina Damman is de onbereikbare jeugdliefde van de jonge HBSer Anton. Het blijft bij dagdromen en hunkeren en daardoor idealiseren. De kracht van de roman zit in het psychologisch inlevingsvermogen. Je gaat je als lezer ook wel een beetje ergeren aan de afstandelijkheid van Ina. In het volgende deel, de andere school, zal Anton wel kennismaken met de aardse liefde.
Beste Vestdijk die ik tot nu toe las (maar dit was pas de tweede) - en extra leuk: ik las dit deels in Lahringen waar het boek zich afspeelt, in het echt ook wel bekend als Harlingen. 🥰
Sinds ik dit boek gelezen heb, word ik steeds lastiggevallen door het obsessieve idee dat ik een zelfde boek moet schrijven, getiteld ‘Terug tot Ferry Kamman’. Ik weet niet waarom. Het is een van die mysterieuze neigingen die uit de bron onder het ‘ik’ komen; een idee dat zich opdringt vanuit een ondoorgrondelijk iets in me waar steeds zowel waanzin als creativiteit uit opbruist. Want wie was Ferry Kamman? Een jongeman met wie ik 1 jaar in een voetbalteam gezeten heb, in de periode dat ik verdwaasd genoeg was om te denken dat die sport wel wat was voor me. Iemand van wie ik me niets meer kan herinneren dan een opmerking op 12 mei 1996, waarbij hij tijdens een training riep dat hij ‘nodig schijten moest’ en hij geheel in de stijl van het spel toevoegde: ‘Hij kopt al.’ Wederom een van die vele anekdotes die een mens zonder enige reden onthoudt - en die hem 23 jaar later nog immer in al hun redeloosheid achtervolgen.
Bovenstaande zegt overigens niets over de kwaliteiten van Vestdijks boek...
Dit is serieus een van de saaiste boeken die ik ooit heb gelezen. Het gaat over Anton, die een onverklaarbare angst voor het woord "vent" heeft (waarom?!?) en obsessief verliefd is op Ina Damman. En er gebeurt NIETS leuks in dit boek. Waarom de moeite nemen om een verhaal te schrijven, als het je lezers niet vermaakt? Ik raad het iedereen aan om dit boek te laten liggen.
'Terug tot Ina Damman' schijnt het hoogtepunt te zijn van de Anton Wachter cyclus. Het was okay, maar ik denk dat ik eerst wat andere boeken van Vestdijk probeer, voordat ik besluit of ik wel of niet de andere Anton Wachter boeken wil lezen.
En dan te bedenken dat je elke dag op school jongens met deze hersenspinsels voor je hebt zitten. Hopelijk ook met zinnen in dit ritme en prachtige woordkeuze. Ik heb genoten
Meesterlijke roman! Het fictieve beeld dat hoofdpersoon Anton creëert van Ina, op wie hij verliefd is, is en blijft zijn werkelijkheid. Een jeugdliefde blijft altijd op het netvlies staan. Schitterend verwoord innerlijk gevoelsleven. Iets verliezen wat je nooit bezit... Hulde voor een grote schrijver!
In feite het verhaal van een (Vestdijks?) puberteitscrisis. Sterk proustiaanse inslag: kruising tussen de Recherche en Kees de Jongen, maar veel minder precieus. Zeker een nieuwigheid toen, in de Nederlandse literatuur, maar voor mij toch niet echt inspirerend.
Het goede nieuws: dit boek heeft mijn vooroordelen over klassieke Nederlandse literatuur zozeer herbevestigd dat ik mijzelf bij deze onsla van enige resterende zelf opgelegde verplichting om ooit nog een andere klassieker open te slaan.
Ik geef toe dat Vestdijks proza bewondering uitnodigt: zijn lange, meanderende zinnen, zijn stream-of-consciousness-achtige inzicht in de pubergeest, zijn levendige weergave van het leven op de HBS zijn alle met literaire flair uitgevoerd.
Mijn probleem met dit boek ligt dan ook niet bij de vaardigheden van de auteur, maar bij zijn onderwerpkeuze. Vestdijk geeft ons een volkomen geloofwaardig inkijkje in de zielenroerselen van zijn Anton Wachter gedurende de eerste drie jaar van de HBS. En die geloofwaardigheid kan ik beoordelen: ik herken er veel van, ik wás Anton Wachter op school.
Maar de zielenroerselen van een puberjongen in de eerste drie klassen van de middelbare school zijn saai. Hemeltergend saai. Obsessief, repetetief, tot wanhoop drijvend ineffectief. Het nauwkeurig tot proza verwerken van zo'n jongensgeest is ongetwijfeld heel knap, maar een intens saai onderwerp getrouw tot een roman verwerken levert nu eenmaal een intens saaie roman op.
Knap gedaan, maar precies het soort navelstaarderige zelfbevlekking zonder maatschappelijke of historische context, plot of relevantie dat me in zo veel Nederlandse literatuur tegenstaat, en dat me dit boek na twintig pagina's zou hebben doen wegleggen als het niet op de leeslijst van mijn boekenclub had gestaan.
Vestdijk biedt de lezer een prachtige tijdscapsule van de jaren 30. Het Lahringen van Anton Wachter geeft een schoon beeld van de belevenissen van een tiener die zijn weg moet vinden op een onstuimige middelbare school. Vestdijk slaagt er goed in om je als een regisseur in het vooroorlogse langs prachtige plekken mee te nemen. Het boek ademt authenticiteit en snijdt eeuwig recente thema's aan zoals een eerste liefde, puberale onzekerheden en het gemis van een dierbare.
Dit voldoet totaal niet aan mijn verwachting. De laatste 30 bladzijden heb ik niet eens meer gelezen. Het is ontzettend langdradig en ik begrijp ook niet alles. Ander werk van Vestdijk beviel me wel, maar aan Anton Wachter zal ik me niet meer wagen.
Pfoe, wat een drama dit verhaal. Inhoudelijk dan, niet stylistisch - dat is niet slecht maar soms wat verouderd. Goed verhaal maar toch ook literatuur die m.i. de tand des tijds niet helemaal doorstaan heeft. De koperen tuin is een klasse beter.
Een echte klassieker die je gelezen moet hebben. Je zal dit boek niet snel vergeten. Wel had ik veel moeite met het verouderde taalgebruik en de lange, complexe zinnen. Ook sluit de manier waarop personen en omgevingen omschreven worden niet bij mij aan.
Vestdijk schrijft goed hoor, maar wat een gezeur over die Ina Damman. Alleen het eerste gedeelte (Het woord) kon me boeien: de beschrijving van de HBS, de docenten, de leerlingen en de pesterijen.