Kroniek van een leven dat voorbijgaat bevat Pessoa’s intiemste teksten, waarin hij reflecteert op zijn eigen psyche, de grote gebeurtenissen van zijn tijd en zijn merkwaardige neiging zich op te splitsen in tientallen persoonlijkheden. Pessoa was een gevangene van zijn allesoverheersende verbeelding, die hem zowel in het leven opstuwde als van het leven afdreef. In zijn dagboeknotities is de fictie daarom nooit ver weg: ook hier doet hij zich geregeld voor als andere personen, zet hij onder meer een bomaanslag in scène en verdedigt hij de meest uiteenlopende en tegenstrijdige opvattingen. Maar vooral bevatten zijn notities messcherp geformuleerde bespiegelingen over het leven.
Kroniek van een leven dat voorbijgaat is een wereldprimeur: deze autobiografische teksten van Pessoa verschenen tot nu toe slechts verspreid over tientallen verschillende Portugese uitgaven.
Michaël Stoker promoveerde op Pessoa’s werk, publiceerde eerder de biografische studie De fictie vergezelt mij als mijn schaduw en vertaalde Pessoa’s aforismen. Bij deze uitgave, die hij samenstelde en vertaalde, schreef hij een intrigerend nawoord.
Fernando António Nogueira Pessoa was a poet and writer.
It is sometimes said that the four greatest Portuguese poets of modern times are Fernando Pessoa. The statement is possible since Pessoa, whose name means ‘person’ in Portuguese, had three alter egos who wrote in styles completely different from his own. In fact Pessoa wrote under dozens of names, but Alberto Caeiro, Ricardo Reis and Álvaro de Campos were – their creator claimed – full-fledged individuals who wrote things that he himself would never or could never write. He dubbed them ‘heteronyms’ rather than pseudonyms, since they were not false names but “other names”, belonging to distinct literary personalities. Not only were their styles different; they thought differently, they had different religious and political views, different aesthetic sensibilities, different social temperaments. And each produced a large body of poetry. Álvaro de Campos and Ricardo Reis also signed dozens of pages of prose.
The critic Harold Bloom referred to him in the book The Western Canon as the most representative poet of the twentieth century, along with Pablo Neruda.
Fernando Pessoa had een fantastisch rijk innerlijk leven en ik ben blij dat hij dat af en toe heeft vastgelegd. Deze Nederlandse bundel is fijn samengesteld en vertaald; ik ben er erg dankbaar voor!
Zin na zin markeerde ik als 'mooi'. Het viel me op hoeveel van zijn opvattingen honderd jaar na dato nog steeds standhouden. Zoals: "Eigenlijk heb ik meer medelijden met de rijken, want die zijn ongelukkiger. Wie arm is, kan nog denken dat hij wel gelukkig zou zijn als hij niet zo arm is."
(echt heel mooi en fijn om af en toe tussen de soep en de patatten passages uit te lezen die je soms effe doen stilstaan bij hoe mooi het leven is, soms een wenkbrauw doen fronsen wnr hij over religie begint (stop daarmee ????) en soms met 4 zinnen in een diepe existentiële put duwen voor de rest van de dag 🫶🏻. Fun fun fun, beetje Russian roulette.)
Ik haatte het soms hoe hij zo juist mijn persoonlijke gevoelens en bedenkingen kon beschrijven met woorden die ik zelf nog niet gevonden had.. alsof hij als een klein wormpje in mijn brein zat en mijn gedachten-drafts lade heeft weten open te breken om ze dan te plagiëren. Ik ga gwn beginnen zeggen dat Pessoa mijn werk heeft geplagieerd.
‘Ik zit boven mijn onvolmaakte bladzijden te huilen, maar toekomstige generaties zullen meer geraakt worden door mijn huilen dan door enige vorm van volmaaktheid die ik eventueel had kunnen bereiken’
Kroniek van een leven dat voorbijgaat - Fernando Pessoa 1888-1935 – van Oorschot 2020 - vertaald door Michaël Stoker
Het betreft 413 dagboeknotities, invallen, dromen, stellige beweringen en weerleggingen daarvan door talloze heteroniemen van Pessoa. De vertaler: …een chaos kunnen we het met recht noemen: het is een amalgaam van psychologie, filosofie en fictie, een mozaïek van droomfragmenten, observaties van het dagelijks leven, politiek commentaar en flarden literaire theorie. (337) Ze zijn bijeengebracht door de vertaler tijdens zijn promotieonderzoek en gedeeltelijk afkomstig uit het Boek der Rusteloosheid waarin ze volgens de promovendus niet thuishoorden.
Wikipedia omschrijft Pessoa als een van de belangrijkste dichters in de Portugese literatuur en wellicht een van de meest betekenisvolle dichters uit de twintigste eeuw. Ik spreek geen Portugees en ken zijn gedichten niet. Bij lezing van enkele vertalingen in het Nederlands werd ik niet gegrepen, maar ik zal wellicht verder moeten zoeken.
Nog een opmerking uit het nawoord van de vertaler: Er bestaat beslist zoiets als een overdosis Pessoa. Die fascinatie met aristocratie, dat eindeloze getob over zijn ik, het gedweep met de droom en het mysterie, het halfslachtig ploeteren in de liefde, de pathos die bij Pessoa óók altijd op de loer ligt, het kan je gemakkelijk gaan tegenstaan. (345)
Het bovenstaande overkwam mij bij tijd en wijle. Ik raad dus af om het boek achter elkaar tot u te nemen. Neem ruime pauzes. Dan is er veel amusants te ontdekken.
56 (…) Hoeveel ideeën zitten er in mij die ik overweeg op te schrijven en hoezeer lijkt alles wat ik opschrijf te zijn afgebladderd van de waardigheid van mijn gedachten! Het weten van de mens is groot, maar zijn onwetendheid is immens. Hij bestudeert hemels die hij niet kent, hij verdiept zich in dingen waarvan hij niets weet, hij spreekt zonder te weten wat woorden zijn; hij leeft en sterft zonder te weten wat het leven en de dood betekenen. Rotzooi.
122 De enige gelukkige mens is de mens die niets serieus neemt. Hoe serieuzer hij de dingen neemt, hoe ongelukkiger hij is. En hij die het lot van de mensheid serieus neemt, is bijna de ongelukkigste aller mensen… Bijna, want wie het lot van de wereld en het raadsel van het universum serieus neemt, is nog ongelukkiger.
151 Als kind gaf ik mezelf kusjes in de spiegel: dat was een voorteken dat ik nooit zou liefhebben. Ik ervoer toen, in een omgekeerde voorspelling, de genegenheid die me uiteindelijk nooit zou zijn vergund.
255 Het hebben van opvattingen is het beste bewijs van het onvermogen ze daadwerkelijk te hebben.
Het boek viel me tegen. Misschien had ik het moeten weten, ik ben al eens gestopt in een boek van Pessoa met torenhoge reputatie (The Book of Disquiet: The Complete Edition). Er was wel veel dat het aanstrepen waard was, maar ook wel heel veel ongelofelijke onzin. Waar ik helemaal niet tegen kan is de regelmatig terugkerende vroeg-twintigste-eeuwse kletspraat over de 'waarlijk superieure mens' of over de 'dégéneré'. De opvattingen over arbeiders en boeren zijn ook bekrompen. Daar staan dan aan het eind van zijn leven wel weer heel mooie, gedesillusioneerde stukken tegenover. Ook een ergernis: de manier waarop dit boek is uitgegeven. Het zijn fragmenten waarvan op geen enkele manier duidelijk wordt uit welke context ze afkomstig zijn. De bezorger heeft er voor gekozen niet aan te geven van welk heteroniem ze afkomstig zijn. Dat betekent dat je de meningen die worden geuit moet toeschrijven aan Pessoa zelf. Maar die pleiten dus vaak niet voor hem. Op veel plaatsen wordt de lof gezongen van leven met innerlijke tegenstellingen, door Pessoa en door de bezorger, maar ik houd niet van mensen die al te makkelijk tegenstrijdige dingen roepen.
Heel fraai: 'De fascisten mogen dan misschien je vader vermoorden, maar je bent er wel zeker van dat je met de trein op tijd bent voor de begrafenis'.
Interessante gedachte: 'Mijn idealen zijn, uiteraard, vele malen groter dan ikzelf'.
Opmerkelijk: 'Voorbeelden: Zwitserland, Nederland, België. Dit type land voegt niets essentieels toe aan de beschaving. Ze zouden kunnen ophouden te bestaan zonder dat de beschaving daaronder lijdt, en als ze al enige waarde hebben dan is het als buffer states (...)'.
Potsierlijk: 'Passief in alles, ontbreekt het de vrouwen, net als de natuur, aan wat essentieel is aan de ziel. De vrouw is een vergaarbak, een gietvorm voor zielen. Zij moet dus wel iets wezenlijks van de ziel bezitten, maar het is zeer weinig echte, substantiële ziel, zoals een pudding ook vooral de vorm is waarin hij is gegoten'.
Mooi: 'De bestemming van de mensheid is een deur in een muur die er niet is en die ik desondanks kan openen naar de tuinen van mijn keuze'.
Pessoa, de grote Portugese dromer, wandelaar, zuiplap...en zeiksnor. Dat allemaal komt uitgebreid naar voren in deze verzameling dagboekaantekeningen en andersoortige vluchtige teksten. Altijd amusant wanneer hij druk in de weer is met een van zijn alter ego's (toch het sympathiekst en modernst aan hem). Chronologisch, dus je ziet de jeugdige overmoed, ambitie, worsteling met de realiteit en melancholie wanneer het einde nadert. Zoals een dichter in die tijd betaamt veel gedweep met aristocratie, de vervlogen Portugese avonturen, de kunstenaar weet het allemaal het best en haast voorspelbaar goedkeuring van het fascisme (daarna natuurlijk teleurgesteld zijn dat de dictator een kruidenier blijkt te zijn.) Een amusante worsteling met zichzelf (dit is pas overdenken) maar ook vermoeiend en opvallend regelmatig overdadig kitscherige metaforen.
Een boek dat men niet in één ruk moet uitlezen. Rustig in bladeren en hier en daar een kroniek lezen. De ene al beter dan het andere maar toch zijn er bij die Uw ogen openen. Leuk om zo af en toe er in te bladeren en dan verrast te worden.
Deze autobiografische fragmenten van Fernando Pessoa lezen niet gemakkelijk, maar ze vormen wel een intrigerende verzameling observaties en analyses van het culturele leven in Portugal aan het begin van de 20e eeuw.
Pessoa kent mij meer dan ik mezelf. Hij was een goede vriend van me die ik nooit heb gekend. Zijn woorden zijn mijn bloed geworden dat eeuwig door mijn lichaam zal stromen. Ze hebben mij afgelopen maanden door mezelf gegidst waardoor ik Jonas nu beter en werklijker ken.
3 - Ik had het gevoel dat ik het dagboek van een krankzinnige las, en dat ik zelf niet waanzinnig genoeg was om zijn zinnen te begrijpen of te voelen. Alsof ik een film keek die ondersteboven en achterstevoren werd afgespeeld.