Wim Gijsen was (naast zijn werk als dichter, hoorspelauteur en schrijver van literair werk) een van de eerste Nederlandse schrijvers van moderne sciencefiction en fantasy die doorbrak bij het grote publiek. Hij schreef al jaren literair proza, gedichten, kinderboeken en diverse werken over de dood, het hiernamaals, meditatie, vegetarisme en yoga, voordat hij in 1980 het sciencefiction boek De eersten van Rissan schreef. Een jaar later volgde het aansluitende slotdeel De koningen van weleer. Daarna schreef hij tot zijn dood nog een tiental fantasyboeken, waarvan de trilogieën Deirdre en Merisse het bekendst zijn. Hij volgde cursussen keramiek en psychotherapie, was actief bij de Pacifistisch Socialistische Partij en deed naast het schrijven aan beeldhouwen. Ook vertaalde hij meerdere boeken (o.a. enkele van Julian May).
Zijn laatste boek 'De ceders van Urtan' was niet af toen hij stierf, collegaschrijver Peter Schaap heeft dit deel voltooid.
Omnibus Deirdre vind ik Gijsens beste. Dat kan komen omdat ik houd van boeken waarin de hoofdpersoon een leven of groot deel daarvan lang met een queeste of missie bezig is in een fantasy of middeleeuwse setting. Denk aan Ban van de Ring.
Trilogie waarin een jonge wilskrachtige vrouw talrijke beproevingen moet doorstaan om de heerschappij van de kwaadwillende vrouwen te weerstaan en vrede te brengen in de wereld.