Librarian's Note: an alternate cover for this ISBN can be found here.
Het antwoord op opvoedingsstress: krachtig opvoeden De 5 BASICS voor krachtig ouderschap
#1 Opvoeden is maatwerk Want dé opvoeding bestaat niet en elk kind is - gelukkig maar! - anders.
#2 Eerst verbinden, dan begrenzen Want alles begint en eindigt bij onvoorwaardelijk ouderschap.
#3 Zelf doen geeft zelfvertrouwen Want hoe meer je in jezelf gelooft en op jezelf vertrouwt, hoe veerkrachtiger je in het leven staat.
#4 Zorg(en)voor later Want opvoeden is een langetermijnopdracht, waarbij kinderen steeds meer zelf richting geven aan hun leven.
#5 De beste ouders maken zichzelf op termijn overbodig Want krachtige ouders staan ook stil bij wat ze zelf nodig hebben.
Ouderschap gaat vaak gepaard met heel wat stress. De vele - vaak tegenstrijdige - opvoedadviezen waarmee je als ouder om de oren wordt geslagen, brengen je mogelijk nog meer aan het twijfelen.
Klaar Hammenecker gaat in dit boek terug naar wat de essentie van opvoeden is: kinderen geven wat ze nodig hebben om uit te groeien tot zelfredzame, veerkrachtige en liefdevolle jongvolwassenen. Op basis van haar jarenlange ervaring als kinderpsychologe reikt ze 5 opvoedbasics aan die in elk levensfase van je kind een welkome basis zijn om op terug te vallen. Zo kun jij - op maat van jouw gezin en je eigen opvoedstijl - jezelf én je kind in zijn kracht zetten, zodat je kind kan uitgroeien tot de beste versie van zichzelf. Want de beste ouders? Die maken zichzelf op termijn overbodig!
Dit helder geschreven boek versterkt je in je ouderschap zonder een strak keurslijf voor te schrijven. Het boek geeft duidende voorbeelden, handige spiekkaartjes bij praktische tips en duidelijke kaders. Aanrader! (En bravo aan mijn schoonzus die mee schreef)
Vlot en helder geschreven, duidelijke voorbeelden, goeie tips. Niet om in een keer uit te lezen, maar wel om er af en toe naar te grijpen en er uit te halen wat er voor jou uit te halen valt. Klaar for the win!
Leerde je ooit op school hoe je kinderen moet opvoeden? wel dit is een handleiding, wetenschappelijk onderbouwd,maar vlot leesbaar, begrijpbaar en toepasbaar. Een must have voor iedere ouder, groot-ouder, leraar, coach....kortom iedereen die impact heeft op de opvoeding van onze kinderen.
Als je het boek aanschaft op de website van Klaar Hammenecker, krijg je er nog wat leuke extra's bij:
Ik heb er hieronder enkele goede zaken uitgehaald die ik niet wil vergeten. Ze zijn vaak op een of andere manier al wel in andere boeken ook te lezen zijn, zoals in bv. 'Kinderen zijn geen puppies' (Jürgen Peeters) en 'Mild Ouderschap' (Nina Mouton), maar goed: herhaling is de beste leermeester...
INLEIDEND HOOFDSTUK: HELP, IK HEB OPVOEDINGSSTRESS - Er is niets mis met hogere doelen hebben voor je kind, maar die doelen bereiken, vraagt z'n tijd. Moet het allemaal nu al? - Maak je bepaalde opvoedingskeuzes in functie van je kind, van jezelf of zelfs in functie van (de goedkeuring van) je ouders? - Krachtig ouderschap zet in op het in zijn kracht zetten van je kind. Dat doe je door je kind op zo'n manier te ondersteunen dat hij zichzelf ontdekt, zichzelf kan zijn en weet dat er onvoorwaardelijk van hem gehouden wordt. Van daaruit kan je kind zelfstandig, zelfredzaam en assertief worden en op zijn beurt ook weer liefdevolle relaties aangaan met andere mensen.
OPVOEDINGSBASIC #1: OPVOEDEN IS MAATWERK - Een ontwikkelingsconflict goed doorlopen betekent krachten opdoen en bouwstenen verzamelen om de volgende conflicten aan te kunnen. Cf. 5 fasen uit model van Erikson (p. 46). Bv. fase 3: kleuters nemen initiatief en zoeken bevestiging. Constant berispen werkt alleen maar schuldgevoelens in de hand, die zich later vertalen in rebelleren of conformeren (pleasen). - Ontwikkeling executieve functies in kindfase: deze is pas voltooid rond 25 jarige leeftijd. En verklaart de enorme verschillen die er kunnen zijn in een klas. Stel bij elke interventie de vraag: wordt het kind hier sterker van? - Adolescenten zoeken respect. Hun vrienden afwijzen staat gelijk aan henzelf afwijzen.
OPVOEDINGSBASIC #2: EERST VERBINDEN, DAN BEGRENZEN - Eerst verbinden, dan begrenzen. Er is geen shortcut naar een sterke band. Het is een investering die tijd en energie vraagt. Je verbindt je met je kind door letterlijk samen te zijn, tijd door te brengen en te connecteren. - Op het moment dat je kind in een driftbui zit of dat jullie in een conflict zijn beland, is zijn reptielenbrein actief, waardoor het enkel instinctief kan reageren. Wanneer je stress ervaart en er bovendien negatief geladen herinneringen worden getriggerd, doe je nu eenmaal irrationele dingen. Op zo'n moment een 'logische' vraag stellen, zal je dus niet veel opleveren. - Time-out of time with: Als je kind zelf niet om afzondering vraagt, zet het dan niet in een time-out. Het is misschien wel wat jij op dat moment even nodig hebt, maar absoluut niet wat je kind nodig heeft. Het heeft behoefte aan contact en verbinding. - De kracht van verbinding zit in het connecteren van jullie gevoelens ... De enige boodschap die je kind op zo'n moment nodig heeft is: ik ben blij dat je het mij verteld hebt, ik weet hoe het aanvoelt en je bent niet alleen. Pas wanneer die boodschap ten volle is aangekomen, kun je samen de lichtpuntjes opzoeken. - Nadat je erkend hebt wat je kind voelt en ervaart, kun je er mee voor zorgen dat je kind weer meer grip krijgt op zijn wereld. Je kunt je kind meer inzicht geven in wat er gebeurd is en vooral ook taal geven om alles te benoemen. Dat zorgt voor houvast. - Het is niet aan ons om te bepalen waardoor een kind zich slecht voelt. Emoties laten zich niet bijsturen en we kunnen er heel veel van leren. Lastige gevoelens maken duidelijk dat er ergens diep vanbinnen een behoefte is die genegeerd wordt, geschonden is of zelfs helemaal vertrapt wordt. Wat precies zorgt voor onzekerheid, woede, paniek? Het is niet abnormaal dat kinderen pas maanden na datum iets echt beginnen te verwerken. - Als ouder moet je absoluut bijsturen en begrenzen. Wanneer je kind zich verbonden voelt met jou, veilig en vol vertrouwen in jouw bedoelingen, dan zal begrenzen je veel beter lukken. Dan ervaart je kind die begrenzing niet als beknotting, maar als een vorm van veiligheid. - Kinderen leren echt niet van straffen, en waarschijnlijk ook niet van belonen. Als je moeilijk gedrag van je kind beantwoordt met pijnlijke gevolgen, zal je kind dat gedrag misschien (een tijdje) niet meer vertonen. Dat geeft je wellicht de indruk dat je je kind iets afgeleerd of bijgebracht hebt. Helaas, dit principe werkt alleen op de hondenschool (cf. Jürgen Peeters). De gedragsverandering die je bij je kind ziet, heeft maar weinig te maken met het leereffect dat jij beoogde ... Je kind wordt steeds banger voor jou of neemt steeds meer afstand. - Wanneer ouder en kind van elkaar vervreemden, komt er afstand en wordt de kans op ongewenst gedrag nog groter. - Sancties dienen alleen om ontbinding te voorkomen. In plaats van je kind weg te sturen, ga je het gesprek aan. Sanctioneren gaat niet over straffen, maar over herstel: * Zoek contact met je kind, maak daarvoor oogcontact, kom dichterbij en verlaag je stem. * Benoem het gedrag dat je opmerkte en voeg daar vervolgens je gevoel aan toe. * Vraag aan je kind wat er is gebeurd en beluister zijn conflictverhaal. * Toon begrip voor het waarom van dit gedrag. * Maak afspraken rond het gedrag zelf > Als hij met zijn gedrag de verbinding en veiligheid tussen de gezinsleden op de proef stelde of zelfs bedreigde, kun je en sanctie afspreken. Vaak kiezen we voor voordeelverlies, maar je kan ook het kind zelf een voorstel laten doen. - Te vermijden wanneer kinderen ruzie maken: * Vraag nooit wie er is begonnen. * Ga niet op zoek naar wie er liegt of wie de waarheid spreekt. * Trap niet in de val om eentje gelijk te geven. * Haast je niet om het op te lossen. * Dwing niemand om sorry te zeggen > Een oprechte sorry komt er pas nadat je kind erkenning heeft gekregen voor de eigen inzet en de benadeling die het zelf heeft ervaren. -Sommige kinderen vertonen vaak lastig gedag. Bekijk dit als communicatie. Probeer hun koppig weigeren, brutale opmerkingen of agressief afreageren te lezen als een boodschap van machteloosheid, niet begrijpen of onhandig voor zichzelf opkomen. Probeer altijd in verbinding te blijven met je kind. - Cf. Nieuwe Autoriteit (Haim Omer, 2008), gebaseerd op aanwezigheid en zelfbeheersing: Je probeert je geduld te bewaren, het niet persoonlijk te nemen, escalatie te vermijden, en je probeert vooral niet om te 'winnen'. Omer wil dat ouders, leerkrachten, jeugdwerkers en dergelijke kracht in plaats van macht gebruiken. Macht komt van buitenaf en creëert een sfeer van vernedering en vijandigheid. Kracht komt vanuit de relatie. - Een regel samen bespreken kan ertoe leiden dat kinderen beter begrijpen waarom hun ouders een bepaalde grens opleggen. - Er is niets mis met een compromis. Liever een kind dat zich door jou begrepen en erkend voelt, dan eentje dat bang voor je is of zint op wraak.
OPVOEDINGSBASIC #3: ZELF DOEN GEEFT ZELFVERTROUWEN - Bijt op je tong wanneer je vaststelt dat je spontane feedback meestal niet bevestigend is. Bv. 'Ik weet niet of dat wel een goed idee is?' > de manier waarop je feedback geeft wanneer ze je iets vertellen of tonen, maakt duidelijk in hoeverre je hun autonomie respecteert. - Gezagsconflicten ontstaan vaak doordat je als ouder denkt te weten wat goed voor je kind is en je het hier met alle macht van wilt overtuigen. Door dichter bij je kind te gaan staan (nabijheid) en te luisteren naar wat volgens hem of haar 'het goede' is (betrokkenheid), kun je samen komen tot afspraken rond wat nu in deze situatie voor jullie allebei het beste is. - Laat je kinderen doen. Laat hen worstelen met problemen en laat het leren van wat hun (nog) niet lukt. - Door kinderen veel vertrouwen te geven en dat ook uit te spreken, help je hen om zelfredzaam te worden en minder afhankelijk van anderen. Zo kun je bv. zeggen: Ik vind je echt dapper, want je bent bang en toch probeer je het nu zelf. - Geef niet direct antwoord op hun vragen, maar antwoord bv. 'Geen idee, wat denk je zelf?' - Wanneer schoolkinderen de indruk hebben dat ze onderdoen voor anderen of wanneer ze maar geen manier vinden om erbij te horen, komt hun zelfwaardegevoel onder druk te staan. Zonder begrip en bevestiging liggen hier de kiemen voor faalangst. - Onzekerheid kan zich ook tonen op een subtiele of verborgen manier en ligt vaak aan de basis van explosief of vurig gedrag. De bom ontploft misschien wel wanneer het kind zich onzeker voelt of bang is om iets verkeerd te doen. - Wie eerder een growth mindset heeft (vs. fixed mindset), is minder bang om te falen. Van je fouten kun je leren. - Stel droomvragen ipv probleemvragen. Ze gaan over wat je kind hoopt en verwacht en bieden perspectief. Vraag niet: 'Wat vind je moeilijk?', maar 'Wat zou je graag kunnen?' of 'Wat wil je graag dat er verandert?' ipv 'Waarover maak je je zorgen?' - Kinderen leren het meest van taken en activiteiten die nét een beetje moeilijker zijn dan wat ze zelf al kunnen. Laat je kind hierbij niet aan zijn lot over of ga niets forceren, maar moedig het aan en stimuleer het om een nieuwe stap te zetten. Dat doe je door in de buurt te blijven en expliciet te vragen: 'Wat heb jij nodig om het zelf te kunnen?' of bv. ook 'Wat kan ik voor je doen zodat het jou zelf lukt?' > Enkel zelf doen geeft zelfvertrouwen. - Wanneer we kinderen complementeren met hun inspanning, bevorderen we een growth mindset; wanneer we kinderen complimenteren met hun IQ of eindresultaat, bevorderen we een fixed mindset > Zelfvertrouwen groeit door positieve bekrachtiging van het proces. Je versterkt en bevestigt het kind best omwille van de inspanning die ze doen, niet (enkel) omwille van het eindresultaat. - Vraag je bij elke actie die je als ouder onderneemt af of je kind er sterker van kan worden. Ben je je kind vooral aan het sussen of toch aan het stimuleren?
OPVOEDINGSBASIC #4: ZORG(EN) VOOR LATER - Het is belangrijk om in je opvoeding te vertrekken vanuit een aantal aannames over je kinderen. Tot het tegendeel bewezen is, geloven we dat alle kinderen: * willen dat hun ouders en andere volwassenen trots op hen zijn; * geaccepteerd willen worden als deel van een sociale groep; * nieuwe dingen willen leren; * hun mening en keuzes willen laten horen; * keuzes willen maken als ze daartoe de kans krijgen. - willen, mogen of moeten / we of jij? Wees expliciet over je verwachtingen. Onduidelijke opdrachten zijn niet evident om op te volgen. Check bij je kind of het de opdracht wel goed begrepen heeft. - Oplossingsgericht denken is toekomstgericht denken en dus dé methode bij uitstek als we het hebben over langetermijndoelen en zorgen voor later. Je richt je op de gewenste situatie, op de gedroomde verandering. Het is een positieve aanpak die goesting en energie geeft, in schril contrast met een probleemgerichte benadering van ongehoorzame kinderen die 'moeten'. * 'Wat heb je nu weeral gedaan?' > 'Wat lukte wel? Hoever ben je al geraakt?' * 'Stop met altijd vragen te stellen.' > 'Probeer anders zelf eerst eens na te denken en een antwoord te zoeken.' * 'Allez, waarom deed je dat nu?' > 'Er is vast een reden waarom je dat deed. Vertel eens.' * 'Hoe is dat nu kunnen gebeuren?' > 'Hoe zouden we dit kunnen oplossen?' - In het oplossingsgericht denken staan twee principes centraal: * Zoek uit wat werkt en doe dat vaker. * Zoek uit wat niet werkt, stop daarmee en probeer iets anders. - Autonomie, Betrokkenheid en Competentie zijn noodzakelijke vitamines voor ouders en kinderen om goed in hun vel te zitten en het goed met elkaar te kunnen vinden. In een behoefte-ondersteunende of vitaminerijke omgeving voelen we ons energieker en gelukkiger. * Ondersteun je de autonomie van je kind? * Luister je naar zijn perspectief? * Heeft het de vrijheid om keuzes te maken? * Hoeveel kritiek krijgt het op zijn bord? * Maken jullie tijd om samen leuke activiteiten te doen? * Zijn jullie er ook voor elkaar op emotioneel moeilijke momenten? * Kun je je kind nog meer helpen om zich competent te voelen? * Zijn er nieuwe dingen die het kan leren? * Heeft je kind de structuur die het nodig heeft? - Wat kinderen zelf kunnen, laat je hen bij voorkeur ook zelf doen. Dit leidt tot succeservaringen. Je geeft je kinderen hiermee ruimte, biedt ze keuzes aan en laat hen gaandeweg los.
OPVOEDINGSBASIC #5 DE BESTE OUDERS MAKEN ZICHZELF OP TERMIJN OVERBODIG - Voortdurend moeten horen dat je onbeleefd, koppig, lui, tegendraads of moeilijk bent, leidt tot een soort vervreemding: het kind kan die 'labels' niet verbinden met zijn eigen emoties en voelt zich een buitenstaander in het gezin. Cf. 'Inner voices' (Nina Mouton) die in ons 'geprogrammeerd zitten'. Kunnen jullie echt luisteren naar elkaar of volgen jullie eerder jullie inner voices? - Probeer kinderen hun verzuchtingen, opmerkingen en zelfs hun brutale beschuldigingen of scheldwoorden te ontvangen met je hart en niet zozeer met je hoofd. Vraag je af wat je kind je wil zeggen. Wat heeft je kind nodig van jou? - Voor veel ouders is het niet evident om zich te verontschuldigen bij hun kind. - Schatten en schade > Gelukkig krijgen we van onze ouders ook veel positiefs mee (de schatten). Welke waarden uit je opvoeding bepalen nu mee jouw sterktes? Voor welke gewoontes, levenslessen en onvergetelijke ervaringen ben jij hun tot op de dag van vandaag dankbaar?
Ouderschap is nooit eenvoudig geweest maar in deze tijden is het helemaal crazy. Wat is ‘goed’ opvoeden? Wanneer ben je te streng en wanneer te soft? Wat wil en kan en vraagt je kind? Wie dit boek rustig doorneemt staat sowieso een pak sterker in zijn of haar schoenen, als (groot)ouder.
Noem me maar ouderwets maar ik heb het niet op al de hypes en boeken die er de laatste tijd verschijnen over het opvoeden van kinderen, en dan vooral “wat je als ouder allemaal misdoet waardoor je je kind met een levenslang trauma opzadelt tenzij je nu deze theorie gaat toepassen in je gezin”-mentaliteit 🤮 Maar als je schoonzus meewerkt aan een boek wil ik dat harde werk van haar toch wel eens lezen. Dat is dan ook de enige reden waarom ik dit boek las. Laat me samenvattend zeggen dat het me zeer aangenaam heeft verrast, misschien omdat het in grote lijnen beschrijft hoe ikzelf het ouderschap zie 😁, maar vooral omdat ik nergens het belerend vingertje zag. Integendeel, de schrijfster beschrijft aan de hand van concrete situaties gegrepen uit haar praktijk, hoe je deze ook vanuit de ogen van het kind ook eens kan bekijken. Dit leidt tot een paar eyeopeners en zaken die ik in de toekomst toch ga meenemen.
Een zeer interessant boek waar ik nog geregeld naar zal teruggrijpen. Opvoeden is een marathon, dat is de quote die ik zal onthouden. Op het einde laat de auteur uitschijnen dat er misschien nog boeken per leeftijdscategorie komen: dat lijkt mij nog net iets interessanter.
Los van het boek kan ik de sessie Mamaboost (pre- en misschien ook postcorona) zeker aanraden. Ook de webinar die ze ter promotie van dit boek heeft gedaan, was zeer interessant. Soms komen er net iets meer voorbeelden met manieren van aanpak in aan bod, dan in het boek. Daar hebben veel ouders net iets meer aan, denk ik.
De theorie is niet helemaal nieuw maar heb toch nog één en ander opgestoken. Ook de vele voorbeeldjes helpen en maken het vlot leesbaar. Eigenlijk brengt het enkele boeken die ik eerder las (Tom Gordon met Luisteren naar kinderen en Tom Hodgkinson met Luie ouders hebben gelijk) samen en maakt er een geheel van waardoor alles in elkaar past. Een aanrader.
Ik vond dit persoonlijk een zeer goed boek. Op een eenvoudige manier worden handvaten aangegeven om je kind aan te reiken wat hij of zij nodig heeft. Ik onthoud vooral de adviezen rond growth mindset en faalangst. Zeer nuttig!
Boeiend en leerrijk van begin tot einde! Hoewel alles merkbaar wetenschappelijk onderbouwd is, werd alles vlot en begrijpelijk geschreven. Ik had al wat achtergrondkennis door mijn job als opvoeder, maar het was toch goed om nog eens bij de materie stil te staan. Een echte aanrader voor iedereen die zich wil verdiepen in bewust opvoeden, verbinding en autonomie.