Hoe verwerk je het verlies van een geliefde? Hoe bereid je je voor op ontslag? Hoe ga je om met onrecht? Hoe leef je in eenzaamheid? Of met stress? In tijden van crisis verdwijnen soms plotsklaps veel oude zekerheden. De wereld schudt op haar grondvesten. Je voelt je kwetsbaar. Het zijn de antieke filosofische inzichten die ons de weg wijzen in hoe we moeten leven, juist nu.
Seneca, Epictetus en Marcus Aurelius zijn "de grote drie' van de Stoa, de filosofische stroming waaraan wij het woord "stoïcijns' ontlenen. Dat laatste wil niet zeggen dat je kil en onbewogen door het leven gaat: stoïcijnen maken zich alleen druk over de dingen waar ze invloed op hebben. Hou voor ogen dat je goed moet leven, in het hier en nu. Die overtuiging maakt ons vrij en biedt innerlijke rust.
SENECA, EPICTETUS en MARCUS AURELIUS (naast filosoof ook keizer) zijn de bekendste auteurs van de stoïcijnse filosofie. Hun werk wordt aal eeuwen veel gelezen.
LAMMERT KAMPHUIS is filosoof, bestsellerauteur en een populaire spreker. Hij is hoofddocent bij The School of Life Amsterdam.
De grote drie van de Romeinse Stoa zijn Seneca, Epictetus en Marcus Aurelius. Van hen is Epictetus de meest serieuze en gelaagde schrijver.
Kern van de leer van de Stoïcijnen is: - Rust bewaren door je alleen druk te maken over dingen die je kunt beïnvloeden. De vraag is natuurlijk hoe je kunt weten wat je wel en niet kunt beïnvloeden. - Vrijheid door je alleen te hechten aan wat je niet kunt verliezen: zelfrespect, betrouwbaarheid, vriendelijkheid, je oordeelsvermogen.
Streven naar vrijheid “‘Vertrouw niet op de filosofie zoals een kind dat doet op een schoolmeester, maar zoals iemand met een oogontsteking zich verlaat op het gebruik van kompressen en smeersels, pleisters of warme omslagen.’”: filosofie is niet bedoeld om slimmer te worden maar beter (tov ziek). “Het doel van filosoferen is het afleggen van lasten, niet het opdoen van kennis.” Ideeën als geneesmiddelen voor de geest, voor kwalen zoals eenzaamheid, uitstelgedrag, foute vrienden, ongelukkig zijn etc. Er is geen leven zonder zorgen en ongeluk, maar we kunnen er naar streven om daar innerlijk vrij van te zijn.
Goden Als Epictetus spreekt over god en goden dan verwijst hij naar het heilige in mensen: inzicht, weten, de zuivere rede’. De goden grijpen niet in in de gang van zaken; zij zíjn de meest natuurlijke gang van zaken. Advies van Seneca: haal uit alles wat je leest per dag één ding dat je door erover na te denken eigen maakt.
Gezondheid: ziekte is een sparringpartner om te oefenen in incassering, zachtzinnigheid etc. Ziekte is een belemmering van het lichaam, niet van de morele keuze.
Dood: “jij vreest te sterven, maar leef je dan nu?” Het is net als een toneelstuk: “het gaat er niet om hoe lang de voorstelling is, maar hoe goed de opvoering is.”
Drukte en druk: “Zo is ook slaap nodig om te herstellen, maar slaap je altijd dag en nacht door, dan betekent dat je dood.” (Seneca, Innerlijke rust).
Keuzestress: “Kies wat je wilt: net zo zijn als je vroeger was en daardoor net zo in de smaak vallen bij degenen die vroeger op je gesteld waren, of een beter mens zijn maar niet meer evenveel sympathie wekken. (...) niemand kan vorderingen maken als hij twee kanten op kijkt.” (Epictetus, Vrij en onkwetsbaar.)
Uitstelgedrag: “Als je goed kijkt, verstrijkt een groot deel van het leven met verkeerde dingen doen (...).” “Onze tijd is helemaal niet kort! Nee wij verspillen juist veel tijd. Het leven is lang genoeg (...) maar als het leven ons door de vingers glipt in onze zucht naar luxe en desinteresse, als we er niets goeds mee doen, zien wij de feiten pas onder ogen in uiterste nood: eerst beseften we niet hoe het voortging, daarna merken we dat het voorbij is. Ja zo is het. Het leven dat we krijgen is niet kort, wij maken het kort; we hebben er niet te weinig van, we gooien het met bakken overboord.” “Verstandige plannen uitstellen tot je vijftigste of zestigste, je keven willen starten op een punt dat weinigen bereiken: wat een dom gebrek aan bewustzijn van je sterfelijkheid.” (Seneca, De lengte van het leven). “Tot wanneer zul je het nog uitstellen jezelf het beste waardig te achten en nooit te handelen in strijd met wat de rede van je verlangt? Je hebt de leerstellingen aangereikt gekregen. Je hebt de leraren gehad die je moest hebben. Op wat voor leraar wacht je nu nog om je eigen verbetering uit te stellen tot hij er is?” (Epictetus, Vrij en onkwetsbaar.)
Behaagziekte: “Steeds weer verbaas ik mij erover dat, hoewel mensen vooral zichzelf liefhebben, zij meer waarde hechten aan wat anderen van hen denken dan aan hun eigen opvatting.” (Marcus Aurelius, Overpeinzingen) “Maar wie zijn het dan door wie je bewonderd wil worden? Zijn dat niet uitgerekend de mensen van wie je altijd beweert dat ze niet goed wijs zijn? Wil je echt door idioten bewonderd worden? Nee toch?” (Epictetus, Vrij en onkwetsbaar).
Hebzucht: “Rijkdom krijgt bij mij een plaatsje, bij jou de belangrijkste plaats. Mijn rijkdom is van mij, jij bent van jouw rijkdom.” (Seneca, Het ware geluk) “Net zo is het om rijk te zijn en een sterk verlangen te hebben (...): er komt jaloezie bij, angst om al dat moois kwijt te raken, minderwaardige woorden, minderwaardige gedachten, minderwaardige daden.” (Epictetus, vrij en onkwetsbaar).
Egoïsme. Seneca betoogt dat lid zijn van twee communities: een kleine - onze woonplaats en familie enzo - en een grote - de mensheid.
Onvrijheid. “Beschouw uzelf als iemand die is gestorven en zijn leven heeft gehad, en leef de tijd die u nog rest in harmonie met uw ware natuur.” (Marcus Aurelius, Overpeinzingen). “Op deze manier moet je je oefenen van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat. Begin met onbelangrijke dingen, die gemakkelijk kapot gaan: een pot, een beker. Daarna doe je hetzelfde met een mantel, een hond, een paard, een stuk grond. En daarna richt je je op jezelf: je lichaam, je lichaamsdelen, je kinderen, je vrouw, je broers. Kijk overal om je heen, en werp dat alles van je af; zuiver je overtuigingen, zorg ervoor dat niets van wat niet van jou is, zich aan je vasthecht, met je vergroeid raakt, en je pijn doet als het van je wordt afgenomen. En als je jezelf elke dag oefent, net zoals je dat in de sportschool doet, zeg dan niet dat je je met filosofie bezighoudt (dat woord wekt irritatie), maar dat je iemand gevonden hebt die jou uit slavernij heeft vrijgekocht; eant dát is echte vrijheid.” “Vrij is degene die naar niets verlangt wat van een ander is. En wat is er van een ander? Datgene waarvan we niet zelf in de hand hebben of we er wel of niet over beschikken, waarvan we de eigenschappen en toestand niet zelf kunnen bepalen.” (Epictetus, vrij en onkwetsbaar)
Verdriet: “Nooit en te nimmer zal iemand iets overkomen wat hij niet aankan.” (Marcus Aurelius, Overleinzingen) “Droge ogen na verlies van een vriend is niet goed, maar ze moeten ook niet overstromen. Tranen mogen, rouwmisbaar niet. (...) In al die tranen zoeken wij bewijzen voor ons gemis; wij geven geen gevolg aan ons verdriet, wij stellen het tentoon.” (Seneca, leren sterven)
“Het is niet wat een ander doet, maar onze mening erover die ons kwaad maakt.” Marcus Aurelius, overpeinzingen)
Niet jezelf zijn: “Wat een kwelling jezelf de hele tijd in de gaten te houden. (...) Wat een verademing is dan het tegendeel: gewoon jezelf zijn, authentiek, zonder iets van je karakter te verhullen. Niettemin, ook wie zo leeft loopt het gevaar dat men hem veracht. (...) Maar bij deugd is dat gevaar er eigenlijk niet. Deugd boet niet in aan waarde zodra mensen er direct zicht op krijgen.” (Seneca, innerlijke rust)
Ontevreden zijn. “Niemand is bij toeval goed. Deugd vergt scholing. Genot is iets laags en miezerigs, waar je geen waarde aan moet hechten. We hebben het gemeen met de domme dieren, het zijn de kleinste en verachtelijkste wezens die erop afvliegen.” (Seneca, leren sterven) “Wie ontevreden is met wat hij heeft en wat hem door het lot is gegeven, is een leek in de kunst van het leven.” (Epictetus, vrij en onkwetsbaar)
Woede. “Vanwaar dan die woede. Omdat we zo’n waarde hechten aan het materiële bezit waarvan ze ons beroven. Hecht dus niet zo’n waarde aan je garderobe en weg is je woede tegenover de dief!” (Epictetus , vrij en enkeetsbaar)
Ongelukkig zijn. “Wat is dus een gelukkig leven? Een leven dat overeenkomt met zijn natuur. (...) Hebben we eenmaal afgestoten wat ons prikkelt of afschrikt, dan volgt daarop een duurzame innerlijke rust en vrijheid.” (Seneca, het ware geluk) “Je moet niet verlangen dat de dingen gebeuren zoals jij wilt dat ze gebeuren, maar je moet de dingen willen zoals ze gebeuren: dan zal je levensweg gelukkig zijn.” (Epictetus, vrij en onkwetsbaar)
Eigenlijk gewoon een gecategoriseerde weergave van de teksten van stoïcijnse denkers. Had gehoopt op meer context, uitleg of linkjes naar de teksten onderling. Nu was het eigenlijk een vrij taai boek.
Ik ben van mening dat het fijner, leuker, en interessanter is om de boeken van de schrijvers (Seneca, Epictetus, en Marcus Aurelius) zelf te lezen; ‘Meditaties’, ‘Brieven aan Lucilius’, ‘Vrij en onkwetsbaar’, ‘Innerlijke rust’, ‘De lengte van het leven’, en eigenlijk alle boeken die in ‘Op weg naar vrijheid’ worden vermeld.
Het boek is daarentegen erg mooi vertaald, de juiste teksten zijn uitgekozen en in een mooie volgorde samengesteld; het is dus voor vrijwel iedereen leesbaar en laten onnodige teksten erbuiten.
Oftewel, dit boek is vooral voor beginnende geïnteresseerden in het stoïcisme die snel alle belangrijke opvattingen van de beroemde stoïcijnen over het leven (en daarbuiten) wilt weten.
Wat een teleurstelling! Dit boek is een verzameling van stukken tekst uit andere boeken met verschillende schrijfstijlen zonder enige duiding, bindteksten of context. Op deze manier kan ik ook boeken schrijven. Ik ben gestopt na 5 hoofdstukken.
“Als alle ontspanning wegvalt die juist aan die drukke bezigheden te danken is, wordt het ondraaglijk: dat huis, die stilte, die vier muren. En met tegenzin zie je dat je bent overgelaten aan jezelf.”